| Organisatie | Houten |
|---|---|
| Organisatietype | Gemeente |
| Officiële naam regeling | Gemeente Houten Uitvoerings- & Handhavingsbeleid 2022 e.v.Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) |
| Citeertitel | Uitvoerings- en Handhavingsbeleid Gemeente Houten 2022 e.v. |
| Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
| Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
| Eigen onderwerp | |
| Externe bijlagen | U&H-strategie gemeente Houten U&H-Bijlagenboek |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 22-03-2022 | Nieuwe regeling | 22-02-2022 |
Waarom een Uitvoering- & Handhavingsbeleid?
Voor u ligt ons Uitvoerings- en Handhavingsbeleid (hierna: U&H-beleid) voor de komende jaren. In dit uitvoeringsbeleid beschrijven wij hoe wij als gemeente Houten omgaan met onze uitvoerings- (Vergunningen) en Handhavingstaken (Toezicht en Handhaving). Voorheen werd dit ook wel het VTH-Beleid of Integraal handhavingsbeleid genoemd. In dit uitvoeringsbeleid is ervoor gekozen om aan te sluiten bij de terminologie en begrippen van de huidige en/of nieuwe wetgeving (Wabo, Omgevingswet, Wet kwaliteitsborging voor het bouwen). Dit beleid vervangt de beleidsnotitie Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving van 2013-2017.
Dit U&H-beleid geeft weer hoe wij samen met onze burgers, ondernemers en onze samenwerkingspartners ervoor zorgen dat de fysieke leefomgeving in onze gemeente veilig, gezond en duurzaam blijft en waar mogelijk verbeterd wordt. Wij baseren ons beleid op het behoud van de huidige kwaliteit, nemen de belangrijkste lessen uit het verleden mee en richten ons op de actualiteit en de komende ontwikkelingen. Dit beleid is tot stand gekomen in nauwe afstemming met onze ambtelijke- en bestuurlijke organisatie en onze samenwerkingspartners. Wij houden hierbij vast aan wat al goed is en/of goed gaat en voeren verbeteringen door waar dit mogelijk en nodig is om zo te komen tot een kwalitatief hoogwaardige, efficiënte en effectieve inzet van mensen en middelen bij de uitvoering van onze Uitvoerings- en handhavingstaken (U&H-taken). Dit beleid is bedoeld om transparant te zijn over wat wij bij het uitvoeren van onze U&H-taken als gemeente doen, waarom we dit doen, welke keuzes we hierbij maken en hoe we dit hebben georganiseerd. Hiermee voldoen we dan ook aan onze wettelijk verplichte taak om invulling en uitvoering te geven aan de beleids- en uitvoeringscyclus, de zogenoemde Big-8 cyclus (artikel 7.2 e.v. van het Besluit omgevingsrecht/artikelen 13.5 en 13.6 van het Omgevingsbesluit, zie figuur hiernaast).
Het uitvoeringsbeleid draagt bij aan het bereiken van zowel de doelen die wij hierin stellen (pagina 7 en 8), maar ook de doelen die wij in ons collegeprogramma en/of in strategische beleidsplannen en -programma’s (bijv. het Integraal Veiligheidsplan Houten 2020-2023, het programma Duurzaamheid, programma Ruimte, het Preventie- en handhavingsplan alcohol) hebben gesteld. Uiteraard draagt dit uitvoeringsbeleid ook bij aan het bereiken van doelen die beoogd zijn met de wet- en regelgeving (bijv. nu de Wabo, straks Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging voor het bouwen, en andere bijzondere wetgeving (bijv. Alcoholwet, Wet Kinderopvang, Wet op de kansspelen), de algemene plaatselijke verordening en andere verordeningen). De afbeelding op de volgende pagina geeft de positie van dit uitvoeringsbeleid ten opzichte van andere beleids- en uitvoeringsdocumenten op strategisch, tactisch en uitvoerend niveau weer.
Over welke taken gaat dit U&H-beleid?
Dit uitvoeringsbeleid heeft betrekking op de wettelijke U&H-taken die een relatie hebben met de (fysieke) leefomgeving. Het gaat om taken waaraan een Vergunningen-, Toezicht- en/of Handhavingscomponent vastzit. Voor de gedetailleerde uiteenzetting van het wettelijk kader verwijzen wij naar pagina 3 van het U&H-Bijlagenboek. Voor de duidelijkheid geven wij hierbij aan dat de U&H-taken die door de Regionale Uitvoeringsdienst Utrecht (RUD) en de Veiligheidsregio Utrecht (VRU) worden uitgevoerd ook binnen het kader van dit uitvoeringsbeleid vallen. Wel is het zo dat ons beleid voor de uitvoering van onze milieutaken die door de RUD en onszelf worden uitgevoerd wordt verwerkt in het regionaal gemaakte uniforme U&H-beleid voor de milieutaken (zie ook afbeelding hierboven). Met de VRU worden jaarlijks de prioriteiten besproken en deze worden vastgelegd in een jaarplan.
1.3 TERUGBLIK VORIGE BELEIDSPERIODE
Het vorige en laatst vastgestelde VTH-beleid gold voor de periode 2013-2017 en is daarna nog jaarlijks verlengd. Met het vorige beleid is een start gemaakt met het cyclisch en programmatisch werken volgens de Big-8 beleids- en uitvoeringscyclus, waarbij er ook sprake was van een integrale benadering van de VTH-taken en van het risicogericht werken. Daarnaast is het beleid uitgebreid met een vergunningenstrategie. Hiermee hebben we goede ervaringen opgedaan (o.a. handboek casemanagement). De vergunningenstrategie wordt goed (cyclisch) toegepast. Ook willen we graag toe naar een betere en meer eenvoudige vastlegging van onze data. Nu is de programmering en vastlegging van data nog te gedetailleerd en versnipperd in de systemen opgenomen. Dit willen we graag eenvoudiger maken en meer bijeenbrengen in de komende beleidsperiode, zodat we de juiste trends kunnen vaststellen en hierop kunnen bijsturen.
Met de invulling en uitvoering van het ‘oude’ VTH-beleid heeft de gemeente Houten ook altijd voldaan aan de wettelijke kwaliteitseisen die hieraan in de loop der jaren zijn gesteld. Vanuit het Interbestuurlijk Toezicht (Ib) van de Provincie Utrecht is het beleid en de hierop gebaseerde jaarlijkse uitvoeringsplannen en jaarverslagen altijd als ‘adequaat’ beoordeeld.
Op basis hiervan hebben we voor dit beleid dan ook als uitgangspunt genomen dat we behouden wat goed is en goed gaat, dat we verbeteren waar mogelijk en dat we daarbovenop een actualisatieslag maken, waarmee we een mooie basis leggen voor de komende jaren.
Hoe moet dit beleid gelezen worden?
In tegenstelling tot vorige jaren en versies is dit geen lijvig uitvoeringsbeleid, maar een bondig en beeldend weergegeven document met daarin alleen de belangrijkste onderdelen op hoofdlijnen weergegeven. De concrete uitwerking en vertaling van ons uitvoeringsbeleid naar de uitvoeringspraktijk wordt beschreven in onze jaarlijkse U&H-uitvoeringsplannen. De gedetailleerde uitwerking en toelichting op deze beide documenten en onderdelen hiervan vindt u in het U&H-bijlagenboek. De verslaglegging over de uitvoering van ons beleid en programma vindt jaarlijks plaats in het U&H-jaarverslag. De afbeelding hiernaast geeft de verhouding van deze documenten tot elkaar weer.
4. OMGEVINGSANALYSE & PRIORITEITEN
De Omgevingsanalyse is een instrument dat we hebben toegepast om onze (toekomstige) ‘Omgeving’ zo goed en volledig mogelijk in beeld te brengen. Met de (toekomstige) ‘Omgeving’ bedoelen we de omgeving binnen onze gemeente in de meest brede zin, het gehele grondgebied (fysieke leefomgeving/openbare ruimte) met al haar kenmerken (gebouwen, bewoners/bedrijven/instellingen, natuur etc.) waarvan we (niet) weten of en in hoeverre hier sprake is van risico’s en/of risicovolle activiteiten en/of ontwikkelingen.
Als onderdeel van de omgevingsanalyse hebben we met een risicoanalyse de prioriteiten bepaald. Met deze prioriteiten kunnen we uiteindelijk de capaciteit voor VTH inzetten op die activiteiten waarvoor onze kennis en kunde het meest nodig is en op die activiteiten die de meeste risico’s met zich meebrengen (risicogericht werken). De prioriteiten worden hieronder van zeer hoog tot en met zeer laag weergegeven. (zie verdere toelichting in het U&H-bijlagenboek)
PRIORITEITEN GEMIDDELD, LAAG & ZEER LAAG
5. NALEEFSTRATEGIE - Welke strategieën passen we toe om naleving te borgen en te bevorderen?
Welke strategieën passen we toe om naleving te borgen en te bevorderen?
Uitvoerings- & Handhavingsbeleid 2022 e.v.
Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH)
Samen werken en bouwen aan een veilig, gezond, duurzaam en leefbaar Houten!
4. OMGEVINGSANALYSE & PRIORITEITEN
Het Uitvoerings- en Handhavingsbeleid (U&H-beleid), het U&H-jaarverslag, het U&H-uitvoeringsplan en het U&H-bijlagenboek zijn documenten die wij gebruiken om invulling te geven aan de wettelijk verplichte beleids- en uitvoeringscyclus, de zogenoemde Big-8 (zie afbeelding, figuur 1. Deze is hiernaast weergegeven met verwijzing naar de betreffende wetsartikelen uit het Omgevingsbesluit, per 1-7-2022).
De invulling van deze beleids- en uitvoeringscylcus is onder andere bedoeld om transparant te zijn over wat wij bij het uitvoeren van onze U&H-taken als gemeente Houten doen, waarom we dit doen, welke keuzes we hierbij maken en hoe we dit hebben georganiseerd.
Het U&H-beleid draagt bij aan het bereiken van zowel de doelen die wij hierin stellen (pagina’s 9 en 10), als ook de doelen die wij in ons collegeprogramma en/of in andere strategische beleidsplannen en -programma’s hebben gesteld. Uiteraard draagt deze strategie ook bij aan het bereiken van doelen die beoogd zijn met de wet- en regelgeving (bijv. nu de Wabo, straks Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging voor het bouwen, en andere bijzondere wetgeving, zoals bijv. Alcoholwet, Wet op de kansspelen, de algemene plaatselijke verordening en andere verordeningen. Zie ook 3.
Dit bijlagenboek is gemaakt om ervoor te zorgen dat het U&H-beleid en het U&H-uitvoeringsplan zo beeldend en bondig mogelijk kunnen blijven en om de leesbaarheid en praktische toepasbaarheid van deze documenten te vergroten. In het U&H-beleid en het U&H-uitvoeringsplan staan op hoofdlijnen en in kernpunten beschreven wat ons uitvoeringsbeleid is en hoe wij dit ten uitvoer brengen. In dit bijlagenboek worden deze hoofdlijnen en kernpunten nader toegelicht en verder uitgewerkt.
1.2 Reikwijdte en het wettelijke kader (Over welke taken gaat dit U&H-beleid?)
De U&H-taken in het kader van dit beleid hebben betrekking op de fysieke leefomgeving. Het betreft de U&H-taken die voortvloeien uit de Wet algemene bepalingen omgevingswet (Wabo)/Omgevingswet, de Algemene plaatselijke verordening (APV) en bijzondere wetten zoals de Alcoholwet, de Wet op de kansspelen, de Wet kinderopvang en de Wet basisregistratie personen (BRP).
Voor zover het de Wabo en straks de Omgevingswet betreft is het vaststellen van uitvoerings- en handhavingsbeleid wettelijk verplicht (artikel 7.2 van het Bor/artikelen 13.5 en 13.6 van het Omgevingsbesluit). Voor de APV en de bijzondere wetten is het niet wettelijk verplicht om dergelijk beleid vast te stellen, maar is het niet ongebruikelijk om dat wel te doen. Door het gezamenlijk vastleggen van alle U&H-taken in één document worden alle taken die een relatie hebben met de fysieke leefomgeving verenigd. Het betreft taken waaraan een vergunningen-, toezicht- en/of handhavingscomponent vastzit. Daarnaast draagt deze samenvoeging van alle U&H-taken bij aan het realiseren van meer samenhang op bestuurlijke speerpunten zoals bijvoorbeeld de aanpak van georganiseerde ondermijnende criminaliteit zoals opgenomen in het Integraal veiligheidsplan Houten 2020-2023. De onderwerpen in het Integraal veiligheidsplan zijn in essentie gerelateerd aan het taakveld openbare orde en veiligheid maar hebben, om goed te kunnen slagen, een nauwe relatie met vergunningverlening, toezicht en handhaving van de Wabo/Omgevingswet, de APV en de bijzondere wetten.
De afbeelding hiernaast (figuur 3) geeft de positie van dit U&H-beleid ten opzichte van de wet- en regelgeving en andere beleids- en uitvoeringsdocumenten op de verschillende niveau’s (strategisch, tactisch en uitvoerend) weer.
Het wettelijk kader van de U&H-taken op gebied van de fysieke leefomgeving betreft taken uit de landelijke wet- en regelgeving, de wet- en regelgeving op provinciaal niveau en op lokaal-/gemeentelijke niveau. Hierna treft u een overzicht (niet uitputtend) aan van de wet- en regelgeving die vanuit de verschillende niveaus van toepassing zijn op de gemeente Houten. (OPM. deze lijst is een momentopname en niet uitputtend).
In het U&H-beleid staat beschreven hoe de gemeente Houten aankijkt tegen de uitvoering van haar U&H-taken. Het beleid geeft weer wat onze Missie en Visie is en welke uitgangspunten we in Houten hanteren bij de uitvoering van onze U&H-taken. Hiervoor hebben we in ons beleid ook een aantal uitgangspunten beschreven.
Voor het beleid hebben we als één van de uitgangspunten genomen dat we behouden wat goed is en goed gaat, dat we verbeteren waar mogelijk en dat we daarbovenop een actualisatieslag maken. De beschrijving van de missie, visie en de uitgangspunten is daarom in beginsel tot stand gekomen op basis van het oude beleid, de voorgaande uitvoeringsplannen en de jaarverslagen. Daarnaast zijn nieuwen inzichten en wensen toegevoegd, zoals bijvoorbeeld de dienstverlenende en de faciliterende rol die de gemeente graag wil invullen.
Het bepalen van een visie is één van de kernonderdelen die nodig is om te komen tot een optimale organisatie voor de uitvoering van de U&H-taken. De overige kernonderdelen zijn het beleid & uitvoeringsplan en de feitelijke uitvoering van U&H-taken. Het is voor een optimale U&H-organisatie van groot belang dat de visie, het beleid & uitvoeringsplan en de feitelijke uitvoering elkaar zoveel mogelijk overlappen. Als één van de kernonderdelen onvoldoende is ingevuld blijft de U&H-organisatie onder de maat (zie figuur 4).
Deze hoofddoelen worden hieronder uitgesplitst naar meetbare subdoelen voor vergunningen, toezicht en handhaving. Hierbij houden we bandbreedtes (%) aan waaraan we willen voldoen. Achter elk subdoel is aangegeven aan welk hoofddoel van het beleid wordt bijgedragen.
4. OMGEVINGSANALYSE & PRIORITEITEN
De Omgevingsanalyse is een instrument dat we hebben toegepast om onze ‘Omgeving’ zo goed en volledig mogelijk in beeld te brengen. Met de ‘Omgeving’ bedoelen we de (toekomstige) omgeving binnen onze gemeente in de meest brede zin, het gehele grondgebied (fysieke leefomgeving/openbare ruimte) met al haar kenmerken (gebouwen, bewoners/bedrijven/instellingen, natuur etc.) waarvan we (niet) weten of, en in hoeverre hier sprake is van risico’s en/of risicovolle activiteiten. De Omgevingsanalyse hebben we uitgevoerd door workshops te houden met de inhoudelijke vakspecialisten. (Zie ook figuur 5)
De Omgevingsanalyse bestaat uit een Gebieds-, Probleem- en een Risicoanalyse. Met de Omgevingsanalyse creëren we een actueel beeld van alles wat we weten over ons grondgebied, de problemen en de risico’s. Op basis van de Omgevingsanalyse kunnen we vervolgens bepalen waar we de komende periode onze prioriteiten leggen voor de uitvoering van onze U&H-taken.
Voor de gebiedsanalyse is een indeling gemaakt naar verschillende gebieden en/of categorie
We onderscheiden in Houten 8 gebieden/categorieën, te weten:
Daarnaast hecht Houten veel waarde aan het cultureel erfgoed in de gemeente. Naast bovenstaande gebieden hanteren we ook ‘erfgoed en archeologie’ als aparte categorie.
Als laatste, maar zeker niet onbelangrijk is de weergave van de diverse ontwikkelingen die de komende jaren op de gemeente afkomen. Waarvan de inwerkintreding van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) voor de uitvoering van onze U&H-taken de meeste gevolgen heeft.
Per gebied/categorie hebben we 1 of meerdere problemen/aandachtspunten benoemd waarmee bij de uitvoering van onze U&H-taken rekening wordt houden.
Op 1 oktober 2022 of 1 januari 2023 treedt (vooralsnog) de Omgevingswet in werking. Het gedachtegoed van de Omgevingswet is minder en overzichtelijkere regels. Daarnaast vraagt de Omgevingswet om een integrale afweging, met als uitgangspunt: ‘Hoe kunnen we dit initiatief mogelijk maken?’. Dit betekent voor initiatieven een omslag in het kijken naar wat wél kan, een ‘ja, mits’ in plaats van een ‘nee, tenzij’ houding. Dit vraagt om een zorgvuldig proces. Een proces van overleg over het initiatief met bestuurlijke partners, ketenpartners en belanghebbenden. Een proces dat (ruimschoots) start voordat een aanvraag om omgevingsvergunning formeel ingediend wordt bij de gemeente. In het geval van een (zeer) complex plan heeft Houten de Omgevingstafel in het leven geroepen. Tijdens de Omgevingstafel wordt een plan beoordeeld op haalbaarheid en wenselijkheid.
Om straks conform het gedachtegoed van de Omgevingswet te kunnen werken en om meldingen en/of vergunningen goed te ontvangen en te behandelen worden (momenteel) diverse werkprocessen in een U&H-applicatie ingericht. Vanuit deze vakapplicatie wordt straks de koppeling met het DSO, het Digitale Stelsel Omgevingswet (voorheen het Omgevingsloket online, het OLO) gemaakt. Ook besteed Houten momenteel aandacht aan het gereed maken van de Toepasbare regels. Toepasbare regels zijn de vertaling van juridische regels naar begrijpelijke vragenbomen voor initiatiefnemers. Hiermee kunnen initiatiefnemers in het DSO eenvoudig nagaan of zij voor het betreffende initiatief en op de betreffende locatie een vergunning moet aanvragen, een moet melding doen of dat er een informatieplicht geldt.
Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb)
Daarnaast treedt ook (naar verwachting) op dezelfde datum als de Omgevingswet de Wkb in werking. Met de komst van de Wkb verandert tevens de rol van de gemeente tijdens het bouwproces. Inwerkingtreding van de Wkb heeft aan de voorkant tot gevolg dat de gemeente in het kader van vergunningverlening geen bouwtechnische toets meer uitvoert voor bouwwerken in gevolgklasse 1. Vanuit (bouw)-toezicht vindt bij bouwwerken in gevolgklasse 1 geen controle meer plaats op de feitelijke uitvoering van de bouwwerkzaamheden. Zowel de toets van het bouwplan aan de bouwregelgeving als het toezicht tijdens en na realisatie van de bouw worden uitgevoerd door private kwaliteitsborgers. Binnen Houten betreft circa 80% van alle vergunningaanvragen, gevolgklasse 1 bouwwerken. Vanaf het moment van invoering van de Wkb gelden de nieuwe regels voor kwaliteitsborging voor vergunningen die vanaf dat moment worden aangevraagd. Voor vergunningen die al zijn aangevraagd, blijft het huidige stelsel gelden. Ook voor lopende bezwaar- en beroepsprocedures geldt de Wkb niet. Dit creëert, in ieder geval in het begin, een situatie waarin de oude en de nieuwe werkwijze naast elkaar worden toegepast.
Zowel de inwerkingtreding van de Omgevingswet als de Wkb heeft gevolgen voor de leges. De concrete uitwerking van de diverse facetten van de implementatie van de Omgevingswet en de Wkb vindt plaats in het Uitvoeringsprogramma.
De komende beleidsperiode willen we graag onderzoeken en bekijken of en in hoeverre we met de uitvoerings- en handhavingstaken nog beter kunnen bijdragen aan de duurzaamheidsdoelstellingen die onder andere in het Programma Duurzaamheid vastliggen. Hier vinden al een aantal concrete ontwikkelingen in plaats (bijv. duurzame energieproductie met zonnevelden en windmolens, Opgave ‘Van het aardgas af’).
Voor de verschillende gebieden gelden de volgende aandachtpunten:
Houten kent een (flink) aantal buitengebieden zoals o.a. Laagraven, Oud-Wulven, Schalkwijk, ’t Goy en Tull en Waal. In de buitengebieden is er een spanningsveld tussen de wens tot (nieuwe) ontwikkelingen en het behoud van het gebied. Houten is ten opzichte van deze gebieden voor wat betreft (nieuwe) ontwikkelingen terughoudend. Onze aandachtspunten in, voornamelijk de lintbebouwing van, de buitengebieden betreft het (strijdig) gebruik van panden in relatie tot het bestemmingsplan (woningen, bedrijven, oud agrarisch), het (illegaal) ophogen, afgraven of verharden van gronden, huisvesting van seizoenarbeiders, (jeugd)overlast en ondermijning. Daarnaast is het van belang aandacht te schenken aan bestaande/het realiseren van (illegale) teeltondersteunende voorzieningen.
Het betreffen op of boven de grond aangebrachte voorzieningen die door agrarische bedrijven met plantaardige teelten worden gebruikt om de bedrijfsvoering te verbeteren en productie te verhogen.
Ten aanzien van de recreatieplassen gaat onze aandacht voornamelijk uit naar de gebieden Oosterlaakplas, Imkersplas, Koikersplan en de Rietplas. Over deze gebieden ontvangt de gemeente regelmatig meldingen en klachten over het ten gehore brengen van versterkte muziek en overlast van jongeren en afval.
Bedrijventerreinen in Houten zijn o.a. Werklandschap Meerpaal, Rondeel, Schaft, Doornkade en de Poel. Meest voorkomende aandachtspunten op de bedrijventerreinen doen zich voor op (strijdig) gebruik in relatie tot het bestemmingsplan, (illegale) bewoning, gebruiksveranderingen en ondermijning. Op de bedrijventerreinen Werklandschap Meerpaal en Rondeel vestigen zich veel nieuwe bedrijven. Op bedrijventerrein de Schaft en de Poel bevinden zich veel bezorg- en afhaaldiensten.
De gemeente kent verschillende dorpskernen zoals Schalkwijk, Tull en Waal en ’t Goy. Als aandachtspunt voor deze gebieden geldt het (al dan niet illegaal) stoken van snoeihout (stookvergunning), woningbouwopgave (Schalkwijk) en de problematiek rondom de rode contouren (verschil van inzicht Provincie/Gemeente).
Het centrum van Houten heeft voor de komende jaren een woningbouw opgave waarbij de eerste woningen en appartementencomplexen in het Hofpark worden gerealiseerd. Daarnaast vergen ook verscheidene transformaties onze aandacht. In zowel de centra van Houten: het Rond, Oude Dorp en, wordt wel eens overlast ervaren van o.a. de horeca, evenementen en jongeren.
Voor de verschillende wijken binnen de rondweg speelt de wens om meer ruimtelijke aanpassingen zoals realisatie van de dakkapellen en gevelwijzigingen vergunningsvrij mogelijk te maken. Daarnaast wordt er in de wijken regelmatig parkeeroverlast ervaren.
Houten kent veel cultureel erfgoed. De nieuwe Hollandse waterlinie in het buitengebied is in 2020 toegevoegd aan het UNESCO werelderfgoed. Daarnaast kent Houten historische linten en kasteel Heemstede. Houten is trots op haar erfgoed en vind het belangrijk dat monumenten goed onderhouden worden. Bij de bouwopgaven dient rekening te worden gehouden met (rijks) monumenten en archeologische monumenten.
Voor de risicoanalyse zijn in de ambtelijke workshop met de inhoudelijke vakspecialisten de (risicovolle) activiteiten in kaart gebracht. Niet iedere activiteit die wordt ontplooid kent immers dezelfde risico´s als er iets mis gaat en/of als wij onze U&H-taken op deze activiteiten niet zouden uitvoeren. Om inzicht te krijgen in het risico als wij onze U&H-taken op deze activiteiten niet uitvoeren, is er aan de hand van zes landelijke criteria gekeken naar (de impact van) de mogelijke negatieve effecten. Wij hebben hierbij de volgende negatieve effecten onderscheiden:
Aan de hand van de weging is per activiteit de ‘Risicoscore’ bepaald. Deze risicoscore geeft per activiteit aan of het negatieve effect Groot, Gemiddeld of Klein is. Vervolgens is afgewogen wat de kans zou zijn op een overtreding op het moment dat wij onze U&H-taken niet zouden uitvoeren. Ook hiervoor is per activiteit een afweging gemaakt of deze Groot, Gemiddeld of Klein is. De afweging van het negatieve effect x de kans heeft uiteindelijk geleid tot een ‘prioriteit’ van Zeer Hoog, Hoog, Gemiddeld, Laag of Zeer Laag (zie afbeelding hiernaast, figuur 6).
Hieronder is de volledige activiteitenlijst met bijhorende prioritering weergegeven.
5. NALEEFSTRATEGIE - Welke strategieën passen we toe om naleving te borgen en te bevorderen?
VTH-ORGANISATIE - functies, taken en verantwoordelijkheden
U&H-ORGANISATIE – voorwaarden (wettelijk verplicht)
Scheiding taken VTH: Binnen de verschillende teams zijn de vergunningen-, toezichts- en handhavingstaken op functieniveau gescheiden. Dit betekent in de uitvoeringspraktijk dat niet door 1 en dezelfde medewerker een vergunning wordt verleend om daar vervolgens ook toezicht op te houden.
Roulatiesysteem Toezichthouders: Om te voorkomen dat er een te nauwe band ontstaat tussen toezichthouder en personen werkzaam bij de te controleren objecten en/of in gebieden (vaste toezichts-/ handhavingsrelatie) rouleren de toezichthouders elke twee jaar van gebied en/of object. Hiermee wordt voorkomen dat dezelfde toezichthouder voortdurend wordt belast met het toezicht op dezelfde gebieden en/of objecten. Voor de andere medewerkers wordt per dossier bekeken of rouleren na verloop van tijd wenselijk is.
Taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheden vastgelegd: In zijn algemeenheid geldt dat voor alle medewerkers van de gemeente Houten dat de taken en verantwoordelijkheden zijn vastgelegd in een toepasselijke functiebeschrijving/aanstellingsbesluit. Ten aanzien van een toezichthouder/Boa geldt dat er een wettelijke verplichting bestaat om zijn/haar bevoegdheden, taken en verantwoordelijkheden op schrift vast te leggen. Alle toezichthouders zijn als zodanig aangewezen en aangesteld door het bevoegde bestuursorgaan (college van burgemeester en wethouders, dan wel de burgemeester), al dan niet onder mandaat. Bij de aanwijzingsbesluiten is vastgelegd ten aanzien van welke regelgeving zij de toezichthoudende bevoegdheden hebben. De toezichthouders Alcoholwet zijn tevens beëdigd als buitengewoon opsporingsambtenaar. Het directe toezicht op het gebruik van opsporingsbevoegdheden is belegd bij de korpschef van regionale Politie-eenheid. Beëdiging (Ministerie van Justitie en Veiligheid) en indirect toezicht op het gebruik van opsporingsbevoegdheden vallen onder de verantwoordelijkheid van de (Hulp-) Officier van Justitie.
Actueel beleid: Met het vaststellen van het U&H-beleid en de hieraan gekoppelde jaarlijkse Uitvoeringsprogramma’s en Jaarverslagen voldoen wij aan deze wettelijke (kwaliteits)eis.
Werkprocessen beschreven: Onze werkprocessen voor liggen vast en/of zijn verwerkt/opgenomen in onze digitale werkomgeving (Handboek casemanagement).
Uitvoering conform werkprocessen: Wij geven uitvoering aan onze U&H-taken conform onze werkprocessen.
Buiten kantooruren bereikbaar: De gemeente is buiten kantooruren op verschillende manieren via de mail of onze website bereikbaar voor het doorgeven van een melding of het maken van een afspraak.
de algemene contactpagina op onze website: https://www.houten.nl/gemeentelijke-organisatie/contact.
(overlast) meldingen over de openbare ruimte: https://www.houten.nl/gemeentelijke-organisatie/melding-doen/meldingen-overlast-van-bedrijven-of-activiteiten
De VRU is buiten kantooruren bereikbaar via deze link: https://www.vru.nl/contact
Voldoen aan Kwaliteitscriteria 2.2 VTH
Op grond van de Wabo en het Bor zijn landelijk kwaliteitscriteria voor vergunningen, toezicht en handhaving opgesteld. Deze criteria zijn wettelijk verankerd. Door de vaststelling van de Verordening kwaliteit VTH in december 2016 heeft de gemeenteraad van Houten vastgelegd dat de gemeente ernaar streeft te voldoen aan de kwaliteitscriteria. De verordening biedt de mogelijkheid om gemotiveerd af te wijken van de criteria (Comply or explain). Met de invoering van de Omgevingswet verandert de grondslag van de Verordening. Onder de Omgevingswet dient de verordening opnieuw door de raad te worden vastgesteld. In 2022/2023 willen we een nieuwe zelfevaluatie uitvoeren.
Als voorwaarde voor een goede integrale werkwijze geldt een optimale samenwerking tussen de diverse disciplines. Hierdoor kan dubbel werk worden voorkomen, kan de afstemming geoptimaliseerd worden en kan - in voorkomende gevallen - zelfs werk bespaard worden. Het is daarbij van groot belang dat er goede afspraken gemaakt worden in gevallen waar het werk “op afstand” wordt gedaan. Dit geldt onder meer voor het werk dat de Veiligheidsregio Utrecht (VRU) en de Regionale Uitvoeringsdienst Utrecht (RUD) voor gemeente Houten verricht. Hieronder volgt een overzicht met korte beschrijving van de diverse samenwerkingspartners.
De RUD Utrecht voert voor de gemeente Houten het zogenaamde basistakenpakket milieu uit. Daarnaast levert de RUD aanvullend advies op het gebied van Flora en Fauna, Ecologie, PAS, bodem en geluid. De samenwerkingsafspraken tussen de RUD Utrecht en de gemeente Houten liggen vast in een dienstverleningsovereenkomst (hierna: Dvo). De RUD Utrecht rapporteert ieder kwartaal en ook jaarlijks over de voortgang van de uitvoering van haar taken voor de gemeente. Ook stelt de RUD Utrecht jaarlijks in overleg met de gemeente Houten het onderdeel milieu in het uitvoeringsplan op. De regievoering vanuit de gemeente wordt georganiseerd vanuit het Team VTH en is organisatorisch opgesplitst in ‘inhoudelijk op dossierniveau’ en ‘opdrachtgeverschap/eigenaarsrol’.
De VRU adviseert de gemeente Houten en Provincie Utrecht in het kader van de vergunningverlening op het gebied van brandveiligheid en gezondheid. Ook voert de VRU op dit gebied het toezicht uit. De samenwerkingsafspraken tussen de VRU en de gemeente Houten liggen vast in een Dvo. De VRU rapporteert jaarlijks over de uitgevoerde werkzaamheden en stelt jaarlijks in overleg met de gemeente Houten een jaarplan op. De regievoering op het vlak van opdrachtgeverschap/eigenaarsrol vanuit de gemeente wordt georganiseerd vanuit het team Samenleving. Inhoudelijke sturing op de U&H-taken van de VRU wordt vanuit het Team VTH verzorgd.
De provincie Utrecht heeft de (wettelijke) taak gekregen om de samenwerking tussen bestuursorganen op het gebied van de U&H-taken te coördineren. In de provincie Utrecht is al jaren een breed samengesteld PMO (Provinciaal Milieu Overleg) operationeel. Hiermee wordt invulling gegeven aan de formele eisen uit de Wabo/Wet VTH. Naast de overheden (gemeenten, provincie, waterschappen, politie, Openbaar Ministerie), landelijke inspectiediensten (NVWA, RWS, Belastingdienst, SZW, ILT) en de Veiligheidsregio, neemt ook een aantal beherende instanties (Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Utrechts Landschap) en belangenorganisaties, zoals Utrechts Particulier Grondbezit deel aan het overleg. Daarnaast nemen ook de Omgevingsdienst regio Utrecht (ODRU) en de Regionale Uitvoeringsdienst Utrecht (RUD Utrecht) als adviseurs deel aan het overleg.
De samenwerking tussen de waterschappen en gemeenten in de regio heeft betrekking op het toezicht en handhaving van zaken die grondwater of oppervlaktewater gerelateerd zijn, zoals waterkwaliteit en -kwantiteit, medegebruik van openbaar water en nautisch toezicht op vaarbewegingen. In incidentele gevallen wordt gezamenlijk opgetrokken. In dat kader vindt uitwisseling van gegevens plaats. In voorkomende gevallen vindt er signaaltoezicht plaats.
Het toezicht op de kinderopvang (kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang en gastouderbureau) wordt door de GGD uitgevoerd in opdracht van de gemeente. De GGD voert inspecties uit en rapporteert hierover aan de gemeente. Indien uit het toezicht door de GGD blijkt dat er sprake is van 1 of meer tekortkomingen, wordt door de gemeente handhavend opgetreden.
Ook op gebied van het toezicht in de openbare ruimte (Domein I), onderdeel Alcoholwet, is er onder regie en coördinatie van de gemeente Utrecht in 2016 een samenwerkingsovereenkomst aangegaan. De gemeenten Bunnik, De Bilt, De Ronde Venen, Houten, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Vianen, IJsselstein, Zeist en Amersfoort hebben deze samenwerkingsovereenkomst ondertekend. De formaliteiten om gemeente Woudenberg toe te laten treden zijn in gang gezet. Met deze samenwerking wordt beoogd om Boa’s en/of Awb-toezichthouders in Domein I openbare ruimte beter, efficiënter en doelmatiger in te kunnen zetten door uitwisseling van kennis, expertise en capaciteit.
In het geval strafrechtelijk optreden is vereist, bijvoorbeeld bij de vervolging van milieuovertredingen, waarbij sprake is van economische delicten, vindt afstemming plaats met het functioneel parket. De vervolging van overtredingen openbare ruimte worden afgehandeld door het Openbaar Ministerie Midden-Nederland. Inzet van OM en politie is conform de landelijke handhavingsstrategie (LHS), die geborgd is in ons U&H-beleid. Om de samenwerking tussen OM, Politie, ODRU en RUD te verbeteren is een samenwerkingsconvenant in voorbereiding. In een aantal wetten is opgenomen dat gegevens van OM en Politie alleen gedeeld kunnen worden als hiervoor een convenant is afgesloten.
Het Regionaal Milieu Team (RMT) van de politie Midden-Nederland valt voor wat betreft aansturing onder het functioneel parket (FP) Amsterdam. Op het gebied van milieu zijn de milieuagenten het eerste aanspreekpunt voor de gemeente. Daarnaast is het local office het vaste aanspreekpunt voor de gemeente, de Boa’s en de RUD. Afhankelijk van de positionering van de overtreding in de LHS-matrix komt het RMT vroeg of op een later moment in beeld.