Organisatie | Zuid-Holland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Aanwijzingsbesluit toezichthouders Dienst Beheer Infrastructuur inzake Omgevingsverordening Zuid-Holland en Interim Omgevingsverordening Provincie Utrecht |
Citeertitel | Aanwijzingsbesluit toezichthouders Dienst Beheer Infrastructuur inzake Omgevingsverordening Zuid-Holland en Interim Omgevingsverordening Provincie Utrecht |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het Besluit van 3 april 2013, kenmerk PZH-2013-384986541, inzake het houden van toezicht op het bepaalde in de Vaarwegenverordening Zuid-Holland.
Deze regeling vervangt het Besluit van 10 oktober 2016, PZH-2016-568082702, inzake het houden van toezicht op het bepaalde in de Waterverordening provincie Utrecht 2009.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-03-2022 | nieuwe regeling | 18-03-2022 | PZH-2022-802339899, DOS-2022-0000936 |
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,
Overwegende dat zij bij besluit van 3 april 2013, kenmerk PZH-2013-384986541, en bij besluit van 10 oktober 2016, kenmerk PZH-2016-568082702, medewerkers van de provincie Zuid-Holland hebben aangewezen als toezichthouder als bedoeld in artikel 5.1.4 lid 1 van de Vaarwegenverordening Zuid-Holland en artikel 6.1 van de Waterverordening provincie Utrecht 2009;
dat deze besluiten in het kader van de inwerkingtreding van de Omgevingsverordening Zuid-Holland en de Interim Omgevingsverordening Provincie Utrecht dienen te worden geactualiseerd;
dat het van belang is toezichthouders als bedoeld in artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht aan te wijzen met het oog op het houden van toezicht op de naleving van de op grond van artikel 3.3, tweede lid, afdeling 3.3 en artikel 5.3, tweede lid, gestelde voorschriften, en van de bij of krachtens artikel 5.15 van de Omgevingsverordening Zuid-Holland gestelde voorschriften;
dat het van belang is toezichthouders als bedoeld in artikel 5.11 van de Algemene wet bestuursrecht aan te wijzen met het oog op het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde in paragraaf 4.4.2 van de Interim Omgevingsverordening Provincie Utrecht, uitsluitend voor zover dit het betreft het houden van toezicht op het Merwedekanaal bezuiden de Lek, gelegen in de provincie Utrecht;
dat door de aanwijzing als toezichthouders, de personen van de bevoegdheden als genoemd in de afdeling 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht gebruik kunnen maken;
Aan te wijzen tot toezichthouder als bedoeld in artikel 5.11 van de Algemene wet bestuursrecht, en als zodanig belast met het houden van toezicht op de naleving van:
de personen werkzaam bij de Dienst Beheer Infrastructuur in de volgende functies:
In te trekken het besluit van 3 april 2013, kenmerk PZH-2013-384986541, inzake het houden van toezicht op het bepaalde in de Vaarwegenverordening Zuid-Holland, en het besluit van 10 oktober 2016, PZH-2016-568082702, inzake het houden van toezicht op het bepaalde in de Waterverordening provincie Utrecht 2009.