Organisatie | Enschede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel eigen kracht jeugd en gebruikelijke hulp WMO 2022 |
Citeertitel | Beleidsregel eigen kracht Jeugd en gebruikelijke hulp WMO 2022 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Jeugdhulp; WMO; |
Deze regeling vervangt de Beleidsregel gebruikelijke hulp WMO en Jeugd 2019
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-03-2022 | Nieuwe regeling | 15-03-2022 |
Het College van Burgemeester en Wethouders,
gelet op artikel 4:81 en artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 1.2.1, 2.3.2 en 2.3.5 van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015, artikel 2.3.1. van de Jeugdwet 2015, artikelen 2.10 lid1 sub a en 2.11 lid 1 sub a van de Verordening Jeugdhulp en Maatschappelijke ondersteuning Enschede 2019,
overwegende dat het wenselijk is om een beleidsregel vast te stellen waarin een nadere invulling wordt gegeven aan het begrip eigen kracht Jeugd en gebruikelijke hulp WMO,
vast te stellen de Beleidsregel eigen kracht Jeugd en gebruikelijke hulp WMO 2022.
HOOFDSTUK 2 EIGEN KRACHT BIJ HETGEZOND EN VEILIG OPGROEIEN VAN JEUGDIGEN
Van eigen kracht wordt gesproken wanneer de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen van ouders toereikend zijn om zelf of met personen uit het sociaal netwerk de hulp te bieden, die passend is bij de ondersteuningsvraag van de jeugdige. Wanneer naar het oordeel van het College de eigen kracht toereikend is, is er geen noodzaak tot het toekennen van een voorziening op basis van de Jeugdwet. De verantwoordelijkheid voor het gezond en veilig opgroeien van jeugdigen ligt allereerst bij de ouders en jeugdige zelf.
Artikel 2.2 Onderzoek of eigen kracht toereikend is
Wanneer de jeugdige of zijn ouder(s) zich melden met een hulpvraag over het gezond en veilig opgroeien van een jeugdige, wordt vastgesteld welke ondersteuning passend is bij de hulpvraag. Om daarbij te bepalen of eigen kracht toereikend is wordt onderzoek gedaan naar:
1. Is de ouder (met het sociaal netwerk) in staat de noodzakelijke hulp te bieden?
2. Is de ouder (met het sociaal netwerk) beschikbaar om de noodzakelijke hulp te bieden?
3. Levert het bieden van de hulp door de ouder (met het sociaal netwerk) geen overbelasting op? Met overbelasting wordt bedoeld dat een disbalans ontstaat in verhouding tussen de draagkracht (belastbaarheid) en draaglast (belasting) van de ouder.
Als uit onderzoek blijkt dat de ouder(s) de benodigde hulp kunnen bieden zonder dat dit tot problemen leidt op één van deze terreinen, dan is er sprake van voldoende eigen kracht. In elke individuele situatie wordt een zorgvuldige afweging gemaakt op basis van het onderzoek gebaseerd op de hulpvraag waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke omstandigheden van de jeugdige en/of zijn ouders.
HOOFDSTUK 3 GEBRUIKELIJKE HULP WMO
Artikel 3.1 Gebruikelijke hulp
Gebruikelijke hulp is de hulp die naar algemeen aanvaardbare opvattingen in redelijkheid mag worden verwacht van de huisgenoten, tot wie gerekend worden, de partner, ouders, inwonende kinderen en anderen met wie cliënt een leefeenheid vormt.
Artikel 3.2 Onderzoek naar gebruikelijke hulp
Wanneer sprake is van een ondersteuningsbehoefte moet individueel worden beoordeeld of de huisgenoot deze ondersteuning geheel of gedeeltelijk kan bieden. Onderstaande vragen zijn hiervoor van belang:
1. Is de huisgenoot in staat tot het uitvoeren van de taken, werkzaamheden?
2. Kan de huisgenoot de taken, werkzaamheden uitvoeren, heeft de huisgenoot hiervoor tijd?
3. Is de huisgenoot overbelast of dreigt overbelast te raken?
In elke individuele situatie wordt een zorgvuldige afweging gemaakt op basis van het onderzoek gebaseerd op de hulpvraag waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke omstandigheden van de inwoner.
Ad 1 en 2. Het in staat zijn om de ondersteuning te bieden en het kunnen uitvoeren van de ondersteuning is afhankelijk van de situatie van de huisgenoot alsmede de aard en de omvang van de ondersteuning.
Ad 3. Met overbelasting wordt bedoeld dat een disbalans ontstaat in verhouding tussen de draagkracht (belastbaarheid) en draaglast (belasting).
Deze beleidsregel wordt aangehaald als Beleidsregel eigen kracht Jeugd en gebruikelijke hulp WMO 2022.