Organisatie | Fryslân |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsregeling Natuurinclusieve experimenten Regio Deal NIL |
Citeertitel | Uitvoeringsregeling Natuurinclusieve experimenten Regio Deal NIL voor het Veenweidegebied 2022-2024 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-03-2022 | 01-03-2022 | nieuwe regeling | 08-03-2022 | GS002450 |
Gedeputeerde Staten van Fryslân,
overwegende dat: de provincies Drenthe, Fryslân, Groningen en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap akkoord zijn gegaan met de uitvoering van de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw voor de periode 2019 - 2023.
Vast te stellen de Uitvoeringsregeling Natuurinclusieve experimenten Regio Deal NIL voor het Veenweidegebied, als nadere invulling op de algemene bepalingen zoals vastgesteld in de Subsidieregeling Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland 2022-2024, in de periode van 1 maart 2022 tot en met 1 september 2024.
In deze regeling wordt verstaan onder:
AGVV: Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014, waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard, Algemene Groepsvrijstellingsverordening (PbEU L187/1);
Onverminderd artikel 11 van de Subsidieregeling Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien tegen de aanvrager een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerdere beschikking van de Europese Commissie waarin de steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard.
Onverminderd artikel 11 van de Subsidieregeling Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland wordt de subsidie, voor het uitvoeren van een onderzoeks- en ontwikkelingsproject door middel van experimentele ontwikkeling of een haalbaarheidsstudie zoals bedoeld in artikel 25, lid 2, sub c en d, van de AGVV, in ieder geval geweigerd indien:
In aanvulling op artikel 9 van de Subsidieregeling Regio Deal Natuurinclusieve landbouw Noord-Nederland kan subsidie worden verstrekt voor de onderstaande kosten:
Achtergrond Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw
Binnen de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland werken het Rijk en de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen samen met andere organisaties aan een gezamenlijke ambitie om een duurzame, natuurinclusieve landbouw in Noord-Nederland te realiseren. Het doel is om met een gebiedsgerichte aanpak een structurele benadering voor natuurinclusieve landbouw te ontwikkelen, te toetsen en toepasbaar te maken op basis van ecologische en landbouwkundige kennis, en kennis over gebiedsparticipatie en verdienmodellen. Hiervoor is de subsidieregeling Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland opgesteld. In deze subsidieregeling zijn algemene subsidievoorwaarden opgenomen. (o.a. voorwaarden over de verdeelsystematiek, niet subsidiabele kosten en weigeringsgronden). Zoals in de subsidieregeling Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland is opgenomen stellen Gedeputeerde Staten per gebied nadere regels vast. Voor de gebieden die vallen binnen de doelgroep van de regeling gelden onder andere ook de algemene subsidievoorwaarden van de Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018 en de subsidievoorwaarden van de subsidieregeling Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland.
Artikel 3 Subsidiabele activiteiten
Lid 1 sub c en lid 2 sub e: vier pijlers biodiversiteit
In dit artikel wordt verwezen naar de vier pijlers van biodiversiteit. Onder deze pijlers wordt het volgende verstaan1:
De vier pijlers van biodiversiteit zijn in onderstaande figuur, in onderlinge samenhang, weergegeven (bron: Louis Bolk Instituut 2019):
Op basis van lid 1 sub c dient minimaal aan één van de hierboven genoemde pijlers voldaan te worden om voor subsidie in aanmerking te komen. Als het project niet bijdraagt aan één van de vier pijlers van biodiversiteit komt het project niet voor subsidie in aanmerking.
Verder dient het project bij te dragen aan twee van de criteria die in lid 2 genoemd zijn.
Eén van de daar genoemde criteria is dat het project in hoge mate bijdraagt aan twee van de vier pijlers van biodiversiteit. Indien hier niet aan wordt voldaan, kan een project, onverminderd het bepaalde in lid 1 sub b, subsidie krijgen als het voldoet aan twee van de andere genoemde criteria.
De daadwerkelijke subsidiehoogte is afhankelijk van de omvang van de subsidiabele kosten en van het vrijstellingsregime waaronder de subsidie wordt verstrekt. Het subsidiebedrag is maximaal € 25.000,--. De subsidiabele kosten dienen minimaal € 5.000,-- te bedragen.
Het uitgangspunt is dat het subsidiepercentage 100 is, oftewel dat over 100% van de subsidiabele kosten subsidie kan worden verkregen, voor zover de subsidiabele kosten minder dan € 25.000,-- bedragen. Als de subsidiabele kosten hoger dan € 25.000 zijn, wordt maximaal € 25.000 aan subsidie verstrekt.
Indien een subsidie op grond van Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV), artikel 25, wordt verstrekt, gelden lagere steunpercentages. Deze (maximale) percentages zijn vastgelegd in de AGVV. In het aanvraagformulier dienen de aanvragers aan te geven op grond waarvan een subsidie aangevraagd wordt. Indien een subsidie op grond van een de- minimisverordening (landbouw de-minimis of de-minimis regulier) een subsidie aangevraagd wordt, dienen de aanvragers een de-minimisverkaring te overhandigen. De ruimte die de ondernemers nog hebben op basis van de de-minimisverordeningen kan ook invloed hebben op het maximale subsidiebedrag.