Organisatie | West Betuwe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels gevaarlijke honden gemeente West Betuwe |
Citeertitel | Beleidsregels gevaarlijke honden gemeente West Betuwe |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-03-2022 | nieuwe regeling | 22-03-2022 |
In deze Beleidsregels wordt verstaan onder:
Licht bijtincident: Wanneer een hond bijt in een persoon, hond of ander dier of voorwerp, maar daarbij geen sprake is van ernstig letsel of ernstige gevolgen.
Ernstig bijtincident: Van een ernstig bijtincident is sprake:
Zeer ernstig bijtincident: Een hond die een persoon bijt als gevolg waarvan de persoon lichamelijk en/of geestelijk letsel heeft en/of daardoor ernstige, langdurige of blijvende medische gevolgen ervaart.
Ernstig letsel: Als bij een persoon, hond of ander dier een medische behandeling noodzakelijk is als gevolg van het bijtincident. Het gaat dan bijvoorbeeld om open wonden, inwendig letsel, letsel waarbij het slachtoffer niet in staat is om te werken of de normale dagelijkse activiteiten uit te voeren of chirurgisch letsel.
Gevaarlijke hond: Een hond, die een ernstig of zeer ernstig bijtincident heeft veroorzaakt.
Hinderlijke hond: Een hond, die een licht bijtincident heeft veroorzaakt.
Kort aanlijnen: Aanlijnen van een hond met een deugdelijke lijn met een lengte die, gemeten van hand tot halsband, niet langer is dan 1,50 meter.
Muilkorf: Een muilkorf vervaardigd van stevige kunststof, stevig leer of van beide stoffen, die door middel van een stevige leren riem rond de hals zodanig is aangebracht dat verwijdering zonder toedoen van een mens niet mogelijk is en die zodanig is ingericht dat de drager geen mens, dier of voorwerp kan bijten, dat de afgesloten ruimte binnen de korf een geringe opening van de bek van de hond toelaat en dat geen scherpe delen binnen de korf aanwezig zijn.
De burgemeester acht een hond hinderlijk in de zin van de artikel 2:59 en 2:59a Apv, als
De burgemeester geeft de eigenaar of houder van de hond een waarschuwing en kan daarbij een aanlijngebod opleggen. Het aanlijngebod geldt zolang de hond in leven is, met uitzondering van artikel 5 lid 3.
De burgemeester acht een hond gevaarlijk indien:
De burgemeester geeft de eigenaar of houder van de hond een waarschuwing en kan daarbij een aanlijngebod en/of muilkorfgebod opleggen. Het aanlijn- en/of muilkorfgebod geldt zolang de hond in leven is, met uitzondering van artikel 5 lid 3.
Overtreding van het opgelegde aanlijn- en/of muilkorfgebod in artikel 2 en 3 wordt, op grond van artikel 2:59 jo 6:1, van de Apv, bestraft met een geldboete van de tweede categorie.
In opdracht van de eigenaar, houder of burgemeester kan bij de hond een gedragstest worden afgenomen om aan te tonen dat de hond niet hinderlijk of gevaarlijk is. Deze gedragstest (met als doel een risicoanalyse) dient altijd te worden afgenomen door een door de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied benoemde gedragskeurmeester dan wel een andere erkende en door de gemeente goedgekeurde onderzoeker of faculteit.
Een hoog-risico hond, gebaseerd op de Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA) lijst1 , is een hond die bij bijten in staat is tot het toebrengen van bovenmatig ernstige bijtschade.
Indien een hoog-risico hond betrokken bij een bijtincident aan deze criteria2 voldoet of op de lijst staat, worden altijd de volgende aanvullende maatregelen getroffen, ongeacht bij welk soort incident het dier betrokken was.
Artikel 8 Afstand doen of inbeslagname
Wanneer de eigenaar of houder van een hond, welke op grond van artikel 3 van deze Beleidsregels door de burgemeester is aangemerkt als gevaarlijk, in strijd met het aanlijn en/of muilkorfgebod handelt en de hond een nieuw bijtincident veroorzaakt, wordt de houder of eigenaar gevraagd om vrijwillig afstand te doen van zijn hond.
De kosten van vervoer, opvang/verblijf, (medische) verzorging, gedragstest, eventuele overige noodzakelijke kosten na inbeslagname en eventueel de kosten voor het laten uitvoeren van euthanasie komen volledig voor rekening van de eigenaar of houder van de hond en worden op hem/haar verhaald.
Artikel 9 Inbeslagname bij verstoring openbare orde
De burgemeester is op grond van artikel 172, derde lid Gemeentewet bevoegd om een hond is beslag te nemen bij verstoring van de openbare orde of bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan. Dit is het geval wanneer er sprake is van (zeer ernstige vrees voor het ontstaan van) een zeer ernstig bijtincident.
Artikel 10 Strafrechtelijke overtreding van een kort aanlijn- en/of muilkorfgebod
Bij overtreding van het aanlijn- en muilkorfgebod in combinatie met een nieuw bijtincident kan de officier van justitie onttrekking van de hond aan het verkeer vorderen. In het uitzonderlijke geval dat tot inbeslagname is overgegaan, gaat het OM over tot vervreemden van de hond en zal in het uiterste geval overgaan tot het laten inslapen van de gevaarlijke hond. Het laten inslapen van de gevaarlijke hond gebeurt onder toezicht (direct en op kosten) van verdachte/betrokkene.
Artikel 11 Richtlijn handhaving
Artikel 12 Voornemen/zienswijze
Binnen twee weken kan de eigenaar/houder een zienswijze tegen het voorgenomen besluit indienen.
Deze termijn van twee weken kan korter zijn als de burgemeester dit, gezien de feiten en omstandigheden, noodzakelijk acht. Wanneer de eigenaar/houder het eens is met het voornemen zal de burgemeester het besluit nemen om het aanlijn- en muilkorfgebod op te leggen. Is de eigenaar/houder het niet eens met het voornemen, dan mag hij voor eigen rekening een gedragstest, zoals beschreven in artikel 5, uit laten voeren via de daartoe bevoegde instantie, om aan te tonen dat zijn hond niet gevaarlijk is. De burgemeester dient het rapport rechtstreeks van de toetsende instantie te ontvangen en blijft bevoegd om een besluit te nemen tot het opleggen van een aanlijn- en muilkorfgebod, ook wanneer dit besluit afwijkt van het advies van de gedragsdeskundige.
Wanneer er een besluit is genomen om bijvoorbeeld een aanlijn- en muilkorfgebod op te leggen, moet de hond vanaf dat moment meteen worden aangelijnd en een muilkorf dragen.
De eigenaar/houder kan binnen zes weken nadat het besluit aan de eigenaar/houder bekend is gemaakt bezwaar maken tegen het besluit.
In bijzondere situaties, waaronder die situaties die niet voorzien zijn ten tijde van het vaststellen van deze Beleidsregels, kan de burgemeester van het bepaalde in deze Beleidsregels afwijken. Redenen voor lichtere maatregelen kunnen zijn:
Redenen voor verzwarende maatregelen kunnen zijn:
Wanneer er wordt afgeweken van dit beleid, wordt dit gemotiveerd. Deze mogelijkheid om van het beleid af te wijken is van groot belang, juist omdat een goede afhandeling van een bijtincident afhankelijk is van de specifieke aard en omvang van het incident.