| Organisatie | Almelo |
|---|---|
| Organisatietype | Gemeente |
| Officiële naam regeling | Beleidsregel toepassing Wet Bibob gemeente Almelo 2022 |
| Citeertitel | Beleidsregel toepassing Wet Bibob gemeente Almelo 2022 |
| Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
| Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
| Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 11-03-2022 | Nieuw besluit | 08-03-2022 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almelo (hierna: ‘het college’) en de burgemeester van de gemeente Almelo (hierna: ‘de burgemeester’), ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft,
Gelet op: 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 27, vierde lid, van de Alcoholwet, artikel 2.20, tweede lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, artikel 5.13b, vijfde lid, van het Besluit omgevingsrecht, artikel 5, derde lid, artikel 5a, artikel 6, tweede lid, artikel 7, tweede lid, van de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur,
- voorkomen moet worden dat de overheid criminele activiteiten indirect faciliteert;
- de wetgever aan het lokale bestuur een grote mate van beleidsvrijheid heeft toegekend bij de inzet van het Bibob-instrumentarium (de keuze omtrent het wel of niet toepassen van een Bibob-onderzoek);
- een Bibob-onderzoek voor de betrokkene zeer ingrijpend is;
- het besluit tot de inzet van het Bibob-instrumentarium weloverwogen en met inachtneming van de beginselen van behoorlijk bestuur moet worden genomen;
- middels deze beleidsregel aan eenieder kenbaar wordt gemaakt in welke gevallen een Bibob-onderzoek plaatsvindt;
- dat het college respectievelijk de burgemeester respectievelijk de gemeente Almelo overeenkomstig deze beleidsregel handelt, tenzij dat voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen (als bedoeld in artikel 4:84 Awb),
Besluiten de ‘Beleidsregel toepassing Wet Bibob gemeente Almelo 2022’ vast te stellen.
Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen
Artikel 1.1. Begripsbepalingen
1. In deze beleidsregel en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a. aanvraag: een aanvraag als bedoeld in artikel 1:3, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht;
b. beschermd wonen: beschermd wonen als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;
c. bestuursorgaan: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almelo respectievelijk de burgemeester van de gemeente Almelo;
d. Bibob-coördinator: een ambtenaar werkzaam bij of voor de gemeente Almelo, die is aangesteld om de toepassing van de Wet Bibob te coördineren;
e. Bibob-onderzoek: een eigen onderzoek door het bestuursorgaan of de rechtspersoon met een overheidstaak naar in hoeverre sprake is van een integriteitsrisico;
f. Bureau: het landelijk Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, als bedoeld in artikel 8 van de Wet Bibob;
g. crowdfunding: het vergaren van financiële middelen via een netwerk van personen;
h. integriteitsclausule: een beding in een (intentie)overeenkomst waarin een voorbehoud wordt gemaakt dat het Bureau om een advies kan worden gevraagd en dat, wanneer zich één van de situaties als bedoeld in artikel 9, derde lid, Wet Bibob voordoet, van de vastgoedtransactie kan worden afgezien zonder enige vorm van schadevergoeding of anderszins compensatie van kosten;
i. rechtspersoon met een overheidstaak: de gemeente Almelo;
j. snippergroen: een uitbreiding van een privaat eigendom, ten koste van openbaar groen of openbare verharding;
k. tijdelijke verhuur: verhuur van gemeentelijk onroerend goed voor een maximale duur van één jaar;
l. Wet Bibob: Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.
2. De overige begripsbepalingen die in deze beleidsregel zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet Bibob, tenzij daarover in het eerste lid anders is bepaald.
Artikel 2.1. Toepassingsbereik
Alvorens het bestuursorgaan beslist op een aanvraag voert het bestuursorgaan, dat tot die beslissing bevoegd is, een Bibob-onderzoek uit, voor zover de aanvraag ziet op:
a. artikel 3 van de Alcoholwet;
b. artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht ingeval:
i. de (toekomstige) gebruiksfunctie van het bouwwerk binnen één of meer van de in artikel 1.2 genoemde risicocategorieën valt;
ii. de betrokkene in relatie staat tot één of meer van de in artikel 1.2 genoemde risicocategorieën;
iii. de bouwsom € 500.000,- exclusief btw of meer bedraagt;
iv. er aanwijzingen of vermoedens zijn dat de financiering geheel of gedeeltelijk plaatsvindt of zal plaatsvinden via crowdfunding, sponsoring of giften; of
v. ingevolge artikel 2.25, tweede lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de omgevingsvergunning zal gaan gelden voor een ander dan de aanvrager of vergunninghouder.
c. artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht ingeval:
i. de (toekomstige) gebruiksfunctie van de inrichting binnen één of meer van de in artikel 1.2 genoemde risicocategorieën valt;
ii. de betrokkene in relatie staat tot één of meer van de in artikel 1.2 genoemde risicocategorieën; of
iii. ingevolge artikel 2.25, tweede lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de omgevingsvergunning zal gaan gelden voor een ander dan de aanvrager of vergunninghouder.
d. artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht ingeval en de aanvraag betrekking heeft op een activiteit waarvoor bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 2.17 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is bepaald dat de beschikking in het geval van en onder de voorwaarden, als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob, kan worden geweigerd, en:
i. de (toekomstige) gebruiksfunctie van de inrichting binnen één of meer in artikel 1.2 genoemde risicocategorieën valt;
ii. de betrokkene in relatie staat tot één of meer van de in artikel 1.2 genoemde risicocategorieën; of
iii. ingevolge artikel 2.25, tweede lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de omgevingsvergunning zal gaan gelden voor een ander dan de aanvrager of vergunninghouder.
e. artikel 2:25 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Almelo 2021, voor zover het een vechtsportevenement met een galakarakter betreft;
f. artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Almelo 2021;
g. artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Almelo 2021;
h. artikel 2:81b van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Almelo 2021;
i. artikel 3:2 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Almelo 2021.
Het bestuursorgaan dat bevoegd is om op de aanvraag te beslissen, kan toepassing van artikel 2.1 achterwege laten voor zover de betrokkene:
a. een orgaan is van een rechtspersoon, als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;
b. een woningcorporatie is, als bedoeld in artikel 19 van de Woningwet;
c. een drinkwaterbedrijf is, als bedoeld in artikel 1 van de Drinkwaterwet;
d. een aanbieder van een openbaar telecommunicatienetwerk of openbaar elektronisch communicatienetwerk is, als bedoeld in de Telecommunicatiewet;
e. een netbeheerder is, als bedoeld in artikel 1 van Elektriciteitswet 1998, artikel 1 van de Gaswet en artikel 1 van de Warmtewet; of
f. onderdeel is geweest van een Bibob-onderzoek in de periode van twee jaar voorafgaand aan de aanvraag en uit het Bibob-onderzoek geen integriteitsrisico’s zijn voortgekomen.
Artikel 3.1. Toepassingsbereik
Alvorens het bestuursorgaan beslist op een aanvraag tot het verstrekken van een subsidie voor beschermd wonen voert het bestuursorgaan, dat tot die beslissing bevoegd is, een Bibob-onderzoek uit.
Het bestuursorgaan dat bevoegd is om op de aanvraag te beslissen, kan toepassing van artikel 3.1 achterwege laten voor zover de betrokkene onderdeel is geweest van een Bibob-onderzoek in de periode van twee jaar voorafgaand aan de aanvraag en uit het Bibob-onderzoek geen integriteitsrisico’s zijn voortgekomen.
Hoofdstuk 4. Vastgoedtransacties
Artikel 4.1. Toepassingsbereik
1. Alvorens de rechtspersoon met een overheidstaak beslist over het aangaan van een vastgoedtransactie, voert de rechtspersoon met een overheidstaak een Bibob-onderzoek uit.
2. Indien advies is ingewonnen bij het Bureau neemt de rechtspersoon met een overheidstaak geen beslissing over het aangaan van de vastgoedtransactie totdat het advies van het Bureau is ontvangen.
1. De rechtspersoon met een overheidstaak kan toepassing van artikel 4.1, eerste lid, achterwege laten voor zover de betrokkene:
a. een orgaan is van een rechtspersoon, als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;
b. een woningcorporatie is, als bedoeld in artikel 19 van de Woningwet;
c. een drinkwaterbedrijf is, als bedoeld in artikel 1 van de Drinkwaterwet;
d. een aanbieder van een openbaar telecommunicatienetwerk of openbaar elektronisch communicatienetwerk is, als bedoeld in de Telecommunicatiewet;
e. een netbeheerder is, als bedoeld in artikel 1 van Elektriciteitswet 1998, artikel 1 van de Gaswet en artikel 1 van de Warmtewet; of
f. onderdeel is geweest van een Bibob-onderzoek in de periode van twee jaar voorafgaand aan de aanvraag en uit het Bibob-onderzoek geen integriteitsrisico’s zijn voortgekomen.
2. De rechtspersoon met een overheidstaak kan een Bibob-onderzoek achterwege laten voor zover de vastgoedtransactie ziet op het vervreemden van:
b. gronden met een woonbestemming aan natuurlijke personen, tenzij de gronduitgifte €500.000 exclusief btw of meer bedraagt.
3. De rechtspersoon met een overheidstaak kan een Bibob-onderzoek achterwege laten voor zover de vastgoedtransactie ziet op tijdelijke verhuur van onroerend goed.
4. De rechtspersoon met een overheidstaak kan een Bibob-onderzoek achterwege laten, indien het uitvoeren van een Bibob-onderzoek, naar het oordeel van de Bibob-coördinator, niet in verhouding staat tot het doel die een Bibob-onderzoek beoogt te dienen.