Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Noordwijk

Protocol integriteitsmeldingen gemeente Noordwijk 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNoordwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingProtocol integriteitsmeldingen gemeente Noordwijk 2022
CiteertitelProtocol integriteitsmeldingen gemeente Noordwijk 2022
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-03-2022nieuwe regeling

22-02-2022

gmb-2022-96774

Tekst van de regeling

Intitulé

Protocol integriteitsmeldingen gemeente Noordwijk 2022

De gemeente Noordwijk hecht aan de integriteit van de raadsleden, commissieleden, wethouders, burgemeester. In onze gedragscodes liggen regels op het gebied van integriteit vast.1

 

Als er sprake is van een vermoeden van een integriteitsschending, gaan we daar zorgvuldig mee om. Dit protocol beschrijft de werkwijze bij een vermoedelijke integriteitsschending. Voor alle betrokkenen is een duidelijk protocol van belang: voor de melder, voor degene waarover een melding wordt gedaan en voor de functionarissen die betrokken zijn bij de afhandeling. Politieke ambtsdragers staan over het algemeen veel in de publieke belangstelling. Een (vermoeden van een) integriteitsschending zal voor hen dan ook vaak grote persoonlijke consequenties hebben, zeker als dit bekend raakt bij de media.

 

Om te weten of er sprake is van een integriteitsschending is het goed om te weten wat als schending wordt gezien. Voorbeelden van schendingen zijn:

 

  • misbruik van positie en belangenverstrengeling

  • lekken, misbruik en achterhouden van informatie

  • misbruik van bevoegdheden

  • misbruik van bedrijfsmiddelen en overtreding interne regels

  • ongewenste omgangsvormen

Natuurlijk is niet elke schending van hetzelfde gewicht. Ook de intentie kan verschillen. Er kan sprake zijn van een opzettelijke schending, maar ook van een schending uit onbekendheid of naïviteit.

 

Iedereen - inwoners, ondernemers, ambtenaren en politiek ambtsdragers - kan twijfel over een vermoeden van een schending voorleggen aan de integriteitscoördinator, burgermeester of griffier. Iedereen kan een vermoeden van schending melden bij de burgermeester.2

A. Uitgangspunten

Zo groot als nodig, zo klein als mogelijk

De impact van een melding van een mogelijke integriteitsschending op betrokkenen is groot. Omgaan met deze meldingen vereist dan ook zorgvuldigheid én oog hebben voor de betrokkenen. Het uitgangspunt in dit protocol integriteitsmeldingen is daarom dat de stappen die gezet worden zo groot zijn als nodig, maar zo klein als mogelijk.

 

Afbakening

Dit protocol biedt richting voor handelen in het geval van vermoedens van integriteitsschendingen door raadsleden, commissieleden, wethouders en burgemeester.

 

Centrale rol voor de burgemeester

Op grond van artikel 170 lid 2 van de Gemeentewet heeft de burgemeester de taak de bestuurlijke integriteit van de gemeente te bevorderen. In het kader van die taak heeft de burgemeester een belangrijke rol bij de behandeling van integriteitsincidenten in de gemeente. Vanuit ieders eigen rol kunnen de griffier, de gemeentesecretaris en de integriteitscoördinator de burgemeester ondersteunen.

N.B. in het protocol is ook opgenomen welke weg bewandeld dient te worden indien iemand een integriteitsmelding aangaande de burgemeester wil doen.

 

Afwijken van het protocol

Indien in het belang van de gemeente of een van de betrokkenen, kan de burgemeester afwijken van het protocol.

 

Communicatie

We zijn terughoudend met communicatie over mogelijke integriteitsschendingen om onterechte negatieve aandacht voor de betrokkenen te voorkomen. Indien nodig draagt de burgemeester zorg voor interne en externe communicatie over een melding, een onderzoek en de uitkomsten daarvan. De kring van geïnformeerde personen wordt zo klein als mogelijk gehouden. Alleen (een woordvoerder van) de burgemeester spreekt indien nodig met de pers gedurende het doorlopen van het proces. Indien er een melding is gedaan of onderzoek plaatsvindt naar de burgemeester, doet de gemeentesecretaris dit.

 

Aangifte

Als er in enige fase van de behandeling van de melding een vermoeden is van een strafbaar feit, doet de burgemeester aangifte. Gedurende de afhandeling van de aangifte wordt de werking van dit protocol voor de betreffende melding opgeschort.

B. Plan van aanpak

Onderdeel 1: Twijfel bespreken

Wat niet-integer handelen is, is niet altijd volstrekt duidelijk. Het kan zijn dat een politieke ambtsdrager twijfel heeft over de juistheid van (voorgenomen) handelen van zichzelf of van een ander.

 

Integriteitsdilemma

In het geval van een integriteitsdilemma spreekt degene die het dilemma opmerkt in principe eerst de desbetreffende functionaris persoonlijk aan. Wellicht was er sprake van onwetendheid of een misverstand.

 

Twijfel over een integriteitsdilemma kan besproken worden met de integriteitscoördinator óf met de griffier of burgermeester.

 

Onderdeel 2: De melding

 

Verantwoordelijken voor afhandeling melding

Een melding wordt gedaan bij de burgemeester. Dit gebeurt vertrouwelijk. Bij het afhandelen van de melding laat de burgemeester zich ondersteunen door de griffier of gemeentesecretaris en de integriteitscoördinator.

  • -

    Bij meldingen aangaande raads- en commissieleden ondersteunt de griffier de burgemeester.

  • -

    Bij meldingen aangaande wethouders ondersteunt de gemeentesecretaris de burgemeester.

N.B. 1 De burgemeester kan op basis van eigen waarnemingen of externe berichtgeving worden geattendeerd op een vermeende integriteitsschending. De burgemeester kan dan op eigen initiatief een melding opstellen.

N.B. 2 Bij een melding over de burgemeester, zet de burgemeester de melding door naar de gemeentesecretaris. De gemeentesecretaris doorloopt de stappen in dit protocol.3 De gemeentesecretaris houdt daarbij ruggenspraak met de commissaris van de Koning.

 

Eisen aan de melding

De melding dient schriftelijk te worden ingediend en moet over een op redelijke gronden gebaseerd vermoeden gaan.

 

Een melding van een mogelijke integriteitsschending bevat in ieder geval:

  • de naam van de persoon die wordt verdacht van schending;

  • de functie: raadslid, commissielid, wethouders of burgemeester;

  • de naam en adres van de melder;

  • een korte beschrijving van de mogelijke schending:

    • o

      aard van het feit;

    • o

      valideerbaarheid;

    • o

      positie of persoon op wie de melding betrekking heeft;

    • o

      geloofwaardigheid/waarschijnlijkheid;

    • o

      ernst van de zaak.

Meldingen die niet aan deze vereisten voldoen, worden niet in behandeling genomen.

 

Screening van de melding

  • 1.

    De burgemeester stuurt de melder binnen vijf werkdagen een formele, schriftelijke ontvangstbevestiging.

  • 2.

    De burgemeester voert zo snel mogelijk een persoonlijk gesprek met de melder over de melding. In dit gesprek stelt de burgemeester vast of er een dringende reden is om de identiteit van de melder niet bekend te maken.

  • 3.

    De burgemeester en de ondersteuners wegen de melding op vijf punten:

    • a.

      de aard van de (vermoede) handeling;

    • b.

      de mate waarin de melding te controleren is;

    • c.

      de respectievelijke posities van melder en de persoon op wie de melding betrekking heeft;

    • d.

      de geloofwaardigheid;

    • e.

      de ernst en spoedeisendheid.

  • 4.

    De burgemeester stelt de betrokken wethouder of het betrokken raads- of commissielid op de hoogte van het feit dat er een melding is gemaakt, tenzij er een zwaarwegend belang is om dat niet te doen, zoals bijvoorbeeld de kans op het verdwijnen van bewijsmateriaal.

Conclusies

Op basis van het gesprek met de griffier of met de gemeentesecretaris en de griffier, kan de burgemeester tot drie conclusies komen:

  • 1.

    De melding krijgt geen vervolg, bijvoorbeeld omdat de melding niet over integriteit gaat of er overduidelijk geen sprake is van een schending. De melder krijgt dan een gemotiveerd bericht dat de melding geen gevolg heeft gehad.

  • 2.

    Er is een vooronderzoek nodig om de melding te beoordelen. De burgemeester legt de melding ter beoordeling voor aan de integriteitscommissie. De integriteitscommissie brengt hierover een advies uit aan de burgemeester (zie onderdeel 3, Vooronderzoek). De burgemeester besluit vervolgens tot conclusie 1 of conclusie 3.

  • 3.

    Er is een uitgebreid onderzoek nodig. De burgemeester besluit hiertoe en informeert de fractievoorzitters en betreffende politieke ambtsdrager over de beslissing om een onderzoek uit te laten voeren. In sommige situaties is het beter de persoon in kwestie niet onmiddellijk te informeren over het op handen zijnde onderzoek, bijvoorbeeld als diegene dan mogelijk bewijsmateriaal kan of zal vernietigen. In een dergelijk geval worden eerst zo snel mogelijk maatregelen genomen zodat mogelijk relevant bewijs niet verdwijnt. Deze beschermingsmaatregelen zijn het veiligstellen van dossiers, bestanden, stukken etc..

Onderdeel 3: Vooronderzoek

 

Uitvoering vooronderzoek

Wanneer een vooronderzoek nodig is, legt de burgemeester de melding voor aan de integriteitscommissie. Het vooronderzoek heeft tot doel om meer informatie in te winnen over de gemelde situatie en/of om een inschatting te maken van het benodigde vervolg.

  • 1.

    De integriteitscommissie voert in ieder geval een gesprek met de melder en met de politieke ambtsdrager in kwestie. De commissie kan besluiten ook andere betrokkene(n) horen.

  • 2.

    De gesprekspartners ontvangen voor aanvang van het gesprek een schriftelijke uitnodiging. Hierin staat een korte omschrijving van de aard van de melding. De betrokken politieke ambtsdrager ontvangt hierbij geen kopie van de melding.

  • 3.

    Van de gesprekken worden gespreksverslagen gemaakt. Deze worden ter accordering voorgelegd aan de gesproken personen.

De commissie komt tot een gemotiveerde schriftelijke beoordeling van de melding. Hierbij hanteert de commissie onder andere de volgende criteria: ontvankelijkheid, ernst van het feit, valideerbaarheid en waarschijnlijkheid. Bij de beoordeling brengt de commissie schriftelijke advies uit aan de burgemeester over het vervolg op het vooronderzoek:

  • a.

    De melding bevat een redelijk vermoeden van een strafbaar feit, aangifte bij de politie is vereist;

  • b.

    De melding behoeft geen vervolg, omdat er geen sprake is van een schending;

  • c.

    De melding behoeft een uitgebreid onderzoek, omdat er sprake is van een vermoeden van schending. De commissie stelt een onderzoeksopdracht op die tenminste bevat:

    • i.

      De aanleiding van het onderzoek

    • ii.

      Een duidelijk omschreven doel/opdracht

    • iii.

      De onderzoeksvragen

De burgemeester beslist op basis van de beoordeling van de integriteitscommissie of een uitgebreid onderzoek nodig is.

 

Afhandeling indien er geen uitgebreid onderzoek nodig is

Concludeert de burgemeester na de eerste screening of op basis van het vooronderzoek van de integriteitscommissie dat er geen uitgebreid onderzoek nodig is, dan stelt de burgemeester een verslag op, welke wordt gedeeld met de melder en de betrokken politieke ambtsdrager. Bij voorkeur wordt dit verslag persoonlijk met hen besproken. Indien sprake is van een vooronderzoek door de integriteitscommissie, maakt de beoordeling onderdeel uit van het verslag. De melder en de betrokken ambtsdrager mogen binnen twee weken na ontvangst van het verslag verzoeken om alsnog een uitgebreid onderzoek uit te laten voeren. De burgemeester informeert en hoort de fractievoorzitters over dit verzoek en laat zich adviseren door de griffier of gemeentesecretaris en de integriteitscoördinator. Gehoord deze functionarissen, neemt de burgemeester het besluit om al dan niet een uitgebreid onderzoek in te stellen.

 

Onderdeel 4: uitgebreid onderzoek

Als wordt besloten dat er een uitgebreid onderzoek nodig is, geeft de burgemeester een externe adviseur of onderzoeker hier opdracht toe.

 

Een uitgebreid onderzoek bestaat uit de volgende stappen:

 

  • 1.

    De burgemeester komt met de externe onderzoekers een schriftelijke onderzoeksopdracht overeen, met daarin de onderzoeksopdracht en -vragen, de methoden, de planning en kosten, het team en de wijze van rapportage. De externe onderzoekers dienen zich te houden aan de in het onderhavige protocol beschreven werkwijze.

  • 2.

    In overleg met de externe onderzoekers wordt ervoor gezorgd dat relevante gegevens worden veiliggesteld.

  • 3.

    De burgemeester informeert per brief de betrokken politieke ambtsdrager, de melder en de fractievoorzitters dat er een onderzoek wordt ingesteld. Vaste onderdelen zijn: de aanleiding voor het onderzoek, het onderzoeksprotocol en de contactgegevens van de onderzoekers.

  • 4.

    Er wordt zorgvuldig afgewogen welke andere personen geïnformeerd moeten worden over het onderzoek, waarbij het uitganspunt is dat de groep geïnformeerde personen zo klein mogelijk wordt gehouden.

  • 5.

    Tijdens de uitvoering van het onderzoek kunnen zowel personen op ambtelijk en bestuurlijk niveau binnen de gemeente als externe partijen worden benaderd voor een interview. Deze interviews worden door ten minste twee personen gevoerd. Desgewenst kunnen geïnterviewden zich laten bijstaan.

  • 6.

    Van de interviews worden gespreksverslagen gemaakt. Deze worden ter accordering voorgelegd aan de gesproken personen. De gesprekspartner heeft de mogelijkheid om binnen vijf dagen schriftelijk te reageren op het verslag. Indien de gesprekspartner accordering weigert, wordt hier melding van gemaakt in het verslag. Desgewenst kan een schriftelijke weergave van de afwijkende mening van de gesprekspartner bij het verslag worden gevoegd. De gespreksverslagen blijven in het bezit van de externe onderzoekers en worden niet gedeeld met de gemeente.

  • 7.

    De burgemeester bewaakt de voortgang van het onderzoek.

  • 8.

    De betrokken politiek ambtsdrager krijgt de mogelijkheid om te reageren op de feitelijke bevindingen. Ook de burgemeester krijgt de rapportage voor een controle op de feitelijke bevindingen.

  • 9.

    De betrokken politiek ambtsdrager mag een zienswijze geven op het eindrapport inclusief conclusies en aanbevelingen. Deze zienswijze wordt opgenomen in het rapport.

  • 10.

    Wanneer het onderzoek is afgerond, leveren de externe onderzoekers het onderzoeksrapport op bij de burgemeester. Tevens wordt geadviseerd over maatregelen.

Onderdeel 5: Afronding

De burgemeester stelt het rapport ter beschikking aan de onderzochte politiek ambtsdrager.

 

  • »

    Indien er geen sprake is van integriteitsschending: er worden niet meer mensen op de hoogte gesteld dan het aantal die al op de hoogte waren door het voor- en/of uitgebreid onderzoek.

  • »

    Indien er wel sprake is van integriteitsschending: in een besloten bijeenkomst brengt de burgermeester het rapport ter sprake. In deze bijeenkomst moet besloten worden of het hele rapport openbaar gemaakt moet worden.

C. Nazorg

Contact met de melder

De burgemeester plant een gesprek in met de melder.

 

Nazorg richting de politiek bestuurder

De burgemeester plant een evaluatiegesprek in met het raadslid, het commissielid of de wethouder, waarnaar onderzoek is verricht.

 

Opzettelijk valse melding

Bij het vermoeden van een opzettelijk valse melding, kan de burgemeester een onderzoek instellen naar de melder. De persoon tegen wie de mogelijk opzettelijk valse melding is gedaan, kan besluiten hier aangifte van te doen.

 

Rapportage

Jaarlijks brengt de burgemeester verslag uit aan de raad over het aantal meldingen en onderzoeken op het gebied van integriteit.


1

Zie ook de Gedragscode integriteit raadsleden Noordwijk 2019 en de Gedragscode integriteit burgemeester en wethouders Noordwijk 2019.

2

Overal waar in dit protocol 'hij' en 'zijn' is geschreven kan ook 'zij' of 'haar' gelezen worden.

3

Wanneer sprake is van een melding over de burgemeester, geldt dat overal waar in dit protocol ‘burgemeester’ staat ‘gemeentesecretaris’ moet worden gelezen.