Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Texel

Beheersverordening algemene begraafplaatsen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTexel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeheersverordening algemene begraafplaatsen
CiteertitelBeheersverordening algemene begraafplaatsen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 168 (oud)<br />Wet op de lijkbezorging

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-11-1997nieuwe regeling

12-11-1997

Texelse Courant

Geen.

Tekst van de regeling

Intitulé

Beheersverordening algemene begraafplaatsen

De raad der gemeente Texel;gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;overwegende dat het gewenst is om regels vast te stellen voor het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen;gelet op artikel 168 van de Gemeentewet en de desbetreffende bepalingen van de Wet op de Lijkbezorging;                                    B E S L U I T :vast te stellen de volgende              Verordening op het beheer en het gebruik van de              algemene begraafplaatsen in de gemeente Texel.

 

Hoofdstuk 1 INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen.

Deze verordening verstaat onder:Begraafplaatsen : de algemene begraafplaatsen van Den Burg & Oosterend.Eigen graf : een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot (termijn: zie artikel 13):- het doen begraven en begraven houden van lijken;- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;- het doen verstrooien van as.Algemeen graf : een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken.Algemeen urnengraf : een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen.Urn : een voorwerp ter berging van één of meer asbussen.Asbus : een bus ter berging van as van een overledene.Verstrooiingsplaats : een plaats waarop as wordt verstrooid.Grafbedekking : gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf, een verstrooiingsplaats of gedenkplaats.Gedenkplaats : een plaats ingericht om overledenen te gedenken.Beheerder : de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen of degene die hem vervangt.Rechthebbende : de rechthebbende op een eigen- of huurgraf.

Artikel 2 Uitbreiding begrippen huur- en eigen graf.

  • 1

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde, wordt, voor zover van belang onder "eigen graf" mede verstaan: eigen urnennis.

  • 2

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde, wordt, voor zover van belang, onder "huurgraf" mede verstaan: algemeen urnengraf. 

Hoofdstuk 2 OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS

Artikel 3 Openstelling begraafplaatsen.

  • 1

    De begraafplaatsen zijn voor een ieder dagelijks toegankelijk vanaf zonsopgang tot zonsondergang.

  • 2

    Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3

    Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

  • 4

    In bijzondere gevallen, ter beoordeling van burgemeester en wethouders, kunnen de begraafplaatsen tijdens andere uren worden opengesteld.

Artikel 4 Ordemaatregelen

  • 1

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen, die werkzaamheden op de begraafplaatsen hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2

    Degenen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzingen houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.

Artikel 5  

  • 1

    Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten vijf dagen tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

  • 2

    De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid, moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 6 Opgravingen en ruimen.

Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast. 

Hoofdstuk 3 VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING

Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf.

  • 1

    Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven, moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2

    Het lijk, dan wel het omhulsel en de asbus of urn moeten zijn voorzien van een duurzaam identiteitskenmerk. De gegevens van het kenmerk moeten overeenstemmen met de administratie van de begraafplaats.

  • 3

    Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door daartoe aangewezen personen op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.

Artikel 8 Over te leggen stukken.

  • 1

    Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven of de bezorging van as is overgelegd aan de beheerder.

  • 2

    Indien de begraving of de bezorging van as in een eigen graf zal plaatsvinden dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd, ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 3

    Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door één van de andere personen genoemd in artikel 14, tweede lid.

  • 4

    De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren.

  • 5

    De beheerder onderzoekt de genoegzaamheid van de overgelegde stukken.

Artikel 9 Tijden van begraven en asbezorging.

  • 1

    De tijd van begraven en het bezorgen van as is: op werkdagen en zaterdagen van 08.00 tot 16.00 uur.

  • 2

    Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken. 

Hoofdstuk 4 INDELING EN UITGIFTE DER GRAVEN

Artikel 10 Aantal overledenen in huurgraven.

  • 1

    In de huurgraven kan een door burgemeester en wethouders te bepalen aantal lijken worden begraven.

  • 2

    In de algemene urnengraven kan een door burgemeester en wethouders te bepalen aantal asbussen met of zonder urn worden bijgezet.

Artikel 11 Volgorde van uitgifte.

  • 1

    De huurgraven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 2

    Burgemeester en wethouders kunnen een graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaatsen niet bezwaarlijk is.

Artikel 12 Het verkrijgen van het recht op een eigen graf

  • 1

    Burgemeester en wethouders verlenen, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag het recht op een eigen graf. Het recht begint te lopen op de datum waarop het eigen graf is uitgegeven.

  • 2

    Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op verzoek van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van tien jaren, mits het verzoek vóór het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 3

    Het in dit artikel bedoelde recht kan niet langer gelden dan tot het tijdstip, waarop het terrein feitelijk aan zijn bestemming als begraafplaats zal zijn onttrokken.

  • 4

    Een recht als in dit artikel bedoeld, kan slechts aan één rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor de personen genoemd in artikel 16, eerste lid. Verlenging van het recht ten behoeve van een ander is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

Artikel 13 Overschrijving van verleende rechten.

  • 1

    Het recht op een eigen graf kan op schriftelijk verzoek van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 2

    Na het overlijden van de rechthebbende kan het eigen graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits het verzoek hiertoe schriftelijk wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan de in de vorige zin bedoelde personen, is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 3

    Indien na het overlijden van de rechthebbende het schriftelijk verzoek tot overschrijving aan burgemeester en wethouders niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, zijn burgemeester en wethouders bevoegd het recht op het eigen graf te doen vervallen.

  • 4

    Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van een jaar kunnen burgemeester en wethouders het eigen graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een eigen graf dat inmiddels is geruimd.

Artikel 14 Afstand doen van graven.

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het eigen graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Artikel 15 Sluiting van graven.

  • 1

    Op schriftelijk verzoek van de rechthebbende kunnen burgemeester en wethouders een graf gesloten verklaren. Gedurende de tijd dat een graf gesloten is mag daarop geen andere grafbedekking worden geplaatst en mag daarin geen andere begraving plaatshebben of asbus worden bijgezet, dan wel as worden verstrooid dan die van de stoffelijke overschotten van de personen die de rechthebbende in zijn verzoek met name heeft genoemd.

  • 2

    Burgemeester en wethouders bepalen in overleg met de rechthebbende de periode waarvoor de in het eerste lid bedoelde sluiting zal geschieden. Zij stellen de bijzondere voorwaarden vast, waaraan moet zijn voldaan alvorens het graf gesloten wordt verklaard.

Artikel 16 Grafbedekking

  • 1

    Omtrent de wijze, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen, kunnen burgemeester en wethouders nadere regels vaststellen.

  • 2

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde nadere regels. 

Hoofdstuk 5 GRAFBEDEKKINGEN

Artikel 17 Grafbeplanting.

  • 1

    Niet-blijvende beplantingen op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding.

  • 2

    Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd.

  • 3

    Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende drie maanden ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe tevoren een mondeling of schriftelijk verzoek heeft gedaan bij de beheerder.

Artikel 18 Verwijdering grafbedekking.

  • 1

    De grafbedekking kan na het verstrijken van de graftermijn door burgemeester en wethouders worden verwijderd.

  • 2

    Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd op een op het te ruimen graf te plaatsen bordje door burgemeester en wethouders bekend gemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende bij burgemeester en wethouders bekend is. In dat geval stellen zij hem uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief van hun voornemen in kennis.

  • 3

    Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij burgemeester en wethouders ingediend schriftelijk verzoek, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende drie maanden ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 17 was verleend. Het schriftelijk verzoek kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.

  • 4

    De grafbedekking vervalt aan de gemeente indien:- geen verzoek op grond van het derde lid is ingediend en de termijn waarbinnen dit verzoek had kunnen worden ingediend is verstreken;- de grafbedekking niet binnen drie maanden nadat deze van het graf is verwijderd, is afgehaald.

Artikel 19 Onderhoud door de rechthebbende.

  • 1

    De rechthebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.

  • 2

    Indien hij nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kunnen burgemeester en wethouders de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zonodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende drie maanden ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 3

    De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

  • 4

    Dit onderhoud kan overeenkomstig de verordening op de heffing en invordering van begraafrechten ook worden opgedragen aan de gemeente overeenkomstig de voorwaarden en bepalingen in die verordening vervat.

Artikel 20 Onderhoud door de gemeente.

Burgemeester en wethouders voorzien in het schoonhouden en het na verzakking opnieuw stellen van het gedenkteken en in de zorg voor de winterharde beplantingen. Grafbeplantingen worden hiertoe niet gerekend. 

Hoofdstuk 6 RUIMING VAN GRAVEN EN URNENGRAVEN

Artikel 21 Ruiming, bezorging van overblijfselen en van as.

  • 1

    Het voornemen van burgemeester en wethouders om een graf te ruimen wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden op een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbenden gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hen bekend is. In dat geval stellen zij hem uiterlijk een jaar voorafgaande aan het bedoelde tijdstip per brief van hun voornemen in kennis.

  • 2

    Nabestaanden van een overledene die begraven is in een huurgraf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn de beheerder schriftelijk verzoeken bij de ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen de beheerder vragen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.

  • 3

    De rechthebbende op een eigen graf kan de beheerder schriftelijk verzoeken om de overblijfselen te doen verzamelen om deze weder in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een eigen urnengraf kan de beheerder vragen deze ter beschikking te houden om elders bij te zetten of te doen verstrooien. 

Hoofdstuk 7 INSTANDHOUDEN HISTORISCHE GRAVEN EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKING

Artikel 22 Lijst.

  • 1

    Burgemeester en wethouders houden een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2

    Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoeken burgemeester en wethouders of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 3

    Burgemeester en wethouders beslissen over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan. 

Hoofdstuk 8 INRICHTING REGISTER

Artikel 23 Voorschriften.

  • 1

    Burgemeester en wethouders stellen voorschriften vast voor het register van de begraven lijken en de bezorgde as.

  • 2

    Het register wordt bijgehouden door de beheerder. 

Hoofdstuk 9 KLACHTEN

Artikel 24 Indiening, behandeling en beslissing.

  • 1

    Ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen kunnen omtrent feitelijke handelingen of het nalaten van feitelijke handelingen betreffende de begraafplaats bij burgemeester en wethouders een schriftelijke klacht indienen.

  • 2

    Burgemeester en wethouders beslissen binnen 4 weken na ontvangst van de klacht. Zij kunnen deze termijn met ten hoogste 4 weken verlengen.

  • 3

    Burgemeester en wethouders brengen de beslissing omtrent de klacht terstond ter kennis van de klager en de gemeenteraad. 

Hoofdstuk 10 SLOTBEPALINGEN

Artikel 25 Overgangsbepaling.

De op het moment van vaststelling van deze verordening aanwezige rechten en verplichtingen met betrekking tot eigen graven worden geacht ingevolge deze verordening te zijn ontstaan.

Artikel 26 Strafbepaling.

Hij die handelt in strijd met het bepaalde in deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 27 Inwerkingtreding.

Deze verordening treedt op een nader door burgemeester en wethouders te bepalen dag in werking.

Artikel 28 Citeertitel.

Deze verordening kan worden aangehaald als "Beheersverordening algemene begraafplaatsen". 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 12 november 1997

 

De secretaris,                                                   De voorzitter,