Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gouda

Notitie lokale (bestuurlijke) aanpak radicalisering en jihadisme Gouda

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGouda
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNotitie lokale (bestuurlijke) aanpak radicalisering en jihadisme Gouda
CiteertitelNotitie lokale (bestuurlijke) aanpak radicalisering en jihadisme Gouda
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-03-2022nieuwe regeling

14-10-2014

gmb-2022-109597

895406

Tekst van de regeling

Intitulé

Notitie lokale (bestuurlijke) aanpak radicalisering en jihadisme Gouda

 

1. Aanleiding

Medio 2013 werd de gemeente Gouda geconfronteerd met informatie over het vertrek van een aantal jongeren naar Syrië en een groep jongeren die vermoedelijk radicale ideeën in Gouda verspreidde. Deze ontwikkeling heeft de gemeente en partners genoodzaakt tot actie over te gaan.

 

Sindsdien zijn er verschillende bestuurlijke en ambtelijke lijnen uitgezet. De burgemeester houdt samen met andere burgemeesters die ook met dit fenomeen geconfronteerd zijn, structureel contact met de minister van Veiligheid en Justitie en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (tevens zijn er contacten gelegd met burgemeesters in België vanwege het internationale element). Een aantal ambtenaren en professionals zijn met ondersteuning van NCTV getraind op het dossier gewelddadige radicalisering (Jihadisme). Het vertrek van deze jongeren naar de strijdgebieden (Syrië in dit geval) en hun mogelijke betrokkenheid bij de gruwelijke burgeroorlog daar, roept heel veel vragen op: waarom maken deze jongeren deze keuze in plaats van zich te richten op hun toekomst in Nederland? Overleven ze hun deelname aan de oorlog, en komen ze ooit terug? Wat zijn de mogelijke gevolgen van oorlogservaringen en van eventueel eigenhandige gruweldaden? Zijn Syriëgangers na hun terugkeer nog in staat een normaal leven te leiden? Zullen zij het radicalisme in Gouda nog doen toenemen en vormen zij een reëel gevaar? Wat mogen we verwachten? Op welke manier kunnen de verontruste ouders, familieleden en vrienden worden geholpen? Er zijn meerdere redenen om aandacht te besteden aan deze thematiek.

 

De gemeente Gouda en haar partners zijn bezorgd over de aantrekkingskracht die extremistische en gewelddadige radicale groeperingen uitoefenen op kwetsbare moslimjongeren die soms een problematische sociale of familiale achtergrond hebben. Maar de gemeente en haar partners zjn vooral vastbesloten om het tij te keren door volop in te zetten op preventie. Extreem (gewelddadig) radicalisme bedreigt niet alleen de toekomst van de betrokken persoon, maar vormt een reëel veiligheidsrisico voor Gouda en de rest van Nederland.

 

Het afgelopen jaar is er werkende weg vormgegeven aan de aanpak van deze vorm van radicalisering. Hierover is de gemeenteraad ook periodiek van op de hoogte gesteld. Op dit moment is de aanpak verder ontwikkeld en is de tijd rijp om de aanpak in deze notitie nader te omschrijven.

2. Inleiding

In deze notitie wordt aangegeven hoe in Gouda, door gemeente en partners, omgegaan wordt met de radicalisering van een aantal Goudse moslims. Specifiek gaat het hier om (potentiële) jihadisten die de strijd willen aangaan in Syrië of andere landen. De aanpak zal zich waarschijnlijk nog verder doorontwikkelen, aangezien er steeds nieuwe ontwikkelingen zijn, nieuwe ervaringen worden opgedaan en nieuwe lessen worden geleerd. Deze ervaringen (best-practices) en lessen worden verwerkt in de aanpak. De invalshoeken van het Gouds beleid om radicalisering tegen te gaan zijn divers. Zo wordt er naar veiligheidsaspecten gekeken maar ook naar sociale aspecten. Wat betreft veiligheidsaspecten gaat het om het tegengaan van maatschappelijke onrust en terreurbestrijding en -preventie. Wat betreft de sociale aspecten gaat het ondermeer om zaken zoals leerplicht, jeugdzorg en participatie in de samenleving. Verder gaat ook om praktische en bestuurlijke zaken zoals uitkeringen, paspoorten en inschrijvingen in de Basis Registratie Persoonsgegevens.

 

In deze notitie wordt in paragraaf 3 ingegaan op de doelstelling en doelgroep van de aanpak. In paragraaf 4 komt de omvang en aard van de problematiek aan bod waarna in paragraaf 5 de uitgangspunten van de aanpak worden genoemd. In paragraaf 6 wordt ingegaan op de organisatie en werkwijze van de aanpak..

3. Doelstelling en doelgroep aanpak

De lokale aanpak van radicalisering en jihadisme is in de eerste plaats bedoeld om voorbereid te zijn op terugkeer van daadwerkelijk vertrokken personen (Syriëgangers). Dit omdat de Syriëgangers die het betreft een jihadistische achtergrond hebben en de kans reëel is dat ze in

 

Syrië (verder) zijn geradicaliseerd en met trauma’s, gevechtservaring en een opdracht om een aanslag te plegen terugkomen. Deze combinatie kan zich tegen de Nederlandse samenleving keren in de vorm van aanslagen. Het ministerie van V&J en dus ook het NCTV ziet Syriëgangers als een serieuze dreiging voor de staatsveiligheid. Deze zorg wordt op lokaal niveau ook gedeeld door de gemeente Gouda, de politie-eenheid Den Haag en de overige partners.

 

In de tweede plaats is de aanpak bedoeld om te voorkomen dat potentiële Syriëgangers daadwerkelijk naar Syrië afreizen om aldaar aan de gewapende strijd deel te nemen of te faciliteren.

 

Bij het tegengaan van radicalisering gaat het om meer dan veiligheid. Zoals uit verschillende onderzoeken is gebleken, krijgt radicalisering meer kans daar waar er sprake is van gebrek aan binding en perspectieven en waar gevoelens van onbehagen en onvrede opduiken met de sociale omgeving en met de ruimere samenleving. Sommige mensen die, ogenschijnlijk goed geïntegreerd lijken te zijn in de samenleving, maken (onder invloed van radicaal aanbod) een mentale ommekeer mee. Ze vervreemden zich van de samenleving en haar waarden en normen.

 

De anti radicaliseringsaanpak werkt langs 5 hoofdlijnen die aansluiten op het nationale actieplan en de analyse van het landelijke dreigingsbeeld (gewelddadige) radicalisering en de gevolgen daarvan:

 

  • 1.

    Het tegenhouden, belemmeren en verstoren dat jongeren naar strijdgebieden uitreizen om zich mogelijk bij gewelddadige groeperingen aan te sluiten

  • 2.

    Het bieden van tegenwicht, re-integreren en begeleiden van terugkeerders. Daarbij vindt periodiek een monitoring plaats over de mogelijke veiligheidsrisico’s uitgaande van deze personen richting de omgeving en de samenleving

  • 3.

    Beperking van instroom (en doorstroom) van kwetsbare en zoekende personen naar (gewelddadige) radicale groepen, door gerichte curatie- en preventiemaatregelen te initiëren. Binnen deze doelstelling zal het accent liggen op sympathisanten

  • 4.

    Vergroten van de weerbaarheid en binding aan de samenleving van individuen en groepen die mogelijk vatbaar zijn voor polarisatie en radicalisering, en hun omgeving. Deze doelstelling is gericht op de omgeving en het netwerk waaruit deze radicale jongeren voortkomen.

  • 5.

    Aanpak voedingsbodem voor radicalisering

 

Doelgroep: Radicalisering komt zoals gezegd veelal voor onder jongeren die de binding met de samenleving verliezen, het gevoel hebben uitgesloten te worden en onrechtvaardig bejegend te zijn. Het sociale netwerk waarin zij zich bevinden wordt vaak gekenmerkt door jongeren die dezelfde negatieve persoonlijke ervaringen in de samenleving hebben. Binnen zo’n netwerk wordt afkeer tegen en vijandbeeld over de samenleving versterkt. De zoektocht naar zingeving binnen deze netwerken loopt niet zonder risico’s. Deze jongeren kunnen slachtoffer worden van (gewelddadige) radicale boodschappen die juist inspelen op deze voedingsbodem. Een deel van deze groep kiest voor radicale opvattingen en probeert deze te verspreiden.

Deze jongeren worden onvoldoende bereikt door hun ouders, families en religieuze leiders (imams). Aan politie en justitie, maar ook aan hun school(opleiding) laten zij zich weinig gelegen liggen. Een deel van deze groep jongeren is mogelijk verstandelijk beperkt, heeft sociale, emotionele of psychiatrische problemen, vaak in combinatie met een andere problematiek. Aan de andere kant is een deel van de betrokken jongeren heel intelligent en hoger opgeleid. Deze maken een bewuste keuze en weten doorgaans goed waaraan ze beginnen als ze radicaliseren. Ook is er een aantal individuen bij wie een interventie nodig is om te voorkomen dat zij het radicale of gewelddadige pad kiezen.

 

In deze aanpak onderscheiden we de volgende groepen:

  • 1.

    Harde kern: radicale jongeren die nu al in Syrië zitten of die met voorbereiding bezig zijn om daar naar toe te gaan. We maken een verschil tussen ronselaars, boegbeelden, leidersfiguren en meelopers

  • 2.

    Sympathiserende individuen/groepen: mensen die geweld legitimeren en verheerlijken en de aansluiting bij gewelddadige groepen moreel ondersteunen. Daarnaast is deze groep bezig met het helpen verspreiden van radicaal gedachtegoed.

  • 3.

    Vatbare, kwetsbare en zoekende individuen en groepen.

 

4. Omvang en aard van de problematiek

De onrust van de laatste jaren in de islamitische wereld heeft geleid tot een een sterkere rol voor jihadistische groepen. Dagelijks komen hierover de berichten via de media tot ons. Ook voor Nederland heeft dit gevolgen, sinds anderhalf jaar is het dreigingsniveau ‘substantieel’ 1 In verschillende grotere en kleinere plaatsen speelt het probleem van (potentiële) jihadgangers, wat ook veel in de aandacht staat.

 

Met betrekking tot Gouda is het zo dat het COT (Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement ) in 2011 in opdracht van de gemeente Gouda een onderzoek gedaan naar de mate van polarisatie en radicalisering in Gouda. In dit onderzoek werd het volgende over mogelijke radicalisering in Gouda geconstateerd: “Hoewel er Gouwenaren en religieuze gemeenschappen zijn die meer orthodoxe geloofsovertuigingen voorstaan, is van radicalisering geen sprake. De interesse in een zuivere, orthodoxe islambeleving leidt in het sociale verkeer met andere geloofsgenoten tot enige mate van geloofsijver. Deze ‘orthodoxe groep’ is uiterst klein en heeft weinig invloed op het maatschappelijk leven.” 2

De huidige situatie in Gouda is dat er momenteel sprake is van een vijftal bevestigde vrouwelijke uitreizigers. Van deze vrouwen kan met enige zekerheid worden gezegd dat zij op dit moment niet deelnemen aan de gewapende strijd. Zij zijn getrouwd met Jihadstrijders en steunen de strijd daarmee indirect. Recent zijn tevens berichten ontvangen over een 15 jarige jongen die naar Syrië zou zijn afgereisd. Daarmee komt het aantal Goudse mensen in Syrië waarschijnlijk op zes.

 

Voorts is er in Gouda sprake van een aantal jongeren waarover de politie zorgen heeft en is inmiddels ook duidelijk dat er banden zijn tussen (potentiële) Syriëgangers binnen Nederland.. Ook zijn er vanuit Nederland contacten met het buitenland. Gezien de gevoeligheid van deze dossier, gaan wij niet verder in op de persoonlijke situaties.

 

Redenen radicalisering

Wat zijn de redenen voor jongeren om te radicaliseren en waarom willen ze naar Syrië?. Het NCTV heeft hier een en ander over geschreven.

 

‘De reden dat Nederlandse jongeren die naar Syrië en andere jihadistische strijdgebieden vertrekken en zich bij jihadistische strijdgroepen willen aansluiten, en niet bij de door de internationale gemeenschap gesteunde Syrische oppositie, is dat zij zichzelf als onderdeel zien van de mondiale jihadistische beweging (waarvan Al Qaida de meest bekende uiting is). Sommige jonge mannen (en soms ook jonge vrouwen) begeven zich al jaren in deze ideologische kringen, anderen slechts enkele weken voor vertrek. Personen in deze beweging beschouwen zichzelf als de enige ware gelovigen, die een individuele verplichting hebben de islam te verdedigen tegen een wereldwijd front van islamvijandige afvallige leiders, verraders, sjiieten, Amerikanen, Joden en al hun bondgenoten. De verplichting kan volgens hen ingevuld worden door prediking, vorming en opvoeding, maar zich voegen bij (en sneuvelen in) de gewapende strijd in oorlogsgebieden is voor hen het meest nastrevenswaardige. Het is intussen duidelijk dat er geen uniek sociaal, etnisch, of psychologisch profiel bestaat van personen die radicaliseren. Er is geen directe link te leggen met socio-economische, pedagogische of onderwijskundige achterstelling. Het gaat overigens over hele kleine aantallen die niet veel andere kenmerken hebben dan hun leeftijdsgenoten. Wanneer het gaat om politiek-religieuze identificatieprocessen zie je onder geëngageerde moslims diverse ‘oriëntaties’. Ze kunnen zich richten op de verbetering van de positie van de eigen lokale of nationale gemeenschap en deze belangen (passief of actief) dienen binnen het bestaande politieke systeem. Ze kunnen zich ook veel breder identificeren met moslims in andere delen van de wereld . Dit wordt vergemakkelijkt door verbrede informatiestromen via o.a. het internet.

Wanneer moslimjongeren zich gaan identificeren met de wereldwijde gemeenschap van gelovigen, in het bijzonder met de slachtoffers van gepercipieerde onderdrukking, kan ontvankelijkheid ontstaan voor radicale boodschappen. Een zekere mate van wantrouwen tegenover bestaande politieke systemen, vervreemding, discriminatie, gevoelens van achterstelling etc. kunnen hierbij een motiverende rol spelen.’ (uit Lokale Aanpak jihadgangers. NCTV 2014)

 

5. Uitgangspunten aanpak

De aanpak van radicalisering in Gouda is gebaseerd op een aantal uitgangspunten.

 

Democratische rechtsstaat:

Het uitgangspunt is dat de democratische rechtsstaat met alle rechten en plichten voor iedereen geldt. De mensen die in het kader van de aanpak worden benaderd worden benaderd als burgers van Nederland. Men wordt aangesproken op zijn/haar verantwoordelijkheden en plichten. Binnen de democratische rechtsstaat is er ruimte voor iedereen om eigen mening en visie te hebben op lokale, landelijk als internationale ontwikkelingen. Het recht van burgers om (door democratische middelen te gebruiken) de overheid te bekritiseren op beleidsbesluiten is in de grondwet gewaarborgd.

Daarbinnen is er veel ruimte voor het uiten van eigen mening en voor debat. Wat niet getolereerd wordt is dat sommige burgers naar ondemocratische middelen grijpen om hun visie en wil aan de samenleving op te willen leggen.

 

Scheiding kerk en staat:Binnen deze aanpak zal de overheid niet tornen aan het principe van scheiding kerk en staat. De overheid heeft geen taak om op het gebied van religie en theologie bepaalde stroming of leer te verkondigen. Burgers en maatschappelijke organisaties zijn en blijven daar zelf verantwoordelijk voor.

 

Gerichte interventies. Op basis van de persoonsdossiers worden gerichte en passende interventies ontworpen, vastgesteld en ingezet. Daartoe is een breed scala aan interventies beschikbaar op het gebied van opsporen, vervolgen, bestraffen, verstoren, toezicht, handhaven, financiën en huisvesting, tegenwicht bieden, zorg en hulpverlening. Uitgangspunten zijn:

  • -

    Het toepassen van een proportionele, gecoördineerde aanpak op probleem, persoon en/of groep.

  • -

    Er wordt in deze aanpak duidelijk onderscheid gemaakt tussen ‘denkers’ en ‘doeners’

    • °

      Bij denkers wordt ingezet om radicale denkbeelden en ideologieën te neutraliseren en te de- escaleren.

    • °

      Bij de doeners wordt het strafbare en ontoelaatbare gedrag hard aangepakt. Hierbij wordt er ingezet om gedragsalternatieven aan te reiken die wel binnen de kaders van democratische rechtsstaat acceptabel zijn

  • -

    Interventies richten op: het bieden van tegenwicht, nazorg, goed afgestemde zorg, tijdige screening en vermindering van de instroom.

 

Capaciteit vrijmaken. De aanpak van radicalisering en gewelddadige extremisme in Gouda is een bundeling van bestaande capaciteit en krachten van de driehoekspartners en andere maatschappelijke partners. Op onderdelen zal scherp aan de wind worden gezeild om de opsporing te versterken, de pakkans te verhogen, de vervolging en afdoening te versnellen, deradicaliserings- en re-integratietrajecten en nazorg effectiever te laten zijn. Het komende jaar zal er extra capaciteit worden ingezet op dit vlak met de aanstelling van een netwerkregisseur (meer daarover in paragraaf 6)

 

Het organiseren en versterken van de samenwerking. De aanpak heeft de meeste kans van slagen wanneer de samenwerking tussen de verschillende partners goed georganiseerd is. De gemeente heeft hierin de regierol. De rollen en de taken worden expliciet afgesproken en gedragen door de partijen die meedoen aan de aanpak van deze problematiek. Afhankelijk van het gesignaleerde probleem, de duiding daarvan en de mogelijke in te zetten interventies, zal gekeken worden naar de rol en verantwoordelijkheid van de partner binnen het samenwerkingsverband. Zie voor de betrokken partners het hoofdstuk over organisatie en werkwijze

 

Gericht investeren in nieuwe kennis/middelen. De aanpak van deze problematiek en het inzetten van interventies vraagt om expertise en kennis. Daarnaast vraagt het om het ontwikkelen van nieuwe instrumenten en tools die aansluiten bij de problematiek. De ervaring van de afgelopen jaren in Nederland op het dossier leert dat bij het begeleiden en uitvoeren van de zorgtrajecten specifieke kennis en vaardigheden nodig zijn om deze trajecten goed uit te voeren. Dit betekent dat er geïnvesteerd moet worden in kennis, expertise en vaardigheden van ambtenaren, professionals en sleutelfiguren. Daarnaast is de uitdaging om afspraken te maken met scholen, politie en (maatschappelijke organisaties) hoe zij deze kennis en expertise binnen eigen organisatie gaan borgen.

 

Merkbaar en zichtbaar. Acties van de politie, het Openbaar Ministerie en de gemeente moeten zichtbaar en merkbaar zijn, zowel voor de jongeren om wie het gaat als de omgeving op wie zij negatief effect hebben.

 

6. Organisatie en werkwijze

Monitoring en casusoverleg radicalisering

In Gouda wordt er periodiek een monitoringsoverleg voor de beleidsmatige zaken georganiseerd met daarin diverse betrokkenen (gemeente, politie, zorginstellingen). Hierin wordt de hoofdlijn van aanpak besproken en wordt geëvalueerd hoe de aanpak verloopt. Het overleg wordt voorgezeten door de gemeentelijke beleidsmedewerker OOV.

 

Daarnaast is er een casusoverleg radicalisering. In dit casusoverleg, dat gebruik maakt van ondersteuning van het Veiligheidshuis, worden de diverse casussen van potentiële uitreizigers en vertrokken jongeren besproken. Aan dit overleg nemen de gemeente, de politie en welzijns-, zorg- en onderwijsinstellingen deel.

 

Inzet netwerkregisseur

Om de ontwikkelingen goed in beeld te brengen en goed in gesprek te blijven met de islamitische gemeenschap in Gouda, zal er op de korte termijn een netwerkregisseur worden aangesteld in Gouda. In ieder geval voor de duur van een jaar. Deze persoon zal tevens structuur aanbrengen in de wijze waarop signalen over radicalisering worden opgevangen en worden geduid. Hij of zij kent het netwerk van sleutelfiguren in Gouda en weet wat voor positie en draagvlak zij binnen de Goudse gemeenschap bezitten. De signalen van sleutelfiguren en hoe hiermee om te gaan worden door de netwerkregisseur teruggekoppeld aan de gemeente. De signalen worden dan door de gemeente en haar partners gebruikt binnen de brede aanpak om radicalisering tegen te gaan.

De netwerkregisseur richt zich, mede op basis va signalen uit het netwerk van sleutelfiguren, ook op het verkleinen van de voedingsbodem voor radicalisering. Dit betekent dat zoveel mogelijk wordt voorkomen dat deze jongeren zich uitgesloten voelen van de maatschappij. Dit door te bevorderen dat de gemeente en haar partners ervaren problemen serieus nemen en dat de jongeren de kansen die de samenleving ze biedt benutten.

.

Terugkoppeling aan bestuur

De voortgang van de aanpak radicalisering wordt geregeld teruggekoppeld met de burgemeester, de districtschef van de politie en de Officier van Justitie. Dit gebeurt in de Driehoek. De gemeenteraad is al een aantal malen op vertrouwelijke basis geïnformeerd door de burgemeester en dit zal ieder half jaar blijven gebeuren. Ook bespreekt de burgemeester de stand van zaken rond radicalisering periodiek met de moskeebesturen, onder anderen in het veiligheidsplatform.

 

Trainingen en signalering

Er heeft een aantal trainingen plaatsgevonden voor professionals over deze materie. Zo is er een basistraining gegeven over het gedachtegoed achter het jihadisme en hoe je signalen hiervan kunt herkennen. Bij deze training zijn mensen van gemeente, politie en instellingen aanwezig geweest. Een andere training was gericht op daadwerkelijke gespreksvoering met geradicaliseerde moslimjongeren. Er zijn met de diverse betrokken partners afspraken gemaakt over de omgang met signalen van uitreizen die urgent zijn. De politie en de gemeente worden in die gevallen direct geïnformeerd, zodat de juiste maatregelen kunnen worden genomen.

 

Overige taken gemeente

Naast het voeren van de regie op deze aanpak, heeft de gemeente ten aanzien van potentiële Syriegangers ook andere taken. Deze liggen in het verlengde van de gebruikelijke gemeentelijke taken. Het gaat hier dan om het checken van BPR-gegevens en om het al dan niet verstrekken van paspoorten. Voor wat betreft paspoorten kunnen vanuit het Rijk richting de gemeente ambtsberichten worden verstuurd met het verzoek een paspoort van een specifiek persoon aan te houden. Indien nodig wordt informatie uitgewisseld met andere gemeenten.

 

Privacy

Voor wat betreft de afspraken over privacybescherming wordt gebruik gemaakt van de afspraken in het Veiligheidshuis. Het casusoverleg radicalisering valt onder het convenant Veiligheidshuis Hollands Midden.

Bijlage 1 Begrippenlijst

3

Radicalisering

De groeiende bereidheid om diepingrijpende veranderingen in de samenleving (eventueel op ondemocratische wijze) na te streven en/of te ondersteunen die op gespannen voet staan met of een bedreiging kunnen vormen voor de democratische rechtsorde.

 

Salafisme

Een brede ideologische stroming binnen de islam die een letterlijke terugkeer bepleit naar de ‘zuivere islam’ uit de begintijd van de islam.

 

Islamitisch Fundamentalisme

Islamitische stroming die een letterlijke lezing van islamitische heilige geschriften, in een sociaal en intellectueel isolement, koppelt aan een onverdraagzame houding ten opzichte van andersdenkenden.

 

Gewelddadige jihad

De gewapende strijd tegen vermeende vijanden van de islam, waarbij ter legitimering een beroep wordt gedaan op de islamitische rechtsleer.

 

Islamisme, islamistisch

Een radicale stroming binnen de islam die ernaar streeft de samenleving een weerspiegeling te laten zijn van wat volgens haar in de oorspronkelijke bronnen van de islam - de Koran en de soenna (de uitspraken en handelingen van de Profeet) - staat vermeld. Het islamisme heeft een politieke agenda en kan bij de verwezenlijking ervan kiezen voor een gewelddadige of niet-gewelddadige en zelfs democratische variant. Gerelateerde begrippen zijn salafisme en wahabisme.

 

Jihadisme

Extremistische ideologie waarin de verheerlijking van de gewelddadige jihad centraal staat.

 

Jihadistisch netwerk

Een fluïde, dynamische, vaag afgegrensde structuur die een aantal personen (radicale moslims) omvat die onderling een relatie hebben, zowel op individueel als op geaggregeerd niveau (cellen/groepen). Zij worden ten minste tijdelijk door een gemeenschappelijk belang verbonden. Dat belang is het nastreven van een jihadistisch doel. Personen die deel uitmaken van het jihadistische netwerk worden door de AIVD aangemerkt als lid. Men is lid als men binnen de grenzen van het netwerk actief is en bewust een bijdrage levert aan de realisering van het jihadistische doel. De AIVD onderkent op basis van ledenprofiel, strategie en werkwijze drie netwerktypen: transnationale, lokale internationaal georiënteerde jihadistische en lokale autonome netwerken. Deze categorisering is slechts een model om de werkelijkheid te beschrijven.

Transnationale jihadistische netwerken zijn grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden die zich richten op het verwezenlijken van doelen die te relateren zijn aan de gewelddadige jihad.

Lokale internationaal georiënteerde jihadistische netwerken zijn niet-grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden die zich door middel van in ons land te ondernemen activiteiten richten op het verwezenlijken van doelen die te relateren zijn aan de gewelddadige jihad. Zij werken niet samen met, maar onderhouden wel contacten met buitenlandse netwerken. Via deze contacten kunnen zij onder invloed komen te staan van jihadisten in het buitenland.

Lokale autonome jihadistische netwerken zijn niet-grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden die zich door middel van in ons land te ondernemen activiteiten richten op het verwezenlijken van doelen die te relateren zijn aan de gewelddadige jihad.

 

Jihadistisch terrorisme

Het plegen van of dreigen met op mensenlevens gericht geweld of het aanrichten van ernstige maatschappijontwrichtende zaakschade, met als doel om in het kader van de gewelddadige jihad maatschappelijke veranderingen te bewerkstelligen en politieke besluitvorming te beïnvloeden.

 


1

Zie opeenvolgende Dreigingsbeelden Terrorisme Nederland NCTV via http://www.nctv.nl/

2

Onderzoek naar polarisatie. Dynamiek tussen burger, media en politiek in Gouda. COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement en Lokale Zaken. 2011

3

Uit: Plan van Aanpak Syriëgangers Delft 2013