Beleidsregels hinderlijke en gevaarlijke honden

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

• a.

  Hinderlijke hond

  Een hond wordt beschouwd als hinderlijk indien deze:

  • -

    onaangelijnd verblijft of loopt op een plaats anders dan de daarvoor aangewezen plaatsen (losloopgebieden);

  • -

    op enigerlei wijze mensen en/of dieren lastig valt;

  • -

    opspringt en/of hapt, zonder noemenswaardige schade of verwonding te veroorzaken;

  • -

    in ieder ander geval dat de burgemeester dat bepaalt op grond van objectieve informatie van de politie dan wel gemeentelijke handhavers.

• b.

  Gevaarlijke hond

  Een hond wordt beschouwd als gevaarlijk indien deze:

  • -

    een ernstig of zeer ernstig bijtincident heeft veroorzaakt;

  • -

    meer dan één keer binnen een periode van twee jaar een licht bijtincident heeft veroorzaakt;

  • -

    in ieder ander geval dat de burgemeester dat bepaalt op grond van objectieve informatie van de politie dan wel gemeentelijke handhavers.

• c.

  Licht bijtincident:

  Van een licht bijtincident is sprake:

  • 1.

    wanneer een hond een persoon, ander dier of een voorwerp bijt, maar waarbij geen sprake is van letsel dat medische behandeling behoeft, er geen noemenswaardige schade is veroorzaakt of waarbij geen ernstige gevolgen optreden.

• d.

  Ernstig bijtincident:

  Van een ernstig bijtincident is sprake:

  • 1.

    wanneer een hond letsel toebrengt aan een persoon of ander dier en medische behandeling noodzakelijk is;

  • 2.

    wanneer een ander dier overlijdt als direct gevolg van het bijtincident;

  • 3.

    bij een bijtincident door een hond die vermeld staat op de lijst van hoog-risico honden van het ministerie;

  • 4.

    in ieder ander geval dat door de burgemeester op grond van objectieve informatie van de politie dan wel gemeentelijke handhavers als een ernstig bijtincident wordt aangemerkt.

• e.

  Zeer ernstig bijtincident:

  Van een zeer ernstig bijtincident is sprake:

  • 1.

    wanneer een persoon overlijdt als direct gevolg van het bijtincident;

  • 2.

    wanneer een persoon als gevolg van het bijtincident lichamelijk en/of geestelijk letsel heeft en daardoor naar verwachting aantoonbare ernstige, langdurige of blijvende medische gevolgen ervaart.

  • 3.

    in ieder ander geval dat door de burgemeester op grond van objectieve informatie van de politie dan wel gemeentelijke handhavers als een zeer ernstig bijtincident wordt aangemerkt.

• f.

  Maatschappelijk aanvaardbaar gedrag

  Van maatschappelijk aanvaardbaar gedrag van een hond is sprake:

  • 1.

    als een hond geen hinder of gevaar oplevert voor de omgeving en voor zichzelf.#_ftn1 ¹

Artikel 2 Ingrijpen burgemeester

• 1.

  De burgemeester kan een maatregel opleggen conform de handhavingsrichtlijn in artikel 7.

• 2.

  De maatregel geldt zolang de hond in leven is, maar vervalt bij de opheffing van de maatregel als bedoeld in artikel 4 lid 3.

Artikel 3 Boete

Overtreding van de opgelegde maatregel als bedoeld in artikel 2, c.q. 7 wordt op grond van artikel 38 jo. 57 van de APV bestraft met een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 4 Gedragstest

• 1.

  In opdracht van de eigenaar of houder kan bij de hond een gedragstest worden afgenomen om aan te tonen dat de hond niet hinderlijk of gevaarlijk is, dan wel maatschappelijk aanvaardbaar gedrag vertoont. Deze test dient door een door de burgemeester goedgekeurde geaccrediteerde hondengedragstherapeut te worden afgenomen.²  

• 2.

  De bewijslast ligt bij de eigenaar of houder van de hond. De kosten voor het laten uitvoeren van een gedragstest komen voor zijn rekening.

• 3.

  Indien de eigenaar of houder bij het afnemen van een gedragstest in gebreke blijft, onderneemt de burgemeester de acties in zijn plaats.

• 4.

  De burgemeester kan op schriftelijk verzoek van de eigenaar of houder van de hond de opgelegde maatregel opheffen, wanneer de eigenaar of houder van de hond door middel van de in lid 1 genoemde gedragstest aannemelijk heeft gemaakt dat de hond niet hinderlijk of gevaarlijk is.

Artikel 5 Hoog-risico hond

• 1.

  Een hoog-risico hond is een hond die in staat is tot het toebrengen van ernstige bijtschade.

• 2.

  Indien een hoog-risico hond betrokken is bij een bijtincident, worden de volgende aanvullende maatregelen getroffen, ongeacht bij welk soort incident het dier betrokken was:

  - de eigenaar/houder van de hond is verplicht een gedragscursus te volgen met de hond. Aan de eigenaar/houder wordt een last onder dwangsom opgelegd ten bedrage van € 2500,- indien aan deze verplichting niet binnen een redelijke termijn (4 weken) wordt voldaan.

  - daarnaast wordt aan de eigenaar/houder van een hoog-risico hond de verplichting opgelegd dat de hond gechipt wordt. Ook hiervoor wordt een last onder dwangsom opgelegd ten bedrage van € 2500,- indien aan deze verplichting niet binnen een redelijke termijn (4 weken) wordt voldaan, tenzij de aard van het incident (volgens de handhavingsrichtlijn in artikel 7) met zich mee brengt dat aan de eigenaar/houder wordt gevraagd afstand van de hond te doen, of wanneer de hond onvrijwillig in beslag wordt genomen.

Artikel 6 Afstand doen of inbeslagname

• 1.

  Als de eigenaar of houder van een hond, die op grond van deze beleidsregels door de burgemeester is aangemerkt als gevaarlijk, in strijd met de opgelegde maatregel handelt en de hond een nieuw bijtincident veroorzaakt, wordt de houder of eigenaar gevraagd om vrijwillig afstand te doen van zijn hond.

• 2.

  De burgemeester kan besluiten tot onvrijwillige inbeslagname van een hond op grond van artikel 125 lid 3 Gemeentewet, artikel 5:21 Awb en/of 5:31, tweede lid, van de Awb, of artikel 172 Gemeentewet:

  • a.

    als de in het eerste lid genoemde situatie zich heeft voorgedaan en de eigenaar of houder hierop niet vrijwillig afstand doet van de hond, of;

  • b.

    bij (zeer ernstige vrees voor het ontstaan van) een zeer ernstig bijtincident.

• 3.

  Bij het in het tweede lid, onder a en b, omschreven onvrijwillig in beslag nemen van de hond geeft de burgemeester opdracht de hond te laten onderwerpen aan een gedragstest uitgevoerd door een gedragskliniek van de faculteit diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht.

• 4.

  Wanneer uit de gedragstest, als bedoeld in het derde lid, blijkt dat de hond niet kan worden herplaatst bij een andere eigenaar of anderszins het risico op bijtincidenten kan worden voorkomen, blijft de hond in de betreffende opvang/verblijf.

• 5.

  De kosten van vervoer, opvang/verblijf, (medische) verzorging, gedragstest, eventuele overige noodzakelijke kosten na inbeslagname en eventueel de kosten voor het laten uitvoeren van euthanasie komen volledig voor rekening van de eigenaar of houder van de hond en worden op hem/haar verhaald.

Artikel 7 Handhavingsrichtlijn

Artikel 8 Slotbepalingen

• 1.

  Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: Beleidsregels hinderlijke en gevaarlijke honden.

• 2.

  Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.