Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nieuwkoop

Standplaatsenbeleid ‘Ruimte voor standplaatsen in Nieuwkoop’

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNieuwkoop
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingStandplaatsenbeleid ‘Ruimte voor standplaatsen in Nieuwkoop’
CiteertitelStandplaatsenbeleid ‘Ruimte voor standplaatsen in Nieuwkoop’
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-03-2022nieuwe regeling

15-03-2022

gmb-2022-127598

Tekst van de regeling

Intitulé

Standplaatsenbeleid ‘Ruimte voor standplaatsen in Nieuwkoop’

1. Voorwoord: ‘Hoog tijd voor een update’

De detailhandel staat onder druk

De detailhandel staat onder druk door veranderend consumentengedrag. De consument koopt steeds meer online, is beter geïnformeerd en kritisch. Ook is de consument op zoek naar beleving en is steeds mobieler. De concurrentie in de regio is toegenomen. De ontwikkelingen hebben ook effect op de Nieuwkoopse detailhandel. Het is van belang om de winkelvoorziening op peil te houden, en daarmee de sociale functie van de dorpskernen en de kwaliteit van de fysieke leefomgeving.

 

Toegevoegde waarde van standplaatsen

De kraam met kaas aan het Liemerhof in Nieuwveen, de kraam met stroopwafels op het Lindenplein, de viskraam aan het Albrechtshof in Zevenhoven; kramen verrijken het detailhandelsaanbod en dragen bij aan beleving en verrassing van de consument. Standplaatsen vervullen een rol in het verleiden tot aankopen van bewoners, de toeristen en recreanten. We moeten daarom zorgen dat de kramen hun waarde blijven behouden.

 

Behoud van standplaatsverkopen

Op de standplaatsen worden goede omzetten gedraaid. Dit betreft de verkoop van etenswaar, want dit wordt op vrijwel alle standplaatsen verkocht. De standplaats-verkopen van niet-etenswaren dalen. Deze verkoop heeft meer last van de concurrentie van winkels en online-verkoop. Deze kramen vind je veelal op warenmarkten. De markten laten we in het standplaatsenbeleid buiten beschouwing.

 

Positief effect van de Corona-crisis

De corona-crisis heeft een impuls gegeven aan de standplaats-verkopen. De consument deed in corona-tijd liever boodschappen in de buitenlucht. Dat werd als veiliger gezien. De vele thuiswerkers gaven de voorkeur aan aankoop bij de kraam om een frisse neus te halen. Ook kocht de consument in corona-tijd bij voorkeur in de minder drukke, kleine winkelcentra. Nieuwkoop profiteerde hiervan.

 

Beperking periode van vergunningverlening

Standplaatsvergunningen kunnen als gevolg van Europese wetgeving niet meer voor onbepaalde tijd worden verleend. Dit om de concurrentie meer toe te laten. De gemeente Nieuwkoop kiest voor een vergunde periode van 10 jaar voor vaste standplaatsen en een periode van 5 jaar voor seizoensstandplaatsen. Deze periode biedt voldoende ruimte en gelegenheid voor nieuwe ondernemers om mee te dingen naar een standplaats.

2. Definitie van een standplaats

2.1. Definitie

Standplaatsen zijn voor het publiek toegankelijk en in de openbare ruimte gelegen plaatsen (buiten de markt) waar met een mobiele verkoopinrichting (zoals verkoopwagen, kraam, tafel) bedrijfsmatig goederen te koop worden aangeboden, goederen worden verstrekt of diensten worden verleend’.

 

2.2. Welke typen zijn er?

  • 1.

    Vaste standplaatsen: vaste locaties die door verschillende vergunninghouders gedurende een of meerdere dag(del)en per week worden ingenomen;

  • 2.

    Seizoenstandplaatsen: vaste locaties voor producten die gebonden zijn aan een bepaalde periode (zoals kerstbomen, oliebollen en ijs);

  • 3.

    Incidentele standplaatsen: geen vaste locatie met een eenmalig karakter gedurende een beperkte tijd, meestal een dag.

En de venters en parlevinkers? Die vallen hier niet onder, zij hebben geen vaste plek.

3. De waarde van standplaatsen voor de gemeente

3.1. Wat is de waarde van standplaatsen?

  • Standplaatsen dragen bij aan het winkelvoorziening niveau;

  • Zij vergroten de keuzemogelijkheden aan producten;

  • Zij dragen bij aan de aantrekkelijkheid van een kern voor de inwoners;

  • Zij verhogen de leefbaarheid en indirect de fysieke kwaliteit.

3.2. Waar komt de standplaats tot zijn recht?

De standplaats komt het beste tot zijn recht in de nabijheid van detailhandel en langs recreatieve/ toeristische routes. In de winkelcentra profiteren detailhandel en standplaatsen van elkaar. Een breed aanbod aan branches in een winkelcentrum is belangrijk. In kleine kernen met onvoldoende draagvlak voor winkels (zoals in Langeraar en Zevenhoven) hebben standplaatsen een toegevoegde waarde, mits het om aanvullend aanbod gaat op de beperkt aanwezige winkels.

 

3.3. Hoe kan de kraam zijn waarde benutten?

  • Als aanvullend aanbod;

  • Als deze een toegevoegde waarde heeft ten opzichte van detailhandel en internet door inzet op de menselijke maat, sociaal contact, vakmanschap en advies;

  • Door in te spelen op vraag op specifieke dagen of in specifieke perioden;

  • Door in spelen op de behoefte aan beleving en verrassing bij de consument; bewoners, toeristen en recreanten;

  • Door iets aan te bieden voor directe consumptie: een vers-belegde pistolet, een smoothie van de smoothie-machine;

  • Door aandacht te geven aan de herkomst van het voedsel en de relatie te leggen met gezondheid en leefpatroon.

4. Het beleidskader

4.1. Wettelijk kader

Bij beoordeling van een vergunningaanvraag gelden - aanvullend op de APV en detailhandelsvisie – aanvullende beleidsregels. Samen met de APV vormen detailhandelsvisie en beleidsregels het wettelijk kader van voorwaarden waaronder standplaatsen in de gemeente kunnen worden ingenomen.

 

4.2. APV (Algemene Plaatselijke Verordening)

De APV regelt het volgende:

 

Artikel 5:18 Standplaatsvergunning en nadere regels

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van het college een standplaats in te nemen of te hebben.

  • 2.

    Een vergunning wordt aangevraagd door middel van een volledig ingevuld en ondertekend formulier dat daartoe door het college is verstrekt.

  • 3.

    Het college kan ter bescherming van een belang bedoeld in artikel 1:8 en 5:19a:

    • a.

      gebieden en dagen aanwijzen waar geen vergunning wordt verleend voor vaste standplaatsen;

    • b.

      gebieden aanwijzen waar een maximum aantal vergunningen wordt verleend voor vaste standplaatsen;

    • c.

      gebieden aanwijzen waar vergunning voor vaste standplaatsen slechts wordt verleend voor door het college vastgestelde producten of diensten;

  • 4.

    Het college kan regels geven ten aanzien van bij de aanvraag te verstrekken gegevens of bescheiden, de volgorde van toewijzing van vaste standplaatsen, de wijze waarop een standplaats wordt ingenomen en de omstandigheid waaronder een vergunning kan worden overgedragen.

Nadere regels waarop gedoeld zijn in dit standplaatsenbeleid vastgelegd.

 

4.3. De detailhandelsvisie

Welke functie heeft de detailhandelsvisie?

De detailhandelsvisie (15 juni 2020) geeft de markt duidelijkheid over ontwikkelingsmogelijkheden, is een afwegingskader voor nieuwe detailhandelsinitiatieven en een onderlegger voor nieuwe bestemmingsplannen en nieuwe vergunningaanvragen, waarbij aangetekend dat bestaande rechten gehandhaafd blijven.

 

Welke ambitie wordt uitgesproken?

De ambitie om de vitaliteit van de winkelcentra in de kernen te bevorderen door optimale benutting van de kwaliteiten van de kernen en de kansen voor recreatie en toerisme te benutten. Dit door concentratie van de detailhandel in de kernen. Standplaatsen zijn belangrijk in de verwezenlijking van die ambities.

 

Welk doel wordt beoogd?

Doel is een levendig straatbeeld met een aantrekkelijk aanbod aan kramen en het voorkomen van overaanbod op locaties. Een situatie te creëren waarbinnen ondernemers willen investeren en het vestigingsklimaat wordt verbeterd.

 

Welke criteria worden genoemd voor de beoordeling van een vergunningaanvraag?

  • -

    Nieuwe standplaatsen worden uitsluitend toegestaan in de bestaande dorpscentra, waarbij de omvang en positionering van de standplaatsen afgestemd moet zijn op de functies in de omgeving;

  • -

    Terughoudender wordt omgesprongen met het afgeven van nieuwe vergunningen ter voorkoming van wildgroei en te veel van hetzelfde, met name waar sprake is van een compleet winkelaanbod en een sterke weekmarkt;

  • -

    Standplaatsen dienen een aanvulling te zijn op het aanbod, bijvoorbeeld een branche die niet aanwezig is in het winkelgebied;

  • -

    De standplaats-verkoop is voldoende afwisselend gedurende de week

  • -

    De standplaats-verkoop is van meerwaarde voor het winkel- en horeca-aanbod.

 

4.4. Aanvullende beleidsregels

De belangrijkste criteria ter beoordeling van een vergunningaanvraag.

Een standplaats dient een aanvulling te zijn op het aanbod, bijvoorbeeld in een branche die niet aanwezig is in het winkelgebied. Tegelijkertijd is de concurrentiepositie van een gevestigde winkelier in beginsel geen reden om een standplaatsvergunning te weigeren. Deze twee beleidsregels dienen in samenhang te worden gezien, waarbij het uitgangspunt is de versterking van de winkelcentrumfunctie.

 

Vergunningverlening voor bepaalde tijd

Standplaatsvergunningen moeten door Europese regelgeving als schaarse vergunningen worden gezien. Schaarse vergunningen mag je niet voor een te lange periode verlenen omdat je daarmee potentiële belangstellenden voor die schaarse vergunning voor langere tijd uitsluit van de mogelijkheid om dergelijke vergunningen te krijgen.

 

Een vergunningsperiode van 10 jaar voor vaste standplaatsen

De gemeente Nieuwkoop heeft de vergunde periode gesteld op 10 jaar. Dit wordt ondersteund door jurisprudentie en beleid bij andere gemeenten. Op 21 juni 2021 was er voor het eerst een uitspraak van de Raad van State over de termijn van 10 jaar. De rechter bepaalde dat 10 jaar een passende vergunningsperiode is. Bijvoorbeeld de gemeenten Woerden en de Meijerijstad hanteren een vergunningsperiode voor 10 jaar.

 

Argumenten:

  • -

    Een aantrekkelijk winkelklimaat creëren voor de consument. Standplaatsen dragen hieraan bij. Zij brengen diversiteit in het productaanbod;

  • -

    Voldoende zekerheid bieden aan de standplaatshouders. Voor de continuïteit van de bedrijfsvoering houden we rekening met de terugverdientijd op investeringen;

  • -

    Voorkomen dat het aantal standplaatsen in de gemeente Nieuwkoop terugloopt. Er is ook een geringe vraag naar standplaatsvergunningen. De gemeente is blij met de kramen die er zijn en wil deze koesteren;

  • -

    Een vergunde periode van maximaal 10 jaar biedt voldoende ruimte en gelegenheid voor nieuwe ondernemers om mee te dingen om een standplaats te bemachtigen.

Een vergunningsperiode van 5 jaar voor seizoenstandplaatsen

Voor seizoenstandplaatsen geldt een vergunningsduur van 5 jaar. Met een periode van 5 jaar kan meer sturing worden gegeven op de bezetting van de standplaatsen en de doorstroming op de seizoenplaatsen worden bevorderd.

 

Intrekking van een vergunning

Als een standplaats vergund is maar de betreffende ondernemer maakt geen gebruik van de standplaats of heel wisselend, dan is het mogelijk om de standplaats vergunning op te zeggen. Een vergunning kan worden ingetrokken als de vergunninghouder gedurende een aaneengesloten periode van vier weken geen standplaats heeft ingenomen.

 

4.5. Aanvullende beleidsregels voor verschillende locaties en branches

Branchering. Voor de winkelcentra worden standplaatsen beoogd met dagelijkse aanbod. Dit om de keuzemogelijkheden en de aantrekkelijkheid voor de burgers te vergroten. Buiten de kernwinkelcentra wordt ingezet op niet dagelijks aanbod. Dat betreft dan alleen seizoen standplaatsen en incidentele standplaatsen.

 

Recreatieve locaties. Een aparte groep zijn de standplaatsen met een recreatief aanbod. Daarbij kan gedachte worden aan ijsverkoop, of het aanbieden van snacks en frisdranken. Het faciliteren van extra mogelijkheden voor de verkoop van recreatieve producten op standplaatsen langs en aan (toeristische) routes past in het beleid toerisme en recreatie. Dit soort standplaatsen kunnen in en buiten de kernen worden ingenomen op tijden dat er recreanten zijn te verwachten. De verkoop buiten de kernen conflicteert veelal niet met klantgroepen en productranges in de winkelkernen. Per situatie wordt beoordeeld in hoeverre hier sprake van is.

 

Bedrijventerreinen: Drank- en maaltijdverstrekking op bedrijventerreinen is mogelijk als hier verder geen winkelaanbod is van etenswaar verkopende winkels. Denk aan een frietkraam tijdens lunchtijd op een bedrijfsterrein.

 

Meerdere vergunningen op 1 standplaats. Het is toegestaan meerdere vergunningen te verlenen voor verschillende dagen in de week dat een standplaats wel vergund is maar niet in gebruik is.

5. Standplaatslocaties

Deze paragraaf toont de standplaatslocaties, geeft aan welke vergunningen verleend zijn en de plekken waar de stroomkasten staan (aangegeven op de kaart met een zwart kruisje).

 

Kern: Langeraar, locatie Strooplikker

 

  • -

    Maximaal 3 standplaatsen. 1 dag per week op zaterdag, ten

  • behoeve van verkoop van dagelijkse producten, zoals groente/fruit, kaas/kip, verse vis, snacks.

  • Vergunning: er zijn vergunningen verleend voor de verkoop van fruit, kaas en vis. Afmetingen: kaas 7,50m x 4,50m, AGF 10m x 4,50m, vis: 5,5x2,5m2

  • -

    Maximaal 1 standplaats, 1 dag per week op dinsdag (ten

  • behoeve van verkoop van aanvullende producten die niet in de kern worden

  • aangeboden zoals verse vis.

  • Vergunning: standplaats is niet vergund

  • -

    Maximaal 1 standplaats op zaterdag, ten behoeve van de verkoop van recreatieve producten: voor directe consumptie geschikte eetwaren als snacks en ijs en alcoholvrije dranken (vis is uitgezonderd).

  • Vergunning: voor de zaterdag is een vergunning verleend voor snacks

Stroomkasten:

  • -

    locatie strooplikker 3,

  • -

    locatie hoek Altiorplein/ Sportlaan 1,

  • -

    aan de Langeraarseweg tegenover nr. 161.

 

Locatie Strooplikker: (1) 8 meter lengte; (2) 5,5 meter; (3) 6 meter; (4) 3 meter.

 

Kern: Nieuwveen, locatie Liemerhof

 

Maximaal 4 standplaatsen, 1 dag per week op donderdag, ten behoeve van verkoop van dagelijkse producten zoals brood/banket, groente/fruit, kaas/kip en verse vis.

Vergunning: alle standplaatsen zijn vergund en bezet;

 

Maximaal 1 standplaats aan de Dorpsstraat, 1 dag per week op maandagmiddag.

Vergunning: deze standplaats op de maandag wordt enkel vergund aan een specifieke ondernemer voor de verkoop van groente- en fruitverkoop, voor bepaalde tijd totdat de ondernemer een definitieve plek kan innemen op de donderdag.

Stroomkast: 1 op locatie Liemeerhof, 1 op locatie Hogendijk.

 

Locatie Nieuwveen Liemeerhof Dorpsstraat – 6 meter lengte (maandagmiddag)

 

Locatie Nieuwveen Liemeerhof (donderdag): (1) 6 meter lengte, verkoop kip (2) 6 meter, bakker (3) 4 meter, AGF (4) 8 meter, visverkoop.

 

Standplaats locatie bedrijventerrein Schoterhoek, aan de Schoterweg:

 

Maximaal 1 standplaats, 1 dag per week op vrijdag, enkel ten behoeve van verkoop van recreatieve producten: voor directe consumptie geschikte, eetwaren zoals visproducten, snacks en ijs en alcoholvrije dranken.

Vergunning: er is geen vergunning verleend.

Stroomkast: nee

 

Locatie Nieuwveen Schoterhoek – 6 meter lengte (vrijdag)

 

Standplaats locatie Kattenbrug

 

Maximaal 1 standplaats, 7 dagen per week (alle dagen), enkel ten behoeve van verkoop van recreatieve producten: voor directe consumptie geschikte, eetwaren zoals visproducten, snacks en ijs en alcoholvrije dranken. (op zondagen enkel na 12 uur).

Vergunning: is verleend.

 

Locatie Nieuwveen Kattenbrug – 8 meter lengte

 

Kern: Zevenhoven, locatie Albrechtshof

 

Maximaal 4 standplaatsen op donderdag aan de Hertog Albrechtstraat voor de verkoop van dagelijkse producten, zoals brood/banket, groente/fruit, kaas/kip en verse vis.

Vergunning: er zijn 2 vergunningen verleend; voor kaas- en vis- verkoop.

 

Maximaal 1 standplaats voor de woensdag, vrijdag en zaterdag.

Vergunning:

  • -

    Op woensdag en zaterdag is een vergunning verleend voor de verkoop van recreatieve producten

  • -

    Vrijdag: geen vergunning verleend.

Stroomkast: Hertog Albrechtstraat

 

Locatie Albrechtshof: 8 meter lengte.

 

Locatie Albrechtshof: lengte 5,5 en 6 meter

 

Kern: Noorden, locatie Coöp Noorden

 

Maximaal 1 standplaats aan de Simon van Capelweg/Prolkade aangewezen voor 3 dagen in de week: woensdag, vrijdag en zaterdag.

  • -

    Op woensdag voor de verkoop van aanvullende dagelijkse producten, kaas, kip en verse vis.

  • Vergunning: de standplaats is vergund.

  • -

    Op vrijdag voor de verkoop van verse vis.

  • Vergunning: de standplaats is vrij.

  • -

    Op zaterdag voor de verkoop van recreatieve producten.

  • Vergunning: de standplaats is vergund.

Stroomkasten: Anemonenstraat, Hoge Dijk parkeerdek, Hoek Prolkade/ Simon van Capelweg.

 

Locatie Coöp: 9 meter lengte

 

Standplaats locatie Noordse buurt

 

Maximaal 1 standplaats voor camping Madeira, op de driesprong Ir. J.Nysinghweg, Noordse Dorpsweg en Uitweg. Voor de verkoop van recreatieve producten zoals snacks en ijs. Uitgesloten is de verkoop van verse vis. De standplaats is voor alle dagen aangewezen.

Vergunning: alleen voor zondag is een vergunning verleend.

Stroomkast: aan de Uitweg, zie zwarte kruisje;

 

Locatie Noordse Buurt: 9 meter lengte.

 

Kern: Woerdense Verlaat, locatie Bosweg aan de Milandweg/ Bosweg.

 

Maximaal 1 standplaats aangewezen, 3 dagen per week op vrijdag, zaterdag en zondag, ten behoeve van verkoop van recreatieve producten zoals snacks en ijs. De verkoop van verse vis is uitgesloten.

Vergunning: is verleend.

 

Locatie Woerdense Verlaat, Bosweg: 7 meter lengte

 

Kern: Nieuwkoop, locatie Reghthuysplein op het Reghthuyspad (4,5,6)

 

Maximaal 1 standplaats, aangewezen voor 3 dagen in de week. Op donderdag, vrijdag en zaterdagmiddag, behalve tijdens de weekmarkt op zaterdag 8.00-13.00, voor de verkoop van aanvullende producten die thans niet in de kern worden aangeboden, zoals verse vis.

Vergunning: voor vrijdag en zaterdagmiddag is een vergunning verleend, voor de donderdag niet.

Stroomkasten: aan het Reghthuyspad en 4 op het Rehthuysplein, waarvan 2 putkasten (in de grond).

 

Locatie Nieuwkoop, Reghthuysplein: 7 meter lengte (donderdag)

 

Locatie Nieuwkoop, Reghthuysplein: 9 meter lengte (vrijdag)

 

Locatie Nieuwkoop – Reghthuysplein – 4 meter lengte (zaterdagmiddag)

 

Standplaats locatie Kennedyplein

 

Maximaal 1 standplaats aangewezen, op woensdag en zaterdag, voor de verkoop van aanvullende producten, die op het moment van vestiging niet in de kern worden aangeboden.

Vergunning: ja, voor woensdag en zaterdag, alleen voor vis.

 

Stroomkast: Kennedyplein 13. Daarnaast staat er een aan de Churchilllaan (zie kruisje op kaart)

 

Locatie Nieuwkoop, Kennedyplein: 7 meter lengte

 

Standplaats locatie de Olm aan de Handelsweg/industrieweg

 

Maximaal 1 standplaats aangewezen, op donderdag, voor de verkoop van recreatieve producten: voor directe consumptie geschikte eetwaren zoals visproducten, snacks en ijs en alcoholvrije dranken.

Vergunning: er is geen vergunning verleend.

Stroomkast: geen

 

Locatie Nieuwkoop, De Olm: 8 meter lengte

 

Standplaats locatie parkeerterrein Natuurmonumenten aan de Provinciale weg N231/ Nieuwveenseweg.

 

Maximaal 1 standplaats aangewezen voor alle dagen van de week, voor de verkoop van recreatieve producten: voor directe consumptie geschikte, eetwaren zoals visproducten, snacks en ijs en alcoholvrije dranken.

Vergunning: er is geen vergunning verleend

 

Locatie Nieuwkoop, parkeerterrein Natuurmonumenten: 9 meter lengte

 

Ter Aar

 

Standplaatsen locatie Lindenplein, op het Lindenplein aan de Essenlaan

 

Maximaal 2 standplaatsen aangewezen op donderdag, vrijdag en zaterdag, voor de verkoop van aanvullende producten die niet in de kern worden aangeboden.

Vergunning:

  • -

    Voor de donderdag is er 1 vergunning verleend, voor de verkoop van vis;

  • -

    Voor vrijdag en zaterdag is er 1 vergunning verleend (resp. stroopwafels en loempia’s);

Stroomkasten: naast de op het Lindenplein aangegeven stroomkast (zie kruisje op de kaart) zijn er 3 aanwezig aan het Vosholplein.

 

Locatie Ter Aar, Lindenplein: 9-12m

 

Standplaats locatie bedrijventerrein Bovenland

 

Maximaal 1 standplaats aangewezen, 2 dagen per week op donderdag en vrijdag, voor de verkoop van recreatieve producten, direct voor consumptie geschikte eetwaren zoals visproducten, snacks en ijs en alcoholvrije dranken.

Vergunning: voor de vrijdag is er een vergunning verleend, voor de donderdag niet.

 

Locatie Bovenland: lengte 8 meter

 

Standplaats locatie Intratuin

 

Maximaal 1 standplaats aangewezen, voor de verkoop van recreatieve producten: direct voor consumptie geschikt, zoals oliebollen/wafels, visproducten, snacks en ijs en alcoholvrije dranken.

Vergunning: vergunning is verleend. Vergunningverlening alleen na goedkeuring van de grondeigenaar.

 

Locatie Intratuin: 8 meter lengte.

 

Standplaats locatie Aardamseweg / skatebaan aan de Ringdijk/ Aardamseweg,

 

Maximaal 1 standplaats aangewezen, op zaterdag en zondag (na 12 uur), voor de verkoop van recreatieve producten: voor directe consumptie geschikt, zoals visproducten, snacks en ijs en alcoholvrije dranken.

Vergunning: er is een vergunning verleend voor de verkoop van ijs op beide dagen, tussen 1 april en 1 oktober elk jaar.

 

Locatie Ter Aar, skatebaan: 3,5 meter lengte. Aardamseweg

 

Bronnen

 

  • -

    Beleid Standplaatsen Gemeente Nieuwkoop 2008

  • -

    Aanwijzingsbesluit Standplaatsen, 9 sept. 2014

  • -

    Aanwijzingsbesluit Standplaatsen, concepten 2017 en 2019-2022

  • -

    Handreiking voor standplaatsenbeleid, CVAH, mei 2016

  • -

    Markt op Maat 2019, CVAH

  • -

    Proeven en ontmoeten, de kracht van de Ambulante Handel, CVAH, 18 februari 2018

  • -

    Schaarse Vergunningen op de Markt, Garma BV, i.o.v. CVAH, 2 augustus 2019

  • -

    Interviews met secretaris CVAH Martie Bleeker, 10 juni 2021 en 4 januari 2022

  • -

    Brief aan de Tweede Kamer van staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat Mona Keijzer van 9 oktober 2021 over de duur van een vergunning

  • -

    Allesoverdemarkt.nl

  • -

    Centraal Bureau voor de Statistiek

 

 

Bijlage I: Aanvullende bepalingen aanwijzingsbesluit

 

Aanvragen voor standplaatsvergunningen en de inname van een standplaats dienen binnen de gemeente aan een aantal algemene criteria te voldoen, gelet op afdeling 4 Standplaatsen uit de APV.

 

Bestemmingsplan. Standplaatsen moeten in overeenstemming zijn met het bestemmingsplan. Standplaatsen mogen alleen worden gesitueerd op plaatsen waar bestemmingen gelden die openbaar toegankelijke ruimte aanduiden.

 

Voorwaarden locatie

Naast de verschillende soorten standplaatsen, is de locatie en zijn de voorzieningen van belang. Uiteindelijk bieden deze kaders en condities voor externe afstemming voor het goed gebruiken van een standplaats.

 

  • 1.

    Voorzieningen. De standplaats dient bij alle weersomstandigheden goed bruikbaar en bereikbaar te zijn. In het belang van de openbare orde dient de openbare ruimte zoveel mogelijk open en controleerbaar te zijn. Een standplaats mag daarom niet op een zodanige locatie worden gesitueerd dat aan deze uitgangspunten afbreuk wordt gedaan. De standplaats dient daarom op een harde ondergrond te staan.

  • 2.

    Nutsvoorzieningen. Bij een aantal plaatsen is sprake van nutsvoorzieningen die ter plaatse kunnen worden gebruikt. De standplaatshouder mag daar ook gebruik van maken, wanneer dit in de vergunning staat of wanneer dit in afstemming is met de gemeente Nieuwkoop. Bij afwezigheid van nutsvoorzieningen mag de vergunninghouder niet zonder toestemming van de gemeente zelf nutsvoorzieningen aanbrengen. De standplaatshouder moet op deze plaatsen dus zelf volledig in eigen stroom/gas/water voorzien.

Voorwaarden veiligheid en volksgezondheid

 

  • 1.

    Openbare veiligheid. Een standplaats mag geen belemmering vormen voor de openbare veiligheid.

     

    Verkeersveiligheid: Hierbij gaat het om het beperken van overlast, verkeersvrijheid en –veiligheid, het ordelijk en veilig verloop van de verkeersbewegingen. Kramen, karren en stallen mogen een vlotte doorstroom van voetgangers niet beperken. Ook gehandicapten in rolstoelen, scootmobielen etc. dienen voldoende doorgang te behouden bij de aanwezigheid van standplaatsen. Een standplaats mag geen verkeer- of parkeerhinder tot gevolg hebben. Bij een standplaats moet er voldoende parkeergelegenheid mogelijk zijn en mag dit niet in beslag worden genomen door de standplaatshouder. Dit zodat bezoekers het verkeer niet hinderen en er voldoende parkeermogelijkheden blijven. Standplaatsen mogen geen verkeersgevaarlijke situaties opleveren doordat zij bijvoorbeeld het zicht op naderend verkeer ontnemen. Bij de bepaling van de locaties voor standplaatsen wordt bovendien rekening gehouden met de toegankelijkheid voor hulpverleningsdiensten in geval van calamiteiten. Kabels, leidingen, rioolputten, e.d. dienen bereikbaar te zijn ten behoeve van reparatie of onderhoud.

     

    Fysieke veiligheid: In verband met de fysieke veiligheidsrisico’s zoals brand- en explosiegevaar dient een standplaats te voldoen aan de eisen genoemd in de “Handreiking voor gemeenten en ondernemers: Veiligheid op de markt”. Over mogelijkheden voor uitzonderingen op deze regels wordt door brandweer en/of politie geadviseerd.

  • 2.

    Volksgezondheid.Standplaatsen mogen geen risico voor de volksgezondheid opleveren.

  • Op iedere standplaats dient derhalve een gelegenheid te zijn voor het deponeren van afval. De vergunninghouder dient bij afwezigheid hiervan zelf zorg te dragen voor een (mobiele) gelegenheid tot het deponeren van afval nabij de standplaats. Daarnaast dient de standplaats en de directe omgeving na gebruik schoon en in de oorspronkelijke staat te worden achtergelaten. Eventuele verstrekte producten, die worden uitgedeeld door de standplaatshouder, dienen worden opgeruimd wanneer deze niet in de daarvoor bestemde afvalcontainers worden gedeponeerd.

  • 3.

    Veiligheid. In het kader van het veiligheidsbelang en de brandveiligheid is frituren, bakken en braden en dergelijke slechts toegestaan indien de bakinstallatie voldoet aan de eisen van de Wet Milieubeheer. Daarnaast dient ter bescherming van het milieu de regels van de Wet Milieubeheer worden nageleefd. De standplaatshouder is te allen tijde verantwoordelijk voor de staat, veiligheid en inrichting van zijn standplaats.

Voorwaarden afmetingen standplaats en tijdvenster

 

  • 1.

    Omvang standplaats. De standplaats heeft een maximale oppervlakte van 40 m². De afmetingen van een standplaats worden bepaald door de gemeente, aangezien een standplaats nooit groter kan zijn dan de fysiek beschikbare ruimte. De oppervlakte wordt daarom opgenomen in de vergunning en het hieraan ten grondslag liggende aanwijsbesluit. Indien er een grotere oppervlak gewenst is, kan dit gemotiveerd in de standplaatsvergunning worden opgenomen. Een zodanige afweging kan en zal alleen gemaakt worden, voor zover in de openbare ruimte daarvoor fysiek voldoende ruimte beschikbaar is.

     

    Het innemen van standplaats heeft invloed op de beschikbaarheid van de openbare ruimte. Hoewel de beschikbare ruimte per locatie verschillend is, heeft de gemeente ervoor gekozen om een algemeen maximum te verbinden aan de omvang van de standplaats van 28 m². Binnen die ruimte is het voor standplaatshouders mogelijk om een standplaats te kunnen innemen.

     

    Aan de andere kant is met die maximale oppervlakte gewaarborgd dat er geen onevenredige inbreuk wordt gemaakt op de gebruiksmogelijkheden van de openbare ruimte (waaronder bijvoorbeeld de mogelijkheid voor hulpdiensten om bij calamiteit gebruik te kunnen maken van de openbare ruimte).

     

    De maximale oppervlakte van 28 m² omvat naast de verkoopruimte zelf ook alle bijkomende voorzieningen. Dat betekent dat voorzieningen als luifels, uitstallingen en vuilnisbakken binnen deze ruimte moeten worden geplaatst. Als gevolg van weersomstandigheden (wind, zon) kan een standplaatshouder soms genoodzaakt zijn hun standplaats te draaien, daarom wordt er niet gewerkt met lengte en breedte maten. Daarnaast worden in de bestemmingsplannen grotere oppervlakten dan de genoemde 28 m² opgenomen waardoor het draaien van de standplaats mogelijk is.

  • 2.

    Tijdsvenster. De standplaatsen kunnen worden ingenomen op de dagen dat vergunning is verleend, van 08.00 uur tot 18.00 uur, tenzij anders is aangegeven. Bij het verkrijgen van een standplaatsvergunning dient te worden voldaan aan het uitvoeringsvoorschrift. De standplaats dient te zijn verlaten uiterlijk een half uur na het in de vergunning genoemde tijdstip.

  • 3.

    Uitbreiding standplaats. Voor uitbreiding van het oppervlakte van een standplaats kan toestemming verkregen worden ter grootte van 15% van het oppervlakte. Deze behoefte kan ontstaan als gevolg van een aanpassing van het marketing- concept noodzaak, waarbij de ruimtebehoefte groter wordt.

Voorwaarden procedureel

 

Voordat een aanvraag voor een standplaats kan worden toegekend, dient te worden beantwoord aan de volgende voorwaarden. Deze worden bij de standplaatshouders als bekend verondersteld.

 

  • 1.

    Draagvlak. Voor het al dan niet verlenen van een vergunning wordt draagvlak gezocht bij winkeliers en inwoners. De inspraak heeft geen bindend karakter, de gemeente neemt het mee in haar overwegingen.

  • 2.

    Registratie. Standplaatsvergunningen worden slechts verleend aan personen die ingeschreven zijn bij de Kamer van Koophandel en een geldig registratiebewijs hebben van de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel. Een vergunning voor een standplaats wordt alleen verleend aan een persoon die werkzaam is in het bedrijf waarvoor de aanvraag wordt gedaan. Deze persoon staat op het inschrijvingsbewijs van de Kamer van Koophandel of staat op de machtiging van de persoon door het bedrijf.

  • 3.

    Maximum aantal standplaatsen per aanvrager. De vergunning wordt niet alleen verstrekt op naam, omdat de aanvrager dan de mogelijkheid heeft op alle voor kramen aangewezen locaties te staan. Daarom wordt er gegund voor een beperkt aantal dagen en plekken, waarbij de aanvrager vrij is op welke plek de kraam binnen de vergunde plekken wordt geplaatst.

  • 4.

    Overdracht standplaats.

    • -

      Er worden geen bijzondere vereisten gesteld om een ander te zijnen behoeve en ter uitoefenen van zijn bedrijf van de standplaats gebruik te laten maken. Er worden geen wachtlijsten gehanteerd.

    • -

      Het is niet toegestaan dat de vergunninghouder de vergunning afstaat aan een andere ondernemer of omwisselt.

    • -

      Als een ondernemer failliet is, is deze de vergunning kwijt. De vergunning wordt dan overgedaan aan een ander. De vergunning kan immers niet verkocht worden omdat deze op naam staat.

    • -

      Overdracht van een standplaatsvergunning is alleen mogelijk bij aantoonbare bedrijfsopvolging. Overnamekandidaten dienen altijd aan alle, in dit beleid gestelde, voorwaarden te voldoen.

    • -

      Het is evenmin toegestaan een vergunning over te nemen door de ondernemer vennoot te maken (VOF), al dan niet door inkoop van de ondernemer.

  • In bijzondere gevallen kan het College toestemming gevraagd worden om een ander te zijnen behoeve en ter uitoefening van zijn bedrijf van de standplaats gebruik te laten maken. Het College kan op verzoek in de standplaatsvergunning opnemen dat een vervanger of partner tevens de standplaats in mag nemen voor rekening en risico van de vergunninghouder. Overdracht van een standplaatsvergunning is alleen mogelijk bij aantoonbare bedrijfsopvolging. Overnamekandidaten dienen altijd aan alle in dit beleid gestelde voorwaarden te voldoen. Er worden geen bijzondere vereisten gesteld om een ander te zijnen behoefte en ter uitoefening van zijn bedrijf van een standplaats gebruik te laten maken.

  • 5.

    Opzegging standplaats. Voor een continue bezetting van de standplaatsen dient de opzegging van een standplaats ten minste één kwartaal als opzegtermijn in acht te worden genomen. Derhalve dient de standplaatshouder uiterlijk één maand voor het feitelijk niet meer innemen van de standplaats de gemeente hiervan schriftelijk op de hoogte te stellen. Deze periode kan de gemeente gebruiken om de standplaats open te stellen voor een andere gebruiker. Wanneer de opzegging niet of niet tijdig wordt gedaan zullen de kosten wel in rekening worden gebracht. Opzegging kan ook gebeuren als de standplaatshouder zich niet aan de afspraken houdt, na waarschuwing door de gemeente. Aan het einde van de periode van vergunningverlening vervallen alle rechten van de standplaatshouder.

  • 6.

    Feestdagen en evenementen. Wanneer op feestdagen of tijdens evenementen de locatie van de standplaatshouder niet of nauwelijks te gebruiken is, vervalt het recht van de standplaatshouder om zijn standplaats in te nemen. In samenspraak met de gemeente wordt er een plek in de gemeente gezocht voor de standplaatshouder.

Voorwaarden financieel

 

  • 1.

    Staangelden. Voor het behandelen van aanvragen van een standplaatsvergunning worden leges geheven. Dit bedrag wordt jaarlijks bepaald in de Legesverordening en dit zijn de kosten voor de vergunning. Deze gelden bestaan verder uit nutsheffing - afhankelijk van gebruikscategorie – en staangeld voor de te gebruiken meters. Voor het tijdelijk in gebruik nemen van de grond van de gemeente wordt per kwartaal staangeld geheven.

  • 2.

    Standplaatsen op gronden niet in eigendom van de gemeente. Voor standplaatsen op gronden niet in eigendom van de gemeente - particuliere of provinciale gronden - geldt dat de aanvrager alleen leges dient te betalen voor de vergunningaanvraag. De vergunning is nodig voor een mogelijk effect op de openbare ruimte en het voorzieningsniveau. Een verklaring van toestemming van de eigenaar van de grond dient te worden bijgevoegd bij de aanvraag. Als de toestemming van de eigenaar komt te vervallen, wordt de standplaatsvergunning ingetrokken.

 

 

Bijlage II: toezicht- en handhaving

 

Effectief toezicht op standplaatsen is essentieel om wildgroei van standplaatsen en kioskvorming te voorkomen. Aangezien standplaatsvergunningen voor bepaalde tijd worden verleend, moeten de standplaatsen te allen tijde worden gecontroleerd of de vergunninghouder voldoet aan de voorwaarden in de vergunning en in het bezit is van de juiste papieren. Door middel van gemeentelijke handhavingsbeleid wordt voorkomen dat er kioskvorming plaatsvindt, regelmatig zullen er dus controles plaatsvinden.

 

In het belang van de openbare orde wordt er regelmatig gecontroleerd of de standplaatsen schoon achter worden gelaten. De marktmeester/toezichthouder is de aangewezen persoon door de gemeente Nieuwkoop om hier toezicht op te houden. In samenwerking met de toezichthouder wordt er handhaving gepleegd. De toezichthouder is bevoegd om overtredingen te constateren.

 

Overtreding van de voorwaarden, Kaartensysteem.

  • 1.

    Eerste gele kaart. Bij een 1e overtreding van de voorschriften van de standplaatsvergunning of andere regels zoals neergelegd in dit beleid geeft de toezichthouder een mondelinge waarschuwing, hiervan wordt een melding gemaakt bij de vergunningverlener. De standplaatshouder moet verbetering tonen na 1 maand van de overtreding en niet in herhaling vallen.

  • 2.

    Tweede gele kaart. Bij een 2e overtreding van hetzelfde voorschrift in de standplaatsvergunning dan wel in het standplaatsenbeleid ontvangt de vergunninghouder van het College een schriftelijke waarschuwing.

  • 3.

    Rode kaart. Bij een 3e overtreding van hetzelfde feit zal het College de standplaatsvergunning intrekken, dit is afhankelijk van de aard en ernst van de overtreding, in het kader van het evenredigheidsbeginsel. De standplaats zal, na oordeel van de toezichthouder, opnieuw beschikbaar komen voor geïnteresseerden.

Bijlage III: soort standplaatsen

In de gemeente Nieuwkoop kennen we verschillende soorten standplaatsen waarvan gebruik kan worden gemaakt.

 

Vaste standplaatshouders, ook wel jaar- of algemene standplaatsen, staan gedurende een deel of het hele jaar één of meerdere dagen per week op een bepaalde (in het bestemmingsplan) vastgelegde locatie. Daarnaast zijn er standplaatshouders die gedurende een bepaalde periode van het jaar (maximaal zes maanden per jaar) een dergelijke standplaats innemen. Dit betreffen seizoensgebonden standplaatsen, deze standplaatsen worden aangemerkt als seizoensgebonden standplaats, ook wel tijdelijke- of periodieke standplaatsen. Tenslotte zijn er de incidentele standplaatshouders, deze standplaatsen nemen maximaal 1 maand een nader te bepalen of vastgelegde standplaats in. Bij de onderstaande beleidsuitgangspunten is steeds aangegeven voor welk soort standplaatshouder deze gelden. De algemene criteria voor standplaatsen in deze nota zijn onverminderd van toepassing op de bijzondere standplaatsen en voor nieuwe gegadigden.

 

  • 3.

    Vaste standplaats. Een vaste standplaats (jaarstandplaats of algemene standplaats) is een standplaats die gedurende één of meerdere dagen per week, gedurende het gehele jaar of een deel van het jaar, op een (in het bestemmingsplan) vastgelegde locatie staat. De standplaatshouder krijgt een vergunning voor bepaalde tijd, minimaal 1 jaar, zie de vaste standplaats gebieden. Voorbeelden: Bloemenstal of mobiele snackbar.

  • 4.

    Seizoensgebonden standplaats. Een seizoensgebonden standplaats (periodieke/tijdelijke standplaats) is een standplaats als je voor bepaalde periode van het jaar (minimaal drie maanden, maximaal zes maanden per jaar) een dergelijke standplaats wilt innemen. Een vergunning voor een seizoensgebonden standplaats mag geen structureel karakter aannemen. Ook hier geldt dat de vergunning voor een periode van 10 jaar verleend wordt. Hieraan ten grondslag ligt het streven naar zoveel mogelijk diversiteit en aanbieders die gebruik kunnen maken van deze standplaatslocaties. Indien het seizoen langer is dan de gesteld periode valt de standplaats onder het regime van de vaste standplaatsen en vindt de toetsing plaats aan dat regime.

  • 5.

    Voor seizoensgebonden standplaatsen wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de pleinen, locaties die dienen als verbinding tussen de verschillende winkelgebieden of centrale locaties in de wijk (bij een wijkwinkelcentrum). Met deze algemene regels wil het College in hoofdzaak wildgroei voorkomen en geen afbreuk doen aan het uitgangspunt dat verkoop van goederen zoveel als mogelijk dient te geschieden vanuit gebouwen. De (beleids-)regels laten onverlet de bevoegdheid van het College van Burgemeester en Wethouders, een seizoensgebonden standplaatsvergunning toch te weigeren omdat een andere weigeringsgrond hiertoe noopt, bijvoorbeeld de verkeersveiligheid.

    Voorbeelden: de verkoop van seizoensgebonden producten zoals ijs en oliebollen.

     

    Indien een standplaats seizoensgebonden wordt ingenomen ten behoeve van maatschappelijke doeleinden, kan vergunningverlening plaatsvinden in afwijking van het in deze beleidsnota opgenomen beleid. Onder maatschappelijke doeleinden wordt o.a. verstaan: bevolkingsonderzoek, educatieve doelen, etc. In afwijking van de toegelaten maanden, kan indien sprake is van een belangrijke gebeurtenis zoals een opening of jubileum, vergunning worden verleend voor een incidentele (bijzondere) standplaats.

  • 6.

    Incidentele (bijzondere) standplaats. Een incidentele standplaats is een standplaats die maximaal 31 dagen of anders gezegd 1 maand op een nader te bepalen of vastgelegde standplaats in neemt. Een incidentele standplaats mag overal in de gemeente worden ingenomen voor ten hoogste 31 dagen of 1 maand per kalenderjaar. Een incidentele standplaats is een standplaats die niet met regelmaat of vaste frequentie wordt ingenomen en slechts voor incidentele doeleinden 31 dagen of 1 maand per jaar wordt ingenomen. Het is een tijdelijke standplaats en er zijn geen locaties voor vastgesteld, zodat het incidentele karakter blijft gewaarborgd. Voorbeeld: Verkoop van koek- en zopiestandplaats, opening van het haringseizoen, verkoop van rozen tijdens Valentijnsdag, kerstbomen of andere seizoensgebonden waren en goederen.

  •  

  • Winkeliers die behoefte hebben aan een standplaats voor hun eigen winkel, om extra aandacht te vestigen op hun producten, kunnen hiervoor maximaal 31 dagen of 1 maand per jaar een incidentele standplaatsvergunning aanvragen. Bij de beoordeling van de vergunningaanvraag wordt net als bij de vaste en de tijdelijke standplaatsen, getoetst aan de criteria van de APV. Maximaal van 31 dagen of 1 maand per jaar mag een incidentele standplaats innemen.

     

    Incidentele standplaatshouders kunnen wel van dezelfde locaties gebruik maken als de vaste standplaatshouders en seizoensgebonden standplaatshouders, op de dagen dat er geen gebruik wordt gemaakt van die locaties. Ook buiten die locaties is het mogelijk om vergunning te verlenen ten behoeve van een incidentele standplaats. Aanvragers voor een incidentele standplaats zullen zelf aan moeten geven waar zij willen staan. Vervolgens zal met de afdeling beheer, de politie en de brandweer worden afgestemd of de locatie mogelijk is.

 

 

Bijlage IV: kengetallen ambulante handel

 

Trends. Naar branche zie je de volgende trend:

  • -

    De foodbranche* op de markt is de afgelopen tien jaar gegroeid in aantal bedrijven (+ 1.000 bedrijven);

  • -

    Het aantal agf-kramen (aardappels, groente, fruit) is stabiel;

  • -

    Het aantal bedrijven in de non-food sector op de markt neemt af met gemiddeld 100 ondernemers per jaar;

  • -

    Het aantal bedrijven in textiel en kleding neemt langzaam maar zeker af;

  • -

    De branches textiel en kleding (- 500 bedrijven) en tweedehands artikelen (- 300 bedrijven) laten hierbinnen in de afgelopen 10 jaar de grootste daling zien.

  • -

    Het aantal bedrijven in de overige non food schommelt.

Ambulante handel. In Nederland zijn circa 19.000 mensen actief in ambulante handel, naast de ruim 11.000 ondernemers (en meewerkende partners) zijn er circa 8.000 medewerkers in loondienst (CBS 2017). Het aantal ondernemers in de ambulante handel schommelt al jaren rond de 11.000. De foodbranche op de markt is de afgelopen tien jaar gegroeid in aantal bedrijven, het aantal bedrijven in de non-food sector* neemt af (CBS 2017). 29% van de ondernemers is actief op een standplaats, al dan niet in combinatie met een andere verkoopvorm.

 

41% van de ondernemers combineren de standplaats met de warenmarkt, 25% hebben alleen een standplaats. Overige ondernemers combineren met een (web)winkel, tuinderij of kwekerij. 80% heeft een verkoopwagen, bloemen en planten hebben kramen en anderszins een parasol bv. Textiel en non food hebben meestal een kraam. 50% heeft wekelijks 1 standplaats, bloemen en planten en overige non-food vaker dan food en textiel.

 

De medewerkers in de ambulante handel zijn voor de helft jonger dan 30 jaar. Zij werken voor de helft 1 of 2 dagen in de week in de ambulante handel, de andere helft werkt er meer dan 2 dagen, voor hen is het meer dan een bijbaan. Circa 60% van de medewerkers heeft een contract voor onbepaalde tijd. Van de bijna 8.000 medewerkers werkt circa 80% bij een food-ondernemer. Bij de marktondernemers laat de leeftijdsopbouw een ander (vergrijzend) beeld zien dan bij de werknemers. De meerderheid is 50+. Van ruim 10% van de ondernemers mag vanwege de hoge leeftijd verwacht worden dat zij binnen een aantal jaren zullen stoppen.

 

Warenmarkten en kramen. Wekelijks worden in Nederland ruim 1.000 warenmarkten gehouden (Allesoverdemarkt.nl). Op deze markten worden naar schatting elke week circa 38.000 plaatsen door marktondernemers ingevuld. De omvang van een (algemene) warenmarkt hangt veelal samen met de omvang van het verzorgingsgebied. Vrijwel elke gemeente beschikt over ten minste één warenmarkt in het belangrijkste centrumgebied. In grotere steden (> 50.000 inwoners) is doorgaans op meerdere dagen een markt in het centrum en wordt ook een markt bij een of enkele wijk- of stadsdeelcentra gehouden. Thematisch opgezette markten richten zich op specifieke doelgroepen en zijn daarom vooral in de grote steden en in centra met een sterk toeristisch/recreatief profiel te vinden (voldoende klantenpotentieel).

 

Zondag en maandag zijn traditioneel geen populaire dagen als marktdag (Allesoverdemarkt.nl). Op donderdag en vrijdag worden de meeste markten gehouden. Doordat de zaterdag markten gemiddeld groter zijn, kan gesteld worden dat de piek voor de markten uit die drie dagen bestaat (do-vr-za). Dit is overeenkomstig met de piek in het druktebeeld van passanten in centrumgebieden. De foodondernemers op de markt hebben doorgaans de grootste kramen en de meeste omzet. Er zijn grote verschillen in bedrijfsvoering en professionaliteit.

 

* (non)food = (niet-)etenswaren