Organisatie | Bodegraven-Reeuwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk houdende nadere regels ter uitvoering van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Bodegraven-Reeuwijk 2020 en de Verordening jeugdhulp Bodegraven-Reeuwijk 2020 (Nadere regels sociaal domein 2022) |
Citeertitel | Nadere regels sociaal domein 2022 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp | sociaal domein |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-04-2022 | 01-01-2022 | Nieuwe regeling | 08-03-2022 | Z/22/123411 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk;
gelet op de artikelen 7, vierde lid, onder i, 8, derde lid en 13 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2020;
gelet op de artikelen 2, derde lid, 5, zevende lid en 10, zevende lid, van de Verordening jeugdhulp Bodegraven-Reeuwijk 2020;
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
declarabele uren: direct cliëntgebonden uren, zijnde uren besteed aan werkzaamheden in direct contact met de budgethouder en die bestaan uit werkzaamheden zoals omschreven in het ondersteuningsplan; onder “direct contact” wordt verstaan persoonlijk of telefonisch contact of schriftelijk contact (inclusief e-mail), de kosten van indirect cliëntgebonden en niet cliëntgebonden uren zijn opgenomen in het uurtarief;
sociaal netwerk: tot het sociaal netwerk behoren personen uit de huiselijke kring of andere personen met wie de inwoner met een persoonsgebonden budget een sociale relatie onderhoudt, waartoe in ieder geval worden gerekend familieleden, huisgenoten, echtgenoot of voormalige echtgenoot of mantelzorgers dan wel personen met wie de cliënt regelmatig contacten onderhoudt, zoals bijvoorbeeld buren of medeleden van een vereniging;
Artikel 2. Hoogte persoonsgebonden budget ondersteuning en/of hulp en/of zorg
Het uurtarief voor het inhuren van iemand uit het sociale netwerk of een persoon die niet een opleiding tot het verlenen van ondersteuning heeft genoten bedraagt maximaal € 12,00 per uur (100% van het wettelijk minimumloon voor een werknemer van 23 jaar en ouder) bij inzet van een voorziening zoals bedoeld in het eerste lid, onder a, en € 14,50 per uur (120% van het wettelijk minimumloon voor een werknemer van 23 jaar en ouder) bij inzet van een voorziening zoals bedoeld in het eerste lid onder b en c.
Een jeugdige of de ouder van een jeugdige die in behandeling is bij een jeugd GGZ instelling kan in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de vervoerskosten naar deze instelling. Vervoersbewegingen tot 2000 kilometer op jaarbasis worden gezien als onderdeel van de gebruikelijke zorg van ouders voor kinderen. De gemeente vergoedt de reiskosten tot maximaal het dichtstbijzijnd toegankelijk zorgaanbod. Als de jeugdige of de ouder van de jeugdige kiest voor een zorgaanbieder die verder weg is gevestigd, waar er wel een vergelijkbaar zorgaanbod dichterbij beschikbaar is, wordt het meerdere niet vergoed. Een vervoersvoorziening kan, ter beoordeling van het college, bestaan uit een vergoeding van de vervoerskosten (eigen vervoer of openbaar vervoer). De jeugdige of de ouder van de jeugdige dient via het sociaal team een onderbouwde aanvraag voor vervoer in. Daarbij dient deze aan te tonen dat voldaan wordt aan (medische) noodzaak, het afstandscriterium en het niet beschikbaar zijn van een behandellocatie in de buurt.
Artikel 4. Hoogte budget verhuiskosten
De maximale vergoeding voor verhuiskosten bedraagt € 3.308,00.
Artikel 6. Hoogte budget sportvoorziening
Het budget voor de aanschaf van een sportvoorziening bedraagt maximaal € 3.752,00. Het bedrag is bedoeld als tegemoetkoming in aanschaf (maximaal € 3.090,00) en onderhoud, keuring, reparatie (maximaal € 662,00) van een sportrolstoel of vergelijkbare voorziening voor een periode van ten minste 3 jaar.
Artikel 7. Hoogte budget vervoersvoorzieningen
Voor een budget voor vervoersvoorzieningen geldt dat deze wordt gebaseerd op een hoogte gelijk aan 2000 te rijden kilometers per jaar. De maximale hoogte is als volgt vastgesteld:
Artikel 8. Bepaling omvang gebruikelijke zorg
Voor de bepaling van de omvang van gebruikelijke zorg op grond van de Jeugdwet, zoals bedoeld in artikel 5, zevende lid, van de Verordening jeugdhulp Bodegraven-Reeuwijk 2020, wordt de factsheet “Zorg voor kinderen met een intensieve zorgvraag, gebruikelijke zorg” gehanteerd zoals het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft uitgebracht in november 2016 en zoals opgenomen in bijlage 2 van deze Nadere Regels.
Artikel 9. Tegemoetkoming in de meerkosten voor personen met een beperking of chronische problemen
Ter tegemoetkoming van de meerkosten van een beperking of chronisch probleem biedt de gemeente aan minima via Ferm Werk een gemeentelijke collectieve ziektekostenverzekering op grond van de Participatiewet. Op grond van de Participatiewet wordt met betrekking tot het inkomen en het vermogen de doelgroep bepaald voor de collectieve ziektekostenverzekering en de doelgroep voor de premiekorting. Op grond van de Wmo wordt de doelgroep van personen met een beperking of chronisch probleem voor de extra premiebijdrage bepaald.
Een inwoner heeft recht op de extra premiebijdrage voor personen met een beperking of chronisch probleem als:
daarnaast sprake is van een voorziening op grond van de Wmo, een gehandicaptenparkeerkaart of gehandicaptenparkeerplaats, een uitkering krachtens de WAO ontvangt naar een percentage van 80% tot 100% of een IVA-uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) of op grond van de Wmo wordt aangemerkt als een persoon met een beperking waarbij aannemelijk is dat er sprake is van meerkosten als gevolg daarvan.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van deze nadere regels, indien toepassing ervan leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.