Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Doesburg

Beleidsregels Giften en schadevergoeding gemeente Doesburg

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDoesburg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels Giften en schadevergoeding gemeente Doesburg
CiteertitelBeleidsregels giften en schadevergoeding gemeente Doesburg
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 31, tweede lid, van de Participatiewet
  2. titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-03-202201-02-2022Nieuwe regeling

25-01-2022

gmb-2022-98729

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Giften en schadevergoeding gemeente Doesburg

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doesburg;

 

Gelet op:

  • Artikel 31, tweede lid, onderdeel m van de Participatiewet en titel 4.3. van de Algemene wet bestuursrecht

  • De motie ‘Vrijstelling van giften in de bijstand’ van 25 november 2021

Overwegende dat:

het wenselijk is beleidsregels omtrent giften en schadevergoedingen vast te stellen zodat duidelijk is wanneer giften en schadevergoedingen wel of geen invloed hebben op het recht op bijstand

Besluit vast te stellen:

 

Beleidsregels Giften en schadevergoeding gemeente Doesburg.

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze regeling worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      De wet: de Participatiewet

    • b.

      College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doesburg

    • c.

      Beleidsregels: beleidsregels Giften en schadevergoeding gemeente Doesburg

    • d.

      Gift: schenking van geld uit vrijgevigheid door een natuurlijk persoon of instelling, waarvoor niets wordt terugverlangd

    • e.

      Gift in natura: schenking van goederen, of een andere vorm niet zijnde geld door een natuurlijk persoon of instelling

    • f.

      Schadevergoeding: een vergoeding voor geleden materiële en immateriële schade.

Artikel 2. Giften

  • 1.

    Een gift, in geld of in natura, als bedoeld in artikel 31 tweede lid, onder m, van de wet wordt vrijgelaten tot een bedrag ter hoogte van € 1.200,- per kalenderjaar per uitkering.

  • 2.

    Ingeval de gift is verstrekt in natura, wordt de waarde van deze gift vastgesteld op de waarde in het economische verkeer bij vrije oplevering of aan de hand van een factuur.

  • 3.

    De vrijlating wordt toegerekend aan het kalenderjaar (1 januari tot en met 31 december). Wanneer iemand gedurende een jaar minder dan € 1.200,- heeft ontvangen, dan mag het restant niet meegenomen worden naar het volgende jaar. Voor mensen die een uitkering toegekend hebben gekregen is de vrijlating van € 1.200,- naar rato van toepassing.

  • 4.

    Bij een overschrijding van het vrij te laten bedrag zoals bepaald in lid 1, wordt het meerdere aangemerkt als inkomen in de maand waarin de overschrijding plaatsvindt. Indien de gift dusdanig hoog is dat het maandbedrag van de uitkering wordt overschreden, wordt het meerdere aangemerkt als vermogen.

  • 5.

    Voor alle giften die een belanghebbende ontvangt, geldt de inlichtingenplicht zoals bedoeld in artikel 17 van de wet.

Artikel 3. Uitgezonderde giften

  • 1.

    Giften in de vorm van betaling ter aflossing van schulden worden vrijgelaten. Voorwaarde hierbij is dat iemand voor de belanghebbende aan een schuldeiser betaalt, of geld aan de belanghebbende overmaakt en belanghebbende dit geld aantoonbaar overmaakt aan de schuldeiser(s).

  • 2.

    Giften worden vrijgelaten wanneer ze afkomstig zijn van een (private, publieke of kerkelijke) instelling die als doel heeft: het ondersteunen van een individu door middel van een gift, al dan niet in natura, en die verenigbaar zijn met de bijstand.

  • 3.

    Indien de uitgezonderde giften niet verenigbaar zijn met de bijstand en gedurende een langere periode worden verstrekt, dan dienen deze giften als inkomen te worden aangemerkt, waarbij het meerdere wordt gekort op de bijstand.

Artikel 4. Schadevergoeding

  • 1.

    De schadevergoeding die wordt ontvangen voor materiële schade wordt niet als middel aangemerkt, tenzij de schadevergoeding niet wordt gebruikt voor het wegnemen van de geleden schade.

  • 2.

    De schadevergoeding die wordt ontvangen voor immateriële schade wordt voor 1/3 deel vrijgelaten en voor 2/3 deel aangemerkt als vermogen.

  • 3.

    De schadevergoeding die is bedoeld ter compensatie van het verlies van arbeidsvermogen, wordt aangemerkt als inkomen voor de periode waarop de vergoeding betrekking heeft.

Artikel 5. Hardheidsclausule

  • 1.

    In bijzondere situaties kan het college afwijken van het bepaalde in deze beleidsregels indien toepassing van deze beleidsregels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

  • 2.

    In alle gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien beslist het college.

Artikel 6. Inwerkingtreding en Citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als ‘Beleidsregels giften en schadevergoeding gemeente Doesburg’.

  • 2.

    Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

     

Aldus vastgesteld door het college d.d. 25 januari 2022.

De secretaris,

P.Werkman

De burgemeester,

drs. L.W.C.M. van derMeijs

Toelichting op beleidsregels

Algemeen

Giften worden bij de vaststelling van het recht op, en de hoogte van, de algemene bijstand vrijgelaten voor zover dat deze, gezien de bestemming en de hoogte van de gift, uit het oogpunt van bijstandsverlening verantwoord is. Door giften niet in aanmerking te nemen, wordt voorkomen dat de Participatiewet een ontmoediging vormt voor de vrijgevigheid van instellingen en/of personen. Gezien het minimumbehoeftekarakter van de bijstand kan de vrijlating niet onbeperkt zijn. Wat betreft de hoogte van (een) gift(en) geldt dat het in de rede ligt om (een) gift(en) in niet aanmerking te nemen voor zover dit niet leidt tot een bestedingsniveau dat niet (meer) verenigbaar is met hetgeen op bijstandsniveau gebruikelijk is.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1. Begripsbepalingen

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 2. Giften

Giften worden bij de vaststelling van het recht op, en de hoogte van, de algemene bijstand vrijgelaten voor zover dat deze, gezien de bestemming en de hoogte van de gift, uit het oogpunt van bijstandsverlening verantwoord is. Ten aanzien van de vraag of giften uit het oogpunt van bijstandsverlening verantwoord zijn hanteert de gemeente het beleid dat giften worden vrijgelaten tot een bedrag ter hoogte van € 1.200,- per kalenderjaar per uitkering (dus niet per persoon). Dit geldt voor zowel giften in geld als in natura. Wanneer een gift is verstrekt in natura, wordt de waarde van de gift vastgesteld op de waarde in het economisch verkeer bij vrije oplevering of aan de hand van een factuur. De vrijlating wordt toegerekend aan een kalenderjaar welke loopt van 1 januari tot en met 31 december. Wanneer iemand gedurende een jaar giften heeft ontvangen welke lager zijn dan (in totaal) € 1.200,- wordt het overgebleven gedrag niet meegenomen naar het volgende jaar. Voor mensen die een uitkering toegekend hebben gekregen is de vrijlating van € 1.200,- naar rato van toepassing. Bij een overschrijding van het vrij te laten bedrag zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel, wordt het meerdere aangemerkt als inkomen in de maand waarin de overschrijding plaatsvindt. Indien de gift dusdanig hoog is dat het maandbedrag van de uitkering wordt overschreden, wordt het meerdere aangemerkt als vermogen. Bij het ontvangen van giften blijft de inlichtingenplicht zoals bedoeld in artikel 17 van de wet gelden.

Artikel 3. Uitgezonderde giften

Een aantal giften kunnen aangemerkt worden als uitgezonderde gift en worden niet in aanmerking genomen als middel voor de bijstandsuitkering. Een eerste dergelijke gift is een bedrag dat gebruikt wordt voor de betaling van schulden. Een voorwaarde hierbij is dat iemand voor belanghebbende direct aan een schuldeiser betaalt of dat het geld aan belanghebbende wordt overgemaakt, waarbij belanghebbende aantoont dat dit geld over is gemaakt aan de schuldeiser(s). Het idee hierachter is dat het betalen van schulden de re-integratie en een eventueel schuldhulpverleningstraject ten goede kan komen.

 

Een tweede soort gift die valt onder de uitgezonderde giften zijn giften die afkomstig zijn van een (private, publieke of kerkelijke) instelling die als doel heeft: het ondersteunen van een individu door middel van een gift, al dan niet in natura. Deze gift(en) moeten verenigbaar zijn met de bijstand. Een voorbeeld waarbij hieraan gedacht kan worden is een voedselpakket van de Voedselbank. Wanneer de uitgezonderde giften niet verenigbaar zijn met de bijstand en gedurende een langere periode worden verstrekt, dan dienen deze giften alsnog als inkomen te worden aangemerkt. Voor een voedselpakket van de Voedselbank geldt dat deze in ieder geval gedurende een periode van 3 jaar niet als inkomen worden aangemerkt.

Artikel 4. Schadevergoeding

In bepaalde gevallen kan een schadevergoeding toegekend worden aan een belanghebbende wegens geleden materiële en/of immateriële schade. Om te besluiten of deze schadevergoeding in aanmerking genomen dient te worden voor de bijstandsuitkering moet onderzocht worden uit welke componenten een schadevergoeding bestaat. De schadevergoeding die wordt ontvangen voor materiële schade wordt niet als middel aangemerkt, tenzij de schadevergoeding niet wordt gebruikt voor het wegnemen van de geleden schade. De schadevergoeding die wordt ontvangen voor immateriële schade wordt voor 1/3 deel vrijgelaten en voor 2/3 deel aangemerkt als vermogen. Dit wordt volgens jurisprudentie ook als redelijk geacht. De schadevergoeding die is bedoeld ter compensatie van het verlies van arbeidsvermogen, wordt aangemerkt als inkomen voor de periode waarop de vergoeding betrekking heeft.

Artikel 5. Hardheidsclausule

Indien strikte toepassing van deze beleidsregels leidt tot onbillijkheid van overwegende aard, kan in individuele gevallen worden afgeweken van de beleidsregels. In alle gevallen waarin de beleidsregels niet voorziet beslist het college.

Artikel 6. Inwerkingtreding en citeertitel

De beleidsregels kunnen worden aangehaald als ‘Beleidsregels giften en schadevergoeding gemeente Doesburg’ en treden in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.