Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
West Betuwe

Beleidsregels gevaarlijke honden gemeente West Betuwe

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWest Betuwe
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels gevaarlijke honden gemeente West Betuwe
CiteertitelBeleidsregels gevaarlijke honden gemeente West Betuwe
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht
  3. artikel 4:83 van de Algemene wet bestuursrecht
  4. artikel 5:21 van de Algemene wet bestuursrecht
  5. artikel 5:31 van de Algemene wet bestuursrecht
  6. artikel 125, derde lid, van de Gemeentewet
  7. artikel 172 van de Gemeentewet
  8. Algemene plaatselijke verordening
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-03-2022nieuwe regeling

22-03-2022

gmb-2022-139740

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels gevaarlijke honden gemeente West Betuwe

De burgemeester van de gemeente West Betuwe;

 

gelet op:

  • de Algemene wet bestuursrecht (Awb), artikelen 1:3 lid 4, 4:81 lid 1, 4:83, 5:21 en/of 5:31;

  • de Gemeentewet, artikel 125 lid 3 en 172;

  • de Algemene plaatselijke verordening artikelen 2:59 en 2:59a.

overwegende dat:

  • er in de gemeente meerdere bijtincidenten met honden hebben plaatsgevonden;

  • het gewenst is om beleid vast te stellen over de uitleg van het wettelijk voorschrift in de artikelen 2:59 en 2:59a van de Algemene plaatselijke verordening (Apv).

besluit vast te stellen:

De “Beleidsregels gevaarlijke honden gemeente West Betuwe”.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze Beleidsregels wordt verstaan onder:

 

Licht bijtincident: Wanneer een hond bijt in een persoon, hond of ander dier of voorwerp, maar daarbij geen sprake is van ernstig letsel of ernstige gevolgen.

 

Ernstig bijtincident: Van een ernstig bijtincident is sprake:

  • 1.

    wanneer het bijtincident ernstige gevolgen heeft, doordat een persoon, hond of ander dier overlijdt als direct gevolg van het bijtincident;

  • 2.

    wanneer een hond ernstig letsel toebrengt aan een persoon, hond of ander dier;

  • 3.

    wanneer meer dan één keer binnen een periode van twee jaar een bijtincident zonder ernstig letsel of ernstige gevolgen plaatsvindt;

  • 4.

    bij een bijtincident door een hond dat vermeld staat op de lijst van hoog-risico honden van het ministerie;

  • 5.

    in ieder ander geval dat door de burgemeester als ernstig wordt aangemerkt.

Zeer ernstig bijtincident: Een hond die een persoon bijt als gevolg waarvan de persoon lichamelijk en/of geestelijk letsel heeft en/of daardoor ernstige, langdurige of blijvende medische gevolgen ervaart.

 

Ernstig letsel: Als bij een persoon, hond of ander dier een medische behandeling noodzakelijk is als gevolg van het bijtincident. Het gaat dan bijvoorbeeld om open wonden, inwendig letsel, letsel waarbij het slachtoffer niet in staat is om te werken of de normale dagelijkse activiteiten uit te voeren of chirurgisch letsel.

 

Gevaarlijke hond: Een hond, die een ernstig of zeer ernstig bijtincident heeft veroorzaakt.

 

Hinderlijke hond: Een hond, die een licht bijtincident heeft veroorzaakt.

 

Kort aanlijnen: Aanlijnen van een hond met een deugdelijke lijn met een lengte die, gemeten van hand tot halsband, niet langer is dan 1,50 meter.

 

Muilkorf: Een muilkorf vervaardigd van stevige kunststof, stevig leer of van beide stoffen, die door middel van een stevige leren riem rond de hals zodanig is aangebracht dat verwijdering zonder toedoen van een mens niet mogelijk is en die zodanig is ingericht dat de drager geen mens, dier of voorwerp kan bijten, dat de afgesloten ruimte binnen de korf een geringe opening van de bek van de hond toelaat en dat geen scherpe delen binnen de korf aanwezig zijn.

Artikel 2 Hinderlijke hond

De burgemeester acht een hond hinderlijk in de zin van de artikel 2:59 en 2:59a Apv, als

  • a.

    Een hond een persoon of een ander dier bijt, maar daarbij geen sprake is van ernstig letsel of ernstige gevolgen.

  • b.

    De hond met enige regelmaat (vaker dan twee keer) ontsnapt uit een woning, tuin of vanaf een erf en daarbij op enige wijze passanten en/of andere dieren lastigvalt.

  • c.

    De hond tijdens het uitlaten met enige regelmaat (vaker dan twee keer) losbreekt en passanten en/of andere dieren lastigvalt.

De burgemeester geeft de eigenaar of houder van de hond een waarschuwing en kan daarbij een aanlijngebod opleggen. Het aanlijngebod geldt zolang de hond in leven is, met uitzondering van artikel 5 lid 3.

Artikel 3 Gevaarlijke hond

De burgemeester acht een hond gevaarlijk indien:

  • a.

    de hond een ernstig of zeer ernstig bijtindecent heeft veroorzaakt;

  • b.

    hij dat bepaalt op grond van objectieve informatie van politie (conform politie Protocol Gevaarlijke honden) dan wel van de buitengewoon opsporingsambtenaren.

De burgemeester geeft de eigenaar of houder van de hond een waarschuwing en kan daarbij een aanlijngebod en/of muilkorfgebod opleggen. Het aanlijn- en/of muilkorfgebod geldt zolang de hond in leven is, met uitzondering van artikel 5 lid 3.

Artikel 4 Boete

Overtreding van het opgelegde aanlijn- en/of muilkorfgebod in artikel 2 en 3 wordt, op grond van artikel 2:59 jo 6:1, van de Apv, bestraft met een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 5 Gedragstest

  • 1.

    In opdracht van de eigenaar, houder of burgemeester kan bij de hond een gedragstest worden afgenomen om aan te tonen dat de hond niet hinderlijk of gevaarlijk is. Deze gedragstest (met als doel een risicoanalyse) dient altijd te worden afgenomen door een door de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied benoemde gedragskeurmeester dan wel een andere erkende en door de gemeente goedgekeurde onderzoeker of faculteit.

  • 2.

    De kosten voor het laten uitvoeren van een gedragstest door de eigenaar of houder van de hond zijn voor rekening van de eigenaar of houder van de hond.

  • 3.

    De burgemeester dient het rapport rechtstreeks van de toetsende instantie te ontvangen.

  • 4.

    De burgemeester kan op schriftelijk verzoek van de eigenaar of houder van de hond de opgelegde maatregel opheffen, wanneer de eigenaar of houder van de hond door middel van de in lid 1 genoemde gedragstest aannemelijk heeft gemaakt dat de hond niet hinderlijk of gevaarlijk is.

  • 5.

    Op basis van de uitkomsten van de gedragstest is het mogelijk dat de hond onder voorwaarden (bijvoorbeeld door het volgen van cursussen) terug kan naar de eigenaar/houder, elders wordt herplaatst, of moet de hond ingeslapen worden.

Artikel 7 Hoog-risico hond

  • 1.

    Een hoog-risico hond, gebaseerd op de Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA) lijst1 , is een hond die bij bijten in staat is tot het toebrengen van bovenmatig ernstige bijtschade.

  • 2.

    Indien een hoog-risico hond betrokken bij een bijtincident aan deze criteria2 voldoet of op de lijst staat, worden altijd de volgende aanvullende maatregelen getroffen, ongeacht bij welk soort incident het dier betrokken was.

  • 3.

    De eigenaar/houder van de hond is verplicht een gedragscursus te volgen met de hond. Aan de eigenaar/houder wordt een last onder dwangsom opgelegd in de orde van grootte van 2.500 euro, indien aan deze verplichting niet binnen een redelijke termijn (vier weken) wordt voldaan.

  • 4.

    Daarnaast wordt aan de eigenaar/houder van een hoog-risico hond de verplichting opgelegd dat de hond gechipt wordt. Ook hiervoor wordt een last onder dwangsom opgelegd in de orde van grootte van 2.500 euro, indien aan deze verplichting niet binnen een redelijke termijn (twee weken) wordt voldaan.

Artikel 8 Afstand doen of inbeslagname

  • 1.

    Wanneer de eigenaar of houder van een hond, welke op grond van artikel 3 van deze Beleidsregels door de burgemeester is aangemerkt als gevaarlijk, in strijd met het aanlijn en/of muilkorfgebod handelt en de hond een nieuw bijtincident veroorzaakt, wordt de houder of eigenaar gevraagd om vrijwillig afstand te doen van zijn hond.

  • 2.

    De burgemeester kan besluiten tot onvrijwillige inbeslagname van een hond op grond van artikel 125 lid 3 Gemeentewet, artikel 5:21 Awb en/of 5:31, tweede lid, van de Awb, of artikel 172 Gemeentewet:

    • a.

      wanneer de in het eerste lid genoemde situatie zich heeft voorgedaan en de eigenaar of houder hierop niet vrijwillig afstand doet van de hond, of;

    • b.

      bij (zeer ernstige vrees voor het ontstaan van) een zeer ernstig bijtincident.

  • 3.

    Bij het in het tweede lid, onder a en b, omschreven onvrijwillig in beslag nemen van de hond geeft de burgemeester opdracht de hond te laten onderwerpen aan een gedragstest uitgevoerd door een gedragskliniek van de faculteit diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht.

  • 4.

    Wanneer uit de gedragstest, als bedoeld in het derde lid, blijkt dat de hond niet kan worden herplaatst bij een andere eigenaar of anderszins het risico op bijtincidenten kan worden voorkomen, blijft de hond in de betreffende opvang/verblijf.

De kosten van vervoer, opvang/verblijf, (medische) verzorging, gedragstest, eventuele overige noodzakelijke kosten na inbeslagname en eventueel de kosten voor het laten uitvoeren van euthanasie komen volledig voor rekening van de eigenaar of houder van de hond en worden op hem/haar verhaald.

Artikel 9 Inbeslagname bij verstoring openbare orde

De burgemeester is op grond van artikel 172, derde lid Gemeentewet bevoegd om een hond is beslag te nemen bij verstoring van de openbare orde of bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan. Dit is het geval wanneer er sprake is van (zeer ernstige vrees voor het ontstaan van) een zeer ernstig bijtincident.

Artikel 10 Strafrechtelijke overtreding van een kort aanlijn- en/of muilkorfgebod

Bij overtreding van het aanlijn- en muilkorfgebod in combinatie met een nieuw bijtincident kan de officier van justitie onttrekking van de hond aan het verkeer vorderen. In het uitzonderlijke geval dat tot inbeslagname is overgegaan, gaat het OM over tot vervreemden van de hond en zal in het uiterste geval overgaan tot het laten inslapen van de gevaarlijke hond. Het laten inslapen van de gevaarlijke hond gebeurt onder toezicht (direct en op kosten) van verdachte/betrokkene.

 

Artikel 11 Richtlijn handhaving

Constatering

1ste incident

2de incident

3de incident

Hinderlijk gedrag

Waarschuwingsbrief met opmerking dat bij een volgend incident binnen vijf jaar een andere maatregel wordt opgelegd.

Afhankelijk van de zwaarte van het incident: muilkorven en/of kort aanlijnen en/of last onder dwangsom opleggen.

Afhankelijk van de zwaarte van het incident: dwangsom verbeuren. Herhalen van muilkorf- en aanlijngebod.

Nieuwe last onder dwangsom opleggen.

Licht Bijtincident

Afhankelijk van de zwaarte van het incident:

Muilkorf- en aanlijngebod (dit kan eventueel voor een bepaalde periode) en/of last onder dwangsom opleggen.

Hond wordt aangemerkt als gevaarlijk. Chipgebod. Aanlijn- en muilkorfgebod. Eventueel dwangsom verbeuren of last onder dwangsom opleggen.

Eigenaar wordt gevraagd afstand te doen van de hond of de burgemeester besluit tot onvrijwillige in beslagname. Eigenaar van de hond geeft opdracht tot een gedragstest (conform artikel 5).

Ernstig bijtincident

Hond wordt als gevaarlijk aangemerkt. Chipgebod. Muilkorf- en aanlijngebod en last onder dwangsom opleggen.

Eigenaar wordt gevraagd afstand te doen van de hond of de burgemeester besluit tot onvrijwillige inbeslagname.

Eigenaar van de hond geeft opdracht tot een gedragstest (conform artikel 5).

De burgemeester besluit tot eventuele verbeuring van de dwangsom.

Zeer ernstig bijtincident

Eigenaar wordt gevraagd afstand te doen van de hond of de burgemeester besluit tot onvrijwillige inbeslagname. Eigenaar van de hond geeft opdracht tot een gedragstest (conform artikel 5).

 

Artikel 12 Voornemen/zienswijze

Binnen twee weken kan de eigenaar/houder een zienswijze tegen het voorgenomen besluit indienen.

Deze termijn van twee weken kan korter zijn als de burgemeester dit, gezien de feiten en omstandigheden, noodzakelijk acht. Wanneer de eigenaar/houder het eens is met het voornemen zal de burgemeester het besluit nemen om het aanlijn- en muilkorfgebod op te leggen. Is de eigenaar/houder het niet eens met het voornemen, dan mag hij voor eigen rekening een gedragstest, zoals beschreven in artikel 5, uit laten voeren via de daartoe bevoegde instantie, om aan te tonen dat zijn hond niet gevaarlijk is. De burgemeester dient het rapport rechtstreeks van de toetsende instantie te ontvangen en blijft bevoegd om een besluit te nemen tot het opleggen van een aanlijn- en muilkorfgebod, ook wanneer dit besluit afwijkt van het advies van de gedragsdeskundige.

Artikel 13 Bezwaar

Wanneer er een besluit is genomen om bijvoorbeeld een aanlijn- en muilkorfgebod op te leggen, moet de hond vanaf dat moment meteen worden aangelijnd en een muilkorf dragen.

De eigenaar/houder kan binnen zes weken nadat het besluit aan de eigenaar/houder bekend is gemaakt bezwaar maken tegen het besluit.

Artikel 14 Afwijking beleid

In bijzondere situaties, waaronder die situaties die niet voorzien zijn ten tijde van het vaststellen van deze Beleidsregels, kan de burgemeester van het bepaalde in deze Beleidsregels afwijken. Redenen voor lichtere maatregelen kunnen zijn:

  • het gevolgd hebben van een cursus;

  • de reden voor het bijtincident is gelegen in zelfverdediging van de hond.

Redenen voor verzwarende maatregelen kunnen zijn:

  • als de eigenaar/houder het incident bagatelliseert;

  • als de eigenaar/houder de hond heeft aangezet tot bijten.

Wanneer er wordt afgeweken van dit beleid, wordt dit gemotiveerd. Deze mogelijkheid om van het beleid af te wijken is van groot belang, juist omdat een goede afhandeling van een bijtincident afhankelijk is van de specifieke aard en omvang van het incident.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze Beleidsregels treden in werking op de dag na die van de bekendmaking hiervan in het elektronische Gemeenteblad.

Artikel 16 Citeertitel

Deze Beleidsregels worden aangehaald als: “Beleidsregels gevaarlijke honden gemeente West Betuwe”.

Aldus vastgesteld door de burgemeester op: 22 maart 2022.

De burgemeester van de gemeente West Betuwe,

Drs. S. Stoop


1

De Raad van Dieraangelegenheden van de Rijksoverheid heeft voor gemeenten een lijst met honden met een hoog-risico op agressief gedrag opgesteld