Organisatie | Doesburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Giften en schadevergoeding gemeente Doesburg |
Citeertitel | Beleidsregels giften en schadevergoeding gemeente Doesburg |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-03-2022 | 01-02-2022 | Nieuwe regeling | 25-01-2022 |
De vrijlating wordt toegerekend aan het kalenderjaar (1 januari tot en met 31 december). Wanneer iemand gedurende een jaar minder dan € 1.200,- heeft ontvangen, dan mag het restant niet meegenomen worden naar het volgende jaar. Voor mensen die een uitkering toegekend hebben gekregen is de vrijlating van € 1.200,- naar rato van toepassing.
Bij een overschrijding van het vrij te laten bedrag zoals bepaald in lid 1, wordt het meerdere aangemerkt als inkomen in de maand waarin de overschrijding plaatsvindt. Indien de gift dusdanig hoog is dat het maandbedrag van de uitkering wordt overschreden, wordt het meerdere aangemerkt als vermogen.
Giften worden bij de vaststelling van het recht op, en de hoogte van, de algemene bijstand vrijgelaten voor zover dat deze, gezien de bestemming en de hoogte van de gift, uit het oogpunt van bijstandsverlening verantwoord is. Door giften niet in aanmerking te nemen, wordt voorkomen dat de Participatiewet een ontmoediging vormt voor de vrijgevigheid van instellingen en/of personen. Gezien het minimumbehoeftekarakter van de bijstand kan de vrijlating niet onbeperkt zijn. Wat betreft de hoogte van (een) gift(en) geldt dat het in de rede ligt om (een) gift(en) in niet aanmerking te nemen voor zover dit niet leidt tot een bestedingsniveau dat niet (meer) verenigbaar is met hetgeen op bijstandsniveau gebruikelijk is.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Giften worden bij de vaststelling van het recht op, en de hoogte van, de algemene bijstand vrijgelaten voor zover dat deze, gezien de bestemming en de hoogte van de gift, uit het oogpunt van bijstandsverlening verantwoord is. Ten aanzien van de vraag of giften uit het oogpunt van bijstandsverlening verantwoord zijn hanteert de gemeente het beleid dat giften worden vrijgelaten tot een bedrag ter hoogte van € 1.200,- per kalenderjaar per uitkering (dus niet per persoon). Dit geldt voor zowel giften in geld als in natura. Wanneer een gift is verstrekt in natura, wordt de waarde van de gift vastgesteld op de waarde in het economisch verkeer bij vrije oplevering of aan de hand van een factuur. De vrijlating wordt toegerekend aan een kalenderjaar welke loopt van 1 januari tot en met 31 december. Wanneer iemand gedurende een jaar giften heeft ontvangen welke lager zijn dan (in totaal) € 1.200,- wordt het overgebleven gedrag niet meegenomen naar het volgende jaar. Voor mensen die een uitkering toegekend hebben gekregen is de vrijlating van € 1.200,- naar rato van toepassing. Bij een overschrijding van het vrij te laten bedrag zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel, wordt het meerdere aangemerkt als inkomen in de maand waarin de overschrijding plaatsvindt. Indien de gift dusdanig hoog is dat het maandbedrag van de uitkering wordt overschreden, wordt het meerdere aangemerkt als vermogen. Bij het ontvangen van giften blijft de inlichtingenplicht zoals bedoeld in artikel 17 van de wet gelden.
Artikel 3. Uitgezonderde giften
Een aantal giften kunnen aangemerkt worden als uitgezonderde gift en worden niet in aanmerking genomen als middel voor de bijstandsuitkering. Een eerste dergelijke gift is een bedrag dat gebruikt wordt voor de betaling van schulden. Een voorwaarde hierbij is dat iemand voor belanghebbende direct aan een schuldeiser betaalt of dat het geld aan belanghebbende wordt overgemaakt, waarbij belanghebbende aantoont dat dit geld over is gemaakt aan de schuldeiser(s). Het idee hierachter is dat het betalen van schulden de re-integratie en een eventueel schuldhulpverleningstraject ten goede kan komen.
Een tweede soort gift die valt onder de uitgezonderde giften zijn giften die afkomstig zijn van een (private, publieke of kerkelijke) instelling die als doel heeft: het ondersteunen van een individu door middel van een gift, al dan niet in natura. Deze gift(en) moeten verenigbaar zijn met de bijstand. Een voorbeeld waarbij hieraan gedacht kan worden is een voedselpakket van de Voedselbank. Wanneer de uitgezonderde giften niet verenigbaar zijn met de bijstand en gedurende een langere periode worden verstrekt, dan dienen deze giften alsnog als inkomen te worden aangemerkt. Voor een voedselpakket van de Voedselbank geldt dat deze in ieder geval gedurende een periode van 3 jaar niet als inkomen worden aangemerkt.
In bepaalde gevallen kan een schadevergoeding toegekend worden aan een belanghebbende wegens geleden materiële en/of immateriële schade. Om te besluiten of deze schadevergoeding in aanmerking genomen dient te worden voor de bijstandsuitkering moet onderzocht worden uit welke componenten een schadevergoeding bestaat. De schadevergoeding die wordt ontvangen voor materiële schade wordt niet als middel aangemerkt, tenzij de schadevergoeding niet wordt gebruikt voor het wegnemen van de geleden schade. De schadevergoeding die wordt ontvangen voor immateriële schade wordt voor 1/3 deel vrijgelaten en voor 2/3 deel aangemerkt als vermogen. Dit wordt volgens jurisprudentie ook als redelijk geacht. De schadevergoeding die is bedoeld ter compensatie van het verlies van arbeidsvermogen, wordt aangemerkt als inkomen voor de periode waarop de vergoeding betrekking heeft.
Indien strikte toepassing van deze beleidsregels leidt tot onbillijkheid van overwegende aard, kan in individuele gevallen worden afgeweken van de beleidsregels. In alle gevallen waarin de beleidsregels niet voorziet beslist het college.
Artikel 6. Inwerkingtreding en citeertitel
De beleidsregels kunnen worden aangehaald als ‘Beleidsregels giften en schadevergoeding gemeente Doesburg’ en treden in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.