Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rijswijk

Besluiten voor het omgevingsplan van de gemeente Rijswijk

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRijswijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluiten voor het omgevingsplan van de gemeente Rijswijk
CiteertitelBesluiten voor het omgevingsplan van de gemeente Rijswijk
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-03-2022nieuwe regeling

08-02-2022

gmb-2022-96099

21.094256

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluiten voor het omgevingsplan van de gemeente Rijswijk

De Raad van Rijswijk deelt het volgende mede.

 

De gemeenteraad van Rijswijk heeft in zijn vergadering van 8 februari 2022 besloten:

 

met ingang van de dag van inwerkingtreding van de Omgevingswet:

 

  • 1.

    de volgende onderdelen te delegeren aan het college:

    • a.

      het aanpassen van het omgevingsplan naar aanleiding van verleende vergunningen;

    • b.

      het vertalen van beleidsregels (fysieke leefomgeving) van raad en college naar regels in het omgevingsplan;

    • c.

      het nemen van een voorbereidingsbesluit (onder voorwaarde van een actieve informatieplicht);

  • 2.

    het adviesrecht van de raad te laten gelden bij alle buitenplanse omgevingsplanactiviteiten, met uitzondering van de gevallen zoals onder de huidige wetgeving benoemd in de “kruimelregeling” (bijlage II, artikel 4 Besluit omgevingsrecht);

  • 3.

    de participatieverplichting te laten gelden bij alle buitenplanse omgevingsplanactiviteiten;

  • 4.

    het verzoek aan het college mee te geven om bovenstaande mee te nemen bij het maken van de afweging of de uitgebreide procedure al dan niet van toepassing wordt verklaard;

  • 5.

    de werking van dit besluit een jaar na inwerkingtreding van de Omgevingswet te evalueren.

Dit besluit treedt in werking na bekendmaking in het elektronisch gemeenteblad waarin het wordt geplaatst. De gemeente gebruikt hiervoor de website www.officielebekendmakingen.nl.

 

Bovengenoemd besluit wordt als service ook gepubliceerd in het huis-aan-huisblad Groot Rijswijk. Tevens wordt dit besluit als service beschikbaar gesteld via de website www.overheid.nl.

 

Ook kunt u via de publieksbalie 7 tegen betaling een afschrift van het besluit verkrijgen. Deze balie bevindt zich in het stadhuis, Bogaardplein 15 en is geopend op maandag en vrijdag van 09:00 uur tot 12:00 uur en dinsdag, woensdag en donderdag van 09:00 uur tot 17:00 uur.

Rijswijk, 8 februari 2022

Hoogachtend,

de gemeenteraad,

de griffier,

J.A. Massaar, bpa

de voorzitter

mr.drs. G.A.A. Verkerk

Toelichting Besluiten voor het omgevingsplan van de gemeente Rijswijk

 

In het kort

Dit gaat om 1 besluit over 5 onderwerpen. Ze hebben allemaal met elkaar te maken en worden daarom gebundeld. De onderwerpen zijn:

  • 1.

    Het delegeren van bevoegdheden

  • 2.

    Het adviesrecht

  • 3.

    De participatieverplichting

  • 4.

    De uitgebreide procedure

  • 5.

    De evaluatie van bovenstaande punten

Welke informatie heeft de raad al?

  • Raadsinformatiebrief omgevingsplan van 25 juni 2021.

  • Bijlage 3: Toelichting op de strategische keuzes in relatie tot het omgevingsplan.

  • Bijlage 3a: Voorbeelden bij delegatie van bevoegdheden.

  • Webinar op 1 september 2021. De opname is door de griffier verzonden aan de raadsleden.

Wat zijn binnenplanse en buitenplanse omgevingsplanactiviteiten?

Een binnenplanse activiteit = een activiteit die voldoet aan de regels in het omgevingsplan, maar toch een vergunningplicht heeft.

Een buitenplanse activiteit = een activiteit die niet voldoet aan de regels in het omgevingsplan. Bijvoorbeeld als iemand woningen wil bouwen op een plek waar alleen detailhandel is toegestaan.

 

Voorstel 1: Het delegeren van bevoegdheden

 

Voorstel in het kort

Het voorstel is dat de raad enkele bevoegdheden delegeert aan het college. Dat voorkomt dat de raad over ieder punt moet beslissen als de Omgevingswet in werking treedt.

 

Hoe zit het ook alweer?

Op dit moment kan het college een bestemmingsplan wijzigen of uitwerken om een nieuwe ontwikkeling mogelijk te maken. Dit geldt alleen als dit in het bestemmingsplan is vastgelegd. Als de Omgevingswet ingaat, geldt dit niet meer.

 

Waarom is het belangrijk dat de raad deze keuze maakt?

Als de raad hierover niets vastlegt, blijven alle bevoegdheden bij de raad liggen. Dat betekent dat elke aanpassing van het omgevingsplan, hoe minimaal ook, door de raad moet worden vastgesteld. Denk aan een berging in de voortuin, een dakopbouw of een aanbouw. Het is daarom belangrijk dat de raad bevoegdheden delegeert aan het college.

 

Wat zijn de opties?

De wet geeft 4 bevoegdheden die je kunt delegeren aan het college:

  • a.

    Het aanpassen van het omgevingsplan naar aanleiding van verleende vergunningen. De Omgevingswet bepaalt dat vergunningen voor buitenplanse omgevingsplanactiviteiten binnen 5 jaar moeten worden verwerkt in het omgevingsplan.

  • b.

    Het vertalen van beleidsregels van raad en college voor de fysieke leefomgeving naar regels in het omgevingsplan.

  • c.

    Het aanpassen van het omgevingsplan bij nieuwe ontwikkelingen. De ontwikkeling wordt mogelijk gemaakt door het omgevingsplan aan te passen.

  • d.

    Het nemen van een voorbereidingsbesluit. Het voorbereidingsbesluit is een besluit dat tijdelijk ontwikkelingen inperkt. Dit kan nodig zijn als die ontwikkelingen op grond van de geldende regels in een omgevingsplan wel mogelijk zijn maar niet wenselijk. De raad kan dan een voorbereidingsbesluit nemen, waardoor regels tijdelijk niet gelden.

 

Wat is het voorstel?

Het volgende wordt voorgesteld:

  • a.

    Het aanpassen van het omgevingsplan naar aanleiding van verleende vergunningen wordt gedelegeerd aan het college. Dit is een administratieve handeling en leent zich daarom goed voor delegatie.

  • b.

    Het vertalen van beleidsregels over de fysieke leefomgeving van raad en college naar regels in het omgevingsplan wordt gedelegeerd aan het college. Dit gaat namelijk om het inpassen van beleid waarbij al sprake is geweest van een inhoudelijke afweging door de raad of het college. Een dergelijke aanpassing van delen van het omgevingsplan kun je zien als uitvoering.

  • c.

    Het aanpassen van het omgevingsplan bij nieuwe ontwikkelingen blijft een bevoegdheid van de raad. Dit is namelijk meer dan een ‘technische’ delegatie. De raad wil bij bepaalde nieuwe ontwikkelingen mogelijk zelf bepalen of het omgevingsplan hiervoor moet worden aangepast.

  • d.

    Het nemen van een voorbereidingsbesluit wordt gedelegeerd aan het college. Dit is sneller en het biedt de mogelijkheid het voorbereidingsbesluit terug te draaien. Ervaring leert dat er weinig discussie over is. Wel zal een actieve informatieplicht gelden voor dit onderwerp. Het college dient de raad ervan op de hoogte te stellen wanneer zij een voorbereidingsbesluit neemt.

Voorstel 2: het adviesrecht

 

Voorstel in het kort

Het voorstel is dat de raad adviesrecht krijgt over vrijwel alle buitenplanse omgevingsactiviteiten. Uitzondering zijn de activiteiten die onder de huidige ‘kruimelregeling’ vallen.

 

Hoe zit het ook alweer?

Onder de Omgevingswet kan de raad buitenplanse omgevingsplanactiviteiten aanwijzen waarbij een advies van de raad nodig is. Het advies van de raad is bindend en moet door het college worden overgenomen. Initiatieven die passen binnen het omgevingsplan kunnen eenvoudig en snel door het college worden afgehandeld.

 

Waarom is het belangrijk dat de raad deze keuze maakt?

Dit is belangrijk om te voorkomen dat de raad niet betrokken wordt bij onderwerpen waar de raad dat wel wil. In de huidige situatie wordt gebruik gemaakt van instemmingsrecht. Bij de uitgebreide Wabo-procedure is nu een ‘verklaring van geen bedenkingen’ nodig van de raad. Plannen die vallen onder de kruimelregeling hoeven nu niet langs de raad. Het instemmingsrecht wordt met de komst van de Omgevingswet vervangen door het adviesrecht. Voor niet-aangewezen gevallen komt het adviesrecht van de raad te vervallen.

 

Wat zijn de opties?

De Omgevingswet geeft de volgende mogelijkheden voor gebruik van het adviesrecht:

  • a.

    Aanhouden van de ‘verklaring van geen bedenkingen’. De raad krijgt adviesrecht voor dezelfde activiteiten waarvoor nu een aparte verklaring van geen bedenkingen moet worden aangevraagd. In Rijswijk betekent dit dat de raad altijd betrokken wordt.

  • b.

    Beleidsarm. De raad krijgt adviesrecht over alle buitenplanse omgevingsplanactiviteiten, met uitzondering van de gevallen zoals onder de huidige wetgeving, benoemd in de ‘kruimelregeling’.

  • c.

    Geen adviesrecht. De raad ziet af van adviesrecht voor buitenplanse omgevingsplanactiviteiten.

  • d.

    Criteria. De raad krijgt adviesrecht over buitenplanse omgevingsplanactiviteiten die vallen binnen de door de raad bepaalde criteria.

  • e.

    Criteria aangevuld met specifieke te benoemen gevallen. De raad krijgt aanvullend adviesrecht over buitenplanse omgevingsplanactiviteiten bij specifieke gevallen. Bijvoorbeeld: het plaatsen van een antenne-installatie hoger dan 50 meter.

Wat is het voorstel?

Het voorstel is: een beleidsarme overgang. De raad krijgt in dit geval adviesrecht over alle buitenplanse omgevingsplanactiviteiten, met uitzondering van de ‘kruimelregeling’-gevallen (bijlage 2). De raad wordt dus in eerste instantie betrokken bij vrijwel alle buitenplanse omgevingsplanactiviteiten. Zo kan de raad ervaring opdoen met dit nieuwe instrument. Na een jaar volgt een evaluatie: is dit inderdaad wenselijk en werkbaar? Op deze manier hoeft de huidige raad in januari 2022 niet overhaast grote inhoudelijke besluiten te nemen.

 

Voorstel 3: de participatieverplichting

 

Voorstel in het kort

Het voorstel is dat de raad participatie van burgers verplicht stelt voor alle buitenplanse omgevingsplanactiviteiten.

 

Hoe zit het ook alweer?

Participatie is belangrijk onder de Omgevingswet. De Omgevingswet regelt dat de omgeving betrokken moet worden, maar geen participatieplicht. Bovendien is de wijze waarop de initiatiefnemer participeert vormvrij. De raad kan buitenplanse omgevingsplanactiviteiten aanwijzen waarbij participatie verplicht is.

Onder de Omgevingswet moet de raad ook participatiebeleid vaststellen. Het Rijswijkse participatiebeleid wordt nog geëvalueerd. Een voorstel voor aanpassingen ontvangt u afzonderlijk.

 

Waarom is het belangrijk dat de raad deze keuze maakt?

Als de raad geen actie onderneemt, is participatie bij de omgevingsvergunning nooit verplicht. Een aanvrager van een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit kan dus op het aanvraagformulier aankruisen dat niet aan participatie is gedaan. De gemeente kan de vergunning op grond daarvan dan niet weigeren. Participatie kan zorgen voor meer draagvlak, betere besluiten en tijdwinst.

 

Wat zijn de opties?

De Omgevingswet geeft 4 mogelijkheden:

  • a.

    De raad kan voor alle buitenplanse omgevingsplanactviteiten participatie verplicht stellen.

  • b.

    De raad kan voor alle buitenplanse omgevingsplanactiviteiten participatie verplicht stellen, met uitzondering van afwijkingen die vallen binnen de huidige ‘kruimelregeling’.

  • c.

    De raad kan aansluiting zoeken bij groepen buitenplanse omgevingsactiviteiten.

  • d.

    De raad kan aansluiting zoeken bij groepen buitenplanse omgevingsactiviteiten, waarvan de raad ook kan aangeven hier adviesrecht over te willen hebben.

Wat is het voorstel?

Voorgesteld wordt om (a) participatie verplicht te stellen voor de hele categorie buitenplanse afwijkingen, inclusief afwijkingen die vallen binnen de huidige ‘kruimelregeling’. Hiervoor is gekozen omdat afwijkingen die vallen binnen de huidige kruimelregeling ook behoorlijke ruimtelijke impact kunnen hebben. Denk aan een functiewijziging van een bestaand kantoor naar woningen. De Rijswijkse initiatiefnemer zal dus verplicht worden om te participeren bij alle buitenplanse omgevingsplanactiviteiten. Na een jaar wordt geëvalueerd of dit werkt.

 

Voorstel 4: de uitgebreide procedure

 

Voorstel in het kort

Voorgesteld wordt om het college te verzoeken om bovenstaande 3 punten mee te nemen bij het maken van de volgende afweging: wordt de uitgebreide procedure van toepassing?

 

Hoe zit het ook alweer?

De reguliere procedure is het uitgangspunt in de Omgevingswet. De beslistermijn voor de reguliere procedure is 8 weken. Daarna is er nog bezwaar en beroep mogelijk. Het college mag de reguliere of uitgebreide procedure van toepassing verklaren vanaf de dag waarop de Omgevingswet in werking treedt. De uitgebreide procedure geldt alleen wanneer de aanvrager hierom heeft verzocht of heeft ingestemd met het toepassen. Het geldt ook bij bepaalde aangewezen buitenplanse omgevingsplanactiviteiten.

 

Waarom is het belangrijk dat de raad deze keuze maakt?

Het is belangrijk omdat het lastig kan zijn voor de raad om binnen 8 weken advies te geven. Als dit niet lukt, kan de gemeente een dwangsom worden opgelegd. Dat betekent dat de gemeente een boete moet betalen voor elke dag die de termijn overschrijdt.

 

Wat zijn de opties?

Het verzoek wel of niet meegeven aan het college om de bovenstaande 3 punten mee te nemen bij het maken van de volgende afweging: wordt de uitgebreide procedure van toepassing? Let op: het gaat hier om een verzoek.

 

Wat is het voorstel?

Het voorstel is dat er een extra lid aan het besluit wordt toegevoegd. Hier geeft de raad het verzoek aan het college mee om het besluit over de delegatie van bevoegdheden, het adviesrecht en de participatieverplichting mee te nemen bij het maken van de afweging: is de uitgebreide procedure van toepassing?

 

Voorstel 5: de evaluatie van dit besluit

 

Voorstel in het kort

Het voorstel is om dit besluit te evalueren een jaar na de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Uiteraard zullen tussentijdse incidenten zo spoedig mogelijk moeten worden opgelost.

 

Wat wordt er geëvalueerd?

De evaluatie zal plaatsvinden aan de hand van een aantal criteria, waaronder in ieder geval:

  • a.

    Dienstverlening (extern):

    • Transparantie

    • Efficiëntie

    • Snelheid

    • Klantgerichtheid

    • Samenwerken

    • Toegankelijkheid

    • Betrouwbaarheid

    •  

    • Juridische houdbaarheid

  • b.

    Besluitvormingsproces (intern):

    • Transparantie

    • Efficiëntie

    • Snelheid

    • Klantgerichtheid

    • Samenwerken

    • Toegankelijkheid

    • Betrouwbaarheid

    • Kwaliteit

    • Juridische houdbaarheid

Mogelijke consequenties van dit besluit

Dit besluit kan consequenties hebben voor het proces, de doorlooptijd en de vergaderfrequentie van het college en de raad. Denk hierbij met name aan de invulling van het adviesrecht van de raad in relatie tot de reguliere procedure en de duur van het huidige besluitvormingsproces.

 

Voorgesteld wordt om het huidige vergaderschema van het college en de raad om te zetten in een document voor initiatiefnemers. Dit document zal, vanaf het moment dat de Omgevingswet in werking treedt, fungeren als richtlijn voor initiatiefnemers.

 

Anders gezegd: als u op deze datum een complete en inhoudelijk juiste aanvraag indient, wordt er op deze datum over vergaderd. Dit document voor initiatiefnemers zal uitgewerkt worden in de periode tussen het nemen van dit besluit door de raad en de inwerkingtredingsdatum van de Omgevingswet.