Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Dinkelland

Beleidsregel vrijlating giften Participatiewet gemeente Dinkelland

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDinkelland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel vrijlating giften Participatiewet gemeente Dinkelland
CiteertitelBeleidsregel vrijlating giften Participatiewet gemeente Dinkelland
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 31, tweede lid, van de Participatiewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-03-202201-01-2022nieuwe regeling

15-02-2022

gmb-2022-115717

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel vrijlating giften Participatiewet gemeente Dinkelland

Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Dinkelland;

 

Gelet op artikel 31, tweede lid 1, onderdeel m van de Participatiewet

 

Besluit

 

Vast te stellen de Beleidsregel vrijlating giften Participatiewet gemeente Dinkelland.

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze beleidsregel en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: de Participatiewet.

  • b.

    gift: een bijdrage of meerdere bijdragen met een onverplicht karakter als bedoeld in artikel 31 tweede lid, onderdeel m van de wet, dan wel ontvangsten zoals boodschappen die leiden tot een besparing.

  • c.

    drempelbedrag: een totaalbedrag aan giften van € 1.200, - dat in een kalenderjaar door een bijstandsgerechtigde wordt ontvangen.

Alle andere begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die hierboven niet nader zijn omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet, de Algemene wet bestuursrecht en ook andere wet- en regelgeving.

Artikel 2. Vrijlating giften

  • 1.

    Giften zowel in de vorm van geld, als in natura worden tot aan het drempelbedrag niet tot de middelen gerekend, dan wel aangemerkt als mogelijkheid om te kunnen besparen.

  • 2.

    Giften in de vorm van verstrekkingen van bijvoorbeeld Voedselbank en soortgelijke charitatieve instellingen worden niet tot de middelen gerekend, dan wel als mogelijkheid om te kunnen besparen.

  • 3.

    Giften met een bepaalde bestemming, waarvoor anders periodieke bijzondere bijstand zou (kunnen) worden verstrekt worden vrijgelaten. Er is dus sprake van noodzakelijke, uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende kosten waarin wordt voorzien door een gift van een derde. Voorwaarde is ook dat de gift aantoonbaar wordt aangewend voor dit doel.

Artikel 3 Meldplicht

Zodra het ontvangen van een gift ertoe leidt dat het drempelbedrag zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 in een kalenderjaar wordt overschreden, moet dit direct door de bijstandsgerechtigde aan het college worden gemeld.

Artikel 4 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met terugwerkende kracht tot 1 januari 2022.

Artikel 5 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel vrijlating giften Participatiewet gemeente Dinkelland.

Aldus vastgesteld op 15 februari 2022.

Het college van burgemeester en wethouders,

Toelichting

Algemene toelichting

 

De definitie van een gift kan worden omschreven als ‘een betaling uit vrijgevigheid door een natuurlijk persoon of een instelling, waarvoor niets wordt terugverlangd’. Deze beleidsregel geeft aan hoe er met het ontvangen van giften door bijstandsgerechtigden moet worden omgegaan.

 

In deze beleidsregel zijn naast giften overeenkomstig artikel 31 lid 2 onder m ook ‘ontvangsten zoals boodschappen die leiden tot een besparing’ begrepen. Dit omdat bijvoorbeeld boodschappen niet worden gezien als gift maar als een besparing. Structureel ontvangen boodschappen zijn geen middelen. Boodschappen kunnen namelijk niet te gelde worden gemaakt om daarvan te leven. Omdat boodschappen geen middelen zijn, kunnen boodschappen niet worden vrijgelaten als gift. Wel zou het een substantiële kostenbesparing kunnen opleveren. In dat geval kan de bijstand hierop worden afgestemd door deze te verlagen. Zie hiervoor ook de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep: ECLI:NL: CRVB: 2021:1918 gedaan in de zaak van de gemeente Wijdemeren over het terugvorderen van bijstand. Beter bekend als de ‘Boodschappenaffaire’.

 

Door giften niet volledig tot de middelen te rekenen, wordt voorkomen dat de Participatiewet een ontmoediging vormt voor de vrijgevigheid van instellingen of personen. Het uitgangspunt hierbij is dat kerkelijke, particuliere en maatschappelijke initiatieven zoveel mogelijk worden gerespecteerd. Wanneer deze giften niet leiden tot een duidelijke besparing op de kosten van levensonderhoud, zal vrijlating in beginsel mogelijk moeten zijn. Het ontvangen van giften mag niet leiden tot een bestedingsniveau dat onverenigbaar is met wat op bijstandsniveau gebruikelijk is. Gezien het minimumbehoeftenkarakter van de bijstand kan de vrijlating daarom niet onbeperkt zijn.

 

Uit deze beleidsregels volgt wanneer giften in de bijstand tot de middelen, dan wel mogelijkheid tot besparen moeten worden gerekend. Het omgekeerde is niet per definitie het geval.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1. Begripsbepaling

Een gift kan zowel eenmalig verstrekt zijn of een zeker periodiciteit kennen. Daarnaast kunnen giften in verschillende vormen aan de belanghebbende worden geschonken: per bankoverschrijving, contant of in natura. Voor het vaststellen van de economische waarde van giften in natura wordt waar mogelijk gebruik gemaakt van de NIBUD-prijzengids.

 

Een gift kent voorts een onverplicht karakter. Bijdragen die zijn gebaseerd op wederkerige overeenkomsten (zoals leningen) kunnen om die reden dan ook niet aangemerkt worden als giften.

 

Artikel 2. Vrijlating giften

Het bedrag van € 1.200, - is gekozen op drie gronden:

 

Ten eerste is dit het bedrag zoals dit ook in een motie is vastgelegd welke op 21 december 2021 in zijn algemeenheid is ingediend en aangenomen door de gemeenteraad.

 

Ten tweede kunnen giften fiscale gevolgen hebben voor de ontvangers, de eventuele fiscale gevolgen van ontvangen giften worden bepaald door de belastingdienst. Daarop heeft de gemeente geen invloed. In principe valt dit bedrag beneden de grens van giften die belastingvrij ontvangen kunnen worden;

 

Tot slot zorgt een vast bedrag voor gelijkheid onder alle belanghebbenden, ook wanneer men gedurende het jaar meerdere uitkeringsnormen ontvangt. Voor de uitvoering van deze beleidsregels gelden de vrijlatingen per uitkering, niet per persoon. Dit houdt in dat voor een alleenstaande ouder en gehuwden (en daarmee gelijkgestelden) dezelfde vrijlating van toepassing is als voor een alleenstaande.

 

Het drempelbedrag ad € 1.200, - wordt toegerekend aan een kalenderjaar (1 januari tot en met 31 december). Wanneer iemand minder dan het drempelbedrag aan giften heeft ontvangen, mag het restant niet mee worden genomen naar het volgend jaar. Voor mensen die gedurende het jaar een uitkering toegekend hebben gekregen, geldt dat de drempel van € 1.200, - geldt voor de periode van de aanvraag van de bijstandsuitkering tot en met 31 december van dat jaar.

 

Giften die worden verstrekt vanuit charitatieve instellingen, zoals de Voedselbank zoals bedoeld in artikel 2, onderdeel 2 worden sowieso buiten beschouwing gelaten en dus niet tot de middelen gerekend. Ze tellen bovendien niet mee voor het bepalen van het drempelbedrag.

 

Artikel 3 Meldplicht

Wanneer de gift bedoeld in artikel 2, onderdeel 1 het drempelbedrag van € 1.200, - in het betreffende kalenderjaar overstijgt moet dit direct bij het college worden gemeld.

 

Deze beoordeelt dan aan de hand van de persoonlijke situatie van de bijstandsgerechtigde of de gift die uitgaat boven het drempelbedrag nodig is. Gekeken wordt naar bijvoorbeeld de schuldenpositie, de medische situatie en de gezinssituatie en weegt dan ook (geheel in lijn met de geldende jurisprudentie) mee of het ontvangen van de gift niet leidt tot een bestedingsniveau dat onverenigbaar is met wat op bijstandsniveau gebruikelijk is.

 

Als het college vaststelt dat de gift die het drempelbedrag overstijgt niet noodzakelijk is, dan wordt met het meerdere rekening gehouden bij de uitkering verstrekking. Dan kan, afhankelijk van onder meer soort, frequentie en omvang van de verkregen zaken, in de vorm van in mindering brengen op de uitkering, toerekening tot het vermogen of een afstemming op grond van artikel 18 lid 1 Participatiewet.

 

Wat voorbeelden

 

De bijstandsgerechtigde ontvangt minder dan € 1.200,-

Een bijstandsgerechtigde houdt aan het einde van de maand te weinig geld over. Hij krijgt van een familielid € 350,- om zijn huur te betalen. Daarnaast krijgt hij van het familielid iedere maand een tas met boodschappen ter waarde van € 50,-. Dit betekent dat hij in een jaar € 950,- aan giften, dan wel besparingsmogelijkheid heeft verkregen. Dit hoeft hij vanaf 1 januari 2022 niet meer te melden. Het wordt niet in mindering gebracht op zijn uitkering.

 

De bijstandsgerechtigde ontvangt meer dan € 1.200,-

Een familielid heeft beloofd om gedurende het eerste jaar dat de bijstandsgerechtigde een bijstandsuitkering ontvangt te helpen met € 200,- per maand. Na zeven maanden moet de bijstandsgerechtigde dit melden bij het college. Dan heeft hij namelijk meer dan € 1.200, - ontvangen. . Het college beoordeelt dan aan de hand van de persoonlijke situatie of de gift nodig is en kijkt daarbij bijvoorbeeld naar de schuldpositie, de medische situatie en de gezinssituatie en weegt daarbij af of de gift tot een bestedingsniveau leidt dat verenigbaar is met wat op bijstandsniveau gebruikelijk is. Is dat zo dan wordt de gift niet in mindering gebracht. Stelt het college vast dat de gift niet noodzakelijk is dan wordt er vanaf dat moment € 200,- in mindering gebracht op de uitkering.

 

Indien een bijstandsgerechtigde zakgeld ontvangt dan dient dit tot een bedrag van € 1.200,-- vrij gelaten te worden. Als het bedrag meer is dan € 1.200,-- per jaar, moet de bijstandsgerechtigde dit melden bij het college. Het meerdere dient in mindering gebracht te worden op de uitkering.

 

Artikel 4. Inwerkintreding

Omdat voor toepassing van het drempelbedrag het kalenderjaar van belang is, is ervoor gekozen de beleidsregels met terugwerkende kracht te laten ingaan op 1 januari 2022.

 

Artikel 5. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Beleidsregel vrijlating giften Participatiewet gemeente Dinkelland.