Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Utrechtse Heuvelrug

Nadere regels naamgeving en nummering (adressen) gemeente Utrechtse Heuvelrug 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieUtrechtse Heuvelrug
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels naamgeving en nummering (adressen) gemeente Utrechtse Heuvelrug 2022
CiteertitelNadere regels naamgeving en nummering (adressen) gemeente Utrechtse Heuvelrug 2022
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het Reglement naamgeving en nummering (adressen).

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-03-2022nieuwe regeling

21-12-2021

gmb-2022-96064

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels naamgeving en nummering (adressen) gemeente Utrechtse Heuvelrug 2022

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrechtse Heuvelrug;

 

Gelet op artikel 7 van de Verordening naamgeving en nummering (adressen) gemeente Utrechtse Heuvelrug 2022 (verordening);

 

Besluit

 

Vast te stellen de;

 

Nadere regels naamgeving en nummering (adressen), over het proces en de wijze van naamgeving en begrenzing van woonplaatsen, wijken, buurten, bouwblokken en de openbare ruimte alsmede de nummering van verblijfsobjecten, lig- en standplaatsen en afgebakende terreinen, ten behoeve van de uitvoering en toepassing van de verordening.

Artikel 1 Definities

  • 1.

    In deze nadere regels wordt verstaan onder:

    • a.

      Commissie: de commissie naamgeving;

    • b.

      Wet: Wet basisregistratie adressen en gebouwen;

    • c.

      Objectenhandboek: richtlijnen voor het afbakenen van panden en verblijfsobjecten;

    • d.

      Basisregistratie: dat wat daaronder wordt verstaan in de wet;

    • e.

      Landelijke voorziening: dat wat daaronder wordt verstaan in de wet

    • f.

      Authentiek gegeven: dat wat daaronder wordt verstaan in de wet

    • g.

      Niet-authentiek adres: adres dat alleen voor interne doeleinden wordt geregistreerd in de basisadministratie maar niet in de Landelijke voorziening;

    • h.

      Adresseerbaar object: een verblijfsobject, ligplaats of standplaats;

    • i.

      Hoofdgebouw: en ligplaats, standplaats of verblijfsobject, niet zijnde een serie garageboxen, garage of bedrijfspand aan of bij een woning of authentiek adres voor openbaar nut;

    • j.

      Serie garageboxen: een verblijfsobject met een garagefunctie dat onderdeel uitmaakt van een reeks aaneengesloten garages die functioneel ten dienste staan van meerdere hoofdgebouwen;

    • k.

      Naamdrager: bord waarop een toegekende naam is aangebracht (straatnaambord);

    • l.

      Nummerdrager: bord waarop een toegekend nummer is aangebracht (huisnummerbord);

    • m.

      Opvolgend: een Arabisch nummer of alfabetische letter die numeriek of alfabetisch volgt op respectievelijk het nummer of de letter van een naastliggend authentiek huisnummer met dezelfde naam voor aanliggend openbaar gebied;

  • 2.

    Voor de overige definities, voor zover hier niet genoemd, wordt aangesloten bij de definities uit de wet en de verordening.

Artikel 2 Naamgeving

  • 1.

    Aan het gehele gemeentelijke grondgebied is, door middel van een daartoe strekkend raadsbesluit, de gemeentenaam “Utrechtse Heuvelrug” toegekend;

  • 2.

    De gemeente bestaat uit de volgende woonplaatsen/gemeentedelen:

    • Driebergen-Rijsenburg;

    • Doorn;

    • Maarn;

    • Maarsbergen;

    • Leersum;

    • Amerongen;

    • Overberg;

  • 3.

    De woonplaatsen/gemeentedelen zijn verdeeld in wijken en buurten waaraan per woonplaats namen van de openbare ruimte en nummers kunnen worden toegekend eventueel aangevuld met letters;

  • 4.

    De verdeling van gemeentedelen in wijken en buurten vindt plaats op basis van de door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) voorgestelde werkwijze.

Artikel 3 Algemene richtlijnen voor de vaststelling van namen

  • 1.

    Nieuwe namen worden zoveel mogelijk ontleend aan:

    • a.

      algemeen bekende en vertrouwde, concrete zaken uit de natuur en het leven;

    • b.

      overgeleverde veldnamen;

    • c.

      plaatselijk gebonden persoonlijkheden, langer dan 10 jaar overleden;

    • d.

      plaatselijke gebeurtenissen langer dan 10 jaar geleden plaatsgevonden;

  • 2.

    In de volgende gevallen kan worden afgeweken van voorwaarden voor het vernoemen van personen, als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c:

    • a.

      leden van het Koninklijk huis;

    • b.

      oud-burgemeesters van de gemeente Utrechtse Heuvelrug (ook direct na overlijden);

    • c.

      plaatselijk gebonden persoonlijkheden die nog geen 10 jaar zijn overleden indien zij voor de gemeente een bijzondere maatschappelijke culturele of sociale betekenis hadden;

    • d.

      personen die meer dan 10 jaar zijn overleden, maar niet plaatselijk zijn gebonden, indien zij internationaal, nationaal of regionaal een bijzondere maatschappelijke, culturele of sociale betekenis hadden;

  • 3.

    De te vernoemen persoonlijkheden dienen van onbesproken gedrag te zijn;

  • 4.

    Bij gelijknamigheid in naamgeving met elders voorkomende namen wordt gekozen voor plaatselijk gangbare en elders niet of weinig gebruikelijke achtervoegsels;

  • 5.

    Voor een goede vindbaarheid en ter vermijding van verwarring wordt bij voorkeur gekozen voor:

    • a.

      namen die geen klankovereenkomst, gelijkluidendheid of verwantschap van begrip opleveren;

    • b.

      gemakkelijk en ongedwongen uit te spreken namen;

    • c.

      namen die niet langer dan 24 karakters hebben;

    • d.

      het vermijden van buitenlandse namen;

    • e.

      het vermijden van afkortingen in de naam;

    • f.

      terughoudendheid met voornamen, voorletters en titels bij personen en, waar nodig, hoogstens vermelding van waardigheden of ambten;

    • g.

      een schrijfwijze waarvan de eerste letter van de naam met een hoofdletter begint.

Artikel 4 Specifieke richtlijnen voor de vaststelling van namen

  • 1.

    Bij de totstandkoming van een nieuwe wijk adviseert de commissie burgemeester en wethouders in een vroeg stadium over een themakeus;

  • 2.

    Na de vaststelling van de thema’s door burgemeester en wethouders stelt de commissie een groslijst van namen vast van waaruit kan worden gekozen bij de toedeling van namen van de openbare ruimte (straatnamen);

  • 3.

    Zodra de groslijst in (een deel van) de wijk vaststaat, bereidt de secretaris van de commissie een collegebesluit voor tot toedeling van de namen van de openbare ruimte (straatnaamgeving);

  • 4.

    Bij het toekennen van straatnamen wordt een systematiek gehanteerd waarbij de straten themagewijs en zoveel mogelijk alfabetisch worden gerangschikt;

  • 5.

    Als een groslijst is uitgeput wordt deze aangevuld met namen die aansluiten bij het thema dat voor de betreffende wijk of buurt is gekozen;

  • 6.

    Bij het vernoemen van personen wordt een verklarende (onder)tekst vastgesteld. In andere gevallen kan het college afzonderlijk hiertoe besluiten. Verklarende teksten worden beperkt tot met maximaal 60 karakters;

  • 7.

    Bij fietspaden wordt voor naamgeving bij voorkeur aansluiting gezocht bij de straat in welk verlengde het pad loopt, de straat waarop het pad uitkomt of bij een nabijgelegen straat;

  • 8.

    Bij tunnels en bruggen wordt voor naamgeving bij voorkeur aansluiting gezocht bij de straat of het pad dat door de tunnel of over de brug voert, of bij een nabijgelegen straat.

Artikel 5 Richtlijnen voor het consulteren van de bevolking bij naamgeving

  • 1.

    Bij het toekennen van namen aan sportparken, gemeentelijke gebouwen en bossen of thema’s voor straatnamen kunnen burgemeester en wethouders besluiten de gemeentelijke inwoners te consulteren;

  • 2.

    Elk verzoek om inwoners te consulteren, wordt ingediend bij de commissie.

  • 3.

    Indien het verzoek de benoeming van een ander deel van de openbare ruimte betreft dan bedoeld in het eerste lid, beoordeelt de commissie of het verzoek zich voor consultatie leent en adviseert burgemeester en wethouders hierover.

Artikel 6 Toekenning van nummeraanduidingen

  • 1.

    Met toepassing van artikel 3 van de verordening worden nummers vastgesteld, toegekend, gewijzigd of ingetrokken;

  • 2.

    Met toepassing van het tweede lid, tweede aandachtsstreepje, van de verordening bestaat een nummer uit één of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoeging van een letter en – als dat noodzakelijk is -, gevolgd door een toevoeging;

  • 3.

    Het toekennen van nummers geschiedt, al dan niet op verzoek van een belanghebbende, of na eigen waarneming, door middel van besluitvorming in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) mits het te adresseren object in aanmerking komt voor een nummer.

Artikel 7 Authentieke nummeraanduiding

Authentieke nummering vindt als volgt plaats.

  • a.

    Op elk verblijfsobject;

  • b.

    Bij elke ligplaats waar door middel van besluitvorming bewoning plaatsvindt op een woonschip;

  • c.

    Bij elke standplaats waar door middel van besluitvorming bewoning plaatsvindt in een woonwagen.

Artikel 8 Niet-authentieke nummeraanduiding

Niet-authentieke nummering vindt als volgt plaats.

  • a.

    Op elk ander object dan bedoeld in artikel 7 waarvan door of vanwege het college is vastgesteld dat het, gezien de ligging en aard, voor nummering in aanmerking komt;

  • b.

    Elk ander object dan bedoeld in artikel 7 dat voor de administratieve huishouding van de gemeente van belang kan zijn.

Artikel 9 Wijze van nummeraanduiding

Het nummeren geschiedt als volgt.

  • 1.

    In een straat worden aan de rechterzijde even nummers en aan de linkerzijde oneven nummers toegekend in een oplopende reeks. Dit geldt eveneens voor het geval dat de betreffende straat slechts aan één zijde wordt bebouwd alsmede voor gebouwen die niet direct aan straat zijn gelegen;

  • 2.

    Er wordt begonnen met nummeren vanaf het beginpunt van de straat dat het dichtst bij het centrum van de woonplaats is gelegen. Indien dat niet mogelijk is dan wel niet logisch is, wordt er genummerd vanaf het beginpunt van de straat dat het dichtst bij het centrum van de buurt ligt of vanaf een ontsluitingsweg in de buurt;

  • 3.

    In doodlopende straten worden vanaf het begin van de straat, ongeacht de looprichting, aan de rechterzijde even nummers en aan de linkerzijde oneven nummers toegekend;

  • 4.

    Op pleinen wordt, “met de klok mee”, doorlopend genummerd;

  • 5.

    Wanneer een plein onderdeel uitmaakt van een straat wordt op dat plein doorgenummerd alsof het een onderdeel van een straat is;

  • 6.

    Er wordt zoveel mogelijk genummerd aan die straat waaraan het begin van een toegangspad is gelegen en vanwaar de kortst begaanbare route naar de (hoofd)toegang loopt;

  • 7.

    Voor ruimten tussen objecten, die in de toekomst mogelijk worden bebouwd en waaraan een adres moet worden toegekend, dient het maximaal te verwachten aantal nummers te worden gereserveerd;

  • 8.

    Voor zowel authentieke adressen als niet-authentieke adressen is de wijze van nummering identiek.

Artikel 10 Nummeraanduiding van meergezinsgebouwen (met meerdere bouwlagen)

  • 1.

    Indien er in een gebouw meerdere woningen per verdieping aanwezig zijn met één gezamenlijk trappenhuis, de zogenaamde “portiekwoningen”, geschiedt de nummering verticaal waarbij eerst de linkerzijde van de portiek van benden naar boven wordt genummerd en vervolgens de rechterzijde van beneden naar boven;

  • 2.

    Als er in een gebouw meerdere woningen per verdieping aanwezig zijn en de toegangen tot die woningen gelegen zijn aan galerijen, de zogenaamde “galerijflats”, geschiedt de nummering horizontaal (van de linkerzijde naar de rechterzijde) per galerij. Daarbij wordt eerste de laagst gelegen galerij genummerd;

  • 3.

    Indien er op de begane grond van een gebouw, als bedoeld in het tweede lid, andere objecten zijn gelegen die worden genummerd, is het van belang waar de toegang tot de galerijflat is gesitueerd ten opzichte van de toegang tot die andere objecten.

  • Ligt de toegang tot dat object vóór de toegang tot de galerijflat dan wordt allereerst dat object genummerd en vervolgens de woningen van de er achter gesitueerde galerijflat.

  • Ligt de toegang van dat object na de toegang tot de galerijflat dan worden allereerst de woningen van de galerijflat genummerd en vervolgens het er achter gelegen object.

Artikel 11 Nummeraanduiding van een bedrijfsverzamelgebouw

  • 1.

    Bedrijven in een bedrijfsverzamelgebouw worden genummerd aan het deel van de openbare ruimte (straat) waaraan de toegangsdeuren van de bedrijven een rechtstreekse uitgang hebben op de openbare weg. Indien er een gemeenschappelijke ingang aanwezig is, dan wordt aan het gebouw als geheel één nummer toegewezen;

  • 2.

    Indien meerdere verdiepingen aanwezig zijn, dan wordt aan elke verdieping een nummer toegekend;

  • 3.

    Indien er meerdere units op één verdieping aanwezig zijn, worden daaraan geen afzonderlijke nummering toegekend. De eigenaar/beheerder van het bedrijfsverzamelgebouw dient in deze omschreven gevallen zelf voor interne aanduiding zorg te dragen.

Artikel 12 Toe te kennen authentieke nummeraanduiding (gegeven) hoofdgebouw

  • 1.

    Het authentieke toe te kennen nummer voor een hoofdgebouw bestaat uit een opvolgend nummer van het naastgelegen authentieke nummer voor zover deze gerelateerd is aan hetzelfde gedeelte van de openbare ruimte (straatnaam);

  • 2.

    Indien het opvolgende nummer, als bedoeld in het eerste lid, reeds bestaat, dan wordt een opvolgende letter toegevoegd aan het te nummeren object;

  • 3.

    Indien ook de opvolgende letter reeds bestaat, dan wordt aan het opvolgende nummer, als bedoeld in het eerste lid, een Arabisch cijfer toegevoegd.

Artikel 13 Toe te kennen authentieke nummeraanduiding (gegeven) aan specifieke objecten

De wijze van nummering, zoals bedoeld in de artikelen 14 tot en met 16, vindt niet op de aldaar beschreven wijze plaats indien dit, gelet op de (on)vindbaarheid van de betreffende nummering niet logisch is. In dat geval wordt het nummer niet ontleend aan het dichtstbij gelegen authentieke nummer.

Artikel 14 Toe te kennen authentieke nummeraanduiding (gegeven) serie garageboxen

Het authentieke nummer voor een serie garageboxen bestaat uit het nummer van het dichtstbij gelegen authentieke nummer, alleen bestaand uit een cijfer, gevolgd door de hoofdletter “G”, gevolgd door een aansluitend getal dat een opvolgend nummer weergeeft.

Artikel 15 Toe te kennen authentieke nummeraanduiding (gegeven) transformatorhuisje

Het authentieke nummer voor een transformatorhuisje bestaat uit het nummer van het dichtstbij gelegen authentieke nummer, alleen bestaand uit een cijfer, gevolgd door de hoofdletter “T”, gevolgd door een aansluitend getal dat een opvolgend nummer weergeeft.

Artikel 16 Toe te kennen authentieke nummeraanduiding (gegeven) vakantie- of recreatiehuisje

Het authentieke nummer voor een vakantie- of recreatiehuisje bestaat uit het nummer van

het dichtstbij gelegen authentieke nummer, alleen bestaand uit een cijfer, gevolgd door de

hoofdletter “R”, gevolgd door een aansluitend getal dat een opvolgend nummer weergeeft.

Artikel 17 Toe te kennen authentieke nummeraanduiding (gegeven) defensieobjecten

Het authentieke nummer voor een defensieobject bestaat uit het nummer van het dichtstbij

gelegen authentieke nummer, alleen bestaand uit een cijfer, gevolgd door de hoofdletter

“D”, gevolgd door een aansluitend getal van het gebouwnummer dat door het Ministerie van

Defensie is toegekend.

Artikel 18 Ingangsdatum van namen

Toegekende namen gaan in op de datum dat burgemeester en wethouders hiertoe besluiten of op de datum die in het besluit is vermeld.

Artikel 19 Ingangsdatum van nummeraanduiding

Een toegekend nummer gaat in op de datum waarop het besluit is bekendgemaakt of op de datum die voor dat nummer in dat besluit is vermeld (de dag na bekendmaking van dat besluit).

Artikel 20 Registratie van namen en nummeraanduiding

Toegekende namen voor de openbare ruimte en authentieke nummering voor verblijfsobjecten worden in de basisregistratie opgenomen en gemeld aan de Landelijke Voorziening.

Artikel 21 Openbaarmaking en bekendmaking van namen

Naast bekendmaking van het besluit aan de aanvrager, wordt het besluit gepubliceerd in het Gemeenteblad en het Gemeentenieuws.

Artikel 22 Openbaarmaking en bekendmaking van nummeraanduiding

Naast bekendmaking van het besluit aan de aanvrager, wordt het besluit gepubliceerd in het Gemeenteblad en het Gemeentenieuws.

Artikel 23 Richtlijnen voor de wijziging van namen (vernaming) in de openbare ruimte

  • 1.

    Bestaande namen worden in de volgende gevallen gewijzigd.

    • a.

      Indien er door een wettelijk geregelde grenswijziging, grenscorrectie of door een gemeentelijke herindeling sprake is van twee delen van de openbare ruimte met dezelfde naam wordt de toegevoegde openbare ruimte van een andere naamgeving voorzien;

    • b.

      Indien door een spellingsherziening aanpassing van de schrijfwijze wettelijk verplicht wordt gesteld;

  • 2.

    Bestaande namen kunnen in de volgende gevallen worden gewijzigd.

    • a.

      Indien de situatie van een openbare ruimte door infrastructurele wijzigingen, stadsvernieuwing en dergelijke, zodanig wijzigt dat de vindbaarheid van (een deel van) de (toekomstige) adressen in het geding is;

    • b.

      Indien blijkt dat een naam foutief is vastgesteld of gespeld;

    • c.

      Indien burgemeester en wethouders hiertoe uitdrukkelijk en gemotiveerd verzoeken.

Artikel 24 Richtlijnen voor de wijziging van nummeraanduidingen (vernummering)

  • 1.

    Bestaande nummers worden gewijzigd indien door wettelijk geregelde grenswijziging, grenscorrectie of door een gemeentelijke herindeling er sprake is van één of meer identieke adressen wordt het toegevoegde nummer van een andere nummeraanduiding voorzien;

  • 2.

    Bestaande nummers kunnen in de volgende gevallen worden gewijzigd.

    • Indien nieuwe nummers niet op een juiste en logische wijze kunnen worden toegekend;

    • Indien de vindbaarheid van één of meer (toekomstige) objecten hierdoor beter wordt gewaarborgd;

    • Indien burgemeester en wethouders hiertoe besluiten;

  • 3.

    Bij vernummering wordt, voor zover dit mogelijk is, rekening gehouden met het aantal te vernummeren objecten in relatie tot het aantal nieuw te nummeren objecten;

  • 4.

    Gedurende de overgangstermijn van de vernummering worden zo nodig nummerverwijsborden aangebracht indien blijkt dat tot het moment van het van kracht worden van de vernummering, de vindbaarheid niet is gewaarborgd.

Artikel 25 Zorgvuldigheidsnormen bij vernaming of vernummering

Bij een vernaming of een vernummering worden de volgende zorgvuldigheidsnormen in acht genomen.

  • a.

    Er wordt alleen vernummerd indien nummering op een logische manier, mede door de gebruikmaking van letters en nummertoevoegingen, niet mogelijk is;

  • b.

    Van het voornemen tot vernummering wordt mededeling gedaan aan de belanghebbende(n);

  • c.

    Bij woningen wordt, bij vernaming of vernummering, een minimale overgangstermijn gehanteerd van 6 maanden, tenzij met belanghebbende(n) een kortere overgangsperiode wordt vastgesteld;

  • d.

    Bij bedrijven wordt een minimale overgangstermijn van 12 maanden gehanteerd, tenzij met belanghebbende(n) een kortere overgangsperiode wordt vastgesteld.

Artikel 26 Kostenvergoeding

  • 1.

    Aan benadeelde particulieren wordt een onkostenvergoeding verstrekt van € 50,--;

  • 2.

    Aan benadeelde bedrijven wordt een onkostenvergoeding verstrekt van € 250,--.

Artikel 27 Verwijdering van oude naamdragers of nummerdragers

  • 1.

    Binnen één jaar na de ingangsdatum van een vernaming dient de betreffende drager met de oude vervallen naamaanduiding te worden verwijderd. In afwachting van deze verwijdering mag deze drager (met de oude naamaanduiding) aanwezig blijven mits die oude naamaanduiding als vervallen is aangeduid;

  • 2.

    Binnen één jaar na de ingangsdatum van een vernummering dient de drager met de oude vervallen nummeraanduiding te worden verwijderd. In afwachting van deze verwijdering meg deze drager (met de vervallen nummeraanduiding) op het object aanwezig blijven mits de oude nummeraanduiding als vervallen is aangeduid.

Artikel 28 Algemene eisen naamdragers

  • 1.

    Een naamdrager dient te voldoen aan NEN-norm 1772 uitgave 1992 voor wat betreft de functionele eisen ten aanzien van de afmetingen, uitvoering, constructie, kleursoorten alsmede de lichttechnische eigenschappen van de toegepaste materialen;

  • 2.

    Een naamdrager wordt door de gemeente aangebracht;

  • 3.

    Een naamdrager bestemd voor andere delen van de openbare ruimte dan wegen, fiets- of voetpaden hoeft niet te voldoen aan de in het eerste lid genoemde NEN-norm, mits de leesbaarheid is gegarandeerd.

Artikel 29 Specifieke eisen straatnaamborden

  • 1.

    Een straatnaambord in de openbare ruimte wordt uitgevoerd in een blauwe kleur (zogenaamde kokerprofiel en reflecterend) alsmede voorzien van witte letters, lettertekens en cijfers. De straatnaam (naam van de openbare ruimte) wordt in een wit kader geplaatst;

  • 2.

    Oude straatnaamborden uit de voormalige gemeenten Driebergen-Rijsenburg, Doorn, Maarn, Leersum en Amerongen, die in verschillende uitvoeringen worden aangetroffen, worden behouden totdat deze aan vervanging toe zijn. Bij vervanging wordt voor het nieuwe bord de uitvoering gebruikt zoals omschreven in het eerste lid;

  • 3.

    De plaatsing van een straatnaambord dient te voldoen aan de daarvoor vastgestelde NEN-norm;

  • 4.

    Een straatnaambord aan belangrijke verkeerswegen en op belangrijke kruisingen en splitsingen mag, in afwijking van de in het derde lid genoemde NEN-norm, worden geplaatst in de berm op een hoogte van 1 meter boven het maaiveld;

  • 5.

    Een straatnaambord wordt in ieder geval aangebracht:

    • Bij elke aanrijdrichting op een kruispunt;

    • Bij het overgaan van een straat in een andere straat die in elkaars verlengde liggen;

    • Bij splitsing van straten en wegen.

Artikel 30 Borden met toevoegingen

  • 1.

    Een naamverwijsbord of bord met een wijk- of buurtnummer of een wijk- of buurtnaam mogen, naast de in artikel 28, derde lid, voorgenomen wijze, eventueel ook geïntegreerd in of onder een naamdrager worden aangebracht;

  • 2.

    Een bord met een wijk- of buurtnummer of een wijk- of buurtnaam, wordt in een zwart op witte kleurstelling uitgevoerd;

  • 3.

    Een bord als bedoeld in de voorgaande leden hoeft niet te worden aangebracht zoals beschreven in artikel 28, vijfde lid.

Artikel 31 Straatnaamborden met verklarende tekst

  • 1.

    Indien door burgemeester en wethouders een verklarende (onder)tekst is vastgesteld bij een straatnaam wordt die geïntegreerd in of los onder het betreffende straatnaambord aangebracht;

  • 2.

    Een verklarende tekst wordt, in afwijking van het gestelde in artikel 28, vijfde lid, alleen aangebracht op borden aan het begin en het einde van de straat.

Artikel 32 Algemene eisen nummerdragers

  • 1.

    Een nummerdrager moet voldoen aan de daarvoor vastgestelde NEN-norm 1774 uitgave 1959 voor wat betreft de functionele eisen ten aanzien van de afmetingen, vormgeving en materiaal;

  • 2.

    Een nummerdrager wordt door de gemeente aangebracht en bij beschadiging of vermissing vervangen;

  • 3.

    Een nummerdrager wordt niet door of vanwege de gemeente aangebracht op objecten zoals beschreven in de artikelen 14 tot en met 17;

  • 4.

    De eigenaar of rechthebbende van een object zoals bedoeld in het derde lid, mag zelfstandig een nummerdrager aanbrengen op het object dat voldoet aan de overige vereisten van de artikelen 32 en 33;

  • 5.

    De plaatsing van een nummerdrager moet voldoen aan de daarvoor vastgestelde NEN-norm 1773, uitgave 1983;

  • 6.

    Indien niet kan worden voldaan aan het gestelde in het eerste of vijfde lid, heeft de nummerdrager in ieder geval een zodanige mate van leesbaarheid dat de drager tenminste gelijkwaardig is aan datgene dat wordt beoogd met het eerste en vijfde lid.

Artikel 33 Specifieke eisen nummerdragers

  • 1.

    Een nummerdrager wordt uitgevoerd in wit met zwarte cijfers, letters, toevoegingen of aanduidingen;

  • 2.

    Een alternatieve nummerdrager dan beschreven in het eerste lid, is alleen toegestaan indien deze in ieder geval voldoet aan de vereisten van het eerste en vijfde lid van artikel 32, of, als naast die nummerdrager de oorspronkelijke, door of vanwege de gemeente aangebrachte, nummerdrager gehandhaafd blijft;

  • 3.

    Indien de oorspronkelijke, door of vanwege de gemeente aangebrachte nummerdrager, niet goed zichtbaar is vanaf de openbare weg, kan een tweede nummerdrager worden aangebracht in de vorm van een al dan niet reflecterende bermpaal;

  • 4.

    Een nummerverwijsbord mag, naast de wijze van plaatsing zoals beschreven in artikel 31, vijfde lid, ook geïntegreerd in een naamdrager of los onder een naamdrager worden aangebracht.

Artikel 34 Slotbepalingen

  • 1.

    In alle gevallen van toekenning van namen en nummers waarin deze nadere regels niet voorzien, beslissen burgemeester en wethouders;

  • 2.

    Deze nadere regels treden in de plaats van het Reglement naamgeving en nummering (adressen) door burgemeester en wethouders vastgesteld op 31 augustus 2010.

Artikel 35 Citeertitel

Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als: “Nadere regels naamgeving en nummering (adressen) gemeente Utrechtse Heuvelrug 2022”.

Artikel 36 Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking de dag na de bekendmaking van de Verordening naamgeving en nummering (adressen) gemeente Utrechtse Heuvelrug 2022.

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders in haar vergadering van 21 december 2021