Organisatie | Beekdaelen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Handhavingsbeleid digitaal opkopers register (gemeente beekdaelen) (2022) |
Citeertitel | Handhavingsbeleid Digitaal Opkopers Register Gemeente Beekdaelen 2022 |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2022 | nieuwe regeling | 22-03-2022 |
de burgemeester van Gemeente Beekdaelen,
uit het oogpunt van misdaadbestrijding de aanpak van handel in goederen afkomstig van een misdrijf (heling) van groot belang is voor een veilige en leefbare stad;
handelaren als bedoeld in artikel 2:66 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) (Gemeente Beekdaelen) (2021) daartoe verplicht zijn het door de Burgemeester gewaarmerkte register bij te houden;
ten behoeve van een effectief toezicht en bestuurlijke handhaving het wenselijk is inzichtelijk te maken welke bestuurlijke maatregel volgt op een geconstateerde overtreding;
de duur van de last onder bestuursdwang (tijdelijke sluiting) respectievelijk de hoogte van de last onder dwangsom staan in redelijke verhouding met het geschonden belang. Het doel is om de overtreder te bewegen tot naleving van de voor hem/haar geldende regels. Dit wordt bereikt doordat de lasten zijn afgestemd op het (financiële) voordeel dat de overtreder kan behalen bij het niet naleven van deze regels.
het handhavingsbeleid is gericht op het bevorderen dat handelaren in gebruikte en ongeregelde goederen, zoals metalen, edelstenen, uurwerken, kunstvoorwerpen, auto’s, motorfietsen, bromfietsen, fietsen, foto-, film-, radio-, audio- en videoapparatuur, de daartoe vastgestelde regels naleven en daarmee de markt voor gestolen goederen minimaal wordt;
Belangenafweging en verzwarende omstandigheden
De burgemeester weegt in zijn besluitvorming over het treffen van een bestuurlijke maatregel het belang van de ondernemer en overige belanghebbenden af tegen dat van de openbare orde. De openbare orde weegt daarbij zwaar. De openbare orde kan in bepaalde gevallen zijn aangetast zonder dat direct sprake is van een overtreding door de handelaar. Naast de naleving van de geldende wet- en regelgeving kijkt de burgemeester dus ook naar de invloed van de onderneming op haar omgeving. Een handelaar heeft in die zin een zogenaamde ‘risicoaansprakelijkheid’. Bijvoorbeeld wanneer de onderneming als (bekende) afzetmarkt dient voor gestolen goederen. Het soort, de hoeveelheid en/of de locatie van de aangetroffen gestolen goederen, net als de frequentie waarmee dit soort goederen wordt aangetroffen spelen hierin voor de mate van aantasting van de openbare orde een belangrijke rol.
Daarnaast wordt in de afweging ook meegenomen op welke wijze de inkoper aantoonbaar invulling geeft aan zijn ‘onderzoekplicht’ voorafgaande aan de inkoop van goederen. Oftewel welke voorzorgsmaatregelen neemt een handelaar om te voorkomen dat gestolen goederen worden ingekocht. Van de handelaar mag worden verwacht dat deze de handelsmarkt in de betreffende goederen goed kent.
Van een handelaar mag tevens worden verwacht dat deze zich bewust is van het feit dat de handel in ongeregelde en gebruikte goederen verantwoordelijkheden met zich mee brengt ten aanzien van het voorkomen van handel in gestolen goederen.
Artikel 1: Handhavingsarrangement
De burgemeester handelt in het kader van zijn bevoegdheid tot het treffen van herstelsancties ter naleving van de gemeentelijke regelgeving over bestrijding van heling van goederen overeenkomstig in dit artikel opgenomen handhavingsmatrices.
I. Niet voldoen aan meldplicht (art. 2:66 en onder a APV)
De handelaar is verplicht binnen drie werkdagen schriftelijk of digitaal aan de burgemeester bekend te maken dat:
II. Ontbreken of niet bijhouden van een verkoopregister (art. 2:67 APV)
De handelaar is verplicht aantekening te houden van alle gebruikte of ongeregelde goederen die hij verkoopt of op andere wijze overdraagt. Hij is verplicht om de aantekening digitaal bij te houden in het Digitaal Opkopers Register.
Ontbreken of niet bijhouden verkoopregister – reguliere situaties | |
Verbeuren dwangsom + voornemen last onder bestuursdwang (waarschuwing tot sluiting) | |
In omstandigheden die het vermoeden rechtvaardigen dat het verkoopregister opzettelijk niet wordt bijgehouden met als oogmerk de handel in gestolen goederen te verhullen is het tijdelijk sluiten van de lokaliteit de enige passende maatregel.
De omstandigheden die tot het vermoeden van opzet kunnen leiden zijn:
de handelaar geeft onvoldoende invulling aan zijn onderzoekplicht voorafgaande aan de inkoop van goederen. Er dienen voldoende voorzorgsmaatregelen genomen te worden om te voorkomen dat gestolen goederen worden ingekocht. Daarvoor dient ten minste actief gebruik gemaakt te worden van de website www.stopheling.nl. bij goederen waarvan aan de hand van bijv. een serienummer eenvoudig kan worden gecontroleerd of een goed als gestolen staat geregistreerd;
III. Onvoldoende of onjuist bijhouden van het verkoopregister (art. 2:67 APV en art. 2 van het Waarmerkingsbesluit Digitaal Opkopers Register gemeente Beekdaelen 2022).
De handelaar is verplicht aantekeningen te houden van alle gebruikte of ongeregelde goederen die hij verkoopt of op andere wijze overdraagt. Hij is verplicht om de aantekening digitaal bij te houden in het Digitaal Opkopers Register. Hij dient daarin onmiddellijk te vermelden:
Als er sprake is van administratieve slordigheden en laksheid in het juist en voldoende bijhouden van het verkoopregister én het geen gestolen goed(eren) betreft.
Last onder dwangsom €500 per geconstateerde ontbrekende of onjuiste aantekening met een maximum van €1000. | |
Verbeuren dwangsom + Voornemen last onder bestuursdwang (waarschuwing tot sluiting) | |
Indien er omstandigheden zijn die het vermoeden rechtvaardigen dat het verkoopregister opzettelijk niet wordt bijgehouden, met als oogmerk de handel in gestolen goederen te verhullen, is het tijdelijk sluiten van de lokaliteit de enige passende maatregel.
De omstandigheden die tot het vermoeden van opzet kunnen leiden zijn:
de handelaar geeft onvoldoende invulling aan zijn onderzoekplicht voorafgaande aan de inkoop van goederen. Er dienen voldoende voorzorgsmaatregelen genomen te worden om te voorkomen dat gestolen goederen worden ingekocht. Daarvoor dient ten minste actief gebruik gemaakt te worden van de website www.stopheling.nl. bij goederen waarvan aan de hand van bijv. een serienummer eenvoudig kan worden gecontroleerd of een goed als gestolen staat geregistreerd.
IV. Niet kenmerken lokaliteit (art. 2:68 aanhef en onder c APV)
De handelaar is verplicht om aan de hoofdingang van de lokaliteit een kenteken te hebben waarop zijn (handels)naam en de aard van de onderneming duidelijk zichtbaar voorkomt. Een dergelijk kenmerk bestaat veelal uit een handelsnaam en een logo met onderschrift op de etalage of toegangsdeur waaruit blijkt dat er gebruikte goederen worden ingekocht en verkocht.
V. Overtreden bewaarplicht (art. 2:68 aanhef en onder d APV)
Een handelaar is verplicht een door opkoop verkregen goed gedurende de eerste drie dagen dat het onder zijn berusting is, in bewaring te houden in de staat waarin het goed verkregen is. De handelaar mag in deze periode bijvoorbeeld verkregen gouden munten niet omsmelten, juwelen niet uit elkaar halen of een ingekochte fiets niet een andere kleur geven. Het ingekochte goed mag dus ook pas na drie dagen verkocht worden.
VI. Obstructie toezicht en controle administratie
De handelaar is verplicht onmiddellijk en volledige medewerking te verlenen aan een controle. Hij dient toegang te verlenen tot de lokaliteit en alle bedrijfsruimten, ook die niet voor het publiek toegankelijk zijn. Hij verstrekt desgevraagd inlichtingen en toont eveneens zijn (digitale) administratie op eerste aanvraag aan de daartoe aangewezen ambtenaar.
Artikel 2: Afwijkingsbevoegdheid
Het bevoegd gezag heeft bij de besluitvorming over te treffen maatregelen een inherente afwijkingsbevoegdheid. De stappen in onderhavige sanctiestrategie gelden echter als uitgangspunt. Enkel als de feiten en omstandigheden hiertoe overtuigend aanleiding geven kan worden afgeweken de uitgangspunten. Zo kan bijvoorbeeld worden besloten om een stap over te slaan en meteen een maatregel te treffen en niet eerst te waarschuwen, terwijl dit wel in de sanctietabel als stap is opgenomen.
Voor het handhavingsarrangement geldt dat de volgende stap wordt gezet als binnen 24 maanden na een vorige constatering opnieuw een overtreding plaatsvindt.