Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Lingewaard

Beleidsregels Wet Bibob gemeente Lingewaard 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLingewaard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels Wet Bibob gemeente Lingewaard 2022
CiteertitelBeleidsregels Wet Bibob gemeente Lingewaard 2022
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Beleidsregels Wet Bibob 2006.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur
  2. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
  3. Alcoholwet
  4. Algemene plaatselijke verordening gemeente Lingewaard 2022
  5. Wet op de kansspelen
  6. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
  7. Huisvestingsverordening Gemeente Lingewaard 2020
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-03-2022nieuwe regeling

08-02-2022

gmb-2022-101774

371510

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Wet Bibob gemeente Lingewaard 2022

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft,

 

Overwegende:

dat de Wet Bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) hen beleidsruimte verschaft bij de besluitvorming omtrent het toepassen van hun uit deze wet voortvloeiende bevoegdheden;

 

gelet op het bepaalde in de Wet Bevordering integriteitsbepalingen door het openbaar bestuur, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, de bepalingen uit de Alcoholwet, de bepalingen uit de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Lingewaard, de bepalingen uit de wet op de kansspelen en de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht, de bepalingen uit de vigerende Huisvestingsverordening Lingewaard;

 

besluiten vast te stellen:

 

Beleidsregels Wet Bibob gemeente Lingewaard 2022

 

Hierbij komt de beleidsregels Wet Bibob 2006 te vervallen.

 

Begrippenlijst

 

De definities in artikel 1, lid 1 van de Wet Bibob zijn van overeenkomstige toepassing op deze beleidsregel, tenzij daarover onderstaand anders is bepaald.

 

Aanvraag: de aanvraag om een vergunning of een subsidie, het gunnen van een overheidsopdracht of het aangaan van een vastgoedtransactie;

Actieve toepassing Bibob: Wanneer een aanvraag binnen de in deze beleidsregel genoemde categorieën of branches valt, dan zal altijd aan de aanvrager een Bibob-vragenformulier worden uitgereikt die naar waarheid dient te worden ingevuld;

Passieve toepassing Bibob: Bij de overige in deze beleidsregel genoemde categorieën of branches wordt de Wet Bibob pas toegepast indien er signalen/bedenkingen zijn met betrekking tot de integriteit van de aanvrager;

APV: Algemene plaatselijke verordening gemeente Lingewaard;

Awb: Algemene wet bestuursrecht;

Betrokkene: de aanvrager van een beschikking, de subsidie-ontvanger, de vergunninghouder, de gegadigde, de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een overheidsopdracht is of zal worden gegund, de onderaannemer, de natuurlijke persoon of rechtspersoon met wie een vastgoedtransactie is of zal worden aangegaan of met wie wordt onderhandeld over een dergelijke transactie, en de beoogd verkrijger van de erfpacht waarvoor toestemming is gevraagd als bedoeld in de begripsbepaling “vastgoedtransactie”, zoals genoemd in artikel 1, lid 1 onder 2 van de Wet Bibob. Onder betrokkene wordt verder mede verstaan degene die op grond van feiten en omstandigheden redelijkerwijs met de aanvrager van de omgevingsvergunning gelijk kan worden gesteld (art. 2.20, lid 1, Wabo) en een ander dan de aanvrager of de vergunninghouder voor wie de omgevingsvergunning zal gaan gelden (art. 2.25, lid 2, Wabo);

Bibob-vragenformulier: een formulier dat is gebaseerd op de regeling als bedoeld in artikel 7a, lid 5 van de Wet Bibob;

Eigen onderzoek: de wijze waarop de gemeente Lingewaard in beginsel toepassing geeft aan artikel 7a van de Wet Bibob, waarbij onderzoek wordt gedaan naar feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 3, eerste tot en met zesde lid, en artikel 9, tweede en derde lid van de Wet Bibob.

Gemeente Lingewaard: hiermee wordt (in deze beleidsregel) zowel het bestuursorgaan als de rechtspersoon met een overheidstaak bedoeld;

Integriteitsclausule: de voorwaarden die de gemeente Lingewaard stelt bij een vastgoedtransactie waarbij de gemeente als partij optreedt. Deze integriteitsclausule is vastgesteld op 22 februari 2018 voor grondtransacties;

Lichte Bibobtoets: Een lichte Bibob-toets betekent dat de medewerker de aanvrager en/of bedrijf toetst middels een zoekmachine waarbij informatie wordt geraadpleegd op basis van openbare bronnen;

Landelijk Bureau Bibob: Onderdeel van Justis. Het Bureau Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur zoals bedoeld in artikel 8 van de Wet Bibob;

ODRA: Omgevingsdienst Regio Arnhem

RIEC: Regionaal Informatie en Expertise Centrum, het regionaal samenwerkingsverband zoals bedoeld in artikel 28, tweede lid, onder d, Wet Bibob;

Risicobranches: Binnen bepaalde sectoren is er een verhoogd risico op criminele inmenging. Deze lijst is samengesteld door het Ministerie van Justitie en Veiligheid;

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

Wet Bibob: Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;

Zakelijke relatie: persoon die (in)direct leiding geeft dan wel heeft gegeven aan, zeggenschap heeft dan wel heeft gehad over, vermogen verschaft dan wel heeft verschaft aan betrokkene, of in een zakelijk samenwerkingsverband tot hem staat of heeft gestaan.

1 Inleiding

 

Op 1 juni 2003 is de Wet Bibob in werking getreden. De Wet Bibob verschaft de gemeente Lingewaard de mogelijkheid zich via een bibob-onderzoek te beschermen tegen het risico dat criminele activiteiten worden gefaciliteerd bij vergunningen, het verstrekken van subsidies, het gunnen van overheidsopdrachten of het aangaan van vastgoedtransacties.

 

De Wet Bibob geeft de gemeente Lingewaard eigen beleidsruimte bij de besluitvorming omtrent het toepassen vanuit deze wet voortvloeiende bevoegdheden. De beleidsregel Wet Bibob gemeente Lingewaard 2022 (hierna: de beleidsregel) geeft duidelijkheid naar de inwoners en de ondernemingen die potentieel aan een bibob-onderzoek kunnen worden onderworpen. Bovendien schept het een helder toetsingskader voor een door het bestuur genomen beslissing.

 

Met dit beleid wordt de Bibobtoets uitgebreid naar omgevingsvergunning met een risicoprofiel (gebaseerd op risicobranches en risicovolle signalen), nieuwkomers voor grote evenementvergunningen met winstoogmerk en vastgoedtransacties met een risicoprofiel. Nadat deze onderdelen zijn ingevoerd zullen ook subsidies, omgevingsvergunning Milieu en overheidsopdrachten geïmplementeerd worden. Centrale werkwijze voor de gemeente Lingewaard is dat de Bibobtoets alleen wordt toegepast wanneer er sprake is van risico’s (signalen en branches).

1.1 Doelstelling Wet Bibob

De Wet Bibob is een (preventief) bestuursrechtelijk instrument. De gemeente beoogt met toepassing van de Wet Bibob te voorkomen dat zij ongewild criminele activiteiten faciliteert waardoor de veiligheid, de leefbaarheid, de rechtsorde of de bestuurlijke slagkracht wordt aangetast. Door de inzet van de Wet Bibob wordt tevens de concurrentiepositie van bonafide ondernemers beschermd.

1.2 Uitgangspunten Wet Bibob algemeen

De beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit zijn belangrijke uitgangspunten van de Wet Bibob. Het Bibob instrumentarium moet worden gezien als een ultimum remedium. De toepassing van de Wet Bibob is een aanvullend middel op bestaande mogelijkheden om bijvoorbeeld een vergunning te weigeren of een subidie in te trekken. De gemeente dient nadrukkelijk eerst andere mogelijkheden te benutten die de reguliere wetgeving biedt.

 

De reikwijdte van de Wet Bibob strekt zich uit tot sectoren waarvan de dreiging van criminele activiteiten en inmenging het grootst is.

1.3 Werking van de Wet Bibob

Op grond van de Wet Bibob is het mogelijk een diepgaand onderzoek te doen naar de achtergrond (antecedenten/verdenkingen) van een persoon of onderneming en de zakelijke relaties. Het onderzoek is met name gericht op de organisatiestructuur en de financiële huishouding van de betrokkenen en zakelijke relaties. Door middel van een eigen onderzoek door de gemeente en optioneel ondersteuning bij het RIEC en/of adviesaanvraag bij het Landelijk Bureau Bibob krijgt de gemeente zicht op integriteit van de persoon/onderneming.

 

De gemeente kan weigeren een aangevraagde beschikking te geven dan wel een gegeven beschikking intrekken of een overeenkomst niet aan te gaan of te beëindigen, als ernstig gevaar bestaat dat de beschikking mede zal worden gebruikt om uit gepleegde strafbare feiten verkregen vermogen te benutten (de zogenaamde a-grond) of om strafbare feiten te plegen (de zogenaamde b-grond). Dit is geregeld in artikel 3 van de Wet Bibob.

1.4 Waarom een beleidsregel

Het is de eigen beslissing en verantwoordelijkheid van gemeenten om het Bibob-instrument toe te passen. Vanwege de grote mate van bestuurlijke keuzevrijheid bij de toepassing van de Wet Bibob verdient het de voorkeur dat de toepassing plaatsvindt op basis van een beleidsregel, waarin de gemeente als bestuursorgaan duidelijk aangeeft op welke wijze de Wet Bibob door de gemeente toegepast zal worden. Dit schept duidelijkheid naar de inwoners en ondernemingen die mogelijkerwijs aan een Bibob-onderzoek kunnen worden onderworpen. Met name de afweging om tot een Bibob-onderzoek over te gaan, dient – juist met het oog op het ingrijpende karakter van het instrument – weloverwogen en met inachtneming van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur te worden genomen. Daarbij spelen proportionaliteit, subsidiariteit, rechtszekerheid en rechtsgelijkheid een belangrijke rol.

2 Toepassingsbereik Wet Bibob

 

De Wet Bibob is van toepassing op een groot aantal verschillende typen overheidsbeslissingen, te weten:

  • -

    beschikkingen (waaronder vergunningen, ontheffingen, toekenningen, goedkeuringen, erkenningen, registraties en aanwijzingen);

  • -

    subsidies;

  • -

    overheidsopdrachten; en

  • -

    vastgoedtransacties waarbij de overheid partij is.

Onderstaand komen de verschillende typen overheidsbeslissingen aan de orde. Waarbij eerst aandacht wordt besteedt aan hoe toepassing wordt gegeven aan de Wet Bibob.

2.1 Hoe gaan we de Wet Bibob toepassen

Niet in alle gevallen worden betrokkenen aan een Bibob-toets onderworpen. Door onderscheid te maken op basis van risicobranches1 en verkregen informatie worden betrokkenen al dan niet aan een Bibob-toets onderworpen. Dit komt tot uitdrukking door te werken met ‘kan’ en ‘zal’ bepalingen (ook wel passieve en actieve toepassing).

 

Bij aanvragen die vallen binnen één van de risicobranches zal de Bibob-toets een onderdeel uitmaken van de aanvraag procedure (zie paragraaf 2.6).

2.2 Beschikkingen

Op de volgende type beschikkingen is de Wet Bibob van toepassing:

 

Vergunningen

  • alcoholwetvergunning als bedoeld in artikel 3 van de Alcoholwet;

  • exploitatievergunning voor horecabedrijven;

  • exploitatievergunning prostitutiebedrijven als bedoeld in artikel 3:4 APV;

  • exploitatievergunning escortbedrijven als bedoeld in artikel 3:4 APV;

  • exploitatievergunning seksinrichtingen als bedoeld in artikel 3:4 APV;

  • exploitatievergunning speelgelegenheden als bedoeld in artikel 2:39 APV;

  • omgevingsvergunning voor de activiteit bouw als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a Wabo;

  • omgevingsvergunning voor de activiteit milieu als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e Wabo;

  • evenementenvergunning als bedoeld in artikel 2:25 APV;

  • kansspelautomatenvergunning als bedoeld in artikel 30 b Wet op de Kansspelen;

  • speelautomatenhallenvergunning als bedoeld in art. 30 c, eerste lid, onderdeel b Wet op de Kansspelen;

  • huisvestingsvergunning als bedoeld in art. 2.2.1, Huisvestingsverordening Lingewaard 2020;

  • de hier niet genoemde (toekomstige) gemeentelijke vergunningen(stelsels), in gevallen en onder de voorwaarden als genoemd in artikel 3 en volgende van de Wet Bibob.

2.2.1Actieve toepassing Wet Bibob

In het geval van actieve toepassing van de Wet Bibob krijgt de aanvrager/betrokkene standaard een Bibobtoets. Actieve toepassing van de Wet Bibob geldt voor die type vergunningen die als extra risicovol zijn aangemerkt2. Daarnaast zijn er diverse branches (zie hoofdstuk 2.6) die als risicovol zijn aangemerkt.

De onderstaande type vergunningen -al dan niet in combinatie met een risicobranche- is een Bibob-toets onderdeel van de aanvraagprocedure:

 

Alcoholwetvergunning in de volgende gevallen:

  • -

    commerciële horeca;

    M.u.v. kleine wijzigingen in de rechtsvorm van de aanvrager

Evenementenvergunning in de volgende gevallen:

  • -

    nieuwkomers met categorie B en C evenementen, met winstoogmerk3

Exploitatievergunning in de volgende gevallen:

  • -

    openbare horeca-inrichting,

  • -

    seksinrichting/escortbedrijf

  • -

    speelgelegenheden;

Omgevingsvergunning voor de activiteit bouw als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder a Wabo, in de volgende gevallen:

  • -

    bouwactiviteiten in risicobranches met een aanneemsom vanaf € 50.000,00 (exclusief BTW);

  • -

    bouwactiviteiten in aandachtbranches in combinatie met een relevant signaal en/of ambtelijke informatie, vanaf 50.000 (exclusief BTW)

Omgevingsvergunning voor de activiteit milieu als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e Wabo

[gereserveerd]4

 

2.2.2Passieve toepassing Wet Bibob

Bij de volgende type aanvragen kan een Bibob-toets onderdeel uitmaken van de aanvraagprocedure:

 

Alcoholwetvergunning in de volgende gevallen:

  • -

    Slijterijen;

  • -

    Paracommercie.

Evenementenvergunning in de volgende gevallen:

Overig (niet zijnde nieuwkomers met categorie B en C evenementen, met winstoogmerk)

 

Exploitatievergunning in de volgende gevallen:

  • -

    Overig (niet zijnde openbare horeca-inrichting, seksinrichting/escortbedrijf, speelgelegenheden; openbare horeca-inrichting)

Vergunning voor een kansspelautomaat

Marktstandplaatsvergunning

Standplaatsvergunning

 

Omgevingsvergunning voor de activiteit bouw als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder a Wabo, in de volgende gevallen:

  • -

    Alle bouwactiviteiten met (in beginsel) uitzondering van aanvraag omgevingsvergunningen afkomstig van overheidsinstanties, semi overheidsinstanties of woning(bouw)corporaties (die op grond van de Woningwet zijn aangewezen als toegelaten instellingen voor de volkshuisvesting).

2.3 Subsidies

[gereserveerd]

2.4 Overheidsopdrachten

[gereserveerd]

2.5 Vastgoed- en grondtransacties

De gemeente kan de Wet Bibob toepassen met betrekking tot vastgoed- en grondtransacties als bedoeld in artikel 1, eerste lid onder o, van de Wet Bibob waarbij de gemeente als civiele partij betrokken is. Bij de start van onderhandelingen daartoe, zal de gemeente de wederpartij ervan in kennis stellen dat een Bibob-toets onderdeel kan uitmaken van de procedure.

 

2.5.1Integriteitsclausule

In de overeenkomst wordt een integriteitsclausule opgenomen waarin onder andere de ontbindende voorwaarden zijn vastgelegd. Op basis van de integriteitsclausule kan een Bibob-toets opgestart worden. Afhankelijk van de uitkomst van de Bibob-toets kan overgegaan worden tot een wijziging, ontbinding, opzegging, vernietiging of opschorting van de overeenkomst.

 

2.5.2Uitzondering

Dit beleid is niet van toepassing op verkoop:

  • aan (semi-) overheidspartijen;

  • van snippergroen;

  • van gronden kleiner van 250 m2.

Daar waar de gemeente optreedt al verhuurder /verpachter is dit beleid niet van toepassing op:

  • overeenkomsten met (semi)-overheidspartijen

  • gronden kleiner dan 1 hectare.

2.6 Risicobranches

Bij aanvragen die vallen binnen één van de risicobranches dan zal de Bibob-toets een onderdeel uitmaken van de procedure.

 

Risicobranches

horeca;

seksinrichtingen;

coffeeshops

speelautomatenhallen;

sportscholen;

massagesalons;

zonnestudio’s;

souvenirwinkels;

shishalounges;

kapsalons;

belwinkels, internetcafés;

gebedshuizen c.q. religieuze instellingen;

smart- en headshops;

uitzendbureaus;

afvalbewerkings- en verwerkingsbedrijven;

kamerverhuur;

tattooshops;

branches of locaties waarvoor op grond van de APV een exploitatievergunning dient te worden aangevraagd, anders dan hierboven vermeld;

aanvragen voor een gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst (woonwagens);

Bedrijfsmatige (grote) aanvragen voor wind- en/of energieparken;

zorginstellingen;

 

avondwinkels;

aanvragen voor auto(sloop), autogarages en garagebedrijven in de branches:

voertuigdemontage, reparatie, keuring, service en onderhoud;

inkoop en/of verkoop (bedrijf)voertuigen, autoverhuurbedrijven en autoleasebedrijven;

import en/of export van auto’s en bedrijfswagens;

landbouwvoertuigen;

schroot, opslag, verwerken, bewerken en/of vernietigen van autovoertuigwrakken;

car wash;

of branches die nauw samenhangen met bovenstaande branches.

Aandachtsbranches

  • bedrijfsloodsen;

  • het toevoegen van voor zelfstandige bewoning geschikte ruimtes in bestaande bouwwerken;

  • transport;

  • manege en paardensport.

2.7 Signalen

Naast de inschaling op risicobranches en aandachtsbranches kunnen signalen aanleiding zijn om een Bibob-onderzoek te starten. Hierbij kan gedacht worden aan de volgende signalen (niet limitatief):

  • (Eigen) ambtelijke informatie;

  • Informatie verkregen van het LBB (artikel 11 Wet Bibob);

  • Informatie verkregen van de officier van justitie (artikel 26 Wet Bibob);

  • Informatie verkregen van een ander bestuursorgaan of andere rechtspersoon met een overheidstaak, op grond van artikel 28, lid 2, onder o, Wet Bibob;

  • Informatie verkregen van een RIEC-partner, waaronder bestuurlijke rapportages van de politie na een geweldsincident van buitenaf, opiumdelict, illegale prostitutie of illegaal gokken. Het is niet noodzakelijk dat het incident heeft geleid tot een sluiting of een bestuurlijke waarschuwing;

  • Informatie verkregen uit de media;

  • Overige signalen.

3 Procedure

 

Zoals in het vorige hoofdstuk is aangegeven wordt op basis van risico- en aandachtsbranches en verkregen informatie bepaald of de Bibob-toets onderdeel van de aanvraag zal zijn (actieve toepassing), of onderdeel van de aanvraag kan zijn (passieve toepassing).

3.1 Passieve toetsing

In het geval een aanvraag binnenkomt die valt binnen de kaders van het passieve toepassingsbereik dan wordt het bedrijf én de aanvrager in een Bibob-zoekmachine ingevoerd. Als hier geen bijzonderheden uit naar voren komen dan wordt overgegaan tot reguliere afhandeling van de aanvraag. Met andere woorden, de Wet Bibob (en de beleidsregel) speelt geen rol.

3.2 Actieve toetsing

Als de aanvraag valt onder het actieve toepassingsbereik (paragrafen 2.2.1 en 2.6), of als zich een aanvraag voordoet waarover signalen aanwezig zijn (paragraaf 2.7) of als er over een lopende vergunning, verstrekte subsidie, aangegane vastgoedtransactie of gegunde overheidsopdracht signalen binnen komen, dan zal te allen tijde een Bibob-onderzoek worden verricht en dient de betrokkene een Bibob vragenformulier in te vullen.

 

3.2.1Bibob-vragenformulier

De Bibob vragenformulier maken onderdeel uit van de aanvraag om een vergunning, subsidie dan wel van de procedure om te komen tot een vastgoedtransactie of vergunde overheidsopdracht.

 

3.2.2Einde aanvraag of intrekken beschikking bij niet of niet volledig invullen

Als de betrokkene weigert om de vragenformulier in te vullen of deze niet naar waarheid invult, dan levert dit een grond op om de aanvraag buiten behandeling te laten respectievelijk de beschikking in te trekken dan wel een vastgoedtransactie niet aan te gaan en/of onderhandelingen af te breken of bij een reeds gesloten overeenkomst deze te ontbinden of op te schorten.

 

Daarnaast kan, bij het niet naar waarheid invullen, aangifte worden gedaan van valsheid in geschriften (artikel 225 Wetboek van Strafrecht).

3.3 Onderzoek

Voordat eigen onderzoek naar het zich voordoen van weigeringsgronden als bedoeld in artikel 3 van de wet Bibob wordt gestart, zal een aanvraag zo veel als mogelijk eerst beoordeeld worden conform de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de reguliere weigeringsgronden vanuit de onderliggende regelgeving van desbetreffende vergunning. Als er reguliere weigeringsgronden van toepassing zijn, dan komt de gemeente niet toe aan de beoordeling van de Bibob-vragenformulier.

 

3.3.1Eigen onderzoek

Het onderzoek naar het zich voordoen van weigeringsgronden als bedoeld in artikel 3 van de wet bestaat uit:

  • a.

    het beoordelen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking of het aangaan van een vastgoedtransactie of de beoogde gegunde overheidsopdracht en in dat kader overgelegde gegevens, mede aan de hand van bij de gemeente bekende feiten en omstandigheden.

  • b.

    het verzamelen, bewerken en analyseren van informatie die al dan niet door middel van de in het vorige artikel bedoelde aanvraag en vragenformulier en de daarbij te voegen bijlagen is verstrekt door de aanvrager en de gegevens die zijn verkregen uit informatiebronnen die het bestuursorgaan volgens de wet kan raadplegen.

De gemeente kan zich bij het onderzoek laten ondersteunen door het RIEC Oost-Nederland.

 

3.3.2Vaststellen mate van gevaar – inwinnen advies LBB

Het eigen onderzoek is bedoeld om de mate van gevaar vast te stellen dat de in artikel 3 genoemde feiten (a-grond of b-grond) zich zullen voordoen. Als het eigen onderzoek hierover onvoldoende uitsluitsel geeft dan wordt een advies als bedoeld in artikel 9 van de Wet Bibob ingewonnen bij het LBB. Het verzoek om advies aan te vragen bij het LBB wordt ter accordering voorgelegd aan het college van B&W. Het LBB heeft toegang tot andere bronnen waardoor een uitgebreider onderzoek kan plaatsvinden.

 

Ook als de officier van justitie wijst op de mogelijkheid om advies in het winnen bij het LBB (artikel 26 Wet Bibob) dan wordt een advies als bedoeld in artikel 9 van de Wet Bibob ingewonnen bij het LBB.

3.4 Notificatieplicht

De gemeente informeert de betrokkene schriftelijk over een adviesaanvraag aan het Landelijk Bureau. Betrokkene wordt daarbij ook gewezen op de opschorting van de beslistermijn waarbinnen de beschikking moet worden gegeven als bedoeld in artikel 31 van de Wet Bibob.

 

Als de gemeente advies vraagt aan het LBB dan wordt een afschrift van het schrijven als bedoeld in de vorige alinea toegevoegd aan de adviesaanvraag.

3.5 Adviestermijn

Als de gemeente een advies aanvraagt, dan wordt op grond van artikel 31 van de Wet Bibob de wettelijke termijn waarbinnen de beschikking moet worden gegeven opgeschort. Deze opschorting is voor de duur van de periode die begint met de dag waarop het advies is aangevraagd en eindigt met de dag waarop dat advies is ontvangen. Daarbij geldt dat deze opschorting niet langer duurt dan de termijn, zoals genoemd in artikel 15 van de Wet Bibob (8 weken).

 

3.5.1Verlengen opschorting

Als het LBB het advies niet binnen de in het eerste lid gestelde termijn kan geven, heeft het de mogelijkheid om op grond van artikel 15, derde lid, van de Wet Bibob de termijn te verlengen (4 weken).

 

De gemeente moet in dit geval betrokkene onverwijld informeren over deze verlening.

 

3.5.2Opschorten beslistermijn op de beschikking

De verlenging van de adviestermijn van het LBB, alsmede eventuele tijdelijke opschorting van de adviestermijn van het LBB in de gevallen als bedoeld in artikel 15, tweede lid, van de Wet Bibob, leiden tot een verdere opschorting van de wettelijke beslistermijn op de beschikking.

4 Besluitvorming

4.1 Resultaat

Als uit eigen onderzoek en een eventueel daarop afgegeven advies van het Landelijk Bureau blijkt dat er sprake is van een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet gaat het bestuursorgaan over tot:

  • a.

    het nemen van een negatief besluit op de aanvraag om een beschikking, of

  • b.

    het nemen van een beslissing af te zien van het aangaan van een vastgoedtransactie met de betreffende betrokkene, of

  • c.

    in het geval van een verleende beschikking, het intrekken van die beschikking, of

  • d.

    in het geval van een tot stand gekomen overeenkomst na een vastgoedtransactie, het zo mogelijk ontbinden van de overeenkomst.

4.1.1Vergewisplicht

Voordat een negatief besluit wordt genomen als bedoeld in het eerste lid moet het bestuursorgaan zich, op grond van artikel 3:9 van de Algemene wet bestuursrecht, ervan vergewissen dat het onderzoek van het LBB op zorgvuldige wijze heeft plaatsgevonden.

 

4.1.2Mindere mate van gevaar - voorschriften

Voor zover blijkt dat geen sprake is van ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob, kan de gemeente bij mindere mate van gevaar aan de beschikking voorschriften verbinden. Deze voorschriften zijn gericht op het wegnemen of beperken van dergelijk gevaar.


1

Samengestelde lijst van risicobranches en risicocategorieën door het Ministerie van Justitie en Veiligheid.

2

Samengestelde lijst van risicovolle branches en risicocategorieën door het Ministerie van Justitie en Veiligheid

3

Aandacht-evenementen (B): dit zijn evenementen die door bepaalde omstandigheden of kenmerken (bezoekersaantal, geschiktheid locatie) meer risico met zich brengen. Risico-evenementen (C): dit zijn grootschalige evenementen met een verhoogd risico op ordeverstoringen of een mate van overlast die de leefbaarheid kan aantasten.

4

Gereserveerd: dient nog uitgewerkt te worden in welke gevallen de Bibob actief dan wel passief wordt toegepast.