Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Wageningen

Beleidsregels Inburgering Gemeente Wageningen 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWageningen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels Inburgering Gemeente Wageningen 2022
Citeertitel
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet inburgering 2021

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2022nieuwe regeling

11-01-2022

gmb-2022-139075

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Inburgering Gemeente Wageningen 2022

Het college van burgemeester en wethouders,

Gelet op de Wet inburgering 2021;

Mede gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat het gewenst is beleidsregels vast te stellen betreffende de uitvoering van de in de Wet inburgering 2021 en aanverwante regelgeving aan het college van burgemeester en wethouders verleende taken en bevoegdheden;

Besluit vast te stellen de beleidsregels Wet Inburgering gemeente Wageningen 2022.

Artikel 1 Begripsbepaling

  • 1.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      Asielstatushouder: de inburgeringsplichtige als bedoeld in artikel 13, eerste lid, van de Wet inburgering 2021;

    • b.

      Besluit: het Besluit inburgering 2021;

    • c.

      BRP: Basisregistratie personen;

    • d.

      brede intake: de intake als bedoeld in artikel 14 van de Wet inburgering 2021;

    • e.

      COA: Centraal Orgaan opvang asielzoekers;

    • f.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wageningen;

    • g.

      gezinsmigranten en overige migranten: inburgeringsplichtigen, als bedoeld in artikel 19 van de Wet inburgering 2021;

    • h.

      inburgeringsplichtige: de inwoner die volgens artikel 3 van de Wet inburgering 2021 inburgeringsplichtig is;

    • i.

      inburgeringstraject: het traject dat is gericht op het afronden van het participatieverklaringstraject, het afronden van de Module Arbeidsmarkt en Participatie en het behalen van het inburgeringsexamen, de onderwijsroute of de zelfredzaamheidsroute;

    • j.

      Leerbaarheidstoets: de toets als bedoeld in artikel 14, derde lid, aanhef en onderdeel b, van de Wet inburgering 2021;

    • k.

      Leerroutes: de B1-route als bedoeld in artikel 7, de onderwijsroute, als bedoeld in artikel 8 en de zelfredzaamheidsroute, als bedoeld in artikel 9 van de Wet inburgering 2021;

    • l.

      Maatschappelijke begeleiding: de begeleiding van asielstatushouder zoals geregeld in artikel 13 van de Wet inburgering 2021;

    • m.

      MAP: de Module Arbeidsmarkt en Participatie, als bedoeld in artikel 6, eerste lid onderdeel b, van de Wet inburgering 2021;

    • n.

      PIP: het Persoonlijk plan Inburgering en Participatie, als bedoeld in artikel 15 van de Wet inburgering 2021;

    • o.

      PVT: het participatieverklaringstraject als bedoeld in artikel 6, eerste lid onderdeel a, van de Wet inburgering 2021;

    • p.

      Regeling: de Regeling inburgering 2021;

    • q.

      TVS: Taakstellingvolgsysteem, waarin het COA en gemeenten informatie delen over asielstatushouders;

    • r.

      de wet: de Wet inburgering 2021.

  • 2.

    Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet inburgering 2021, het Besluit inburgering 2021, de Regeling inburgering 2021 en de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2. Brede Intake
  • 1.

    Het college neemt de brede intake zo vroeg mogelijk af, bij voorkeur zodra de inburgeringsplichtige bekend is bij de gemeente. Voor asielstatushouders is dit het moment waarop de inburgeringsplichtige door het COA wordt toegewezen aan een bepaalde gemeente, de zogenoemde koppeling. Voor gezinsmigranten en overige migranten is dit het moment van inschrijving in de gemeente.

  • 2.

    De leerbaarheidstoets wordt afgenomen als onderdeel van de brede intake.

  • 3.

    De gemeente nodigt de inburgeringsplichtige schriftelijk uit voor de brede intake.

  • 4.

    De in het vorige lid genoemde uitnodiging vermeldt naast dag, plaats en tijdstip van de intake ook het volgende:

    • a.

      Het recht om de gesprekken in het kader van de brede intake met de gemeente alleen te voeren.

    • b.

      De gevolgen als de inburgeringsplichtige niet bij de brede intake verschijnt of hieraan onvoldoende meewerkt.

  • 5.

    Tussen de in het derde lid genoemde uitnodiging voor de brede intake en de intake zelf zit uiterlijk twee weken.

  • 6.

    Als iemand de taal niet machtig is of geen Engels spreekt is er iemand aanwezig of wordt er telefonisch een tolk ingeschakeld om de inburgeringsplichtige bij te staan.

  • 7.

    Als de inburgeringsplichtige niet verschijnt of niet meewerkt ontvangt deze een schriftelijke waarschuwing. Hierin is uitgelegd waarom de inburgeringsplichtige is uitgenodigd voor het gesprek en waarom het belangrijk is om hieraan mee te werken. Binnen twee weken wordt een nieuwe datum voor een gesprek vastgesteld.

  • 8.

    Op grond van artikel 14, tweede lid, van de wet kan het college de brede intake voltooien in afwezigheid van de inburgeringsplichtige, wanneer deze na drie oproepen niet verschijnt of onvoldoende meewerkt. In dat geval wordt gebruik gemaakt van de beschikbare informatie die tot dan toe is opgehaald.

Artikel 3. Het persoonlijk plan inburgering en participatie
  • 1.

    Het PIP bestaat uit twee delen: een formele beschikking en een dynamisch ontwikkelplan.

  • 2.

    Het PIP is een multidisciplinair plan vanuit verschillende wetgevende kader (Wet inburgering 2021 en de Participatiewet), waarop de gemeente planregie voert. Alleen de gemeente is bevoegd om het plan te wijzigen.

  • 3.

    Het college nodigt de inburgeringsplichtige zo snel mogelijk na afronding van de brede intake uit voor een gesprek hierover, zodat tijdig het PIP kan worden opgesteld.

  • 4.

    Het college stuurt het PIP zo snel mogelijk naar de inburgeringsplichtige.

  • 5.

    Wanneer de inburgeringsplichtige voor wie de leerroute door een andere gemeente al is vastgesteld, verhuist naar de gemeente Wageningen, stelt de gemeente Wageningen het PIP opnieuw vast binnen tien weken na de inschrijving van de inburgeringsplichtige in de BRP. De leerroute die daarbij wordt vastgesteld, is gelijk aan de leerroute zoals die door de gemeente van vertrek is vastgesteld.

Artikel 4. Leerroutes
  • 1.

    Het college biedt gezins- en overige migranten ook toegang tot de leerroutes, die zij zelf dienen te bekostigen.

  • 2.

    Bij de zelfredzaamheidsroute worden in de brede intake de eerste stappen van de invulling van het participatieproces bepaald. Afspraken hierover worden vastgelegd in het dynamisch ontwikkelplan van het PIP en worden tijdens de voortgangsgesprekken bijgesteld naar de actuele situatie. Hierin wordt maatwerk toegepast.

Artikel 5. Participatieverklaringstraject

  • 1.

    Het college stemt het PVT zoveel mogelijk af op de lokale situatie en op de specifieke behoeften van de inburgeringsplichtige.

  • 2.

    Het college legt afspraken over de deelname aan het PVT vast in het PIP van de inburgeringsplichtige.

Artikel 6. Module Arbeidsmarkt en Participatie

  • 1.

    Het college houdt bij het vaststellen van de inhoud en het aantal uren van de MAP zoveel mogelijk rekening met de vermogens, capaciteiten en ontwikkelbehoeften van de inburgeringsplichtige en de situatie op de lokale arbeidsmarkt.

  • 2.

    Het college legt de afspraken over de invulling van de MAP schriftelijk vast in het PIP van de inburgeringsplichtige.

  • 3.

    De MAP wordt afgesloten met een eindgesprek tussen inburgeraar, klantmanager en uitvoerend partner. Op basis van dit gesprek en gedeelde informatie vanuit de uitvoerend partner beoordeelt het college of de inburgeringsplichtige heeft voldaan aan de doelstellingen en de gestelde urennorm van de MAP.

Artikel 7. Maatschappelijke begeleiding

  • 1.

    Het college stemt de inhoud en duur van de maatschappelijke begeleiding zoveel mogelijk af op het startniveau, de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de asielstatushouder.

  • 2.

    De maatschappelijk begeleider is vanaf het eerste moment betrokken bij de brede intake, bij het opstellen van doelen en bij de voortgang. De klantmanager heeft planregie op het gehele traject.

Artikel 8. Inburgeringsaanbod asielstatushouders

  • 1.

    Het inburgeringsaanbod sluit aan bij de capaciteiten, persoonlijke omstandigheden en mogelijkheden van de asielstatushouder.

Artikel 9. Begeleiding en bewaking voortgang

  • 1.

    Het college zorgt ervoor dat het voldoende zicht heeft op de voortgang van het voldoen aan de inburgeringsplicht door de inburgeringsplichtige en voert hiertoe periodiek voortgangsgesprekken met inburgeringsplichtige zolang het inburgeringstraject loopt.

  • 2.

    In het PIP wordt vastgesteld welke begeleiding en ondersteuning er nodig is om de inburgeringplicht te behalen.

  • 3.

    Het college wint bij de organisaties die bij het inburgeringtraject zijn betrokken informatie in die relevant om zicht te houden op de in het eerste lid bedoelde voortgang.

  • 4.

    Tijdens het voortgangsgesprek komen onder andere de afspraken uit het PIP aan bod. Met de inburgeringsplichtige wordt besproken of de onderdelen nog aansluiten bij de capaciteiten, de behoeften en de persoonlijke situatie van de inburgeringsplichtige.

  • 5.

    Als het voortgangsgesprek daartoe aanleiding geeft kan het PIP geheel of op onderdelen worden aangepast. Indien onderdelen opgenomen in de beschikking worden aangepast, dient een nieuwe beschikking te worden vastgelegd.

  • 6.

    De gemeente is verantwoordelijk voor het handhaven van de inspanningsplicht van de inburgeringsplichtige. De inburgeraar heeft de plicht om:

    • a.

      Na de oproep te verschijnen bij en mee te werken aan de brede intake (inclusief de leerbaarheidstoets). Wanneer de inburgeringsplichtige niet binnen de gestelde termijn verschijnt of onvoldoende meewerkt geeft de gemeente een schriftelijke waarschuwing.

    • b.

      De afspraken in het PIP na te komen. Dit betekent: verschijnen bij voortgangsgesprekken, deelnemen aan de afgesproken activiteiten voor de MAP, deelnemen aan de afgesproken activiteiten van het PVT, deelnemen aan activiteiten in het kader van de leerroute, meewerken aan de geboden begeleiding en inspannen om de trajecten succesvol te doorlopen.

  • 7.

    Als de inburgeringsplichtige verwijtbaar na de tweede oproep voor de brede intake niet binnen de gestelde termijn verschijnt of onvoldoende meewerkt aan de brede intake legt de gemeente een boete op en wordt de inburgeraar opnieuw uitgenodigd voor de brede intake. De nieuwe termijn is hiervoor ten hoogste twee maanden. De hoogte van de boete is vastgesteld in artikel 7.1 lid 1 van het Besluit.

  • 8.

    Als een inburgeringsplichtige na de derde oproep niet binnen de gestelde termijn verschijnt of onvoldoende meewerkt aan de brede intake, legt de gemeente opnieuw een boete op.

  • 9.

    De gemeente legt een lagere boete op dan vastgesteld in artikel 7.1 lid 1 van het Besluit als op basis van de reactie van de inburgeringsplichtige aannemelijk is dat de boete vanwege bijzondere omstandigheden te hoog is.

  • 10.

    Als de inburgeringsplichtige verwijtbaar niet meewerkt aan de uitvoering van het PIP wordt een boete opgelegd. De gemeente ontvangt hiervoor van lokale betrokkenen gegevens over de voortgang van de opgestelde doelen in het PIP. Het bedrag van de boete is maximaal €800,- binnen twaalf maanden en in totaal maximaal €2.400,- gedurende de reguliere inburgeringstermijn. Dit bedrag wordt stapsgewijs opgebouwd en is gebonden aan de mate van verwijtbaarheid. In artikel 7.1 van het besluit staat de opbouw van de boetes weergegeven.

  • 11.

    Wanneer er tussen twee overtredingen een tijdsbestek is van meer dan twaalf maanden, dan begint de opbouw opnieuw.

  • 12.

    Wanneer er door DUO een verlenging van de inburgeringstermijn opgelegd wordt, dan is de gemeente opnieuw verantwoordelijk voor de handhaving van de inspanningsplicht met betrekking tot het nakomen van de afspraken van het PIP.

  • 13.

    Wanneer er een boete opgelegd wordt, geeft het college dit door aan DUO via het Portaal Inburgering. Ook informatie over eventuele bezwaar en beroep wordt hierin vastgelegd.

Artikel 10. Samenhang met handhaving op grond van de Participatiewet

  • 1.

    Wanneer een inburgeringsplichtige een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet ontvangt en zich niet houdt aan verplichtingen en afspraken uit het PIP, waarin de nadruk ligt op het bevorderen van participatie en het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt, vindt bij voorkeur verlaging van de uitkering plaats op grond van artikel 18 van de Participatiewet en de verordening zoals bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet. Het gaat hierbij om verplichtingen en afspraken anders dan in het aanbod in de MAP. Het college legt voor dezelfde gedraging dan geen bestuurlijke boete op grond van de wet op.

  • 2.

    Wanneer een inburgeringsplichtige die een bijstandsuitkering ontvangt zich niet houdt aan verplichtingen en afspraken in het PIP, waarin de nadruk ligt op het vergroten van de taalbeheersing, legt het college bij voorkeur een boete op grond van de wet op. Het college verlaagt in dat geval voor dezelfde gedraging de bijstandsuitkering niet.

  • 3.

    Bij de keuze tussen enerzijds handhaving op grond van de Participatiewet door een verlaging van de uitkering en anderzijds handhaving op grond van de wet via een boete weegt het college ook af welke wijze van handhaving, rekening houdend met de gevolgen hiervan voor de inburgeringsplichtige, naar zijn oordeel het best bijdraagt aan het beoogde effect, te weten het succesvol voltooien van het inburgeringstraject.

  • 4.

    In de beschikking aan de inburgeringsplichtige vermeldt het college of er een boete op grond van de wet wordt opgelegd of dat de uitkering wordt verlaagd op grond van de Participatiewet.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2022.

Artikel 12. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels inburgering gemeente Wageningen 2022.

Aldus vastgesteld op 11-01-2022

Het college van burgemeester en wethouders van Wageningen,

de secretaris, de burgemeester,

J. de Wit, F. Vermeulen