Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amsterdam

Verzamelmandaatbesluit 24 maart 2022 voor de samenwerkingsverbanden ten gevolge van de gemeentelijke herindeling Amsterdam Weesp

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmsterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerzamelmandaatbesluit 24 maart 2022 voor de samenwerkingsverbanden ten gevolge van de gemeentelijke herindeling Amsterdam Weesp
CiteertitelVerzamelmandaatbesluit ten gevolge van de gemeentelijke herindeling Amsterdam Weesp
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 160, eerste lid, van de Gemeentewet
  2. afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht
  3. titel 3 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-03-2022nieuwe regeling

08-03-2022

gmb-2022-116717

Tekst van de regeling

Intitulé

Verzamelmandaatbesluit 24 maart 2022 voor de samenwerkingsverbanden ten gevolge van de gemeentelijke herindeling Amsterdam Weesp

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

 

gelet op

  • -

    artikel 160, eerste lid, onder a, van de Gemeentewet

  • -

    afdeling 10.1.1, van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    Titel 3, van boek 3, van het Burgerlijk Wetboek

besluit de volgende regeling vast te stellen:

 

[Verzamelmandaatbesluit 24 maart 2022 voor de samenwerkingsverbanden ten gevolge van de gemeentelijke herindeling Amsterdam Weesp.]

Artikel 1.  

Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente;

  • b.

    gemeente: de gemeente Amsterdam;

  • c.

    gemandateerde: het orgaan of de functionaris waar op basis van dit besluit mandaat aan wordt verleend door het college;

  • d.

    mandaat: de bevoegdheid om in naam van het college besluiten te nemen als bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

  • e.

    machtiging: de bevoegdheid om handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn, en

  • f.

    volmacht: de bevoegdheid om namens de gemeente privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten.

Artikel 2. Mandaat

  • 1.

    Aan de organen of functionarissen, bedoeld in Artikel 8 en Artikel 9 wordt, voor zover het bevoegdheden van het college betreft, overeenkomstig Artikel 8 en Artikel 9 mandaat verleend. Dit mandaat omvat eveneens de machtiging om namens het college alle feitelijke handelingen te verrichten en besluiten te nemen ter voorbereiding en uitvoering van de gemandateerde bevoegdheden.

  • 2.

    Voor de toepassing van dit besluit wordt mandaat gelijkgesteld met de verlening van volmacht en machtiging.

Artikel 3. Ondermandaat

  • 1.

    De gemandateerde kan de bevoegdheden, bedoeld in Artikel 8 en Artikel 9, schriftelijk in ondermandaat verlenen.

  • 2.

    De plaatsvervanger van de gemandateerde beschikt over alle gemandateerde bevoegdheden, tenzij bij de plaatsvervanging anders is bepaald.

  • 3.

    De gemandateerde zorgt ervoor dat de door hem ondergemandateerden tevens kunnen beschikken over de informatie, bedoeld in Artikel 4 lid 3.

  • 4.

    Een besluit tot verlening van ondermandaat wordt bekend gemaakt conform de daarvoor geldende regels.

Artikel 4. Kaders

  • 1.

    De uitoefening van bevoegdheden in mandaat geschiedt met in achtneming van de:

    • a.

      grenzen van het recht, waaronder, maar niet uitsluitend de Algemene verordening gegevensbescherming;

    • b.

      ter zake geldende uitvoeringsregels;

    • c.

      gestelde budgettaire kaders, en

    • d.

      relevante beleidsregels, vastgesteld door het college.

  • 2.

    De gemandateerde past de algemene dan wel specifieke instructies van het college, bedoeld in artikel 10:6, van de Algemene wet bestuursrecht, toe.

  • 3.

    Indien het college een voor een besluit relevante beleidsregel heeft vastgesteld, verwijst de gemandateerde ter motivering van een besluit naar die regel.

  • 4.

    Het college zorgt ervoor dat de gemandateerde over de informatie, bedoeld in het eerste tot en met het derde lid, kan beschikken die noodzakelijk is voor de uitvoering van de gemandateerde bevoegdheden.

  • 5.

    De bevoegdheid om beslissingen in mandaat bij of krachtens dit besluit te nemen bevat niet beslissingen:

    • a.

      die de belangen van de gemandateerde zelf raken;

    • b.

      waarbij de aard van de bevoegdheid zich tegen mandaat verzet;

    • c.

      die een afwijking inhouden van het gevoerde beleid;

    • d.

      die de uitoefening van een hardheidsclausule inhouden, en

    • e.

      op bezwaarschriften en beroepschriften.

Artikel 5. Toepassing

De bevoegdheden die middels dit besluit worden gemandateerd gelden alleen voor het gebied Weesp van het stadsgebied Weesp als bedoeld in de Verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022.

Artikel 6. Informatieplicht

  • 1.

    De gemandateerde verschaft het college gevraagd of ongevraagd informatie over de uitvoering van het bij dit besluit verleende mandaat.

  • 2.

    De gemandateerde informeert het college bij zwaarwegende omstandigheden en gebeurtenissen die betrekking hebben op de bevoegdheden van de gemandateerde, waaronder het nemen van beslissingen van principieel juridische aard, beleidsmatig principiële aard, of politiek- of bestuurlijk-gevoelige aard en tevens bij het nemen van beslissingen met risico’s van financiële aard.

  • 3.

    De gemandateerde houdt een register bij van bij krachtens dit besluit genomen ondermandaatbesluiten.

  • 4.

    Dit besluit wordt ter inzage gelegd bij het bestuurs- en directiesecretariaat van de gemeente Amsterdam.

Artikel 7. Ondertekening

  • 1.

    Indien een besluit krachtens (onder)mandaat wordt genomen als bedoeld in Artikel 2 respectievelijk Artikel 3 luidt de ondertekening:

  •  

  • Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,

  • namens deze,

  • gevolgd door:

    • -

      de functieaanduiding

    • -

      de handtekening

    • -

      de naam van de (onder)gemandateerde of (onder)gemachtigde

  • 2.

    Het in een document vastleggen van een besluit of handeling door de gemandateerde geschiedt indien aanwezig, op briefpapier van de gemandateerde.

Artikel 8. Mandaatverlening

Openbaar lichaam Regio Gooi en Vechtstreek

A. Nr.

B. Bevoegdheid

C. Gemandateerde

  • 1.

     

Taken ten aanzien van huishoudelijk en grof huishoudelijk afval, als bedoeld in artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer en als uitgewerkt in artikel 4 lid 1 sub a, artikel 7 lid 2, artikel 8 lid 6, artikel 9 lid 2, artikel 11 lid 1 en 6 en artikel 15 lid 1 van de Afvalstoffenverordening Regio Gooi en Vechtstreek 2017 en voor zover voortvloeiend uit de DVO Weesp Amsterdam Regio GVS nr 21.0003526", tot 1 januari 2024.

  • Het dagelijks bestuur van de Regio Gooi en Vechtstreek, bedoeld in artikel 1 lid 1 onder b van de Gemeenschappelijke Regeling Regio Gooi en Vechtstreek

  • De manager GAD als ambtenaar van het openbaar lichaam Regio Gooi en Vechtstreek

  • 2.

     

Taken ten aanzien van huishoudelijk en grof huishoudelijk afval, als bedoeld in artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer en als uitgewerkt in, artikel 3 lid 2, 3 en 4, artikel 5, artikel 7 lid 2, artikel 8 lid 1, 2 en 5 en artikel 16 lid 1 van de Afvalstoffenverordening 2009 van de gemeente Amsterdam en voor zover voortvloeiend uit de DVO Weesp Amsterdam Regio GVS nr 21.0003526", vanaf 1 januari 2024 tot 1 januari 2025.

  • Het dagelijks bestuur van de Regio Gooi en Vechtstreek, bedoeld in artikel 1 lid 1 onder b van de Gemeenschappelijke Regeling Regio Gooi en Vechtstreek

  • De manager GAD als ambtenaar van het openbaar lichaam Regio Gooi en Vechtstreek

  • 3.

     

Toezicht en handhaving, op basis van artikel 21 en artikel 22 van de Afvalstoffenverordening Regio Gooi en Vechtstreek 2017 en de handhaving daarvan op basis van de Wet op de economische delicten en voor zover voortvloeiend uit de DVO Weesp Amsterdam Regio GVS nr 21.0003526", tot 1 januari 2024.

Het dagelijks bestuur van de Regio Gooi en Vechtstreek, bedoeld in artikel 1 lid 1 onder b van de Gemeenschappelijke Regeling Regio Gooi en Vechtstreek.

  • 4.

     

Toezicht en handhaving, op basis van artikel 22 en artikel 23 van de Afvalstoffenverordening 2009 van de gemeente Amsterdam en de handhaving daarvan op basis van de Wet op de economische delicten en voor zover voortvloeiend uit de DVO Weesp Amsterdam Regio GVS nr 21.0003526", vanaf 1 januari 2024 tot 1 januari 2025.

Het dagelijks bestuur van de Regio Gooi en Vechtstreek, bedoeld in artikel 1 lid 1 onder b van de Gemeenschappelijke Regeling Regio Gooi en Vechtstreek.

  • 5.

     

Opdracht verstrekken voor maatwerkvoorzieningen, als bedoeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, jeugdhulpvoorzieningen als bedoeld in de Jeugdwet en re-integratievoorzieningen als bedoeld in de Participatiewet aan aanbieders, het verrichten van het contractbeheer en contractmanagement en het controleren van de rechtmatigheid van declaraties, waarbij het mandaat voor voornoemde bevoegdheden alleen geldt voor cliënten die reeds een voorziening en/of indicatie hebben op 31 december 2021, tot 1 januari 2023.

Het dagelijks bestuur van de Regio Gooi en Vechtstreek, bedoeld in artikel 1 lid 1 onder b van de Gemeenschappelijke Regeling Regio Gooi en Vechtstreek.

  • 6.

     

Uitvoeren van taken met betrekking tot het Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling Gooi en Vechtstreek, als bedoeld in of krachtens Hoofdstuk 4. Advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, voor die cases die op 31 december 2021 reeds liepen bij het voornoemde advies- en meldpunt, tot 1 januari 2023.

Het dagelijks bestuur van de Regio Gooi en Vechtstreek, bedoeld in artikel 1 lid 1 onder b van de Gemeenschappelijke Regeling Regio Gooi en Vechtstreek.

  • 7.

     

Afhandelen van klachten over gedragingen van Veilig Thuis en medewerkers van Veilig Thuis in het kader van de uitvoering van taken, als genoemd in Hoofdstuk 4 Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en als uitgewerkt in de Klachtenregeling Veilig Thuis Gooi en Vechtstreek, voor die cases die op 31 december 2021 reeds liepen bij het voornoemde advies- en meldpunt, tot 1 januari 2023.

Het dagelijks bestuur van de Regio Gooi en Vechtstreek, bedoeld in artikel 1 lid 1 onder b van de Gemeenschappelijke Regeling Regio Gooi en Vechtstreek.

Openbaar lichaam Werkvoorzieningsschap Tomingroep

  • 1.

     

Uitvoeren van de Wet sociale werkvoorzieningen als bedoeld in artikel 2 lid 2 en 3 van de Wet sociale werkvoorzieningen, tot de laatste persoon met een Wsw-(her)indicatiebeschikking niet meer in dienst is bij Werkvoorzieningsschap Tomingroep.

Bestuursorganen van het Schap, waaronder het algemeen bestuur, dagelijks bestuur en voorzitter, als bedoeld in artikel 6 van de Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorzieningsschap Tomingroep

Woningcorporatie Ymere

  • 1.

     

Bijhouden van een uniform inschrijfsysteem van woningzoekenden als bedoeld in artikel 1.3 van de Huisvestingsverordening Weesp 2019, tot 1 januari 2023.

Directeur van woningcorporatie Ymere

  • 2.

     

Bekendmaken van het aanbod van woonruimte als bedoeld in artikel 1.4 van de Huisvestingsverordening Weesp 2019, tot 1 januari 2023.

Directeur van woningcorporatie Ymere

  • 3.

     

Verlenen van de vergunning tot het in gebruik nemen van vergunningplichtige woonruimte als bedoeld in artikel 2.1 van de Huisvestingsverordening Weesp 2019, tot 1 januari 2023.

Directeur van woningcorporatie Ymere

  • 4.

     

Specifiek aanmerken van woonruimte specifiek als bedoeld in artikel 1.5 van de Huisvestingsverordening Weesp 2019, tot 1 januari 2023.

Directeur van woningcorporatie Ymere

  • 5.

     

Bepalen van passendheid van de woning in het kader van de spoedzoekregeling als bedoeld in artikel 2.3. lid 3 van de Huisvestingsverordening Weesp 2019, tot 1 januari 2023.

Directeur van woningcorporatie Ymere

  • 6.

     

Verbinden van bijzondere voorwaarden en voorschriften - mede op advies van betrokken zorgpartijen - aan een vergunning, als bedoeld in artikel 2.9 van de Huisvestingsverordening Weesp 2019, tot 1 januari 2023.

Directeur van woningcorporatie Ymere

  • 7.

     

Uitsluiten van (potentieel) woningzoekenden - voor een maximale periode van één of drie jaar - van een vergunning als bedoeld in artikel 2.10 van de Huisvestingsverordening Weesp 2019, tot 1 januari 2023.

Directeur van woningcorporatie Ymere

  • 8.

     

Intrekken van de huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 2.11 van de Huisvestingsverordening Weesp 2019, tot 1 januari 2023.

Directeur van woningcorporatie Ymere

Artikel 9. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 24 maart 2022.

Artikel 10. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als” Verzamelmandaatbesluit ten gevolge van de gemeentelijke herindeling Amsterdam Weesp”.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 8 maart 2022,

De burgemeester

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink