Organisatie | Moerdijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening huisvesting arbeidsmigranten Moerdijk |
Citeertitel | Verordening huisvesting arbeidsmigranten Moerdijk |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-03-2022 | Nieuwe regeling | 16-12-2021 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
- aanvraag: een aanvraag om een vergunning voor de realisatie en exploitatie van huisvesting voor arbeidsmigranten;
- aanvrager: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die een aanvraag om een vergunning voor het huisvesten van arbeidsmigranten heeft ingediend;
- arbeidsmigranten: buitenlandse werknemers, die géén kennismigrant zijn en vanaf 2004 in Nederland werken en/of wonen.
- college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Moerdijk;
- gebouw: bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
- huisvesting: het aanbieden en exploiteren van zelfstandige dan wel onzelfstandige verblijfsruimten aan arbeidsmigranten;
- huisvestingsvoorziening: “een voor tijdelijke huisvesting van arbeidsmigranten geschikt gemaakt(e) (gedeelte van) gebouwen of tijdelijke bouwwerken”
- huurder: gebruiker van een verblijfsruimte;
- onzelfstandige verblijfsruimte: een ruimte, binnen een huisvestingsvoorziening, zonder eigen keuken of sanitair;
- structurele huisvesting: huisvesting van een arbeidsmigrant voor een aaneengesloten verblijf van meer dan vier jaar. Als een persoon korter dan drie maanden afwezig is van de betreffende locatie wordt dit nog gezien als aaneengesloten verblijf;
- tijdelijke huisvesting: huisvesting van een arbeidsmigrant voor een aaneengesloten verblijf van maximaal vier jaar. Als een persoon korter dan drie maanden afwezig is van de betreffende locatie wordt dit nog gezien als aaneengesloten verblijf;
- verhuurdervergunning: een vergunning voor het realiseren, aanbieden en exploiteren van een huisvestingsvoorziening voor arbeidsmigranten op grond van artikel 3 van deze verordening;
- vergunninghouder: natuurlijke persoon of rechtspersoon die bevoegd is de huisvestingsvoorziening te exploiteren zoals bepaald bij of krachtens deze verordening en zoals bepaald op grond van de verhuurdersvergunning;
- verhuurbemiddelaar: degene die als tussenpersoon in opdracht van de verhuurder optreedt;
- verblijfsruimte: gebouw of deel van een gebouw dat gebruikt wordt voor het verstrekken van huisvesting aan arbeidsmigranten;
- verhuurder: eigenaar, erfpachter, vruchtgebruiker, gerechtigde tot een appartementsrecht als bedoeld in artikel 106 van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek, die bevoegd is tot het in gebruik geven en exploiteren van een verblijfsruimte;
- zelfstandige verblijfsruimte: een ruimte, binnen een huisvestingsvoorziening, met eigen keuken en sanitair.
Artikel 4 Aanvrager vergunning
Een vergunning als bedoeld in artikel 3 eerste lid, kan slechts aangevraagd worden door de verhuurder van de verblijfsruimte.
Artikel 7 Intrekking van de vergunning
De vergunning als bedoeld in artikel 3 eerste lid kan door het college worden ingetrokken indien:
a. ter zake het niet naleven van de verplichtingen, bedoeld in artikel 2 lid 4, of de aan de vergunning verbonden voorwaarden, op basis van artikel 3 lid 4, een last onder dwangsom of bestuursdwang is opgelegd en de verhuurder deze regels opnieuw overtreedt binnen een tijdvak van vier jaar nadat de last onder dwangsom of bestuursdwang is opgelegd;
b. die vergunning is verleend op grond van door de houder van die vergunning verstrekte gegevens waarvan deze wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat zij onjuist of onvolledig waren.
c. Van de vergunning geen gebruik wordt gemaakt binnen of gedurende een daarin gestelde termijn dan wel, bij het ontbreken van een gestelde termijn, binnen een redelijke termijn; of
Bestaande huisvesting in een huisvestingsvoorziening waarvoor een vergunning door de gemeente is verleend en waarvan de feitelijke ingebruikname is aangevangen voor het moment van inwerkingtreding van deze verordening, mag worden voortgezet zonder vergunning op basis van deze verordening, mits de huisvesting qua aard en omvang niet toeneemt en/ of vorm van de exploitatie niet wijzigt.