Subsidieverordening Cultureel Erfgoed Gemeente Venray

Artikel 1. Doelstelling

Deze verordening is van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders en heeft tot doel:

• 1.

  te bevorderen dat het gemeentelijk cultureel erfgoed middels stelselmatige inspanning van eigenaren en gemeente, in een cultuurhistorisch verantwoorde staat en op een kwalitatief goed (bouwtechnisch) peil wordt gebracht en behouden door middel van doelmatig beheer en het plegen van restauratie en onderhoud;

• 2.

  te stimuleren dat cultureel erfgoed zichtbaar en beleefbaar wordt gemaakt.

Artikel 2. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

• a.

  Erfgoedverordening: De vigerende Erfgoedverordening van de gemeente Venray.

• b.

  Activiteit: De werkzaamheid die door een rechtspersoon zonder winstoogmerk wordt uitgevoerd en die door de gemeente kan worden gesubsidieerd.

• c.

  Adviesbureau Ruimtelijke Kwaliteit (ARK): De door de gemeenteraad ingestelde commissie, als bedoeld in artikel 9.1 van de Erfgoedwet met als taak om het college op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Erfgoedwet, deze verordening en het erfgoedbeleid in het algemeen.

• d.

  Cultureel erfgoed: het geheel van gemeentelijke monumenten, archeologische monumenten, cultuurlandschappen, karakteristiek panden of objecten en kleine cultuurhistorische objecten.

• e.

  Archeologisch monument: Archeologische monumenten van zeer hoge waarde en archeologische monumenten die betrekking hebben op de historische kernen. Categorie 2 van de archeologische beleidskaart Begrensd Verleden (actualisatie, 2011).

• f.

  Gemeentelijk monument: Pand of object dat overeenkomstig de van toepassing zijnde gemeentelijke monumentenverordening op de gemeentelijke monumentenlijst is geplaatst. Bijlage 3 uit de Nota Wederzijds Vertrouwen (2e herziening, 2018).

• g.

  Karakteristiek pand of object: Pand of object dat niet als monument is beschermd, maar wel naar oordeel van het college een kenmerkend onderdeel vormt van de cultuurhistorie van de gemeente Venray. Bijlage 4 en 5 uit de Nota Wederzijds Vertrouwen (2e herziening, 2018).

• h.

  Cultuurlandschap: landschap dat onder invloed van de mens gevormd is.

• i.

  Klein cultuurhistorische object: Kleine objecten in de openbare ruimte (zoals kruisen, kapellen, beelden, gedachtenismonumenten, gedenkstenen, historische straatmeubilair etc.) die een hoge geschiedkundige waarde hebben, maar niet dermate bijzonder zijn dat ze voor aanwijzing tot monument in aanmerking komen. Bijlage 6 uit de Nota Wederzijds Vertrouwen (2e herziening, 2018).

• j.

  Inspectierapport: Een indicatief rapport dat de (bouw)technische staat en de gebreken van een monument beschrijft, niet ouder is dan twee jaar en is opgesteld door Stichting Monumentenwacht Limburg of een andere door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen ter zake deskundige instantie of persoon.

• k.

  Eigenaar: De natuurlijke of de rechtspersoon, die het recht van eigendom of een ander gelijkwaardig zakelijk recht heeft op een monument, karakteristiek pand of object.

• l.

  Onderhoud: Periodieke werkzaamheden aan een monument, karakteristiek pand of object, welke tot doel hebben het in goede staat houden van het monument, karakteristiek pand of object of onderdeel hiervan, om toekomstig kostbaar herstel te voorkomen of te verminderen.

• m.

  Restauratie: Werkzaamheden aan een monument, karakteristiek pand of object, die het normale onderhoud te boven gaan en welke noodzakelijk zijn voor de instandhouding van de cultuurhistorische waarden van het monument, karakteristiek pand of object of onderdelen hiervan.

• n.

  Instandhouding: Onderhouds- of (kleine) restauratiewerkzaamheden die noodzakelijk zijn om een monument, karakteristiek pand of object in goede staat te houden dan wel als zodanig in stand te houden én kostbare grootschalige restauraties voorkomen.

• o.

  Instandhoudingsplan: Een plan dat een overzicht bevat van de aard, de omvang en de kosten van voorgenomen instandhoudingswerkzaamheden over een looptijd van 6 jaar.

• p.

  Subsidiabele kosten: De kosten voor (sober en doelmatig) onderhoud, restauratie en instandhouding van monument, karakteristiek pand of object.

Artikel 3. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 5 bedoelde activiteiten.

Artikel 4. Staatssteunregels

• 1.

  Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, verwijst de verleningsbeschikking naar de toepasselijke bepalingen van het steunkader.

• 2.

  Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen alleen de activiteiten, doelstellingen, resultaten en kosten voor vergoeding in aanmerking die voldoen aan de eisen van het desbetreffende steunkader.

• 3.

  Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen ondernemingen alleen in aanmerking voor zover de subsidieverstrekking voldoet aan de voorwaarden van het desbetreffende steunkader.

Artikel 5. Activiteiten

Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor het treffen van voorzieningen/maatregelen voor het restaureren of plegen van onderhoud en voor overige zaken die betrekking hebben op het in stand houden of bevorderen van het behoud van monumentale waarden en/of cultuurhistorie dit ter beoordeling van het college, binnen de randvoorwaarden zoals opgenomen in de artikelen 6, 7 en 8 van deze verordening.

Artikel 6. Gemeentelijke monumenten

De subsidie voor restauratie of instandhouding van gemeentelijke monumenten kan worden verstrekt onder de volgende voorwaarden:

• a.

  de werkzaamheden zijn noodzakelijk voor de instandhouding van het gemeentelijk monument en worden sober en doelmatig worden uitgevoerd.

• b.

  de subsidieaanvraag en -verlening vindt plaats op basis van een door het ARK vastgesteld restauratie- of instandhoudingsplan en een projectbegroting

• c.

  de werkzaamheden worden uitgevoerd overeenkomstig het vastgestelde restauratie- of instandhoudingsplan.

• d.

  de werkzaamheden worden uitgevoerd door ter zake bekwame bedrijven met aantoonbare ervaring op het gebied van onderhoud en restauratie van monumenten.

• e.

  de eigenaar is verplicht na afloop van de werkzaamheden waarvoor subsidie is verleend, het gemeentelijk monument te bewaren en te onderhouden in de staat waarin het door de werkzaamheden waarvoor subsidie is verleend, is gebracht.

• f.

  per gemeentelijk monument wordt maximaal 1 maal per 6 jaar subsidie verleend.

Artikel 7. Karakteristieke panden en objecten

De subsidie voor instandhouding van karakteristieke panden of objecten kan worden verstrekt onder de volgende voorwaarden:

• a.

  de werkzaamheden zijn noodzakelijk voor de instandhouding van het karakteristiek pand of object en worden sober en doelmatig uitgevoerd.

• b.

  de subsidie wordt aangevraagd voor die delen van het karakteristiek pand of object dat openbaar toegankelijk is en/of zichtbaar is in de openbare ruimte.

• c.

  de subsidieaanvraag en -verlening vindt plaats op basis van een projectplan en projectbegroting.

• d.

  de werkzaamheden worden uitgevoerd overeenkomstig het vastgestelde projectplan.

• e.

  de werkzaamheden worden uitgevoerd door ter zake bekwame bedrijven met aantoonbare ervaring op het gebied van onderhoud en restauratie van monumenten.

• f.

  de eigenaar is verplicht na afloop van de werkzaamheden waarvoor subsidie is verleend, het karakteristiek pand of object te bewaren en te onderhouden in de staat waarin het door de werkzaamheden waarvoor subsidie is verleend, is gebracht.

• g.

  per karakteristiek pand of object kan maximaal 1 maal per 10 jaar subsidie verleend worden.

Artikel 8. Kleine cultuurhistorische objecten en archeologische monumenten

Subsidie voor instandhouding van kleine cultuurhistorische objecten en archeologische monumenten kan worden verstrekt onder de volgende voorwaarden:

• a.

  per project wordt slechts eenmalig subsidie verleend.

• b.

  de subsidieaanvraag en -verlening vindt plaats op basis van een (beknopt) projectplan en een daarbij horende begroting.

• c.

  het erfgoed heeft geen Rijks monumentale status.

• d.

  het betreft een niet-commercieel initiatief.

• e.

  het object of de projectlocatie dient openbaar toegankelijk of minimaal 4 dagen per jaar open/toegankelijk te zijn.

Artikel 9. Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan de eigenaar van het monument, pand of object in de gemeente Venray, waar de voorzieningen/maatregelen worden getroffen.

Artikel 10. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

• 1.

  Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 5.

• 2.

  Indien een eigenaar zelf werkzaamheden in het kader van een restauratie- of instandhouding verricht, zijn diens loonkosten niet subsidiabel tenzij hij die werkzaamheden verricht in het kader van een door hem gedreven onderneming.

• 3.

  De kosten van het lidmaatschap van de monumentenwacht.

• 4.

  50% van de kosten van een tweejaarlijks uit te voeren inspectie door de Monumentenwacht. Indien de inspectie binnen een jaar resulteert in onderhoud of restauratie waarvoor op basis van deze verordening subsidie wordt verstrekt worden de volledige kosten van de inspectie voor de Monumentenwacht vergoed.

• 5.

  In geval van schade door brand of een calamiteit worden de goedgekeurde subsidiabele kosten berekend uit de kosten van de te treffen voorzieningen minus de dekking van de uit te keren verzekeringsgelden.

Artikel 11. Hoogte van de subsidie

De hoogte van de subsidie wordt berekend over de kosten van voorzieningen/maatregelen, met uitzondering van de kosten waarvoor op grond van enig andere regeling een financiering of subsidie kan worden verkregen. De stapeling van regelingen is toegestaan, mits de regelingen aanvullend werken.

Artikel 12. Subsidieplafond en wijze van verdeling

• 1.

  De gemeenteraad stelt jaarlijks of meerjaarlijks in het kader van de begrotingsbehandeling het subsidieplafond vast.

• 2.

  Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

• 3.

  Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen.

• 4.

  Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn, door middel van loting gerangschikt.

Artikel 13. Aanvraag

• 1.

  Een aanvraag om het verlenen van een subsidie dient op een door burgemeester en wethouders beschikbaar te stellen formulier te worden ingediend bij het college van B&W.

• 2.

  De aanvraag dient voorzien te worden van bijlagen die duidelijk inzicht verschaffen in de uit te voeren werkzaamheden en het bestaande en uiteindelijke resultaat.

• 3.

  Bij een uitgebreide restauratie zijn de volgende bijlagen noodzakelijk:

  • a.

    een beschrijving van de technische staat van het monument, waarin de gebreken van het monument nauwkeurig per onderdeel vermeld staan;

  • b.

    een bouwhistorische opname;

  • c.

    tekeningen van de bestaande toestand en nieuwe toestand (gevel, doorsneden en plattegronden) waarop de voorgenomen herstellingen of wijzigingen staan aangegeven, minimaal schaal 1:100; situatie, schaal 1:1000;

  • d.

    relevante principedetails, schaal 1:1, 1:5 of 1:10, die noodzakelijk zijn voor een goede beoordeling van het plan;

  • e.

    een bestek, zijnde een werkomschrijving per onderdeel van de toe te passen constructies, materialen, afwerkingen en kleuren, alsmede de algemene bepalingen met betrekking tot de rechtsverhoudingen tussen de bij het werk betrokken contractpartijen, de wijze van verwerking van de materialen, garantiebepalingen, enz. enz.;

  • f.

    een begroting die alle kosten van de restauratie omvat, niet ouder dan ten hoogste één jaar en gespecificeerd in hoeveelheden, uren, arbeid- en materiaalkosten;

    • i.

      de begroting dient voorzien te zijn van de naam van de opsteller en de datum van opstelling;

    • ii.

      in de begroting dient te zijn aangegeven welke posten in zelfwerkzaamheid worden uitgevoerd;

  • g.

    relevante foto´s die noodzakelijk zijn ten behoeve van een goede beoordeling van het plan;

  • h.

    een verklaring van de Vereniging van Eigenaren welke bouwdelen gemeenschappelijk, dan wel niet gemeenschappelijk zijn;

  • i.

    bewijsstukken met betrekking tot een vergoeding vanwege een verzekering;

Artikel 14. Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt ingediend minimaal 12 weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

Artikel 15. Beslistermijn

• 1.

  Burgemeester en wethouders beslissen binnen acht weken nadat de volledige aanvraag om subsidie is ingediend.

• 2.

  Zij kunnen hun beslissing voor ten hoogste acht weken verdagen; hiervan doen zij de aanvrager binnen de genoemde periode van twaalf weken schriftelijk mededeling.

Artikel 16. Weigeringsgronden

Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht, weigeren burgemeester en wethouders de subsidie in ieder geval als:

• a.

  niet voldaan is aan de voorwaarden zoals genoemd in de artikelen 6 tot en met 8;

• b.

  met het treffen van de voorzieningen/maatregelen de doelstelling zoals genoemd in artikel 1 niet of in onvoldoende mate wordt gediend;

• c.

  de kosten van de voorzieningen/maatregelen niet geacht kunnen worden te staan in een redelijke verhouding tot het te verkrijgen resultaat;

• d.

  met het treffen van de voorzieningen/maatregelen is begonnen voordat de aanvrager een verleningsbeschikking heeft ontvangen;

• e.

  in een lopende subsidieperiode al een subsidie voor hetzelfde monument is verleend;

• f.

  voor het treffen van de voorzieningen/maatregelen een omgevingsvergunning is vereist en deze nog niet is verleend;

• g.

  op het moment van de aanvraag te voorzien is dat het monument waaraan de voorzieningen/maatregelen worden getroffen binnen een periode van tien jaar wordt afgebroken;

• h.

  het monument in geval van een ingrijpende verbetering, na het treffen van de voorzieningen/maatregelen, in zijn geheel beschouwd, niet voldoet aan de eisen die hieraan op grond van bouwregelgeving moeten worden gesteld;

• i.

  indien de werkzaamheden voortvloeien uit andere wettelijke of maatschappelijke verplichtingen.

Artikel 17. Verplichtingen

Burgemeester en wethouder kunnen aan de verlening van een subsidie de volgende voorschriften en bepalingen verbinden:

• a.

  afhankelijk van de omvang van de werkzaamheden en behoudens incidentele kleine onderhoudswerkzaamheden, dienen de werkzaamheden te worden uitgevoerd door erkende aannemers en onderaannemers;

• b.

  burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de procedure van aanbesteding en gunning van het werk;

• c.

  start en einde van de uitvoering dienen aan burgemeester en wethouders schriftelijk te worden gemeld op een door burgemeester en wethouders beschikbaar te stellen formulier;

• d.

  binnen zes maanden na afgifte van de verleningsbeschikking dient met het treffen van de voorzieningen een aanvang te worden gemaakt. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van deze termijn;

• e.

  binnen twee jaar na afgifte van de verleningsbeschikking moeten de voorzieningen zijn getroffen. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van deze termijn.

• f.

  het plan tot het treffen van voorzieningen/maatregelen dient te zijn opgesteld door en de uitvoering dient te geschieden onder verantwoordelijkheid en toezicht van een in het architectenregister ingeschreven architect

• g.

  als aannemelijk is dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht of dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan, meldt de subsidieontvanger dat onverwijld schriftelijk aan burgemeester en wethouders.

• h.

  Een subsidieontvanger informeert burgemeester en wethouders onverwijld schriftelijk over:

  • i.

    beslissingen of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend;

  • ii.

    relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;

  • iii.

    ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat de subsidieontvanger de aan de subsidie verbonden verplichtingen niet, niet tijdig of niet geheel zal kunnen nakomen;

Artikel 18. Verantwoording

• 1.

  Subsidies lager dan € 10.000 worden bij de verlening direct vastgesteld.

• 2.

  De subsidieontvanger dient uiterlijk 13 weken na uitvoering van de werkzaamheden de gereedmelding in.

Artikel 19. Subsidievaststelling

• 1.

  Een subsidie wordt vastgesteld binnen acht weken na de ontvangst van een aanvraag tot subsidievaststelling.

• 2.

  Deze termijn kan eenmaal voor ten hoogste acht weken worden verdaagd.

Artikel 20. Betaling in gedeelten

• 1.

  De subsidie zal worden uitbetaald direct na de vaststelling van de definitieve hoogte van de subsidie.

• 2.

  Op verzoek en ter beoordeling van het college kan een voorschot van maximaal 80% van de subsidie worden verstrekt. Dit wordt opgenomen in de beschikking tot subsidieverlening.

• 3.

  De overige 20% wordt achteraf uitbetaald als de ingediende verantwoording van de subsidie voldoet aan alle eisen en de subsidie is vastgesteld. Dit wordt opgenomen in de beschikking tot subsidievaststelling.

Artikel 21. Hardheidsclausule

• 1.

  Burgemeester en wethouders kunnen deze verordening, met uitzondering van de artikelen 1, 3, 4 en 5, in individuele gevallen buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover de toepassing van die bepalingen voor de subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepalingen te dienen doelen.

• 2.

  Toepassing van het vorige lid wordt gemotiveerd in het besluit en hiervan wordt periodiek verslag gedaan aan de raad.

Artikel 22. Slotbepalingen

• 1.

  De Venrayse Instandhoudingsverordening Monumenten en Cultuurhistorische waarden 2009 wordt ingetrokken.

• 2.

  Deze subsidieregeling treedt in werking op de eerste dag na de dag van bekendmaking.

• 3.

  Deze verordening wordt aangehaald als: Subsidieverordening cultureel erfgoed Gemeente Venray