Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waadhoeke

Werkafspraken bijtincidenten honden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWaadhoeke
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingWerkafspraken bijtincidenten honden
CiteertitelWerkafspraken bijtincidenten honden
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 125 van de Gemeentewet
  2. artikel 172 van de Gemeentewet
  3. Algemene plaatselijke verordening
  4. artikel 4:9 van de Algemene wet bestuursrecht
  5. artikel 6:1 van de Algemene wet bestuursrecht
  6. artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-03-2022nieuwe regeling

04-03-2022

gmb-2022-113521

Tekst van de regeling

Intitulé

Werkafspraken bijtincidenten honden

 

1. Begripsbepalingen

  • a.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht.

  • b.

    Bestuursdwang: zoals bedoeld in artikel 5:21 Awb, het actief ingrijpen door een bestuursorgaan wanneer wettelijke of uit de wet voortvloeiende voorschriften of verplichtingen niet worden nageleefd. Dat geldt onder andere voor het doen, het nalaten om iets te doen en het houden in strijd met de voorschriften of verplichtingen.

  • c.

    Besluit: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1:3 Awb.

  • d.

    Bijtincident: van een bijtincident is sprake wanneer een hond een persoon of een ander dier, veelal een andere hond, bijt maar waarbij geen sprake is van ernstig letsel of ernstige gevolgen, wat gezien de context van de situatie verklaarbaar is.

  • e.

    Dwangsom: de verplichting tot betaling van een geldsom als de last niet of niet tijdig wordt uitgevoerd als bedoeld in artikel 5:31d van de Awb.

  • f.

    Ernstig bijtincident: bij een ernstig bijtincident brengt de hond ernstig letsel toe aan een persoon (zichtbaar letsel) of een ander dier, veelal een hond. Meerdere bijtincidenten binnen een periode van twee jaar kunnen ook worden aangemerkt als een ernstig bijtincident.

  • g.

    Gevaarlijke hond: een hond, die een ernstig bijtincident heeft veroorzaakt.

  • h.

    Hinderlijke hond: een hond, die een bijtincident heeft veroorzaakt.

  • i.

    Houder: als houder van een hond wordt bedoeld zowel de eigenaar en degene die verantwoordelijk is voor de hond.

  • j.

    Kort aanlijnen: aanlijnen van een hond met een deugdelijke lijn met een lengte, die gemeten van hand tot halsband, niet langer is dan 1,50 meter.

  • k.

    Muilkorf: een muilkorf vervaardigd van stevige kunststof of van stevig leer, of van beide stoffen, die door middel van een stevige leren riem rond de hals zodanig is aangebracht dat verwijdering zonder toedoen van een mens niet mogelijk is, die zodanig is aangebracht dat de drager geen mens of dier kan bijten, die binnen de afgesloten ruimte van de korf een geringe opening van de bek van de hond toelaat en die geen scherpe delen binnen de korf bevat.

2. Korte samenvatting van de werkafspraken

2.1Bijtincidenten door honden worden gemeld én geregistreerd bij de politie (via het landelijk servicenummer).

Communicatie tussen politie en gemeente verloopt tussen de vaste contactpersonen.

 

2.2Politie beoordeelt de hond en brengt verslag uit aan de gemeente; de gemeente verstuurt een waarschuwingsbrief

Na een melding van een bijtincident beoordeelt de politie de hond die gebeten heeft. De vaste contactpersoon van de politie-eenheid A1 Noordwest-Fryslân (hierna: vaste contactpersoon politie) stuurt een afschrift van het gespreksverslag en de geregistreerde gegevens aan de vaste contactpersoon van de gemeente Waadhoeke (hierna: vaste contactpersoon gemeente). Wanneer de hond al hinderlijk of gevaarlijk wordt beoordeeld stuurt de gemeente de houder van de hond een officiële waarschuwingsbrief met daarin de afspraken/verplichtingen.

 

Als het bijtincident dermate ernstig is kan, al dan niet na gezamenlijk overleg, worden besloten dat meteen tot strafrechtelijke inbeslagname van de hond moet worden overgegaan.

 

2.3Verzoek politie tot aanlijn-/muilkorfgebod bij tweede incident

Na een tweede bijtincident veroorzaakt door dezelfde hond dient de politie een verzoek tot oplegging van een kort aanlijn- en/of muilkorfgebod bij de gemeente in. Dit verzoek is gebaseerd op de bestuurlijke rapportage en geregistreerde gegevens. Zowel de bestuurlijke rapportage als de geregistreerde gegevens worden aan de gemeente verstrekt.

 

2.4Indienen zienswijze houder bij voornemen aanlijn-/muilkorfgebod

De gemeente toetst het verzoek en de bestuurlijke rapportage en legt het voornemen tot kort aanlijn- en/of muilkorfgebod van de hond voor aan de houder. De houder krijgt gelegenheid om een zienswijze kenbaar te maken.

 

2.5Besluit tot opleggen van een last (gebod of gedragstest)

Naar aanleiding van de ingediende zienswijze kan worden besloten tot:

  • a.

    oplegging van een kort aanlijn- en/of muilkorfgebod; óf,

  • b.

    het laten uitvoeren van een gedragstest bij de hond.

De gedragstest dient bij een daartoe benoemde gedragskeurmeester te worden uitgevoerd. De kosten daarvan komen voor rekening van de houder.

 

2.6Bezwaar en beroepsmogelijkheden bij opleggen aanlijn-/muilkorfgebod

Als de houder afziet van een gedragstest, wordt alsnog een besluit tot oplegging van een kort aanlijn- en/of muilkorfgebod genomen. Dat besluit is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht, waartegen bezwaar en beroep openstaat. Als het besluit door de houder wordt genegeerd, kan daartegen bestuursrechtelijk worden opgetreden met bestuursdwang of een dwangsom. Ook dat is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht, waartegen bezwaar en beroep openstaat.

 

2.7Inbeslagname van een gevaarlijke hond door de burgemeester

De burgemeester kan besluiten een als gevaarlijk aangewezen hond in beslag te nemen als:

  • -

    de houder van de hond in strijd met artikel 2:28 van de Apv handelt; en,

  • -

    vervolgens een nieuw bijtincident met ernstig letsel veroorzaakt.

Naast bovengenoemd bestuurlijk traject is ook het civielrechtelijke traject beschreven.

 

2.8Inbeslagname hond bij verbreken verplichtingen i.c.m. nieuw bijtincident

Bij overtreding van het korte aanlijn- en/of muilkorfgebod in combinatie met een nieuw bijtincident kan de Officier van Justitie onttrekking van de hond aan het verkeer vorderen. In het uitzonderlijke geval dat tot inbeslagname is overgegaan, gaat het Openbaar Ministerie over tot vervreemden van de hond en zal in het uiterste geval overgaan tot het laten inslapen van de gevaarlijke hond.

 

2.9Politie informeert partijen als er alleen sprake is van civielrechtelijke schade

Het is mogelijk dat slechts sprake is van een civielrechtelijk schade-incident. De politie wijst dader en slachtoffer van het bijtincident op hun rechten en plichten en adviseert partijen om het schade-incident onderling te regelen.

3. Protocol

Stap 1 Bijtincidenten worden gemeld én geregistreerd bij de politie

  • 1.

    Meldingen van bijtincidenten komen bij de politie via 0900 - 88 44 (het landelijke servicenummer) binnen. Indien mogelijk wordt vaste contactpersoon politie ingeschakeld. Elk bijtincident wordt geregistreerd en daarbij worden in ieder geval de volgende gegevens geregistreerd:

    • a.

      personalia houder;

    • b.

      personalia benadeelde partij;

    • c.

      personalia getuige(n);

    • d.

      gegevens van bijtende hond inclusief vermelding van ras, chipnummer, roepnaam hond, kopie van paspoort en/of stamboomgegevens;

    • e.

      indien van toepassing gegevens van het slachtoffer;

    • f.

      indien van toepassing gegevens van de gebeten hond inclusief vermelding van ras, chipnummer, roepnaam hond, kopie paspoort en/of stamboomgegevens;

    • g.

      indien van toepassing gegevens van gebeten dier of object;

    • h.

      aard en omvang van letsel en schade;

    • i.

      omstandigheden en aanleiding waaronder de hond heeft gebeten;

    • j.

      antwoord op de vraag of de hond mee naar huis is of in beslag is genomen en op welke grond (straf- of bestuursrecht); en,

    • k.

      antwoord op de vraag of er andere of ‘oudere’ meldingen (tot 2 jaar terug) over desbetreffende hond in het systeem van de politie aanwezig zijn.

  • 2.

    De gemeente neemt geen meldingen van bijtincidenten aan. Voor dergelijke meldingen wordt doorverwezen naar het landelijke servicenummer van de politie.

Stap 2 Politie beoordeelt de hond en stuurt gemeente het gespreksverslag

Na een melding van een bijtincident beoordeelt de politie de hond. Tijdens de beoordeling wordt de houder gewezen op diens verplichtingen (bijvoorbeeld de aanlijnplicht). De gemeente wordt door de vaste contactpersoon politie ingelicht over het bijtincident én ontvangt het gespreksverslag en geregistreerde gegevens.

In het geval het eerste bijtincident dermate ernstig is, dat direct tot strafrechtelijke inbeslagname van de hond moet worden overgegaan, overlegt de vast contactpersoon politie dit met de contactpersoon van het Openbaar Ministerie. Wanneer deze situatie zich voordoet vraagt de politie of de houder vrijwillig afstand wil doen van de hond.

 

Stap 3 Gemeente verstuurd een waarschuwingsbrief

Nadat de gemeente het gespreksverslag van de politie heeft ontvangen, stuurt de gemeente de houder een officiële waarschuwingsbrief. Daarin wordt de houder gewezen op diens verantwoordelijkheden én worden de gemaakte afspraken en/of opgelegde verplichtingen schriftelijk bevestigd.

 

BESTUURSRECHTELIJK TRAJECT

 

Stap 4 Na tweede bijtincident dient politie een verzoek in bij gemeente

Na een tweede bijtincident door dezelfde hond dient de politie, in overleg met de vaste contactpersoon politie, een verzoek tot oplegging van een kort aanlijn- en/of muilkorfgebod bij de gemeente in. Dit verzoek is gebaseerd op een bestuurlijke rapportage en de geregistreerde gegevens. Zowel de bestuurlijke rapportage als de geregistreerde gegevens worden aan de gemeente verstrekt.

 

Stap 5 Gemeente legt voornemen tot muilkorfgebod voor aan houder

De gemeente legt het voornemen tot kort aanlijn- en/of muilkorfgebod voor aan de houder van de hond. De houder krijgt maximaal tien dagen de gelegenheid om een zienswijze kenbaar te maken.

 

Stap 6 Zienswijze houder

De zienswijze van de houder kan leiden tot:

  • 1.

    De houder is het eens met het verzoek van politie tot oplegging van een kort aanlijn- en/of muilkorfgebod voor de hond; het besluit kan door de gemeente worden opgelegd.

  • 2.

    De eigenaar is het niet eens met het verzoek en is bereid om voor zijn rekening een gedragstest uit te latenvoeren. Zodoende kan de houder, via de daartoe bevoegde instantie, aantonen dat zijn hond niet hinderlijk of gevaarlijk is.

  • 3.

    De eigenaar is het niet eens met het verzoek en is niet bereid om voor eigen rekening een gedragstest uit te laten voeren.

Stap 7 Besluit tot kort aanlijn- en/of muilkorfgebod

  • 1.

    Als de houder het eens is met het voornemen van de gemeente, op grond van de bestuurlijke rapportage van de politie, wordt het besluit, waarin de hond wordt aangemerkt als een gevaarlijke hond inclusief een aanlijn- en/of muilkorfgebod voor de hond, genomen.

  • 2.

    Als de gedragstest wordt uitgevoerd dient de houder de rekening voorafgaand aan de test te voldoen aan de daartoe bevoegde instantie. De kosten van de test komen voor rekening van de eigenaar.

  • 3.

    De houder zorgt ervoor dat de gemeente, binnen enkele weken na afname van de gedragstest van de hond, het advies van de onderzoeker ontvangt. De gemeente neemt in beginsel, tenzij er gegronde redenen zijn om van het advies af te wijken, het advies van de onderzoeker over in het definitieve besluit.

  • 4.

    Als de houder afziet van een gedragstest, dan wordt alsnog een besluit tot oplegging van een kort aanlijn- en/of muilkorfgebod genomen.

Bovengenoemde besluiten zijn besluiten in de zin van de Awb waartegen bezwaar en beroep openstaan.

 

Stap 8 Bezwaar tegen besluit

De houder kan, binnen zes weken na bekendmaking van het besluit, bezwaar tegen het besluit maken.

Dit bezwaar wordt door de adviescommissie bezwaarschriften van de gemeente Waadhoeke behandeld.

 

Afhankelijk van de vorm en inhoud etc. kunnen de volgende besluiten op het bezwaar worden genomen:

  • -

    Niet- ontvankelijk; de commissie oordeelt dat het bezwaar niet voldoet aan formele vereisten waardoor het niet tot een beoordeling komt.

  • -

    Ontvankelijk; het bezwaar zal inhoudelijk worden beoordeeld.

  • -

    Gegrond; de adviescommissie is het eens met de bezwaargronden. Er zal een nieuw besluit door de burgemeester worden genomen.

  • -

    Gedeeltelijk gegrond; de adviescommissie is het met een aantal bezwaargronden eens. Er zal een nieuw besluit door de burgemeester worden genomen.

  • -

    Ongegrond; de adviescommissie oordeelt dat het besluit terecht en op juiste gronden is genomen. Het besluit blijft in stand.

Stap 9 Bestuursrechtelijk optreden na overtreding van een besluit

  • 1.

    Als het besluit door de houder genegeerd of overtreden wordt, kan daartegen bestuursrechtelijk worden opgetreden met een dwangsom. Voor het vaststellen van de hoogte van de dwangsom wordt aangesloten bij de Landelijke Handhavingsstrategie.

  • 2.

    Als het besluit door de houder genegeerd of overtreden wordt, kan daartegen bestuursrechtelijk worden opgetreden met bestuursdwang. In spoedeisende gevallen kan dat betekenen dat bestuursdwang al wordt uitgeoefend zonder dat de last op schrift is gesteld. De brief volgt in dat geval zo snel mogelijk.

  •  

  • Afhankelijk van de situatie zal een keuze worden gemaakt tussen een last onder dwangsom of bestuursdwang.

Stap 10 Inbeslagname door burgemeester

De burgemeester is, op grond van artikel 172 lid 2 Gemeentewet, bevoegd overtredingen van wettelijke voorschriften die betrekking hebben op de openbare orde, te beletten of te beëindigen. De burgemeester besluit tot inbeslagname van de hond als:

  • -

    een hond door de burgemeester als gevaarlijke hond is aangewezen;

  • -

    de houder deze in strijd met artikel 2:28 Apv houdt;

  • -

    de hond vervolgens een nieuw bijtincident veroorzaakt; en

  • -

    waarbij sprake is van ernstig letsel of ernstige gevolgen.

De politie neemt contact op met de burgemeester, voor zover mogelijk via de vaste contactpersoon gemeente, over een bevel tot inbeslagname. Dat doet de politie nadat is gecontroleerd dat alle beschikbare middelen van de Apv al zijn toegepast. De burgemeester geeft het bevel tot inbeslagname.

 

CIVIELRECHTELIJK TRAJECT

 

Stap 11 Verhalen van de schade via civielrecht

Het is mogelijk dat slechts sprake is van een civielrechtelijk schade-incident. De politie of de vaste contactpersoon politie wijst partijen (slachtoffer en houder van de hond die het bijtincident heeft veroorzaakt) op hun rechten en plichten en adviseert partijen om het schade-incident onderling te regelen.

 

STRAFRECHTELIJK TRAJECT

 

In het juridisch handelen van gemeenten zijn verschillende strafrechtelijke en bestuursrechtelijke strategieën mogelijk. Bovenstaande neemt niet weg dat er ook strafrechtelijk kan worden opgetreden op het moment dat aangetoond wordt dat een houder zijn hond ophitst om een mens te bijten of op het moment dat een onder zijn hoede staand dier een mens aanvalt en niet terughoudt of als aangetoond wordt dat de houder onvoldoende zorg draagt voor het onschadelijk houden van een onder zijn hoede staand gevaarlijk dier.

Franeker, 4 maart 2022

M.C.M. Waanders, burgemeester van Waadhoeke