Delegatiebesluit voor college van burgemeester en wethouders voor vaststellen van delen van het omgevingsplan

In de volgende gevallen is het college van B&W bevoegd om delen van het omgevingsplan vast te stellen (lees: wijzigen van het omgevingsplan):

• 1.

  Herstel van omissies

  • o

    Het herstel van omissies, zoals foutjes waarbij duidelijk is dat de bedoeling van de raad ten tijde van het vaststellen van het betreffende onderdeel anders was, een verschrijving, verkeerde verwijzing etc.

• 2.

  Aanpassing van waarden die geborgd zijn in dubbelbestemmingen als blijkt dat de betreffende waarde feitelijk niet meer bestaat

  • o

    Het kan hierbij bijvoorbeeld gaan om een archeologische waarde die in het omgevingsplan beschermd is met een dubbelbestemming. terwijl uit later uitgevoerd onderzoek blijkt dat er geen te beschermen archeologische waarden op het perceel zijn.

• 3.

  Wijziging toelichting

  • o

    Het college mag de toelichtende delen van het omgevingsplan wijzigen. De toelichting is juridisch niet bindend, maar wanneer deze onduidelijk is kan dit de juiste toepassing van een planregel in de weg zitten. Onduidelijkheden kunnen op deze wijze snel hersteld worden.

• 4.

  Verwerken van een omgevingsvergunning nadat deze onherroepelijk in werking is getreden

  • o

    Het gaat hier om het verwerken van onherroepelijke omgevingsvergunningen voor buitenplanse omgevingsplan activiteiten. De raad is verplicht om een onherroepelijke vergunning binnen 5 jaar in het Omgevingsplan te verwerken. Het verwerken hiervan heeft feitelijk geen juridische gevolgen, maar door dit consequent te doen behouden we een actueel omgevingsplan.

• 5.

  Wijzigingen die noodzakelijk zijn vanwege gewijzigde hogere wet- of regelgeving, zonder bestuurlijke afwegingsruimte

  • o

    Het Rijk of de provincie kunnen instructieregels stellen die vereisen dat het Omgevingsplan hiermee in overeenstemming wordt gebracht. Wanneer deze instructies zonder meer vertaald kunnen worden in het Omgevingsplan zonder bestuurlijke afweging, dan is het college van B&W bevoegd deze wijziging van het Omgevingsplan door te voeren. Het kan hierbij gaan om een gewijzigde norm, begrip of meetmethode.

• 6.

  Wijzigingen die voldoen aan de wijzigingsbevoegdheden of uitwerkingsverplichtingen die onderdeel zijn van het (tijdelijke deel van het) Omgevingsplan.

  • o

    Het gaat hierbij om de huidige wijzigingsbevoegdheid en uitwerkingsverplichting vanuit de huidige bestemmingsplannen. Binnen de huidige werkwijze (Wet ruimtelijke ordening) is het college van B&W bevoegd uitvoering hieraan te geven, zonder tussenkomst van de raad. Het voorstel is deze werkwijze te continueren.

• 2.

  Het genoemde besluiten onder 1 in werking te laten treden met ingang van de dag waarop de Omgevingswet in werking treedt.