Organisatie | Rotterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels bekostiging leerlingenvervoer Rotterdam 2022 |
Citeertitel | Beleidsregels bekostiging leerlingenvervoer Rotterdam |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het Besluit toepassing verordening leerlingenvervoer gemeente Rotterdam 2020.
Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop de Verordening bekostiging leerlingenvervoer Rotterdam in werking treedt.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-08-2022 | nieuwe regeling | 03-02-2022 | 2022, nummer 48 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,
gelezen het voorstel van de directie van het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling van 3 februari 2022, kenmerk 21bb15748
gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 6, tiende lid en 19, aanhef en onderdeel c, en 31 van de Verordening bekostiging leerlingenvervoer Rotterdam;
de toekenning van leerlingenvervoer afhankelijk is van uiteenlopende factoren, waarbij beleidsregels een eenduidige werkwijze kunnen bevorderen zodat aanvragen voor leerlingenvervoer, op basis van de Verordening bekostiging leerlingenvervoer Rotterdam, op een eenduidige manier kunnen worden beoordeeld;
Het vaststellen van de reistijd met het openbaar vervoer vindt plaats op basis van de door de Reisinformatiegroep B.V. beschikbaar gestelde informatie via www.9292.nl.
Artikel 4. Ernstige benadeling van het gezin
Van ernstige benadeling van het gezin als gevolg van begeleiding van de leerling bij gebruikmaking van openbaar vervoer, als bedoeld in artikel 19, aanhef en onder c, van de Verordening bekostiging leerlingenvervoer Rotterdam is in ieder geval sprake, indien de leerling een speciale school voor basisonderwijs dan wel een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt en:
van het eenoudergezin daarnaast ten minste één kind deel uitmaakt dat een andere school bezoekt en dat naar het oordeel van het college, mede op grond van een advies van deskundigen dat naar het oordeel van het college voor de aanvraag relevant is, niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik te maken, op voorwaarde dat de ouder aannemelijk heeft gemaakt niet in staat te zijn de kinderen naar de verschillende scholen te begeleiden en dat geen beroep kan worden gedaan op een ander om de begeleiding van de leerling, of het andere kind dan wel de andere kinderen van het eenoudergezin, op zich te nemen, dan wel;
van het eenoudergezin daarnaast ten minste twee nog niet-schoolgaande kinderen deel uitmaken, op voorwaarde dat de ouder aannemelijk heeft gemaakt niet in staat te zijn de leerling naar de school te begeleiden en dat geen beroep kan worden gedaan op een ander om de begeleiding van de leerling, dan wel de verzorging van de nog niet-schoolgaande kinderen, op zich te nemen, dan wel;
In het geval, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder c, wordt de vervoersvoorziening op basis van aangepast vervoer slechts toegekend gedurende de periode vanaf de datum waarop blijkens een verklaring van een arts of een verloskundige de vermoedelijke bevalling binnen zes weken is te verwachten tot en met tien weken na de datum waarop de bevalling heeft plaats gevonden.
Het feit dat beide ouders werken is geen reden om aanspraak te maken op aangepast vervoer. Wel bestaat aanspraak op aangepast vervoer als bij het vervoer naar een school voor speciaal basisonderwijs of (voortgezet) speciaal onderwijs die verder weg ligt dan 6 kilometer, de tijdsduur van de begeleiding langer is dan anderhalf uur per enkele reis, als bedoeld in artikel 19, aanhef en onder a, van de verordening.
Artikel 6. Structureel naschools opvangadres
Indien aanspraak bestaat op een vervoersvoorziening als bedoeld in artikel 19 van de Verordening bekostiging leerlingenvervoer Rotterdam dan is vervoer van school naar de buitenschoolse opvang of een ander door ouders aangewezen structureel opvangadres, anders dan de woning, mogelijk als:
Artikel 7. Medische problemen ouders
Voor zover het onvermogen van de ouders om zelf zorg te dragen voor begeleiding van de leerling zijn oorzaak vindt in problemen van medische aard van één van de ouders of van beiden, vindt het bepaalde in artikel 19, aanhef en onder c, van de Verordening bekostiging leerlingenvervoer Rotterdam slechts toepassing indien blijkens de verklaring van een door het college aangewezen deskundige sprake is van een zodanig ernstig en chronisch probleem dat de begeleiding van geen der ouders gevergd kan worden.
Artikel 8. Mogelijkheid om te fietsen