Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Laren

Sanctiebeleid bomenkap Laren

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLaren
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSanctiebeleid bomenkap Laren
CiteertitelSanctiebeleid bomenkap Laren
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-03-2022nieuwe regeling

25-01-2022

gmb-2022-113317

Tekst van de regeling

Intitulé

Sanctiebeleid bomenkap Laren

 

Inhoudsopgave

Inleiding ................................................................................................................................................... 2

1. Illegale velling ....................................................................................................................................... 3

2. Bestuursrechtelijke herstelsancties ........................................................................................................ 4

2.1 Tabel dwangsommen........................................................................................................................... 4

3. Strafrechtelijke sanctie .......................................................................................................................... 5

4. Hardheidsclausule ................................................................................................................................. 5

5. Slotbepalingen ...................................................................................................................................... 5

 

 

Inleiding

Op 27 oktober 2021 heeft de gemeenteraad van Laren ingestemd met het Beleidsplan kapaanvragen Laren. In dit beleidsplan zijn kaders gesteld en is een afwegingskader opgenomen, die ten doel hebben eenduidige en transparante afwegingen mogelijk te maken bij de beoordeling van kapvergunningaanvragen.

 

In dit sanctiebeleid wordt het handhavingsaspect behorend bij kapvergunningen en/of illegale kap nader uitgewerkt. Dit sanctiebeleid omvat beleidsregels die ten doel hebben duidelijkheid en transparantie te verschaffen bij de toepassing van handhavingsinstrumenten, die enerzijds vanuit de wet in formele zin, zoals de Algemene wet bestuursrecht, voortvloeien en anderzijds door het college van burgemeester en wethouders (hierna: het college) nader worden aangescherpt.

 

Er bestaan verschillende soorten overtredingen met betrekking tot het vellen van houtopstanden. In dit sanctiebeleid wordt de nadruk gelegd op drie meest voorkomende overtredingen:

- Illegale velling (artikel 4.11 van de Algemene plaatselijke verordening (hierna: APV))

- Niet voldoen aan de in de omgevingsvergunning opgenomen herplantplicht (artikel 4.14 APV)

- Niet voldoen aan de herplantplicht op basis van artikel 4.16 APV

 

Dit sanctiebeleid staat er echter niet aan in de weg om handhavend op te treden tegen overtredingen die minder voorkomen, zoals bijvoorbeeld het niet voldoen aan andere voorschriften die in de kapvergunning zijn opgenomen. Een voorbeeld daarvan is dat de vergunninghouder in strijd met een voorschrift van de kapvergunning handelt, door tijdens de herplant geen maatregelen te nemen die een andere (belendende) boom dienen te beschermen. Voor overtredingen die niet in dit beleid naar voren komen, wordt casuïstisch gekeken naar de ernst van de overtreding en daaraan een sanctie verbonden die passend wordt geacht. Dit geldt ook voor gevallen waarin het gevaar voor een (herhaaldelijke) overtreding klaarblijkelijk dreigt.

In het sanctiebeleid worden de mogelijke handhavingsmiddelen uitgewerkt. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen bestuursrechtelijke handhavingsmiddelen en strafrechtelijke sancties. Het college is bevoegd om bestuursrechtelijke handhavingsmiddelen in te zetten, maar strafrechtelijke sancties horen bij de bevoegdheid van het Openbaar Ministerie. In het laatste geval kan het college een aangifte doen.

De mogelijke bestuursrechtelijke handhavingsmiddelen zijn:

- De last onder dwangsom (afdeling 5.3.2 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb))

- De last onder bestuursdwang (afdeling 5.3.1 Awb)

 

Het meest gebruikelijke handhavingsmiddel is de last onder dwangsom. In dit sanctiebeleid is een tabel opgenomen voor het bepalen van de hoogte van de dwangsom bij de drie voornoemde overtredingen. Het college heeft ook de mogelijkheid om in plaats van de last onder dwangsom, voor een last onder bestuursdwang te kiezen. Dit kan het college bijvoorbeeld doen, indien een last onder dwangsom niet effectief blijkt te zijn.

 

Tot slot is in dit sanctiebeleid ook een hardheidsclausule opgenomen, zodat het college van burgemeester en wethouders indien nodig kan afwijken van het beleid.

 

1. Illegale velling

Wanneer een illegale velling wordt geconstateerd zal een gemeentelijk toezichthouder en/of een buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) een constateringsrapport opstellen. Als er sprake is van illegale velling, dan kan zowel bestuursrechtelijk als strafrechtelijk worden opgetreden. Dit betekent dat in bepaalde gevallen naast een dwangsom- of bestuursdwangbeschikking ook een aangifte zal worden gedaan.

 

Indien er illegale velling heeft plaatsgevonden, wordt allereerst afgewogen of er een omgevingsvergunning voor het vellen zou zijn verleend als de reguliere procedure zou zijn gevolgd. Indien dit het geval is, wordt de vergunningenprocedure doorlopen.

 

Als na toepassing van het ´afwegingskader beoordelen kapaanvraag´ naar het oordeel van het college geen omgevingsvergunning voor het vellen van de houtopstand kan worden verleend, dan wordt op grond van artikel 4.16, eerste lid, van de APV een herplantplicht in combinatie met een last onder dwangsom opgelegd. Het opleggen van een last onder dwangsom gebeurt in overeenstemming met het VTH-beleid.

 

In sommige gevallen kan de boom geheel van het perceel zijn verwijderd, dan is het niet meer mogelijk om na te gaan wat de oorspronkelijke situatie is geweest. Bij dit soort gevallen kan een herplantplicht worden opgelegd waarbij het groenvolume maatgevend is voor de te herplanten boom. Het college bepaalt de soort en maten van de te herplanten boom, die naar zijn oordeel het meest geschikt is, en het aantal bomen dat moet worden herplant.

 

Indien fysieke herplant ter plaatse of op een andere plek op het perceel niet mogelijk is, dan kan op grond van artikel 4.16, derde lid, APV een financiële herplantplicht worden opgelegd. Op grond van artikel 4.16, vierde lid, stelt het college nadere regels vast voor het bepalen van de hoogte van de financiële compensaties die behoren bij de financiële herplantplicht.

 

Naleving van de herplantplicht wordt gecontroleerd door een gemeentelijk toezichthouder. Bij de constatering van het niet of niet juist naleven van de herplantplicht, wordt een handhavingsprocedure gestart of de reeds lopende handhavingsprocedure vervolgd.

 

2. Bestuursrechtelijke herstelsancties

1. Het college kan een last onder dwangsom opleggen, indien:

a. houtopstand in strijd met of in afwijking van de relevante bepalingen in de APV is geveld;

b. de in een omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstand opgenomen herplantplicht niet binnen de gestelde termijn en/of in overeenstemming met de daarbij gegeven voorschriften is uitgevoerd;

c. een anderszins opgelegde herplantplicht niet binnen de gestelde termijn en/of in overeenstemming met de daarbij gegeven voorschriften is uitgevoerd.

2. Indien fysieke herplant ter plaatse of op een andere plek op het perceel niet (volledig) mogelijk is, dient dit te worden aangetoond. Er dient een financiële compensatie in de vorm van een geldelijke bijdrage te worden gestort.

3. Het college kan ervoor kiezen om in plaats van een last onder dwangsom een last onder bestuursdwang op te leggen. De kosten van de last onder bestuursdwang komen voor rekening van de overtreder.

4. Naast de bestuursrechtelijke herstelsancties kan separaat door het Openbaar Ministerie een strafrechtelijke geldboete worden opgelegd. Zie hierover paragraaf 3.

 

2.1 Tabel dwangsommen

Bij het bepalen van de hoogte van dwangsommen heeft het college een ruime mate van beleidsvrijheid. De hoogte van een dwangsom wordt door de rechter terughoudend getoetst. De hoogte van de dwangsom moet op de ernst van de overtreding worden afgestemd en tot doel hebben de overtreding tegen te gaan of te voorkomen. Het sanctiebeleid heeft als doelstelling om uniformiteit en transparantie te creëren bij het bepalen van de hoogte van de dwangsom.

 

Dit betekent dat de hoogte van de dwangsom gebaseerd is op de inhoud van het sanctiebeleid. In de beschikking kan dan worden volstaan met verwijzing naar dit sanctiebeleid. In specifieke situaties kan het college besluiten af te wijken van de hoogte van de dwangsom. Een voorbeeld is dat de overtreding zodanig groot is, dat de dwangsom onvoldoende wordt geacht om een financiële prikkel te geven of om het onrechtmatig verkregen voordeel bij de overtreding weg te nemen. In dat geval wordt afhankelijk van de feiten en omstandigheden de hoogte van de dwangsom bepaald die passend wordt geacht.

 

Overtreding

Dwangsom

Termijn

Max. dwangsom

1. Illegale kap

Aantal gekapte bomen

x 1.500 euro

Per week, gedurende

6 weken

Aantal x 1.500 x 6

weken

2. Niet naleven herplantplicht

omgevingsvergunning

Aantal te herplanten

bomen x 1.000

Per week, gedurende

6 weken

Aantal x 1.000 x 6

weken

3. Niet naleven

herplantplicht anders

dan illegale kap o.b.v.

artikel 4.16 APV

Aantal te herplanten

bomen x 1.000

Per week, gedurende

6 weken

Aantal x 1.000 x 6

weken

 

De ernst van de overtreding bepaalt mede de hoogte van de dwangsom. Om die reden zal de last onder dwangsom bij de formule van overtreding 1 het hoogst uitvallen.

Illegale kap is de meest ernstige overtreding, want die situatie is immers onomkeerbaar en de beeldbepalendheid van de vergunningplichtige boom is bijna nooit te evenaren door plaatsing van een vervangende (jongere) boom.

 

3. Strafrechtelijke sanctie

1. Het illegaal kappen van houstopstand of het handelen in strijd met de voorschriften van een kapvergunning wordt beschouwd als een economisch delict krachtens artikel 1a, onder 3, van de Wet op de economische delicten (hierna: WED).

2. In deze gevallen maakt het college aan de hand van de ernst van de overtreding en de omstandigheden van het geval een afweging of al dan niet aangifte wordt gedaan.

3. Het illegaal kappen van houtopstand of het handelen in strijd met de voorschriften van een kapvergunning wordt krachtens artikel 6, eerste lid, onder 5o WED bestraft met een hechtenis van ten hoogste zes maanden, een taakstraf of geldboete van de vierde categorie, genoemd in artikel 23 van het wetboek van Strafrecht. Rechtspersonen kunnen worden bestraft met een boete van ten hoogste de vijfde categorie.

 

4. Hardheidsclausule

Het college kan afwijken van enig voorschrift in dit sanctiebeleid, wanneer deze voor één of meer belanghebbenden gevolgen zouden hebben, die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met het voorschrift te dienen doelen.

 

5. Slotbepalingen

1. Dit beleidsstuk wordt aangehaald als ‘Sanctiebeleid bomenkap Laren’.

2. Dit beleidsstuk treedt in werking op het tijdstip dat de Verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Laren 2020 (eerste wijziging) in werking treedt.