Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Enkhuizen

Verordening winkeltijden Enkhuizen 2007

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Enkhuizen
Officiële naam regelingVerordening winkeltijden Enkhuizen 2007
CiteertitelVerordening winkeltijden Enkhuizen 2007
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpopeningstijden, sluitingstijden, middenstand, winkel,

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, artikel 147
  2. Gemeentewet, artikel 192
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-200702-10-2012Nieuwe regeling

11-09-2007

De Drom, 26-09-2007

vs2007057

Tekst van de regeling

RAADSBESLUIT

De raad van de gemeente Enkhuizen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 juli 2007, nummer:2007057;

gelet op de artikelen 147 en 192 van de Gemeentewet

b e s l u i t :

  • 1.

    in te trekken de “Verordening winkeltijden Enkhuizen 1996” ;

  • 2.

    vast te stellen de “Verordening Winkeltijden Enkhuizen 2007”, inclusief toelichting:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Winkeltijdenwet;

  • b.

    feestdagen: nieuwjaarsdag, tweede paasdag, Hemelvaartsdag, tweede pinksterdag, eerste kerstdag en tweede kerstdag.

Artikel 2 Beslistermijn

  • 2.1 Het college van burgemeester en wethouders beslist op een aanvraag van een ontheffing binnen zes weken.

  • 2.2 Het college van burgemeester en wethouders kan de beslissing voor ten hoogste zes weken verdagen.

Artikel 3 Overdracht van de ontheffing

  • 3.1 Ontheffingen op grond van deze verordening zijn overdraagbaar na verkregen toestemming van het college van burgemeester en wethouders.

  • 3.2 In geval van een voorgenomen overdracht van de in het eerste lid bedoelde ontheffingen doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college van burgemeester en wethouders onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.

Artikel 4 Intrekken of wijzigen van de ontheffing

Het college van burgemeester en wethouders kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien:

  • a.

    Ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

  • c.

    het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

  • d.

    de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

  • f.

    de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.

Artikel 5 Zon- en feestdagenregeling

  • 5.1 De verboden, vervat in artikel 2, eerste lid, onder a en b van de wet, gelden niet op ten hoogste twaalf, door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen, zon- en feestdagen per kalenderjaar.

  • 5.2 De in het eerste lid bedoelde bevoegdheid geldt voor elk deel van de gemeente afzonderlijk. De gemeente is opgesplitst in drie delen; bedrijventerreinen, binnenstad en overig gebied.

Artikel 6 Openstelling van avondwinkels op zon- en feestdagen

  • 6.1 Het college van burgemeester en wethouders kan op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid, onder a en b van de wet vervatte verboden ten behoeve van winkels, die gesloten zijn op de in die verboden bedoelde zon- en feestdagen tussen 0 en 16.00 uur.

  • 6.2 Het college van burgemeester en wethouders kan voor ten hoogste één winkel ontheffing verlenen.

  • 6.3 Aan de ontheffing worden de volgende voorschriften verbonden:

    • a.

      de winkel dient gesloten te zijn tussen 0 uur en 16.00 uur;

    • b.

      er dienen uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren te worden verkocht, met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet.

  • 6.4 De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.

Artikel 7 Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor afzonderlijke situaties

  • 7.1 Het college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, nieuwjaarsdag, tweede paasdag, Hemelvaartsdag, tweede pinksterdag en eerste of tweede kerstdag, ten behoeve van:

    • a.

      bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;

    • b.

      het uitstallen van goederen.

  • 7.2 De in het eerste lid genoemde ontheffing kan worden verleend in geval van: feestelijkheden, bijeenkomsten, veilingen en beurzen.

Artikel 8 Verbod straatverkoop bepaalde goederen op zon- en feestdagen

Het college van burgemeester en wethouders kan bepalen dat de vrijstelling genoemd in artikel 12 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet niet geldt voor de gehele gemeente of voor een of meer delen van de gemeente.

Artikel 9 Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur

  • 9.1 Het college van burgemeester en wethouders kan op aanvraag ontheffing verlenen van de verboden van artikel 2 van de wet, voor zover deze betrekking hebben op werkdagen.

  • 9.2 De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.

Artikel 10 Toerisme

  • 10 1 De verboden, vervat in artikel 2, eerste lid van de (winkeltijden)wet gelden in verband met de toeristische aantrekkingskracht van deze gebieden en plaatsen niet voor het gehele gebied gelegen binnen de vesting en het Enkhuizerzand gedurende de periode van 1 april tot 1 november op de volgende dagen: zondag, tweede paasdag, Hemelvaartsdag, tweede pinksterdag en de dag waarop de verjaardag van de koning wordt gevierd;

    a voor winkels waarin uitsluitend of in hoofdzaak levensmiddelen worden verkocht van 8.00 tot 20.00 uur;

    b voor winkels waarin uitsluitend of in hoofdzaak souvenirs, fotobenodigdheden, watersportartikelen en/of scheepsbenodigdheden worden verkocht van 12.00 tot 20.00 uur.

  • 10 2 De verboden, vervat in artikel 2, eerste lid van de wet gelden in verband met de toeristische aantrekkingskracht van deze gebieden en plaatsen niet voor het voor het onder 10.1 bedoelde gebied, voorts niet voor de verkoop van vis en visproducten op zondag gedurende het gehele jaar en op tweede paasdag, Hemelvaartsdag, tweede pinksterdag en de dag waarop de verjaardag van de koning wordt gevierd van 12.00 tot 20.00 uur.

Artikel 11 In werking treden

  • 11. 1 Deze verordening treedt in werking op 1 oktober 2007 om 00.00 uur.

  • 11. 2 De Verordening winkeltijden 1996 wordt ingetrokken op 30 september 2007 om 24.00 uur.

Artikel 12 Overgangsbepaling

  • 12. 1 Vergunningen en ontheffingen -hoe ook genaamd- verleend krachtens verordening als bedoeld in artikel 11 tweede lid, blijven -indien en voor zover het gebod of verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken- van kracht tot de termijn waarvoor zij zijn verleend, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 12. 2 Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens verordening als bedoeld in artikel 11 tweede lid, blijven -indien en voor zover de bepalingen in gevolge welke deze voorschriften en bepalingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken- van kracht tot de termijn waarvoor zij zijn opgelegd, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 12. 3 Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning of ontheffing -hoe ook genaamd- op grond van een verordening als bedoeld in artikel 11 tweede lid is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvrage is beslist, wordt daarop de overeenkomstige bepaling van de onderhavige verordening toegepast.

  • 12. 4 Op een aanhangig beroep of bezwaarschrift, betreffende een vergunning of ontheffing, bedoeld in het eerste lid, dan wel een voorschrift of beperking bedoeld in het tweede lid dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 11, eerste lid, is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de verordening bedoeld in artikel 11, tweede lid.

  • 12. 5 In afwijking van het in het eerste lid bepaalde, blijft een vergunning of ontheffing -hoe ook genaamd- van kracht, totdat onherroepelijk is beslist op een aanvraag voor een, krachtens een in deze verordening overeenkomstig opgenomen gebod of verbod vereiste, vergunning of ontheffing, indien deze aanvraag tenminste acht weken voor afloop van de in het eerste lid genoemde termijn bij het bevoegde bestuursorgaan is ingediend.

  • 12. 6 Gebods- of verbodsbepalingen waarvoor een vergunning of ontheffing is vereist krachtens deze verordening en niet voorkomend in een verordening als bedoeld in artikel 11, tweede lid, zijn niet van toepassing:

    • a.

      gedurende acht weken na het in werking treden van deze verordening;

    • b.

      ook na de onder a bedoelde termijn, voor zover degene die de vergunning of ontheffing nodig heeft, binnen deze termijn een aanvraag heeft ingediend, totdat onherroepelijk op deze aanvraag is beslist.

  • 12. 7 De intrekking van de verordening bedoeld in artikel 11, tweede lid, heeft geen gevolgen voor de geldigheid van de op basis van die verordening genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening winkeltijden Enkhuizen 2007.

Besloten in de openbare vergadering van 11 september 2007

De griffier, De voorzitter,

Nota-toelichting Toelichting op de verordening winkeltijden 2007

1.ALGEMEEN

Op 1 juni 1996 is de Winkeltijdenwet tezamen met het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet in werking getreden. Deze wet stelt ruimere regels voor de openingstijden van winkels. De Winkelsluitingswet 1976 en het bijbehorende vrijstellingenbesluit zijn op dat moment ingetrokken.

Uitgangspunten Winkeltijdenwet

De Winkeltijdenwet kent andere uitgangspunten dan de Winkelsluitingswet.

Zo is gekozen voor meer keuzevrijheid van de detaillist bij de openstelling van de winkel.

De detaillist krijgt meer ruimte om de openingstijden af te stemmen op behoeften van (potentiële) klanten. Daarnaast is gekozen voor ruimere bevoegdheden voor het college om ook buiten de wettelijke openingstijden winkelopening toe te staan. De basisgedachte hierbij is dat daarbij aan de hand van plaatselijke omstandigheden kan worden bezien of langere openingstijden toelaatbaar zijn. Met deze uitgangspunten hangt een minder vergaande wettelijke regulering van winkeltijden samen. Deze deregulering vormt, naast de keuzevrijheid van de detaillist en de decentralisatie, het derde uitgangspunt van de wet.

In concreto komen deze uitgangspunten neer op de volgende hoofdlijnen in de Winkeltijdenwet: Op maandag t/m zaterdag, de werkdagen, is openstelling van winkels toegestaan tussen 06.00 en 22.00 uur. Het college mag gedurende deze uren geen beperkingen opleggen aan de openstelling van winkels.

  • 1.

    Aan het aantal openingsuren per winkel per week is geen maximum meer verbonden

  • 2.

    Gedurende de nachturen van 22.00 tot 06.00 uur is winkelopening op werkdagen niet toegestaan. Het college kan evenwel vrijstellingen en ontheffingen van deze verplichte winkelsluiting verlenen. Op 24 december en 4 mei gaat dit nachtregime in om 19.00 uur.

  • 3.

    Op zon- en feestdagen is winkelopening niet toegestaan. Voor maximaal 12 zon- en feestdagen per kalenderjaar kan het college vrijstelling van deze verplichte winkelsluiting verlenen. Als feestdagen worden hierbij aangemerkt nieuwjaarsdag, tweede paasdag, Hemelvaartsdag, tweede pinksterdag en eerste en tweede kerstdag.

Ruimere openstellingsmogelijkheden winkels

In de Winkeltijdenwet is winkelopening toegestaan op werkdagen tussen 06.00 uur en 22.00 uur. De openstelling van winkels gedurende deze uren is

ongelimiteerd. Binnen dit tijdsbestek kan het college ook geen beperkingen aan de openstelling van winkels opleggen.

Hiermee samenhangend komt de verplichting voor winkeliers te vervallen om een door de gemeente gewaarmerkte aankondigingskaart van de openingstijden bij de ingang van de winkel aan te brengen. De winkelier kan aldus binnen dit tijdsbestek geheel naar eigen inzicht de winkel openstellen.

Ook in de Winkeltijdenwet geldt als algemene regel dat op zon- en feestdagen winkels gesloten zijn. Deze regel is evenals onder het regime van de Winkelsluitingswet 1976 B niet van toepassing op winkeliers die een geloofsovertuiging aanhangen die de wekelijkse rustdag op een andere dag dan de zondag houden. Deze winkeliers dienen dan wel op hun eigen religieuze rustdag hun winkel gesloten te houden. In het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet is daarbij bovendien voorzien in vrijstellingen van de verplichte zondagssluiting voor winkels die reeds van oudsher ook op zondag geopend zijn.

Uitgebreidere informatie over het vrijstellingenbesluit staat in het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet.

De wet is niet alleen van toepassing op winkels, maar ook op andere vormen van detailhandel, zoals de ambulante handel.

Gemeentelijke bevoegdheden

Zoals aangegeven is in de Winkeltijdenwet gekozen voor ruimere bevoegdheden voor de gemeenteraad om ook buiten de wettelijke tijden winkelopening toe te staan. In sommige gevallen kan deze bevoegdheid worden gedelegeerd aan het college. In andere gevallen komt deze bevoegdheid rechtstreeks toe aan het college.

Deze bevoegdheden kunnen worden ingedeeld in:

- Bevoegdheden op werkdagen

De gemeentelijke bevoegdheden op werkdagen behelzen feitelijk de mogelijkheid om ook na 22.00 uur winkelopening toe te staan (art. 7).

In de Winkeltijdenwet is ervoor gekozen om de bevoegdheid om op werkdagen buiten de wettelijke openingstijden ook openstelling van winkels toe te staan, bij de gemeente neer te leggen. Dit betekent niet alleen dat de gemeente hiertoe ruimere mogelijkheden krijgt, maar tevens dat in een winkeltijdenverordening een bepaling moet voorzien om de detailhandelsactiviteiten mogelijk te maken die na 22.00 uur op werkdagen plaatsvinden.

Een voorbeeld hiervan zijn de avondwinkels.

- Bevoegdheden op zon- en feestdagen

De gemeenteraad heeft op grond van artikel 3, eerste lid, van de Winkeltijdenwet de bevoegdheid om per kalenderjaar maximaal twaalf zon- en feestdagen als koopzondag aan te

wijzen. Deze bevoegdheid geldt per deel van de gemeente afzonderlijk en kan worden overgedragen aan het college.

Feestdagen

Artikel 2, eerste lid, onder b, van de wet noemt zowel de feestdagen (nieuwjaarsdag, tweede paasdag, Hemelvaartsdag en eerste en tweede kerstdag) als de dagen waarop een zogenoemd 19.00uur regime geldt (Goede Vrijdag, 4 mei en 24 december; hierna te noemen: 19uur dagen). Het begrip feestdagen is gedefinieerd in artikel 1 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet en in artikel 1, onder d, van de verordening Winkeltijden 2006. De 19uur dagen vallen daar niet onder.

Nu in artikel 3, eerste lid, slechts gesproken wordt over zon- en feestdagen, betekent dit dat deze dagen niet als 'koopzondagen' kunnen worden aangewezen indien zij op een zondag vallen. Voor Goede Vrijdag ontstaat dit probleem uiteraard niet, aangezien deze dag altijd op een vrijdag valt.

Avondwinkels

De Winkeltijdenwet voorziet in artikel 3, vierde lid, in een bevoegdheid van de gemeente om in een verordening aan een avondwinkel een ontheffing te verlenen voor opening op zon- en feestdagen tussen 16.00 en 24.00 uur. Per 15.000 inwoners van de gemeente mag slechts één avondwinkel worden aangewezen. In gemeenten met minder dan 15.000 inwoners mag aan één winkel een dergelijke ontheffing worden verleend. Deze bepaling komt in plaats van de avondwinkelbepaling in de Winkelsluitingswet 1976. Evenals onder de Winkelsluitingswet 1976 dienen deze avondwinkels zich hoofdzakelijk te richten op de verkoop van eet,- en drinkwaren, met uitzondering van sterke drank in de zin van artikel 1 van de Drank en Horecawet. Een avondwinkel in de zin van de Winkeltijdenwet kan dus op zondagen, feestdagen en 19uur dagen geopend zijn.

In afwijking van de bepalingen in de Winkelsluitingswet 1976 mogen betrokken winkels thans op werkdagen ook gedurende de reguliere winkeltijden, dus tussen 06.00 uur en 22.00 uur, onbeperkt geopend zijn. Daarnaast kan nog vrijstelling of ontheffing worden verleend voor de uren tussen 22.00 uur en 06.00 uur.

Bevoegdheden voor specifieke situaties: toerisme en grensverkeer

De gemeenteraad behoudt de bevoegdheid (artikel 3, derde lid, onder a) om bij verordening voor het plaatselijke toerisme een vrijstelling te verlenen. Deze vrijstelling kan worden verleend voor de gehele gemeente of een deel daarvan. Hierbij geldt de wettelijke voorwaarde dat de lokale aantrekkingskracht voor toeristen niet wordt bepaald door de vrijgestelde winkelopening.

Overige bevoegdheden

Ongewijzigd zijn de bevoegdheden van het college om bij plotseling opkomende bijzondere omstandigheden een vrijstelling van de verplichte winkelsluiting te verlenen. Daarnaast kan het college op grond van een

verordening op verzoek een ontheffing verlenen bij bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard en voor het uitstallen van goederen.

Alle op grond van de verordening te verlenen vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen worden verleend en kunnen aan voorschriften worden gebonden.

Kunstateliers en galeries

In artikel 4 van het oude Besluit gemeentelijke ontheffingen Winkelsluitingswet 1976 was een regeling opgenomen voor kunstateliers en galeries. Dit Besluit is op 1 juni 1996 vervallen. Onder de Winkeltijdenwet bestaat geen afzonderlijke regeling meer. Op grond van artikel 4, tweede lid, van de Winkeltijdenwet, kan het college ontheffing verlenen voor de

zon- en feestdagen voor afzonderlijke situaties. De wet laat hierin het college beleidsvrijheid.

Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet

In het Vrijstellingenbesluit worden aan enkele vormen van detailhandel landelijke vrijstellingen verleend van de in de Winkeltijdenwet opgenomen verboden van openstelling.

Hierbij worden landelijke vrijstellingen voor de gehele week en landelijke vrijstellingen voor alleen zon- en feestdagen onderscheiden. Voor de bij de laatste categorie betrokken detailhandelsactiviteiten kunnen voor de werkdagen op lokaal niveau vrijstellingen en ontheffingen worden verleend.

Aan dit onderscheid ligt de keuze ten grondslag om het zwaartepunt bij de mogelijkheid voor het verlenen van vrijstellingen bij de gemeentebesturen te leggen. Voor een beperkt aantal detailhandelsactiviteiten wordt het beschikken over een vrijstelling gedurende de gehele week evenwel van dergelijk landelijk belang geacht, dat hiervoor landelijke vrijstellingen

zijn opgenomen. Het betreft de detailhandel in instellingen voor de volksgezondheid, verkeer en vervoer en de verkoop van nieuwsbladen en tijdschriften. Aangezien de bevoegdheid van gemeentebesturen om detailhandel op zon -en feestdagen toe te staan, beperkt blijft tot twaalf

dagen per jaar, voorziet het besluit ook in landelijke vrijstellingen voor enkele soorten detailhandel, die van oudsher op zon- en feestdagen plaatsvindt. Het betreft deels winkels die gewoonlijk ook op werkdagen na 22.00 uur geopend zijn.

Vrijstellingen geldende op zon-, en feestdagen en op werkdagen

De gedurende de gehele week van kracht zijnde vrijstellingen zijn alleen van toepassing op:

• Instellingen van volksgezondheid (apotheken en winkels in en op het terrein van zieken en verpleeghuizen).

Het college krijgt daarbij de bevoegdheid om op verzoek een ontheffing te verlenen voor verkooppunten van uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften, alsmede

bloemen en planten, op ten hoogste 250 meter afstand van de publieksingang van een ziekenhuis of verpleeghuis. Deze ontheffing mag gelden vanaf een half uur voor de aanvang van de bezoektijden tot het einde daarvan.

• Instellingen van verkeer en vervoer (winkels in NS-stationsgebouwen,

luchtvaartterreinen voor intercontinentaal verkeer, shops in benzinestations en wegrestaurants).

De colleges krijgen daarbij de bevoegdheid op verzoek een ontheffing te verlenen aan winkels gericht op reizigers, op knooppunten van openbaar vervoer en voor het verkopen van bloemen en planten op een afstand van ten hoogste 100 meter daarvan.

• Instellingen voor de verkoop van nieuwsbladen en tijdschriften.

Vrijstellingen geldende uitsluitend voor zon- en feestdagen

Vrijstellingen voor uitsluitend de zon,- en feestdagen worden in dit besluit verleend voor:

• Bepaalde soorten winkels (winkels in musea; winkels waar uitsluitend maaltijden, voor directe consumptie geschikte eetwaren, alcoholvrije dranken en, via een automaat, tabak en tabaksproducten, middelen ter voorkoming van zwangerschap en damesverband worden verkocht; videotheken).

• Openstelling van winkels anders dan voor verkoop, zoals indien noodzakelijk voor het betreden van een restaurant of lunchroom en voor fietsenwinkels voorzover noodzakelijk voor het huren van fietsen en bromfietsen.

• Straatverkoop van eetwaren voor directe consumptie en alcoholvrije dranken.

Indien de plaatselijke omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan de

gemeenteraad bij verordening bepalen dat deze vrijstelling niet geldt voor de betrokken gemeente of een of meer delen daarvan.

• Verkoop van bloemen en planten gedurende de openingstijden op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang van een begraafplaats.

• Verkoop van rechtstreeks verband houdende goederen bij voorstellingen,

uitvoeringen of evenementen van culturele aard vanaf een uur voor aanvang tot een uur na afloop.

• Verkoop van rechtstreeks verband houdende goederen in of op het terrein van sportcomplexen.

• Winkels in of op het terrein van bejaardenoorden, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften, alsmede bloemen en planten worden verkocht. Winkels in fotoartikelen, indien betreden noodzakelijk is voor het maken van portretfoto's ter gelegenheid van de Eerste Heilige Communie.

• Verkoop van bloemen en planten op dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden gevierd.

• Verkoop van brood en gebak voor hen die zich aan de Ramadan houden tussen twee uur voor zonsondergang en zonsondergang gedurende de Ramadan.

• Verkoop van eetwaren voor directe consumptie en alcoholvrije dranken, religieuze artikelen en souvenirs, alsmede bloemen en planten, in de directe omgeving van een bedevaartplaats, gedurende de tijd dat deze plaats als zodanig wordt bezocht.

• Verkoop van feestartikelen op zondag waarop carnaval wordt gevierd, vanaf 12.00 uur en op zon -en feestdagen waarop in de gemeente een kermis wordt gehouden, gedurende de openingstijden van die kermis.

Handhaving

Evenals onder het regime van de Winkelsluitingswet 1976 blijft de controle op de naleving van de regels in eerste instantie een taak van de plaatselijk bevoegde politie in overleg met de gemeente. De Economische Controledienst (ECD) wordt daarbij ingeschakeld als er een landelijke coördinatie vereist is.

2.ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de omschrijving van het begrip feestdagen is aansluiting gezocht bij artikel 2 van de wet. Koninginnedag is in de wet niet meer aangemerkt als een feestdag.

Artikel 2 Beslistermijnen

Dit artikel bepaalt dat de raad de bevoegdheid heeft gedelegeerd aan het college. Als uitgangspunt voor de beslistermijn geldt de Algemene Wet Bestuursrecht.

Artikel 3 Overdracht van de ontheffing

De bepaling bindt de overdracht van de ontheffing aan de toestemming van het college. Deze tussenkomst geeft het college de gelegenheid om inzicht te krijgen in de handel en wandel van de opvolger.

Artikel 4 Intrekken of wijzigen van de ontheffing

In dit artikel worden de intrekkings- en wijzigingsgronden genoemd.

Artikel 5 Zon- en feestdagenregeling

Maximaal twaalf zon- en feestdagen per jaar kan afgeweken worden van het sluitingsverbod.

Het college heeft deze bevoegdheid gedelegeerd gekregen van de raad. Voor de toepassing van het artikel kan de gemeente in afzonderlijke delen gesplitst worden. De gemeente Enkhuizen heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt en is in delen opgesplitst.

Artikel 6 Openstelling van avondwinkels op zon- en feestdagen

Het afwijkende openstellingsregime op zon en feestdagen maakt het noodzakelijk voor winkels die op werkdagen tot 22.00 uur, of met ontheffing tot latere tijdstippen geopend zijn en waar hoofdzakelijk eet en drinkwaren worden verkocht een afzonderlijke regeling in de verordening op te nemen. Met deze regeling wordt het mogelijk dat deze beperkte groep avondwinkels ook op zondagavond en de avond van een feestdag open kan zijn.

Artikel 7 Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor afzonderlijke situaties

Het artikel is gebaseerd op artikel 4 van de Winkeltijdenwet. Het stellen van voorschriften en beperkingen is mogelijk.

Artikel 8 Verbod straatverkoop bepaalde goederen op zon- en feestdagen

De vrijstelling betreft het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken.

Artikel 9 Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur

Artikel 7 van de wet geeft de mogelijkheid de openingstijden op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur te reguleren. Dat kan door gebieden aan te wijzen waarin het verbod niet geldt of door vormen van detailhandel aan te wijzen waarvoor het verbod niet geldt. Ook kan in afzonderlijke gevallen ontheffing verleend worden. De verordening gaat ervan uit dat voor de nachtelijke openstelling de ontheffing het belangrijkste instrument is. Per geval is dan een afweging te maken of de gewenste openstelling zich verhoudt met belangen van de woon- en leefomgeving en de openbare orde. De vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen en voorschriften worden verleend. In het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet is voor een aantal overige vormen van detailhandel alleen de openstelling op zon-, en feestdagen geregeld. De openstelling van deze vormen van detailhandel op de uren tussen 22.00 en 06.00 uur op werkdagen wordt door de bepaling in de verordening geregeld.

Artikel 10 Toerisme

De grondslag van het artikel is artikel 3, derde lid, sub a van de Winkeltijdenwet. De wet laat de keuze tussen het verlenen van vrijstelling door de raad of het op basis van de verordening verlenen van ontheffing door burgemeester en wethouders. Gekozen is voor het opnemen van een

vrijstelling.

De vrijstelling wordt verleend van het verbod op openstelling van winkels op zon- en feestdagen t.b.v. op de gemeente of een deel daarvan gericht toerisme, mits de aantrekkingskracht voor dat toerisme geheel of nagenoeg geheel is gelegen buiten de verkoopactiviteiten die door de vrijstelling

mogelijk worden gemaakt. M.a.w. de gemeente of een deel daarvan moet een toeristische trekpleister zijn en de winkelopenstelling moet voor dat toerisme zijn ingesteld en niet andersom.

De vrijstelling geldt alleen voor de winkels die voldoen onder de criteria die gesteld zijn in dit artikel. Onder souvenirs wordt een klein geschenk tot aandenken verstaan.

Artikel 11 In werking treden

In dit artikel is opgenomen wanneer de verordening in werking treedt en is de intrekking van de vorige geldende verordening opgenomen.

Artikel 12 Overgangsbepaling

In dit artikel is een overgangsregeling opgenomen.

Artikel 13 Citeertitel

In dit artikel is opgenomen hoe de verordening kan worden aangehaald.