Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rucphen

Beleidsregel BIBOB 2017 gemeente Rucphen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRucphen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel BIBOB 2017 gemeente Rucphen
CiteertitelBeleidsregel BIBOB 2017 gemeente Rucphen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpBeleidsregel BIBOB

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-04-201711-05-2017Beleidsregel

25-04-2017

gmb-2022-110742

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel BIBOB 2017 gemeente Rucphen

Beleidsregel voor de toepassing van de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur [ Beleidsregel BIBOB 2017 gemeente Rucphen], vastgesteld door de burgemeester bij besluit van 25 april 2017 en het college van burgemeester en wethouders bij besluit van 25 april 2017.

 

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rucphen, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

 

overwegende, dat de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur hen beleidsruimte verschaft bij de besluitvorming omtrent het toepassen van hun uit deze wet voortvloeiende bevoegdheden;

 

gelet op het bepaalde in de Wet bevordering integriteitsbepalingen door het openbaar bestuur, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 3, 27, 30a en 31 van de Drank- en Horecawet, artikel 30b van de Wet op de kansspelen, de artikelen 2.1 en 2.17 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de artikelen 2:25, 2:28 en 3:4 van de Algemene plaatselijke verordening [m.b.t. gemeentelijke vergunningen] en de algemene subsidieverordening van de gemeente Rucphen.

 

besluiten

 

vast te stellen de volgende:

 

Beleidsregel voor de toepassing van de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur [ Beleidsregel BIBOB 2017 gemeente Rucphen]

 

Intrekking oude beleidsregel

De beleidsregel ‘BIBOB-Beleid inzake vergunningen voor horecabedrijven en seksinrichtingen in de gemeente Rucphen’ vastgesteld door het college op 20 juli 2004 en door de burgemeester op 20 juli 2004, gewijzigd bij besluit van 8 december 2009, wordt ingetrokken.

 

Datum inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking daarvan.

 

Citeertitel

Deze beleidsregel kan worden aangehaald als "Beleidsregel BIBOB 2017 gemeente Rucphen"

 

Aldus vastgesteld op 25 april 2017

door het college van burgemeester en wethouders

van de gemeente Rucphen

 

de secretaris, F. Verheijen

 

de burgemeester, Mr. M van der Meer Mohr

 

 

Aldus vastgesteld op 25 april 2017

door de burgemeester van de gemeente Rucphen

 

de burgemeester,

Mr. M van der Meer Mohr

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1. Inleiding

 

1.1 Aanleiding

 

Bestuursorganen kunnen door middel van beschikkingen (denk bijvoorbeeld aan

vergunningen en subsidies) of aanbestedingen onbedoeld criminele activiteiten faciliteren. De integriteit van de overheid komt hier dan in het geding. Ter bescherming van haar integriteitsrisico hebben bestuursorganen er sinds 1 juni 2003 een instrument bij gekregen: de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (hierna: Wet BIBOB). Deze wet biedt bestuursorganen de mogelijkheid om de integriteit van de aanvragen of gegadigde/onderaannemer te kunnen onderzoeken. Na een uitvoerige evaluatie van deze regelgeving, zijn er per 1 juli 2013 onder andere een aantal aanvullingen en wijzigingen doorgevoerd op het toepassingsbereik. Indien het gevaar bestaat dat criminele activiteiten mogelijk worden gemaakt met behulp van overheidsmiddelen, kan het bestuursorgaan op basis van de Wet BIBOB besluiten om bepaalde beschikkingen niet te verlenen of in te trekken.

 

Vanwege de keuzevrijheid ten aanzien van de Wet BIBOB verdient het de voorkeur dat de toepassing van de Wet BIBOB door de gemeente Rucphen gebeurt op basis van het onderliggende beleid. In dit beleid wordt in algemene termen aangegeven in welke gevallen een Bibob toets zal plaatsvinden en in welke gevallen dit kan leiden tot een advies bij het Landelijk Bureau BIBOB. Per 1 augustus 2004 past de gemeente Rucphen de Wet BIBOB toe op basis van het ‘Bibob-beleid inzake vergunningen voor horecabedrijven en seksinrichtingen in de gemeente Rucphen’. Dit beleid wordt gewijzigd in het beleid dat nu voor u ligt. In dit nieuwe beleid wordt het toepassingsbereik uitgebreid. Meer hierover kunt u lezen in paragraaf 2.3.

 

1.2 Doelstelling

 

Het doel van dit BIBOB-beleid is tweeledig:

  • *

    De integriteit van de gemeente Rucphen waarborgen door te voorkomen dat zij onbedoeld criminele activiteiten faciliteert;

  • *

    Het bieden van een kader waarbinnen de Wet BIBOB kan worden toegepast door de gemeente Rucphen. Hiermee wordt willekeur voorkomen en rechtszekerheid gewaarborgd.

     

2. De Wet BIBOB

 

2.1 Definities

 

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvraag: de aanvraag om een beschikking bedoeld in artikel 1 van de wet;

  • b.

    advies: het advies bedoeld in artikel 9 van de wet;

  • c.

    beschikkingen: alle besluiten waarop de wet kan worden toegepast;

  • d.

    bestuursorgaan: de burgemeester onderscheidenlijk het college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    betrokkene: de aanvrager van een beschikking, de subsidie-ontvanger, de vergunninghouder, de gegadigde, de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een overheidsopdracht is of zal worden gegund, de onderaannemer, de natuurlijke persoon of rechtspersoon met wie een vastgoedtransactie is of zal worden aangegaan;

  • f.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • g.

    Bibobtoets: de wijze van behandelen van een aanvraag waarbij met toepassing van de wet door het bestuursorgaan wordt beoordeeld of er redenen aanwezig zijn om de aanvraag te weigeren, respectievelijk de beschikking in te trekken of te beëindigen, daaraan voorschriften te verbinden dan wel een advies bij het Bureau aan te vragen;

  • h.

    Bureau Bibob: het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, als bedoeld in artikel 8 van de wet;

  • i.

    overheidsopdracht: een opdracht als bedoeld in artikel 1 van de wet en waarop de wet kan worden toegepast;

  • j.

    rechtspersoon met een overheidstaak: de gemeente Rucphen;

  • k.

    RIEC: het Regionaal informatie- en experticecentrum;

  • l.

    wet: de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

     

2.2 Kern van de Wet BIBOB

 

De Wet BIBOB biedt de gemeenten de mogelijkheid om bepaalde beschikkingen te weigeren of in te trekken indien er sprake is van een weigeringsgrond als bedoeld in artikel 3, lid 1 van de Wet BIBOB:

Voorzover bestuursorganen bij of krachtens de wet daartoe de bevoegdheid hebben gekregen, kunnen zij weigeren een aangevraagde beschikking te geven dan wel een gegeven beschikking intrekken, indien ernstig gevaar bestaat dat de beschikking mede zal worden gebruikt om:

a.uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten, of

b.strafbare feiten te plegen.”

 

2.3 Toepassingsbereik van de Wet BIBOB

 

Van belang is het uitgangspunt van de Wet BIBOB. Namelijk dat de toetsing geldt als ultimum remedium. Dit betekent dat het bestuursorgaan eerst de toepasbaarheid van haar bevoegdheden uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de reguliere weigerings- en intrekkingsgronden uit de onderliggende wet- en regelgeving dient te onderzoeken.

 

De beleidslijn van 2004 had betrekking op vergunningen voor horecabedrijven en seksinrichtingen. Het toepassingsbereik wordt uitgebreid met de volgende onderdelen:

  • 1.

    Gemeentelijke vergunningen voor onder andere de sectoren bouw en milieu.

  • 2.

    Subsidies waarbij in de subsidieregeling zelf opgenomen moet zijn dat op de aan vraag van de subsidie de Wet BIBOB van toepassing is.

  • 3.

    Vastgoedtransacties waarbij de gemeente zelf partij is in de transactie. Het gaat hierbij onder andere over de koop en verkoop van vastgoed, grondtransacties, het aangaan van (ver)huurovereenkomsten en publiek-private samenwerkingsvormen.

     

De Wet BIBOB is ook van toepassing verklaard op aanbestedingen (zie artikel 5 van de wet). De toets die in de Aanbestedingswet is opgenomen is feitelijk net zo streng als die van de Wet BIBOB zelf. Voor het inschrijven op een aanbestedingsprocedure is een ‘gedragsverklaring aanbesteden’ (hierna: GVA) namelijk verplicht. Dit is ook zo opgenomen in paragraaf 4.1 van het ‘Inkoop- en aanbestedingsbeleid gemeente Rucphen (mei 2013)’. Voor de GVA wordt het Justitieel Documentatie Systeem geraadpleegd.

 

2.4 Toepassing van het BIBOB instrumentarium

 

Het BIBOB instrumentarium is preventief van karakter. Met de toepassing van de Wet BIBOB beoogd het bestuursorgaan namelijk te voorkomen dat zij criminele activiteiten faciliteert. Om te beoordelen of er sprake is van ernstig gevaar, is het noodzakelijk dat het

bestuursorgaan beschikt over voldoende relevante informatie. Hoe gaat het bestuursorgaan te werk?

 

BIBOB-intake

De gemeente voert in eerste instantie zelf een integriteitsonderzoek uit op basis van artikel 3 van de Wet BIBOB. Concreet betekent dit:

  • -

    Extra (integriteits)vragen bij een vergunningaanvraag;

  • -

    Onderzoek naar open bronnen;

  • -

    Opvragen van justitiële informatie.

     

RIEC

Bij het opstarten en/of uitvoeren van de Bibob procedure is het mogelijk dat de gemeente ondersteuning vraagt van het Regionaal Informatie- en Expertise Centrum (RIEC). Het RIEC verzamelt hiertoe de benodigde persoonsgegevens en andere informatie. Daarnaast zijn bij het RIEC specialisten werkzaam.

 

BIBOB-adviesaanvraag, Bureau BIBOB

Indien na de BIBOB intake nog vragen blijven bestaan over de eventuele bedrijfsstructuur, financiering of de omstandigheden in de persoon van de aanvrager, vraagt de gemeente een advies aan bij het Landelijke Bureau BIBOB (onderdeel van het ministerie van Justitie en Veiligheid). Het Landelijk Bureau BIBOB beschikt over de mogelijkheid om gesloten bronnen (belastingdienst, politieregisters) te raadplegen. Daardoor kunnen zij diepgaand onderzoek doen. Uiteindelijk brengt zij een advies uit aan de gemeente.

 

3. De Wet BIBOB in de gemeente Rucphen

 

Gemeenten bepalen zelf op welke manier zij uitvoering geven aan de Wet BIBOB. In dit hoofdstuk is te vinden op welke manier de bestuursorganen binnen de Gemeente Rucphen omgaan met de Wet BIBOB.

 

3.1 Nieuwe beschikkingen

 

3.1.1. Beschikkingen waarvan elke aanvraag wordt getoetst

 

Voor enkele beschikkingen geldt dat in beginsel elke aanvraag wordt getoetst aan de Wet BIBOB. De keuze hiervoor is ingegeven door de ervaring dat de betreffende bedrijfsmatige activiteiten gekenmerkt worden door onder meer:

  • -

    het gegeven dat zij zeer laagdrempelig zijn door de geringe functie-eisen voor de onderhavige ondernemingen;

  • -

    het grootschalig gebruik van cash geld, waardoor zij extra bevattelijk zijn voor criminele activiteiten;

  • -

    bedrijfsmatige activiteiten die minder locatiegebonden zijn;

  • -

    betrokkenheid vanuit criminele organisaties in de voorbereiding en uitvoering van de activiteit.

     

Het betreft de beschikkingen zoals vermeld in:

  • a.

    artikel 3 en 30a van de Drank- en Horecawet:

    • i.

      voor de uitoefening van het horecabedrijf, met uitzondering van een dergelijke aanvraag ingediend door een paracommerciële rechtspersoon als bedoeld in artikel 1 van die wet en waarvan de horeca-inrichting in eigen beheer van de rechtspersoon is en niet is verpacht aan een derde;

    • ii.

      Melding van een leidinggevende tot wijziging van het aanhangsel behorende bij de vergunning genoemd onder i.

  • b.

    artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening (horeca-exploitatievergunning);

  • c.

    artikel 30b van de Wet op de Kansspelen (kansspelautomatenvergunning);

  • d.

    artikel 3:4 van de Algemene plaatselijke verordening (vergunning voor seksinrichting en escortbedrijf);

  • e.

    artikel 2:25 van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning voor zover betrekkend hebbend op vechtsportgala’s voor zover aannemelijk is dat dit geen regulier sportevenement betreft).

     

3.1.2. Beschikkingen waarvan de Bibobtoets wordt beperkt tot aanvragen die voldoen aan de hieronder bepaalde voorwaarden

 

Het bestuursorgaan past bij de hierna genoemde beschikkingen de Bibobtoets toe, indien deze valt binnen de voorwaarden die in dit beleid worden gesteld. Het gaat dan om de aanvragen om een beschikking als bedoeld in:

  • a.

    artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a van de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht (omgevingsvergunning bouwactiviteit)

  • b.

    artikel 2.1 eerste lid, aanhef en onder e van de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een inrichting als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid van die wet, (omgevingsvergunning inrichtingen Wet Milieubeheer);

 

  • c.

    artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder i van de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een activiteit waarvoor bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 2.17 van die wet is bepaald, dat de beschikking in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de wet kan worden geweigerd (omgevingsvergunning beperkte milieutoets);

  • d.

    artikel 2:25 van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning, anders dan voor vechtsportgala).

     

Met betrekking tot bovenstaande vergunningen zijn voorwaarden opgesteld. De aanvragen die passen binnen deze voorwaarden, zullen door het bestuursorgaan onderworpen worden aan een Bibobtoets. De voorwaarden worden hieronder per categorie behandeld.

 

Categorie A – omgevingsvergunning bouwactiviteit

De Bibobtoets met betrekking tot een aanvraag als bedoeld in sub a blijft beperkt tot de aanvragen met een bouwsom hoger dan € 350.000,- of aanvragen die vallen onder specifieke risicocategorieën of risicogebieden dan wel waarbij sprake is van cumulatie van aanvragen en wordt uitgevoerd volgens de toetsingscriteria die u hieronder kunt vinden:

 

A.  Bouwsom

In geval van een aanvraag voor een omgevingsvergunning-bouwactiviteit, waarbij sprake is van een bouwsom van meer dan € 350.000,- (exclusief btw). De bouwsom wordt door de gemeente berekend.

 

B. Risicocategorieën

Indien de bouwsom meer bedraagt dan € 25.000,- (exclusief btw) en minder bedraagt dan of gelijk is aan € 500.000,- (exclusief btw) en waarbij sprake is van een of meerdere onderstaande risicocategorieën:

 

Risicocategorieën

  • 1.

    Inrichtingen waarin bedrijfsmatig, in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet: - logies wordt verstrekt (waaronder hotels, kamerverhuur, pensions), - dranken worden geschonken (waaronder horecabedrijven), of - rookwaren of spijzen (waaronder coffeeshops) voor directe consumptie worden verstrekt;

  • 2.

    Voor het publiek toegankelijke, besloten ruimten waarin bedrijfsmatig, in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet seksuele handelingen worden verricht, seksuele diensten worden aangeboden of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden (waaronder prostitutiebedrijven, darkrooms, seksbioscopen, sekswinkels, erotische massagesalons);

  • 3.

    Een natuurlijke persoon, een groep van natuurlijke personen of een rechtspersoon die bedrijfsmatig, in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet seksuele handelingen verricht of seksuele diensten aanbiedt in een andere ruimte dan de bedrijfsruimte (waaronder escortbedrijven);

  • 4.

    Shisha lounges;

  • 5.

    Afvalbewerkings- en verwerkingsbedrijven;

  • 6.

    Wisselkantoren;

  • 7.

    Kapsalons;

  • 8.

    Cadeauwinkels;

  • 9.

    Uitzendbureaus;

  • 10.

    Transportondernemingen;

  • 11

    Autohandel (verkoop en verhuur);

  • 12

    Sloopbedrijven;

  • 13

    Sportscholen;

  • 14

    Beauty-, welness- en saunabedrijven;

  • 15

    Im- en exportbedrijven (handelsondernemingen; schoenen, kleren, onderdelen);

  • 16

    Vastgoedbedrijven;

  • 17

    Aangewezen vrijplaatsen (locaties waar en/of groepen waartegen een effectief overheidsoptreden wordt belemmerd, leidend tot een maatschappelijk ongewenste situatie, waarbij aanwijzingen bestaan voor het aanwezig zijn van strafbare gedragingen waaronder (fiscale) fraude en waarbij we spreken over handhavingsknelpunten. De belemmering betreft soms een bestaande of vermeende dreiging, soms een sociaal-culturele hindernis);

  • 18

    Vuurwerkbranche.

     

NB.: Bovenstaande opsomming van risicocategorieën is niet limitatief. Deze risicocategorieën kunnen, indien nieuwe ontwikkelingen dit noodzakelijk maken, door het college van burgemeester en wethouders dan wel de burgemeester worden aangepast.

 

C. Bijzondere gevallen 

Vanaf de 3e aanvraag op jaarbasis van dezelfde aanvrager en/of betrokkene met een bouwsom van meer dan € 25.000,- en minder dan € 350.000,-.

 

In geval reeds is begonnen met de realisatie van een vergunningplichtig bouwwerk, zonder dat daarvoor de vereiste vergunning is aangevraagd en de bouwsom meer bedraagt dan € 25.000,- (exclusief btw) en minder bedraagt dan of gelijk is aan € 350.000,- (exclusief btw).

 

D. Risicogebied

indien de bouwsom meer bedraagt dan € 25.000,- (exclusief btw) en minder bedraagt dan of gelijk is aan € 350.000,- (exclusief btw) en de aanvraag een locatie betreft die gelegen is in een door het college aangewezen risicogebied.

 

Categorie B – omgevingsvergunning inrichtingen Wet Milieubeheer

De Bibobtoets met betrekking tot een aanvraag als bedoeld in sub b blijft beperkt tot de

inrichtingen die behoren tot de risicocategorieën:

  • -

    Afval;

  • -

    Vuurwerk;

  • -

    Transportsector en automobielbranche;

  • -

    Inrichtingen, waar bewerking, verwerking of recycling van afval of reststoffen een belangrijk onderdeel is van het productieproces.

     

De bibobtoets zal worden uitgevoerd bij zowel de aanvraag van een vergunning als bij een wijzigingsvergunning.

 

Categorie C – omgevingsvergunning beperkte milieutoets

Het bestuursorgaan beperkt de Bibobtoets tot die onderdelen voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een activiteit waarvoor bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 2.17 van die wet is bepaald, dat de beschikking in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de wet kan worden geweigerd.

 

Categorie D – evenementenvergunning, anders dan voor een vechtsportgala

De Bibobtoets met betrekking tot een aanvraag als bedoeld in sub d blijft beperkt tot de bij afzonderlijk besluit van de burgemeester aangewezen evenementen.

 

3.2 Reeds verleende beschikkingen

 

  • Het bestuursorgaan kan de wet in beginsel toepassen met betrekking tot reeds verleende beschikkingen indien:

    • a.

      de verleende beschikking betrekking heeft op een locatie, die gelegen is in een concreet bepaald gebied, dat op basis van een daartoe genomen besluit van het college na de verstrekking van de beschikking, is aangewezen als risicogebied;

    • b.

      de verleende beschikking onderdeel uitmaakt van een branche of onderdeel in deze branche, die op basis van een door het college genomen besluit na de verstrekking van de beschikking is aangewezen voor een Bibobtoets;

    • c.

      vanuit eigen informatie of informatie verkregen van een of meer partners binnen het samenwerkingsverband RIEC of van het Openbaar Ministerie informatie als bedoeld in artikel 26 van de wet er duidelijke aanwijzingen zijn die het vermoeden rechtvaardigen, dat bij de aanvraag sprake is van een ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet;

    • d.

      bekend wordt, dat tegen betrokkene in een andere gemeente bij een Bibobtoets een ernstige mate van gevaar is geconstateerd en aan betrokkene in de gemeente een soortgelijke beschikking is verleend. Het bestuursorgaan zal in dit geval het RIEC om coördinatie in de Bibobtoets verzoeken;

    • e.

      de verleende beschikking betrekking heeft op een locatie waarbij uit signalen blijkt dat er inbreuk wordt gemaakt op de leefbaarheid rondom deze locatie.

       

3.3 Privaatrechtelijke rechtshandelingen

 

Als bij een privaatrechtelijke rechtshandeling vanuit eigen informatie of informatie verkregen van een of meer partners binnen het samenwerkingsverband RIEC of van het Openbaar Ministerie informatie als bedoeld in artikel 26 van de wet er duidelijke aanwijzingen zijn die het vermoeden rechtvaardigen, dat sprake is van een ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet zal het bestuursorgaan de Bibobtoets in beginsel toepassen met betrekking tot vastgoedtransacties zoals gedefinieerd in artikel 1, eerste lid onder o van de wet.

 

3.3 Uitzonderingen

 

3.3.1. Afkomst aanvraag

 

De Bibobtoets wordt niet toegepast indien aanvragen afkomstig zijn van:

  • a.

    overheidsinstanties;

  • b.

    semi-overheidsinstanties;

  • c.

    door de Minister van Volkshuisvestiging conform het Woningbesluit 1932 middels een daartoe verstrekte vergunning toegelaten woning(bouw)corporaties;

  • d.

    door het college van burgemeester en wethouders bij specifiek besluit aangewezen aanvragers, zoals Publiek-Private Samenwerkingsconstructies van particuliere ondernemingen en overheid in bijvoorbeeld de ontwikkeling van een schouwburg of een winkelcentrum of

  • e.

    een aanvrager die in diezelfde hoedanigheid op een eerder moment onderzocht is en waarbij geen enkele mate van gevaar aanwezig was.

     

3.3.2. Duidelijke aanwijzingen die wijzen op de aanwezigheid van ernstig gevaar

 

Als bij een aanvraag vanuit eigen informatie of informatie verkregen van een of meer partners binnen het samenwerkingsverband RIEC of van het Openbaar Ministerie informatie als bedoeld in artikel 26 van de wet er duidelijke aanwijzingen zijn die het vermoeden rechtvaardigen, dat bij de aanvraag sprake is van een ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet zal het bestuursorgaan de Bibobtoets in beginsel toepassen met betrekking tot elke aanvraag om een beschikking welke valt binnen het bereik van de Wet BIBOB.

 

3.3.3. Er is sprake van een eerder (aangevraagd) advies bij het Landelijk Bureau BIBOB

 

Het bestuursorgaan zal ook overgaan tot een Bibobtoets als bij navraag door het bestuursorgaan bij het Landelijk Bureau Bibob blijkt, dat tegen de aanvrager van een beschikking in de twee jaar voorafgaande aan de datum van indiening van een aanvraag door het Bureau Bibob een advies is uitgebracht of een aanvraag om een advies door het Bureau Bibob in behandeling is genomen.

 

3.3.4. Reeds aanwezige risicoinschatting

 

Op het moment dat het bestuursorgaan met de betrokken ondernemer middels een toets op basis van de Wet BIBOB een verantwoorde inschatting heeft gemaakt van haar integriteitsrisico, kan in het verdere verloop van de bestuurlijke relatie tussen het overheidsorgaan en de betrokkene, maatwerk worden ontwikkeld in geval er sprake is van een aanvraag voor een nieuwe beschikking. Belangrijk daarbij is dat zich geen veranderingen hebben voorgedaan. Het gaan dan om veranderingen ten aanzien van de betrokkene zelf als de personen die invloed op hem uit kunnen oefenen.

 

3.4 Informatieplicht

 

Het bestuursorgaan informeert betrokkene schriftelijk over een adviesaanvraag aan het Landelijk Bureau Bibob. Betrokkene wordt daarbij gewezen op de opschorting van de beslistermijn. Een afschrift van deze brief wordt gevoegd bij het adviesverzoek aan het Landelijk Bureau Bibob.

 

In geval een van het Landelijk Bureau Bibob ontvangen advies leidt tot het voornemen om een gevraagde beschikking te weigeren dan wel een eerder verleende beschikking in te trekken, wordt aan betrokkene een kopie van het adviesrapport ter hand gesteld. Betrokkene wordt daarbij door het bestuursorgaan gewezen op zijn geheimhoudingsplicht als bedoeld in artikel 28 van de wet.

 

3.5 Termijnen

 

Termijn in geval van een gevraagd advies aan het Landelijk Bureau Bibob

Indien een advies wordt gevraagd aan het Landelijk Bureau Bibob wordt dit zo spoedig mogelijk gegeven, maar in ieder geval binnen een termijn van acht weken nadat het bestuursorgaan een advies heeft aangevraagd. In het geval van een onvolledige aanvraag of een verzoek om aanvullende gegevens wordt deze termijn opgeschort.

Indien het advies niet binnen een termijn van acht weken kan worden gegeven noemt hij een termijn waarbinnen het advies kan worden gegeven. Deze extra termijn bedraagt niet meer dan vier weken.