Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Uithoorn

Grondstoffenbeleid Uithoorn 2020 - 2025

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieUithoorn
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGrondstoffenbeleid Uithoorn 2020 - 2025
CiteertitelGrondstoffenbeleid Uithoorn 2020 – 2025
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp
Externe bijlageBijlage 4

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-03-2022nieuwe regeling

28-01-2022

gmb-2022-90417

2019-066910

Tekst van de regeling

Intitulé

Grondstoffenbeleid Uithoorn 2020 - 2025

De raad van Uithoorn;

 

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 januari 2021, nr. 2019-066910

 

b e s l u i t:

  • het Grondstoffenbeleid Uithoorn 2020 – 2025 vast te stellen;

  • fase 1 (gescheiden inzameling van GFT) per september 2021 in te voeren;

  • een investeringsbedrag beschikbaar te stellen van afgerond € 430.000 en de hieruit voortvloeiende kapitaallasten (afgerond € 37.000) te dekken uit de afvalstoffenheffing (afgerond € 3);

  • de structurele kosten en opbrengsten van het 4e kwartaal 2021 van fase 1 (€ 91.000) te dekken uit de budgetegalisatiereserve;

  • de structurele kosten en opbrengsten vanaf januari 2022 van fase 1 te verwerken in de (meerjaren)begroting en dit te dekken uit de afvalstoffenheffing (afgerond € 30);

  • een eenmalig exploitatiebudget in 2021 beschikbaar te stellen van afgerond € 95.000 voor het verstrekken van GFT aanrechtbakjes en dit te dekken uit de budgetegalisatiereserve;

  • de werkelijke berekening van de afvalstoffenheffing te betrekken bij het opstellen van de begroting 2022 (paragraaf lokale heffingen) en vaststelling van de belastingverordening afvalstoffenheffing;

  • de effecten van de maatregelen uit fase 1 en de ervaring onder inwoners te evalueren na volledige implementatie van deze maatregelen;

  • mede op basis van de uitkomsten van de evaluatie andere mogelijke oplossingen voor fase 2 te onderzoeken en uit te werken.

Bestuurlijke samenvatting

 

In dit Grondstoffenbeleid Uithoorn 2020-2025 worden de te nemen maatregelen, inclusief de hiermee gepaard gaande resultaten en gevolgen beschreven om het aanbod van restafval verder terug te dringen en grondstoffen beter te scheiden. Middels dit Grondstoffenbeleid worden, zoals in de Duurzaamheidsagenda is vastgelegd, grote stappen gezet in de gescheiden inzameling van grondstoffen in de gemeente Uithoorn.

 

Het voorliggende Grondstoffenbeleid Uithoorn 2020 – 2025 is een doorontwikkeling van het plan voor de periode 2014 – 2020. In het laatstgenoemde plan is gewerkt aan de invoering van het omgekeerd inzamelen. Door de gehele gemeente Uithoorn werden ondergrondse containers geplaatst voor inzameling van Gf/Restafval voor de inzameling van PMD wordt gebruik gemaakt van minicontainers aan huis. De hoeveelheid restafval daalde, maar onvoldoende om in de buurt van de VANG-doelstellingen 1voor 2020 te komen. Om te komen tot een verbeterde afvalscheiding en minder restafval in Uithoorn moeten grote stappen gezet worden. Na onderzoek van potentiele richtingen van het nieuwe grondstoffenbeleid, waarbij rekening is gehouden met haalbare doelstellen die passen bij de situatie en het vertrekpunt van gemeente Uithoorn is dit Grondstoffenbeleid tot stand gekomen.

 

Om gemeente Uithoorn in staat te stellen om te voldoen aan de gestelde ambities en aansluiting te vinden bij de VANG-doelstelling is meer nodig dan het huidige beleid, binnen een realistische tijdslijn. In het Grondstoffenbeleid Uithoorn 2020-2025 worden dan ook de volgende doelen voor gemeente Uithoorn vastgesteld:

  • Uithoorn heeft in 2020: 54.6% afvalscheiding en 234 kg restafval per inwoner.

  • Voor 2023 streven we naar: 75% afvalscheiding en 100 kg restafval per inwoner.

  • Voor 2025 streven we naar: 80% afvalscheiding en 75 kg restafval per inwoner.

 

Hiermee zet de gemeente Uithoorn de ambities vanuit de duurzaamheidsagenda uit, in een voor haar realistische en haalbare tijdlijn.

 

Om de doelstellingen te behalen wordt een gefaseerde aanpak voorgesteld:

Fase 1: Invoering gescheiden GFT-inzameling aan huis.

Invoering: najaar 2021 (september).

Het restafval in Uithoorn en De Kwakel bestaat voor ruim 50% uit GFT. In het kader van de landelijke en gemeentelijke doelstellingen moet de hoeveelheid restafval drastisch verlaagd worden. Het scheiden van GFT is de enige methode waarop deze doelstellingen behaald kunnen worden. Dit sluit aan bij de uitkomsten van het participatietraject, waar men GFT aanwees als de fractie waarin de grootste winst behaald kan worden.

 

Fase 2: Invoering tariefdifferentiatie om restafval verder terug te dringen.

Invoering: begin 2023 (januari).

 

Zodra inwoners gewend zijn aan de mogelijkheden om GFT te scheiden zullen de inzamelresultaten hiervan stabiliseren. Inwoners hebben dan echter wel de beschikking over een uitgebreid handelingsperspectief (men kan de verschillende soorten afval en grondstoffen gescheiden aanbieden), dit is het moment om tariefdifferentiatie in te voeren.

 

Samenvatting effecten maatregelen fase 1 en 2

De voorgestelde maatregelen kennen een effect op de zogenaamde afvaldriehoek, bestaande uit: Milieurendement, kosten en service. In het onderstaande overzicht worden deze effecten in beeld gebracht.

 

Maatregel

Effect Milieurendement

Effect Kosten

Effect Service

Scheidings%

Restafval

Huidige situatie

54,6%

234 kg/inw

X

X

Fase 1: Invoeren gescheiden inzameling GFT*

+12%

= 67%

- 70 tot75 kg/inw

= 160 kg/inw.

+ 31 €/jaar

+ € 430.000,-

-/+

Fase 2: Invoeren tariefdifferentiatie**

+13%

= 80%

- 65 kg/inw

= 95 kg/inw

- 7 €/jaar

+ € 530.000,-

-

Totaal***

+ 25%

= 80% scheiding

- 139kg/inw

= 95 kg/inw.

+ 24 €/jaar

+ € 960.000,-

-/+

Grondstoffenbeleid in onzekere tijden

 

Het maken van nieuw beleid is geen exacte wetenschap. Dat geldt zeker ook voor afval- of grondstoffenbeleid. Veel mogelijke interventies om te komen tot betere afvalscheiding zijn de afgelopen jaren al elders in Nederland geïmplementeerd. In het opstellen en doorrekenen van verschillende scenario’s kunnen we daarom een goede inschatting maken van de effecten die een bepaalde interventie heeft op de mate van afvalscheiding. Echter, uiteindelijk is natuurlijk het gedrag van de inwoners van doorslaggevend belang of de beoogde scenario’s ook werkelijkheid worden. De resultaten en de kosten zijn dus voor een groot gedeelte afhankelijk van het gedrag van de inwoners. Er zijn echter nog een aantal andere ontwikkelingen, die grote invloed (kunnen) hebben op de kosten, die op dit moment nog erg onzeker zijn. Daardoor is het lastig om een exacte voorspelling te doen en moeten we met een raming/bandbreedte werken.

 

Onzekerheid AEB, verwerkingskosten restafval

Als eerste is daar de onzekerheid over de toekomst van het AEB. Het AEB is de grootste Afvalverbrandingsinstallatie (AVI) van Nederland. Toen het AEB in 2019 om veiligheidsreden werd stilgelegd bleken de implicaties op de afvalverwerking enorm. Zelfs nu alle verbrandingslijnen weer in werking zijn blijft de toekomst van het AEB ongewis. De enige aandeelhouder van het AEB (de gemeente Amsterdam) heeft aangegeven het AEB te willen verkopen. Het verkoopproces kent echter veel vertraging en onduidelijkheid. Dit zou bijvoorbeeld kunnen inhouden dat de nascheidingslijn2 separaat zal worden verkocht, of dat deze toch samen met de verbrandingslijnen zal worden verkocht. Onduidelijk is wat de gevolgen voor de gemeenten zullen zijn die hun huishoudelijk afval bij het AEB laten verwerken, zoals gemeente Uithoorn. Het is dan ook verstandig om met de mogelijkheid rekening te houden dat er een aanbesteding voor de verwerking van het restafval gedaan zal moeten worden, die tot een hoger tarief kan leidden. Hierover voert de gemeente separate overleggen met betrokkenen.

 

Verbrandingsbelasting

Sinds enige jaren heeft het Rijk een verbrandingsbelasting voor restafval ingesteld. Na een aantal jaren rond de € 13,- per ton, is de afgelopen jaren de belasting verhoogd naar ruim € 32,- per ton. Daarmee maakt de verbrandingsbelasting op dit moment circa 1/3 uit van de verwerkingskosten van restafval. Voor de Rijksoverheid is de verbrandingsbelasting zowel een middel om financiële tekorten te drukken als ook een middel om het verwerken van restafval duurder te maken en zo de druk om beter afval te scheiden te verhogen. De toekomstige ontwikkeling voor het tarief van de verbrandingsbelasting is moeilijk te voorspellen. Maar gezien de doelstelling de hoeveelheid restafval verder te verminderen, is een stijging van de belasting niet onwaarschijnlijk.

 

Verwerkingskosten GFT

De afgelopen periode laat daarnaast ook een sterke stijging van de verwerkingstarieven van Groente-, Fruit- en Tuinafval (GFT) zien. Recente aanbestedingen laten zien dat een stijging van de kosten van € 30,- per ton voor de verwerking niet vreemd is. Ook het aantal inschrijvers op aanbestedingen is klein, waardoor er weinig prijsconcurrentie is. Deze ontwikkelingen hebben ertoe geleid dat er bij het uitwerken van scenario’s, waarbij GFT gescheiden wordt ingezameld, uitgegaan wordt van een hoger tarief. Dit om tegenvallers zoveel mogelijk te vermijden.

 

Overige grondstoffen

De prijzen voor andere afval/grondstoffracties staan eveneens onder druk. Denk daarbij met name aan Oud Papier en Karton (OPK) en Textiel. Bij de inzameling van OPK is bovendien sprake van een sterke verschuiving van Oud Papier (door de digitalisering minder papier) naar Karton (door internet aankopen meer karton). Karton is minder goed herbruikbaar dan papier, dat uit zich in een lagere restwaarde. Ook de markt voor Textiel laat een sterke prijsdaling zien, al is het effect daarvan voor gemeente Uithoorn minder groot3. Met name papier/karton leverde hiermee in het verleden geld op, maar dat is helaas niet meer zo. Ondanks deze ontwikkeling blijft het gescheiden inzamelen en verwerken van deze fracties nog steeds veel voordeliger dan dat ze verbrand worden als restafval.

 

Effect corona-virus

De corona-crisis heeft de afgelopen maanden effect gehad op de afvalinzameling in Nederland. Vanaf maart is een flinke toename van huishoudelijk afval waar te nemen (tussen de 25 en 30%). De resultaten en effecten van reeds ingezette maatregelen, die in dit rapport nader belicht worden, worden dan ook slechts tot en met februari 2020 meegenomen. Resultaten en aantallen na deze periode zijn onrepresentatief en geven daarmee geen goede basis om toekomstig beleid op te vormen.

1. Inleiding

1.1 Introductie

In 2013 is het Grondstoffenbeleid 2014-2020 voor gemeente Uithoorn door de Raad vastgesteld. Hierin zijn de ambities van de gemeente tegen de toen geldende landelijke ontwikkelingen bepaald. De maatregelen uit het Grondstoffenbeleid 2014-2020 zijn conform planning uitgevoerd en het beoogde scheidingspercentage is behaald. Hiermee is gemeente Uithoorn toe aan de volgende stap, in lijn met de landelijke doelstellingen uit het Uitvoeringsprogramma VANG-huishoudelijk. Het is een feit dat het onmogelijk is dat gemeente Uithoorn in 2020 de 75% afvalscheiding en maximaal 100 kilo per inwoner uit de landelijke doelstelling gaan halen. Dat was echter op het moment van vaststelling van de duurzaamheidsagenda ook al duidelijk. De raad heeft er toen voor gekozen om deze ambitie voorlopig te laten staan, in de wetenschap dat we de doelen misschien in dit tempo kunnen halen, maar dat Uithoorn wél die kant op wil. En dat we met dat doel voor ogen, een realistische aanpak met een realistisch tijdspad voor Uithoorn opstellen. Dat doen we met dit plan.

 

De afgelopen jaren zijn binnen de uitvoering van het Grondstoffenbeleidsplan 2014-2020 de nodige ontwikkelingen geweest om de gestelde ambities te verwezenlijken. De belangrijkste hierbij zijn:

  • 1.

    Inwoners in de laagbouw kunnen grondstoffen (papier en PMD met minicontainers) aan huis aanbieden en kunnen het gf/restafval wegbrengen naar een ondergrondse container in de wijk;

  • 2.

    Inwoners in de hoogbouw kunnen grondstoffen (papier en PMD) aanbieden bij ondergrondse voorzieningen op locaties nabij appartementencomplexen;

  • 3.

    Inwoners in de laagbouw kunnen 2x per jaar gratis takkenafval aanbieden. Daarna gaat men hiervoor betalen. Men kan gratis terecht bij de tuingroendepots en het scheidingsdepot. Verder staan er in het najaar circa 200 bladkorven in de gemeente;

  • 4.

    Het aantal aanbiedlocaties voor textiel is uitgebreid.

1.2 Leeswijzer

Dit rapport laat de inventarisatie en, evaluatie van het tot nu toe gevoerde beleid en een doorkijk naar de toekomst zien. Door middel van een bewonersonderzoek (door enquêtes en aansluitende verdiepingssessies) worden de ervaringen en de mening van inwoners ten aanzien van het huidige en het toekomstige afvalbeleid inzichtelijk gemaakt. De gemeenteraad kan de uitkomsten van het bewonersonderzoek als advies meewegen bij de te maken keuzes van het grondstoffenbeleid. In dit rapport is grotendeels ook al rekening met de uitkomsten gehouden. Voorafgaande aan de evaluatie worden de Europese en landelijke beleidskaders aangehaald, alsook de ambities uit het Grondstoffenbeleid 2014-2020 zodat het speelveld van het gemeentelijk beleid duidelijk is. In het zesde hoofdstuk wordt inzicht verschaft in de concrete doelstellingen voor de komende jaren, als ook de maatregelen die hiermee gepaard gaan.

2. Beleidskaders

 

Het Europees beleid stelt de kaders waaraan het afvalbeleid in de landen van de Europese Unie moeten voldoen. Het Europees beleid streeft naar een circulaire economie. Europa beschikt in beperkte mate over grondstoffen en wil daarvoor niet afhankelijk zijn van anderen op lange termijn. Het Europees beleid wordt overgenomen in het landelijk afvalbeleid en door de gemeenten overgenomen in het eigen beleid voor afvalbeheer.

 

Het Rijk streeft ernaar om de hoeveelheid restafval sterk terug te dringen in de komende jaren. Vooralsnog staat het gemeenten vrij om dit op een eigen wijze en tempo te realiseren, binnen de geldende landelijke en Europese kaders, maar dat zal in de toekomst niet vrijblijvend blijven. Het Rijk kan besluiten bepaalde maatregelen/keuzes aan gemeenten op te leggen om sneller aan de doelstellingen te voldoen.

 

In dit hoofdstuk wordt een korte samenvatting van het geldende landelijk beleid gegeven, met de op dit moment relevante actuele onderwerpen. Ook wordt een samenvatting gegeven van de gestelde ambities in de Grondstoffenbeleid Uithoorn 2014-2020.

2.1 Korte samenvatting van het Nederlandse beleid

De Europese afvalwetgeving is geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving in de vorm van de Wet milieubeheer (Wm) en het Landelijk afvalbeheerplan (LAP3). De Wet milieubeheer verplicht de gemeenten zorg te dragen voor afvalinzameling en -verwijdering voor huishoudens. Deze zorgplicht kent zijn oorsprong in het beschermen van de volksgezondheid.

 

In het Landelijk Afvalbeheerplan (LAP) wordt vastgelegd hoe we in Nederland met huishoudelijk en bedrijfsafval omgaan. LAP3, het derde Landelijk Afvalbeheerplan, heeft een looptijd van 2017 tot en met 2029. Overheden zijn wettelijk verplicht om, bij al hun besluiten die het afvalbeheer raken, rekening te houden met het LAP. In LAP3 is de verwachting vastgelegd dat de hoeveelheid huishoudelijk restafval zal afnemen tot gemiddeld 30 kg/inwoner in 2025.

 

De Rijksoverheid heeft in het programma ‘Nederland Circulair in 2050’ uitgesproken dat in 2050 grondstoffen efficiënt worden ingezet en hergebruikt, zonder schadelijke emissies naar het milieu. LAP3 vervult een functie als instrument bij de transitie naar een circulaire economie. Een meer uitgebreide samenvatting van het landelijke beleid is terug te vinden in bijlage 1.

2.2 VANG-huishoudelijk afval

Om de doelen van het programma ‘Nederland Circulair in 2050’ te halen, moet het huishoudelijk afval beter worden gescheiden. De ambitie is om afval zoveel als mogelijk te voorkomen en dat wat toch wordt aangeleverd zo goed mogelijk te scheiden. De doelstelling is daarbij om maximaal 100 kg per inwoner restafval aan te bieden in 2020 en uiteindelijk nauwelijks tot geen restafval meer in 2050. In het uitvoeringsprogramma VANG huishoudelijk afval is verder uitgewerkt hoe deze doelstelling wordt bereikt. Dit programma bestaat uit een breed scala aan activiteiten waarop wordt ingezet. Zowel preventie, als afvalscheiding en recycling krijgen de aandacht.

2.3 Ambities Grondstoffenbeleid 2014-2020, gemeente Uithoorn

Het streven, opgenomen in het Grondstoffenbeleidsplan was een bronscheiding van minimaal 53% in 2020 te behalen, dat is gelukt. De ambities en doelen uit het Grondstoffenbeleid 2014-2020 worden in bijlage 2 samengevat.

 

Beleidskaders voor het nieuwe grondstoffenbeleid

In de Duurzaamheidsagenda en in het coalitieakkoord is het besluit genomen om grote stappen te gaan zetten in het inzamelen van grondstoffen in gemeente Uithoorn. Hoewel de 100 kg uit de VANG-doelstellingen in 2020 geen reëel doel blijkt, is het wel de intentie om daar zo snel als mogelijk is heen te groeien. Dat houdt in dat een flinke vermindering van het restafval bewerkstelligd moet worden, waarbij grondstoffen beter gescheiden worden.

 

MRA-agenda4

Deze ambities worden ook ondersteund vanuit de MRA-agenda, waar gesproken wordt over de forse stappen die gezet moeten worden om de energietransitie, de circulaire economie en klimaatadaptatie waar te maken. De nationale ambitie hierbij is om in 30 jaar klimaatneutraal, volledig circulair en klimaatbestendig te zijn.

3. Opbrengst gevoerd beleid 2014-2020

 

De afgelopen jaren zijn de mogelijkheden tot afvalscheiding verbeterd, volgend uit de lijn die middels het Grondstoffenplan Uithoorn 2014-2020 bepaald is. De grootste wijziging betreft de overgang naar het zogenaamde ‘’Omgekeerde Inzamelen’’. Inwoners brengen het gf/restafval weg naar ondergrondse containers, verspreid over de gemeente en kunnen grondstoffen aan huis gescheiden aanleveren. Hiermee wordt voornamelijk ingegrepen op de grondstormen PMD, OPK en in mindere mate textiel en glas. Het is vanwege kwaliteitsbehoud van belang dat met name de fracties OPK en GFT afzonderlijk worden ingezameld, ongeacht eventuele wijzigingen in de afvalinzameling en verwerking.

3.1 Gerealiseerde maatregelen en effecten omgekeerd inzamelen

Gedurende afgelopen jaren zijn, op basis van het Grondstoffenplan Uithoorn 2014-2020 een aantal maatregelen gerealiseerd. Per fractie worden deze maatregelen hieronder beschreven, inclusief het effect van deze maatregelen.

 

3.1.1Plastic, Metalen en drankenkartons (PMD)

Het PMD werd voorheen met (Plastic Heroes) zakken ingezameld in Uithoorn en De Kwakel. Inwoners in de laagbouw maken inmiddels gebruik van minicontainers (240 liter) voor de inzameling van het PMD. Hiervoor is de voormalige restafvalcontainer voorzien van een oranje deksel. Waar nodig kunnen inwoners ook, kosteloos, een extra minicontainer van 240 liter aanvragen mocht daar wegens benodigde capaciteit behoefte aan zijn.

 

In een later stadium hebben ook huishoudens in de hoogbouw (appartementen, bovenwoningen) de gelegenheid gekregen om het PMD gescheiden aan te bieden. Zij kunnen dat middels een van de ondergrondse verzamelcontainer die nabij het complex geplaatst is. Voor kleine complexen zijn bovengrondse verzamelcontainers geplaatst. Bij nieuwe appartementencomplexen wordt tegenwoordig standaard een ondergrondse PMD-container geplaatst. In totaal zijn hiermee 56 ondergrondse containers beschikbaar gesteld zijn in de gemeente.

 

Als gevolg van deze keuzes is de bronscheiding van PMD gestegen van 7 kg/inwoner in 2013 tot bijna 23 kg/inwoner in 2019. Hiermee wordt een bronscheidingspercentage van circa 65% behaald.

 

3.1.2Oud Papier en Karton (OPK)

Alle huishoudens in de laagbouw beschikken inmiddels over een minicontainer (240 liter) aan huis voor de inzameling van oud papier en karton. Inwoners kunnen hierbij desgewenst ook een extra minicontainer aanvragen, mocht daar behoefte aan zijn. In totaal zijn 9.488 minicontainers uitgezet, op een totaal van 9.481 laagbouw aansluitingen. Een dekkingsgraad van meer dan 100%. Dit vanwege het feit dat sommige huishoudens twee minicontainers voor papier hebben.

 

In de hoogbouw van de gemeente wordt maatwerk toegepast. Huishoudens die geen gebruik (kunnen) maken van een minicontainer, maken gebruik van ondergrondse verzamelcontainers op centrale locaties bij de complexen. Middelgrote complexen moeten hierbij in sommige gevallen een ondergrondse container delen. Kleinschalige gestapelde bouw maakt gebruik van bovengrondse verzamelcontainers. Om voldoende dekking te bieden zijn hiervoor inmiddels 67 ondergrondse container geplaatst.

 

De mate van bronscheiding bedraagt hiermee circa 69%, met bijna 47 kg/inwoner in 2019, ten opzichte van 64 kg/inwoners in 2013. De daling in het ingezamelde OPK past hiermee in de landelijke trend. De gewijzigde samenstelling van OPK de laatste jaren (meer karton en minder papier) zorgt voor lagere gewichten. Ook speelt de digitalisering hierin een rol, men doet meer online, waarbij minder papier vrijkomt en meer aankopen online waardoor meer karton vrijkomt.

 

3.1.3Textiel

Het aantal brenglocaties voor textiel is uitgebreid, van 5 tot 12 in 2015. Jaarlijks is hiermee steeds een lichte toename waar te nemen. De mate van bronscheiding bedraagt een kleine 30%, met circa 3,5 kg/inwoner in 2019, ten opzichte van 2,3 kg/inwoner in 2013.

 

3.1.4Glas

Glas wordt in gemeente Uithoorn ingezameld met ondergrondse containers. Binnen het Grondstoffenbeleid 2014-2020 zijn hierin geen wijzigingen opgetreden.

 

3.1.5Tuinafval

Er zijn op verschillende centrale locaties tuindepots ingericht waar men grof tuinafval aan kan bieden. In 2014 is het aantal locaties uitgebreid van 6 tot 12, in 2017 is daar een 13de locatie bijgekomen. In 2020 zijn hier nog eens twee locaties aan toegevoegd, wat het totaal op 15 brengt. Tevens wordt er jaarlijks op twee momenten een gratis inzamelronde aan huis georganiseerd, waarvoor men zich aan kan melden. De inzamelresultaten van deze voorzieningen zijn positief.

 

3.1.6Gf/restafval

In gemeente Uithoorn wordt het gf (groente en fruit) afval samen met het restafval ingezameld. Er is geen aparte route voor de inzameling van groente, fruit en fijn tuinafval. Voor de inzameling van het gf/restafval staan verspreid over de gemeente ondergrondse containers. Met uitzondering van lintbebouwing maken alle inwoners van de gemeente hier gebruik van. Onder woningen, horend tot de lintbebouwing zijn in totaal 777 minicontainers uitgezet.

 

Met de maatregelen rondom ‘’Omgekeerd Inzamelen’’ is een dalende lijn ten aanzien van het aanbod gf/restafval ingezet van circa 234 kg/inwoner in 2019, ten opzichte van 255 kg/inwoner in 2013.

4. Beschrijving en evaluatie huidig beleid

 

De inrichting van het inzamelsysteem (service) heeft sterke invloed op de inzamelprestaties (milieurendement) en daarmee gepaard gaande kosten. In dit hoofdstuk wordt een samenvatting van de prestaties van de gemeente Uithoorn gegeven aan de hand van de afvaldriehoek, zoals hieronder weergegeven, bestaande uit: service (dienstverlening), milieurendement en kosten. Het ingrijpen op een van deze onderdelen, middels beleid, heeft automatisch effect op de andere twee. Om deze reden moet ieder besluit binnen dit kader afgewogen worden.

 

 

Figuur 1: de afvaldriehoek

 

4.1 Service

4.1.1Inzamelmiddelen en inzamelwijzen

De inzamelmiddelen die inwoners tot hun beschikking hebben en de wijze van inzameling, wordt in onderstaande figuur weergegeven. De afgelopen jaren is veel geïnvesteerd in het vergroten van de geboden service aan inwoners in het kader van het omgekeerd inzamelen.

 

Figuur 2: Huidige inzamelwijze gemeente Uithoorn

Laagbouw

Hoogbouw

Restafval

Met ondergrondse verzamelcontainers

Lintbebouwing: met minicontainer van 240 liter (1x per 2 weken)

Met 312 ondergrondse verzamelcontainers

GFT-afval

Met centraalgeplaatste bladkorven en 15 tuindepots

2x per jaar een takkenweek en aparte kerstboominzameling

PMD

Met minicontainers van 240 liter(1x 2 weken)

Met 56 ondergrondse verzamelcontainers

 

Oud papier en karton

Met minicontainers van 240 liter(1x 2 weken)

Met 67 ondergrondse verzamelcontainers

Glas

Met 26 ondergrondse verzamelcontainers

Textiel

Met 12 ondergrondse verzamelcontainers

Grof huishoudelijk afval

Op het scheidingsdepot

Aan huis, op afroep, € 48,25 per m3. Koelkasten vriezers tegeneen tarief van € 10,90 per stuk.

 

4.1.2Communicatie over afval

De gemeente communiceert incidenteel over afval en grondstoffen richting haar inwoners. Hierbij wordt onder andere gebruik gemaakt van de gemeentelijke website, het platform: Uithoorn denkt mee, de gemeentelijke duurzaamheidspagina, de Nieuwe Meerbode en de afvalkalender.

4.2 Milieurendement

Om de milieuprestaties (ten aanzien van afvalscheiding) van gemeente Uithoorn inzichtelijk te maken is gekeken naar de inzamelhoeveelheden van alle huishoudelijke afvalstromen en de samenstelling van het resterende restafval. Tezamen bepalen zij het scheidingsresultaat van de gemeente voor 2019. De resultaten van gemeente Uithoorn worden naast die van vergelijkbare gemeenten (uit de benchmark) weergegeven om een compleet beeld te genereren. Het betreft hier de score van gemeente Uithoorn met betrekking tot het scheidingspercentage en de hoeveelheid restafval. Overige milieueffecten worden hierin niet meegewogen.

 

4.2.1Inzamelresultaten

In de onderstaande tabel worden de inzamelresultaten van de gemeente vergeleken met de inzamelresultaten uit de benchmark van vergelijkbare gemeenten met dezelfde hoogbouwklasse (Klasse-B). Tevens wordt inzichtelijk gemaakt hoe de beste gemeenten binnen de benchmark scoren, de zogenaamde best-practice gemeenten. Dat laat zien hoe Uithoorn presteert ten opzichte van vergelijkbare gemeenten én wat in het beste geval haalbaar is bij vergelijkbare gemeenten. Wat opvalt is dat deze best-practice gemeenten veelal al jaren geleden (rigoureus) overgegaan zijn naar een andere wijze van inzamelen of tariefstelling. In alle andere gemeenten uit deze hoogbouwklasse bestaat een systeem van GFT-inzameling aan huis. Uithoorn is (een van) de laatste gemeente(n) waar GFT nog niet gescheiden wordt ingezameld. Dat is in de resultaten terug te zien.

 

Figuur 3: Ingezamelde hoeveelheid per fractie, 2019

2019

Afvalstroom (kg/inw.)

Gemeente Uithoorn

Benchmark hoogbouwklasse B

Verschil t.o.v.

BM

VANG-doel 2020

BM best practice B

Ongescheiden ingezameld

Restafval (fijn)

225,1

165

+ 60,1

46

Restafval (grof)

8,7

20

- 11,3

10

Totaal restafval

233,8

185

+ 48,8

100

56

Gescheiden ingezameld

GFT-afval

4,4**

85

+ 80,6

134

Papier

47,2

50

+ 2,8

68

Glas

18,6

21

+ 2,4

34

 

Textiel

3,5

5,1

+ 1,6

8,8

PMD

22,5

21

- 1,5

48

KCA

1,3

1,4

+ 0,1

2

Overig (luiers en frituurvet)**

0,1

0,1

0

0,2

Gescheiden grof huishoudelijk afval

183,0

106

- 77

106

Totaal afval

514,4

475,2

- 39,2

458,5

Mate van afvalscheiding

54,6%

61,1%

- 6,5 %

75%

87,8%

* Alle gemeenten uit hoogbouwklasse B, die deel hebben genomen aan de Benchmark Huishoudelijk Afval, peiljaar 2018. Dit zijn gemeenten met en zonder tariefdifferentiatie.

** Dit betreft het ingezameld Tuinafval, middels de tuingroendepots verspreid over Uithoorn.

 

Uit het overzicht hierboven is meteen te zien dat gemeente Uithoorn wat betreft het totaal ongescheiden ingezamelde restafval hoger scoort dan vergelijkbare gemeenten uit de benchmark. Met name het aanbod van het ongescheiden restafval aan huis (ruim 60 kg/inwoner meer dan bij vergelijkbare gemeenten) behoeft de aandacht. Het scheidingsdepot in de gemeente wordt goed gebruikt, daarmee wordt juist beter gescoord dan bij vergelijkbare gemeenten (ruim 77 kg/inwoner). Met name door de goede nascheiding van het grof restafval wordt hierop beter gescoord dan verglijkbare gemeenten (slechts 8,7 kg/inwoner ten opzichte van 20 kg/inwoner).

 

In vergelijking met de Benchmark wordt tevens snel duidelijk hoe gescoord wordt wat betreft de gescheiden ingezamelde grondstoffen. De grootste aandacht dient uit te gaan naar het gescheiden ingezameld GFT-afval. Vergelijkbare gemeenten beschikken vrijwel altijd over enige vorm van huis-aan-huis inzameling van het GFT- afval, waarmee gemiddeld 85 kg/inwoners gescheiden ingezameld wordt. De beperkte hoeveelheden GFT- afval, ingezameld in Uithoorn en De Kwakel zijn terug te voeren op de seizoensgebonden bladkorven en tuingroendepots en voorzien niet in de dagelijkse behoeften van inwoners. Het GFT-afval wordt met het restafval in de daartoe aangewezen ondergrondse containers ingezameld en kan dus niet gescheiden worden aangeboden door de inwoners. Dit verklaart eveneens het significant hogere aanbod van ongescheiden fijn restafval, dit bestaat voor een aanzienlijk gedeelte uit GFT-afval.

 

Ook op andere goed te scheiden fracties (oud papier en karton, glas en textiel) wordt onder gemiddeld gescoord. Er kan dus beter gescheiden worden, waarmee het scheidingspercentage verbeterd kan worden.

 

De hoeveelheid ingezameld PMD ligt iets boven het gemiddelde. Omdat de plaatsing van de inzamelmiddelen voor de huidige inzameling van PMD pas in 2019 afgerond is, verwachten we dat de nu ingezette stijgende lijn, zich in 2020 voort zal zetten.

 

Grof tuinafval wordt in Uithoorn door middel van de tuingroendepots erg goed ingezameld. Daarmee scoort Uithoorn beter dan de gemeenten uit de benchmark. Ook goed om te agenderen is het effect van het scheidingsdepot als totaal in de gemeente. Inwoners maken erg goed gebruik van de geboden voorzieningen. Grootste inzamelresultaten worden hierbij bereikt in het grof tuinafval, schoon puin en houtafval.

 

4.2.2Mate van afvalscheiding

Om een accuraat beeld te kunnen schetsen van de potentie in het restafval in Uithoorn en De Kwakel is een sorteeranalyse richtinggevend. Echter wegens de recente corona crisis (zie inleiding) zijn uitkomsten van de recent uitgevoerde sorteeranalyse onbetrouwbaar. Om toch een beeld te kunnen geven van de situatie in Uithoorn wordt teruggegrepen op de sorteeranalyse uit 2016. Deze analyse geeft een beeld dat niet geheel meer overeenkomst met de werkelijke situatie gezien de gewijzigde inzameling ten aanzien van het PMD. In het figuur op de volgende pagina wordt de samenstelling van het Uithoornse fijn huishoudelijk restafval weergegeven (de 225,1 kg/inwoners uit figuur 4.2 op de vorige pagina).

 

Figuur 4: Samenstelling fijn huishoudelijk restafval

 

Figuur 5: Mate van afvalscheiding, per fractie

Afvalstroom (kg/inw.)

Gescheiden ingezameld (2019)

Via het restafval aangeboden*

Potentie

Mate van scheiding**

GFT-afval

4,4

121,6

126

3,5 %

Papier en karton

47,2

20,4

67,6

70 %

Glasverpakkingen

18,6

6,3

24,9

74,7 %

Textiel

3,5

8,8

12,3

28,5 %

PMD

22,5

11,9***

34,4***

65,4 %

* Bron: sorteeranalyse De Afvalspiegel, 2016.

** Dit wordt berekend door de hoeveelheid die gescheiden is ingezameld (2e kolom) te delen door het potentieel (4e kolom).

*** Het aandeel PMD in het restafval is in de afgelopen jaren teruggelopen. Verwachting is dat er geen 11,9, maar circa 6 kg/inwoner nog in het restafval beland.

 

Uit bovenstaande figuur en tabel valt op te maken dat:

  • Het restafval voor veruit het grootste gedeelte uit GFT bestaat (54%), waarmee er een zeer beperkt scheidingspercentage (3,5%) op GFT behaald wordt. Het potentieel van gescheiden inzameling GFT is dan ook immens. In totaal is te verwachten dat inwoners van de gemeente jaarlijks ruim 120 kg/inwoner GFT-afval hebben, waarvan nu slechts 4,4 kg/inwoner gescheiden wordt ingezameld.

  • Het scheidingspercentage van papier en karton met 70% ook nog ruimte voor verbetering biedt. Ook al neemt landelijk gezien het totaal aanbod papier en karton af en ontwikkelt de prijs zich niet gunstig, is flinke verbetering van de huidige inzameling alsnog te bereiken.

  • Het scheidingspercentage van het glas (74,7%) ook nog niet op een optimaal niveau zit en ook hier nog een aanzienlijke winst te behalen is. Landelijk gezien is glas de best gescheiden fractie. Veel gemeenten behalen hiermee scheidingspercentages tussen de 80% en 85%.

  • De gescheiden inzameling van textiel verbeterd kan worden, met een beperkt scheidingspercentage van 28,5% is hier nog winst te behalen. Kanttekening die hierbij wel geplaatst moet worden betreft de Stichting Ceres (de kringloopwinkel), actief in de gemeente. Via de Kringloper wordt o.a. ook textiel ingezameld dat anders in het restafval terecht zou komen, deze gegevens blijken in de praktijk niet altijd geheel inzichtelijk.

  • Het totaal aangeboden restafval ligt aanzienlijk hoger dan gemiddeld in Nederland. Bovendien ligt het huidige aanbod van 233,8 kg/inwoner totaal restafval (waarvan 225,1 kg/inwoner fijn huishoudelijk restafval) nog ver verwijderd van de 100kg/inwoner uit de VANG-doelstellingen en de Duurzaamheidsagenda. Dat wordt grotendeels verklaard doordat GFT niet gescheiden wordt ingezameld, maar ook de andere grondstoffen kunnen nog beter gescheiden worden.

4.3 Kosten

De kosten voor het afvalbeheer worden jaarlijks begroot. De gerealiseerde kosten worden vastgelegd in een jaarrekening. De kosten voor het huishoudelijk afvalbeheer staan op zichzelf en worden aan huishoudens doorbelast middels de afvalstoffenheffing.

 

4.3.1Afvalstoffenheffing

Inwoners van Uithoorn betalen afvalstoffenheffing aan de hand van de samenstelling van het huishouden. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen 1-persoons huishoudens (€ 233,36 per jaar in 2019) en meerpersoonshuishoudens (€ 278,50 per jaar in 2019). In 2019 stonden in Uithoorn 4.210 1-persoons huishoudens en 8.581 meerpersoonshuishoudens geregistreerd. Los van de reguliere afvalstoffenheffing is het voor inwoners van de lintbebouwing ook mogelijk om tegen een tarief van € 139,25 een extra minicontainer met grijze deksel voor het restafval aan te vragen. Aanvraag en gebruik van extra minicontainers voor PMD en OPK is kosteloos. Het gemiddeld gewogen afvalstoffentarief5 bedraagt hiermee € 263,64. De afvalstoffenheffing is hierbij 100% kostendekkend.

 

Vergeleken met omliggende gemeenten is de Afvalstoffenheffing in Uithoorn iets lager dan gemiddeld, zoals in het figuur op de volgende pagina inzichtelijk wordt gemaakt.

 

Figuur 6: Cijfers Uithoorn, in relatie tot omliggende gemeenten

 

4.3.2Afvalbeheerskosten

Een belangrijke indicator voor de kostencomponent van afvalbeleid zijn de totale afvalbeheerskosten. Deze kosten bestaan uit:

  • 1.

    De directe kosten die gepaard gaan met de inzameling, op- en overslag en verwerking van afval;

  • 2.

    De indirecte kosten (overhead) die ten laste komen van de afvalstoffenheffing, en

  • 3.

    De opbrengsten uit vergoedingen en verwerkingsopbrengsten.

Kosten die geen onderdeel uitmaken van de totale beheerskosten zijn onder andere; kwijtscheldingen, btw- compensatie, kosten voor zwerfafval en bedrijfsafval dat illegaal gedumpt en/of aangeboden wordt.

 

Vergelijkbare gemeenten uit de benchmark kenden gemiddelde afvalbeheerskosten van €168,- per huishouden. De best-practice gemeenten uit de benchmark wisten de afvalbeheerskosten nog verder te beperken, met een gemiddelde van € 129,- per huishouden. De afvalbeheerskosten van Uithoorn bedroegen in 2018 € 193,05, waarmee boven het gemiddelde uit de benchmark gescoord wordt.

4.4 Conclusie

De gemeente heeft met de uitvoering van het Grondstoffenbeleid Uithoorn 2014-2020 goede stappen gezet richting een verbeterde afvalscheiding. Het effect hiervan, een beter scheidingsgedrag van de inwoners, is bereikt voor de fracties waarop direct ingegrepen is (met name PMD). Grote effecten op overige fracties en op het totaalaanbod van het restafval blijft vooralsnog echter beperkt tot een lichte verbetering. Om dit effect te bereiken zijn verdere en grotere stappen noodzakelijk.

 

 

Figuur 7: De positie van Uithoorn (*2019) ten opzichte van die van soortgelijke gemeenten.

 

Uit het voorgaande blijkt dat de gemeente op het gebied van afvalscheiding achterblijft op vergelijkbare gemeenten en relatief veel restafval aanbiedt. Dit afval kan volgens figuur 4.3 in veel gevallen nog goed gescheiden worden, maar het gebeurt dus nog niet. Verder blijkt dat ook de afvalbeheerskosten relatief hoog uitvallen ten opzichte van vergelijkbare gemeenten uit de benchmark.

 

Ten opzichte van het jaar waarin het oorspronkelijke Grondstoffenbeleid Uithoorn 2014-2020 werd opgesteld is het landelijke beleid inmiddels geformuleerd. De doelstelling zoals vastgelegd in het VANG-programma, van 75% afvalscheiding in 2020, een doorontwikkeling tot 30 kg/inwoner restafval in 2025 en uiteindelijk helemaal geen restafval meer binnen een circulaire economie was destijds nog niet geformuleerd. Vele gemeenten halen de VANG-doelstelling voor 2020 niet, maar doen het gemiddeld gezien wel al beter dan Uithoorn (61% afvalscheiding ten opzichte van 54,6% afvalscheiding in Uithoorn). Bovendien zetten deze gemeenten allemaal wel al stappen om de juiste ontwikkelingen door te maken en de dalende lijn van het aangeboden restafval vast te houden. Op 1 juli 2020 heeft het Rijk opnieuw de verplichting voor de inzameling van verschillende fracties (GFT, OPK, Glas, metaal, kunststof en elektronische apparatuur) vast laten liggen in de Wet Milieubeheer. Gemeenten gaan hierbij op regelmatige basis beproefd worden in hoeverre zij aan deze verplichtingen voldoen. Het is in deze nieuwe situatie nog altijd mogelijk om afwijkend beleid te voeren en daarvoor vrijstelling te krijgen, alleen de voorwaarden waaronder dat kan zijn beperkt. Met de doelstellingen van het Rijk in het achterhoofd is het niet ondenkbaar dat gemeenten die zich nog ver van de realisatie van de VANG-doelstellingen bevinden geen vrijstellingen zullen krijgen, of zelfs uiteindelijk bepaalde maatregelen opgelegd krijgen.

 

De gemeente Uithoorn zal in het nieuwe Grondstoffenbeleid sterk in moeten zetten op verdere verbetering van het scheidingspercentage en het terugdringen van restafvalaanbod in Uithoorn. De grootste winst hierin is te behalen bij het gescheiden inzamelen van het GFT-afval, dat nog in grote hoeveelheden in het restafval zit. Dit is te verklaren door het feit dat er op dit moment geen aparte inzameling voor GFT bestaat in de gemeente, met uitzondering van de tuingroendepots voor het tuinafval.

5. Participatietraject

 

In het kader van het komen tot (geactualiseerd) passend grondstoffenbeleid voor gemeente Uithoorn is het essentieel om inwoners te raadplegen. Veranderingen in de afval en grondstoffen inzameling hebben vaak verregaande gevolgen en kunnen altijd rekenen op reacties van inwoners. Om te komen tot een gedegen grondstoffenbeleid zijn inwoners middels een participatietraject in een vroeg stadium betrokken. Het betrof hier een adviserende rol in het uiteindelijke voorstel aan de gemeenteraad.

 

Het participatietraject is ingezet voorafgaand aan de vorming van de beleidskaders waarbinnen de inzameling van het huishoudelijk afval in de komende jaren plaats gaat vinden. Bewoners zijn hierbij gevraagd hun mening te geven over de beste wijze, methoden en keuzes die binnen het grondstoffenbeleid gemaakt dienen te worden. Ook kregen inwoners de ruimte om zelf ideeën te opperen om de afvalscheiding verder te verbeteren. De vragen en stellingen die aan de bewoners voorgelegd zijn bevonden zich binnen de afvaldriehoek (bestaande uit: milieurendement, kosten en service) en pasten bij het streven naar een verlaging van het aanbod restafval en een verbetering van het scheidingspercentage.

 

De input, geleverd door bewoners, is bestudeerd en geanalyseerd en gebundeld in dit hoofdstuk. De resultaten en uitkomsten van het bewonersonderzoek hebben hiermee bijgedragen aan de totstandkoming van verschillende scenario’s voor toekomstig beleid, die in de volgende hoofdstukken verder uitgewerkt zijn.

5.1 Uitgangspunten

Huishoudelijk afval en de inzameling hiervan gaat alle inwoners van Uithoorn en De Kwakel aan. Het is echter onmogelijk om iedereen hierover persoonlijk te ondervragen. Het is echter van groot belang om rekening te houden met ieders voorkeuren en belangen op dit gebied. Om toch een goed beeld te krijgen van de doorsnee bevolking van Uithoorn is in eerste instantie gekozen om een enquête uit te zetten. Het uitzetten van een representatieve aselecte steekproef enquête geeft een betrouwbaar beeld van de situatie in Uithoorn.

 

In de communicatie naar de inwoners (zowel deelnemers als niet-deelnemers aan de enquête) is het belangrijk om aan te geven dat het altijd de gemeenteraad is die het uiteindelijke besluit voor het nieuwe beleid neemt. Door dit vooraf helder te maken, worden teleurstellingen voorkomen en is de procedure transparant.

 

Om bewoners de gelegenheid te geven ideeën verder toe te lichten en bewoners te informeren ten aanzien van het thema afval zijn aanvullend op de uitgezette enquêtes verdiepingssessies georganiseerd. Bijeenkomsten die in het teken staan van de dialoog. Betrokkenen konden hierbij met elkaar bespreken wat passend is voor Uithoorn. Gedurende het participatietraject (enquête en verdiepingssessies) werd Nederland, en dus ook Uithoorn, geconfronteerd met de corona crisis. Dit heeft ertoe geleid dat de verdiepingssessies met inwoners niet op de geplande wijze konden plaatsvinden. In plaats van april werd het pas september voordat de eerste bijeenkomsten plaats konden vinden. Mede onder invloed van de noodzakelijke regels ter voorkoming van een verdere verspreiding van het virus bleek de opkomst voor de bijeenkomsten lager dan gehoopt. Uiteindelijk is er slechts één fysieke bijeenkomst geweest, gevolgd door een digitale sessie waar in totaal circa 20 inwoners aan hebben deelgenomen.

5.2 Enquêtes en resultaten

Opzet van de enquête

De enquête richtte zich op verschillende manieren/maatregelen die een verbetering van het afvalscheidingsgedrag en een vermindering van het restafval kunnen behalen. Verschillende inzamelvarianten zijn aan de inwoners voorgelegd, ook werd er getoetst hoe inwoners in zijn algemeenheid denken over afvalscheiding en aanverwante duurzaamheidsdoelen (afvaldriehoek). De drijfveer (milieurendement – kosten - service) met het grootste belang/effect op de inwoners van Uithoorn is hiermee naar boven gekomen.

 

Verder is het belangrijk om rekening te houden met de wijze waarop de enquête uitgezet wordt. Relatief weinig jongeren reageren op een papieren enquête, en relatief weinig ouderen reageren doorgaans op een digitale enquête. Om onnodige papierverspilling te voorkomen is een brief naar alle aselect gekozen steekproefdeelnemers gestuurd met daarin de achtergrond en het doel van het onderzoek en een link naar de digitale enquête. Inwoners die de enquête liever op papier ontvangen konden dat volgend op deze brief aangeven, waarna de enquête alsnog aan hen verstuurd is.

 

Steekproef en betrouwbaarheid

Om een betrouwbaar beeld vanuit de aselecte steekproef te kunnen genereren zijn 3756 respondenten benodigd. Ervaringen bij andere gemeenten, ten aanzien van uitgezette enquêtes rondom veranderd afvalbeleid laten een respons van circa 30% zien. Om dit te behalen zijn er 1.250 enquêtes uitgezet in Uithoorn en De Kwakel. Bij het uitvoeren van de aselecte steekproef zijn ook inwoners uitgesloten worden die graag hun mening kenbaar wilden maken. Zij kregen hiervoor alsnog de mogelijkheid om de enquête in te vullen als ze contact opnamen met de gemeente.

 

De enquête is op 3 maart uitgezet aan ruim 1.200 adressen in Uithoorn en De Kwakel. Op 23 maart is aan al deze adressen, volgend uit de aselecte steekproef, een herinnering verzonden om de enquête in te vullen, mocht dat nog niet gedaan zijn. Op moment van sluiting, 30 maart, hebben uiteindelijk 223 respondenten de enquête volledig ingevuld. Helaas is dit onvoldoende om de uitslag representatief te noemen.

 

Uit de analyses blijkt dat de ingevulde enquêtes, ondanks het beperkte aantal, wel voldoende bodem geven om verder te kunnen. De uitkomsten variëren en laten zich vertalen in meerdere scenario’s, waar vanuit inwoners steun en draagvlak voor is. Er is geen sprake van één breed gedragen richting, wat het belang van de uitwerking van meerdere scenario’s onderschrijft.

5.3 Verdiepingssessies

Voorafgaand aan de verdiepingssessies zijn de resultaten van de enquêtes gebundeld en is het proces rondom de enquête geëvalueerd. De lessen die hieruit getrokken konden worden, maken onderdeel uit van de uitwerking van de verdiepingssessies. Uiteindelijk was het doel van deze sessies om in gezamenlijke dialoog te treden en om te komen tot een goed en breed gedragen beleid. Het genereren van wederzijds begrip, dialoog en vertrouwen vormt hiervoor de basis.

 

Zoals al eerder aangegeven is dit gedeelte van het proces, onderhevig aan het corona virus, niet naar verwachting verlopen. Uiteindelijk hebben er slechts twee sessies plaatsgevonden, waarvan één digitaal. Inwoners zijn hiervoor op meerdere momenten via verschillende kanalen benaderd. De opkomst bleef echter beperkt tot in totaal circa 20 inwoners.

5.4 Uitkomsten op hoofdlijnen

Ondanks het feit dat het aantal deelnemende inwoners (zowel bij de enquête als de verdiepingssessies) lager lag dan verwacht, zijn de uitkomsten van belang. In het formuleren van de beoogde maatregelen worden de uitkomsten dan ook meegewogen.

 

De resultaten van de enquête7 zijn beknopt samen te vatten in de volgende punten:

  • 70% onderschrijft het belang om de Landelijke doelstelling van 100 kg restafval per inwoner te behalen;

  • 68% geeft aan al goed te scheiden

  • Men zou het afval aan huis graag goed willen scheiden. Van de respondenten geeft 38,5% aan dat graag met 2 minicontainers te willen doen en ruim 27% met 3 minicontainers aan huis.

  • Ruim 36% geeft aan GFT beter te scheiden met een minicontainer aan huis, 31% zegt dat te doen met verzamelcontainers en circa 25% met kleinere bakjes in de keuken.

  • Ruim 23% geeft aan PMD nog beter te kunnen scheiden als het duidelijker zou zijn wat er allemaal tot deze fractie behoort. 70% geeft aan deze fractie al goed te scheiden.

  • Ruim 82% geeft aan OPK al goed te scheiden. 9% geeft aan dit nog beter te doen als het vaker opgehaald zou worden en 9% ziet verbetering als beter bekend zou zijn wat allemaal tot deze fractie behoort.

  • Inwoners blijken het prettig te vinden om een minicontainer voor OPK aan huis te hebben, op de voet gevolgd door een minicontainer voor PMD en later GFT.

  • Voor de fracties glas en textiel geeft men aan beter te kunnen scheiden als duidelijker is waar de inzamelpunten precies staan en zodra dit er meer zijn.

  • 70% van de inwoners geeft aan tevreden te zijn met de huidige wijze van inzameling

  • Circa 50% van de respondenten geeft aan het eens te zijn met de stelling: ‘’de vervuiler betaalt’’ (40% oneens).

  • Een kleine 35% is daarbij van mening dat een tariefstelling op het restafval een goede keuze zou zijn. Hiertegenover staat 52% van de respondenten die het hiermee oneens zijn.

Ter aanvulling op de uitkomsten van de enquêtes bleek uit de verdiepingssessie tevens dat:

  • Inwoners erg veel waarde hechten aan een goede, uitgebreide en constante communicatie (over alles rondom afval en grondstoffen). Regels over hoe afval gescheiden moet worden zijn niet altijd duidelijk, waardoor inwoners moeten gokken. Ook is de vraag gesteld of communicatie niet in meerdere talen beschikbaar kan worden gemaakt.

  • Inwoners de mogelijkheid om afval weg te kunnen brengen in de wijk, op een moment naar keuze, wordt als erg prettig ervaren.

  • Inwoners de inzameling van GFT als belangrijke volgende stap zien. De wijze waarop is niet eenduidig. Minicontainers, verzamelcontainers en compostmogelijkheden worden hierbij genoemd.

  • Inwoners tevreden zijn over de inzameling van PMD. Bovendien blijkt met name binnen deze fractie behoefte te zijn aan meer duidelijkheid over wat er nu wel en niet bij het PMD mag worden aangeboden.

  • Het grootste gedeelte van de inwoners een principe van de vervuiler betaalt een interessant concept vinden, maar vrezen voor ontwijk- en dumpgedrag. Tevens worden vraagtekens gezet bij het effect op huishoudens met lage inkomens. Belangrijk om hier ook voldoende in beeld te brengen wat het handelingsperspectief zou zijn voor inwoners (het kan goedkoper worden). Door een goede keuze te maken in de hoogte van het vaste- en variabele tarief kan ervoor gezorgd worden dat ‘’de gemiddelde inwoner’’ niet duurder uit zal zijn8. Inwoners die goed scheiden zullen dan zelfs goedkoper uit zijn.

Al met al geven deze uitkomsten een inkijkje in de wijze waarop inwoners van Uithoorn en De Kwakel de inzameling van het huishoudelijk afval bezien. Het belang van de doelstellingen wordt door de respondenten onderschreven en inwoners zien daarbinnen dat de fractie GFT een groot onderdeel uitmaakt van de huidige hoeveelheid restafval.

 

De ideeën, meningen en zorgen geuit door inwoners zijn zoveel mogelijk meegenomen in het uiteindelijke geformuleerde pakket aan maatregelen, zoals beschreven in het volgende hoofdstuk.

6. Grondstoffenbeleid 2020-2025

 

Zoals uit de evaluatie blijkt, bestaat het restafval in gemeente Uithoorn nog voor een groot gedeelte uit grondstoffen die gescheiden ingezameld kunnen worden. Niet alleen worden daarmee waardevolle grondstoffen teruggewonnen, maar tegelijkertijd wordt de hoeveelheid restafval teruggedrongen. In een wereld met alsmaar schaarser wordende grondstoffen is het essentieel om zoveel mogelijk grondstoffen terug te winnen. Om de verschillende grondstoffen gescheiden in te zamelen zijn een aantal potentiele maatregelen te formuleren. Overkoepelend boven alle maatregelen zal in ieder geval een breed uitgezette communicatiecampagne noodzakelijk zijn. Communicatie is hierin altijd ondersteunend op de ingezette maatregelen.

 

Uit het participatietraject met inwoners is gebleken dat er een behoefte is aan een goede, constante en complete communicatie ten aanzien van afvalinzameling en grondstoffen. Het is voor inwoners lang niet altijd helder welk afval/grondstof tot welke fractie behoort en waar de inzamelpunten zich allemaal bevinden. Bovendien is het belangrijk om aan inwoners het belang van verbeterde afvalscheiding duidelijk te kunnen maken. Dit kan extra gestimuleerd worden middels een communicatiecampagne.

6.1 Doelstellingen Grondstoffenbeleid 2020-2025

Uithoorn heeft in de Duurzaamheidsagenda 2019-2022 en in het coalitieakkoord vastgelegd op termijn aan de landelijke doelen voor het afvalbeleid te willen voldoen. De 100 kg restafval uit de VANG-doelstellingen is niet haalbaar in 2020, maar het is wel de intentie om daar snel naartoe te groeien. Hieronder leest u in welke stappen we dat willen gaan doen:

 

Doelstelling 2023 en 2025

  • Uithoorn heeft in 2020: 54.6% afvalscheiding en 234 kg restafval per inwoner.

  • Voor 2023 streven we naar: 75% afvalscheiding en 100 kg restafval per inwoner.

  • Voor 2025 streven we naar: 80% afvalscheiding en 75 kg restafval per inwoner.

Hiermee zet de gemeente Uithoorn de ambities vanuit het VANG-beleid uit, in een voor haar realistische en haalbare tijdlijn.

 

Figuur 8: Ontwikkeling gescheiden inzameling Grondstoffenbeleid Uithoorn vanaf 2020

Dat dit reële en haalbare doelen zijn blijkt uit de jaarlijkse benchmark voor huishoudelijk afval. Gemeenten uit de vergelijkbare stedelijkheidsklasse (klasse-B) behalen een gemiddeld scheidingspercentage van 61%, waarbij de best presterende gemeenten zelfs 85% scheiding behalen. De gemeente kan door deelname aan de jaarlijkse benchmark gedurende het nieuwe grondstoffenbeleid eenvoudig toetsen (bijvoorbeeld in 2022 en 2024) of zij de gestelde doelstellingen zal realiseren.

 

Het vertrekpunt voor Uithoorn in 2020 is 54,6% afvalscheiding. Het doel voor 2023 is meer dan 75% afvalscheiding en minder dan 100 kg/inwoner. In 2025 moeten verdere stappen gezet zijn om toe te groeien richting het gestelde doel van 30kg/inwoner. Rondom de afvalbeheerskosten, zover vooruit, worden geen uitspraken gedaan omdat veel gemeenten op dit moment geconfronteerd worden met kostenstijgingen, die voor een belangrijk deel buiten de invloedsfeer van de gemeenten zelf liggen (zie voorwoord beleid voeren in onzekere tijden).

6.2 Strategie op hoofdlijnen

Voordat dieper ingegaan wordt op de te nemen stappen om deze doelstellingen te bereiken wordt de strategie op hoofdlijnen beschreven. In het vervolg van dit hoofdstuk worden deze strategieën nader uitgewerkt en toegelicht:

 

Fase 1: Invoering gescheiden GFT-inzameling aan huis.

Invoering: najaar 2021 (september).

Het restafval in Uithoorn en De Kwakel bestaat voor ruim 50% uit GFT. In het kader van de landelijke en gemeentelijke doelstellingen moet de hoeveelheid restafval drastisch verlaagd worden. Het scheiden van GFT is de enige methode waarop deze doelstellingen behaald kunnen worden. Bovendien is GFT een waardevolle grondstof, die erg goed hergebruikt kan worden. Het verbranden van GFT met het restafval is daarmee niet logisch en niet langer houdbaar. Bovendien zal de huidige ontheffing van gemeente Uithoorn voor de inzameling van GFT naar alle waarschijnlijkheid niet verlengd worden, wat deze stap noodzakelijk maakt. Dit sluit aan bij de uitkomsten van het participatietraject, waar men GFT aanwees als de fractie waarin de grootste winst behaald kan worden. Hiermee wordt tevens aangesloten op de gestelde duurzaamheidsambities van de gemeente. Ervaringen bij andere gemeenten laten zien dat het voorjaar de beste periode is om gescheiden GFT in te voeren. Men heeft nog redelijk wat groenafval, maar kan richting de winter rustig wennen aan de nieuwe inzameling. In het voorjaar als de hoeveelheid GFT sterk toeneemt is men gewend aan de nieuwe situatie.

 

Flankerend beleid: ter ondersteuning van deze maatregel is aanvullende en structurele communicatie noodzakelijk. Daarnaast wordt tegelijkertijd ingezet op de optimalisatie van de inzameling van de fractie glas en papier, deze resulteerden onder andere uit de bewonersonderzoeken.

 

Fase 2: Invoering tariefdifferentiatie om restafval verder terug te dringen.

Invoering: begin 2023 (januari).

Zodra inwoners gewend zijn aan de mogelijkheden om GFT te scheiden zullen de inzamelresultaten hiervan stabiliseren. Het duurt altijd enige maanden voordat inwoners een nieuwe wijze van inzameling eigen maken en het is dan ook zeker aannemelijk dat het zeker één jaar zal duren voordat deze stabilisatie optreedt. Inwoners hebben dan echter wel de beschikking over een uitgebreid handelingsperspectief (men kan de verschillende soorten afval en grondstoffen gescheiden aanbieden), op basis waarvan de volgende stap gezet kan worden. Dit is het moment om tariefdifferentiatie in te voeren. Per 1 januari 2023 kan dat van start gaan. Inwoners die goed scheiden, door gebruik te maken van de geboden inzamelmogelijkheden, hebben hiermee zelf de touwtjes in handen om een lagere afvalstoffenheffing te bewerkstelligen voor zichzelf. Inwoners die nog niet goed (genoeg) scheiden worden hiermee uitgedaagd om het beter te gaan doen en beter gebruik te gaan maken van de geboden mogelijkheden. De invoering van een tariefdifferentiatie is van toepassing op alle huisaansluitingen in de gemeente.

 

Flankerend beleid: ter ondersteuning van deze maatregel speelt communicatie opnieuw een belangrijke rol. Verder zal hierbij ingezet worden op de verbeterde scheiding van de fracties textiel en PMD, om de optimalisatie van huidige inzamelmiddelen te voltooien.

 

De hoogte en de samenstelling van de tarieven, horend bij de tariefdifferentiatie worden op een later moment in een separaat voorstel aan de gemeenteraad voorgelegd. Binnen deze uitwerking wordt onder andere rekening gehouden met de met geuite zorgen rondom; minima, incontinentiemateriaal, vrijstellingen en eventuele andere aandachtspunten.

6.3 Fase 1: Invoering gescheiden inzameling GFT

Gemeente Uithoorn kent geen huis-aan-huis inzameling van het GFT-afval. Hiermee wordt op een fundamentele basis afgeweken van andere gemeenten in Nederland. De inzameling van het GFT-afval, gepaard met het restafval is in de afgelopen jaren slechts mondjesmaat teruggelopen, terwijl kosten voor verbranding blijven stijgen. Van het totale aanbod restafval (225 kg/inwoner) is ruim 50% GFT, hiermee kan ruim 100kg/inwoner gescheiden ingezameld worden. Introductie van deze nieuwe inzamelroute zal plaatsvinden in stappen: eerst in de laagbouw, daarna in de hoogbouw. Deze fasering is noodzakelijk omdat met name in de hoogbouw regelmatig maatwerk geleverd zal moeten worden, wat een uniforme uitrol beperkt. Gedurende de uitrol van de eerste stap, zal gezocht worden naar de juiste invulling van de maatregelen voor de hoogbouw. Deze kunnen dan aansluitend uitgerold worden.

 

6.3.1Inzameling GFT-afval huis-aan-huis met een 3de minicontainer in de laagbouw

Door inwoners van Uithoorn en De Kwakel in staat te stellen het GFT-afval aan huis te scheiden kunnen grote stappen gezet worden ten aanzien van het milieurendement. Ook voor inwoners heeft dit voordelen. Men hoeft aanzienlijk minder vaak naar de ondergrondse container te lopen met zware zak (GFT-afval is veruit het zwaarste bestanddeel van het restafval in Uithoorn) en zal minder stankoverlast ervaren, van de zak in huis.

 

In de praktijk blijkt de huis-aan-huis inzameling met een minicontainer voor GFT een goede methode om deze fractie gescheiden in te zamelen. Gezien het grote aantal laagbouwaansluitingen kan hier op relatief korte termijn flinke winst geboekt worden. Na introductie van de maatregel zal de gescheiden inzameling van GFT in de eerste maanden flink groeien totdat er gemiddeld 40 tot 50 kg/inwoners gescheiden ingezameld wordt. Verwacht wordt dat na een jaar, tot anderhalf jaar gestage groei een rendement van circa 60 kg/inwoner behaald wordt. Let wel dit betreft de opbrengsten van de minicontainers voor de laagbouwaansluitingen in de gemeente.

 

Voorgesteld wordt om de gescheiden inzameling van GFT te starten in de maand september. In de wintermaanden is het aanbod van GFT laag en krijgen inwoners laagdrempelig de gelegenheid om te wennen aan het nieuwe systeem. Eventuele opstartproblemen kunnen dan snel opgepakt worden, waarmee de inzameling soepel verloopt zodra het, voor GFT drukke, voorjaar begint. Het is onwenselijk om de gescheiden inzameling van GFT in te voeren in de lente en zomer.

 

6.3.2Inzameling GFT-afval in de hoogbouw, met een brenglocatie

Gemeente Uithoorn beschikt daarnaast over een aanzienlijk gedeelte hoogbouw waar eveneens een inzamelmiddel gerealiseerd zal moeten worden. Dit vergt echter meer tijd, aangezien hiervoor per complex gezocht zal moeten worden naar een juiste invulling en locatie voor het inzamelmiddel. Hiermee kan nog eens ruim 10 kg/inwoner GFT gescheiden worden ingezameld, waarmee in totaal ruim 70 kg/inwoners GFT meer ingezameld kan worden dan in de huidige systematiek.

 

6.3.3Opbrengst gescheiden GFT

Invoering van een gescheiden inzameling voor GFT (zowel in laag- als hoogbouw) heeft grote gevolgen voor het milieurendement in de gemeente, hiermee wordt relatief simpel een toename van 8% (laagbouw) tot 10% (laag- en hoogbouw) van het scheidingspercentage behaald. De gemeente doet hiermee in één klap weer mee met vergelijkbare gemeenten in Nederland. Bovendien betreft de introductie van een gehele nieuwe inzamelroute een groeimodel. Dat geldt voor zowel de laag- als de hoogbouw. De inzamelcijfers zullen gestaag blijven oplopen totdat uiteindelijk aangesloten zal worden op de gemiddelde voor vergelijkbare gemeenten (circa 85 kg/inwoner, per jaar). Dit resultaat zal gedurende de tweede fase (tariefdifferentiatie) behaald worden.

 

6.3.4Draagvlak GFT-inzameling/ 3de minicontainer in de laagbouw

De gescheiden inzameling van GFT in de laagbouw heeft ingrijpende gevolgen voor inwoners. Er komt namelijk een 3de minicontainer aan huis. Uit het participatietraject blijkt echter dat GFT-inzameling met een minicontainer, ondanks het ruimtebezwaar, als beste methode ter verbetering van het GFT scheiden wordt gezien. De invoering van een nieuw inzamelsysteem kent echter altijd weerstand. Gedurende de eerste maanden van de invoering zullen inwoners kritischer zijn en zal er weerstand ontstaan, onder andere met het oog op de gevraagde ruimte. Door goede communicatie en waar nodig meer toelichting in de vorm van een Afvalcoach kan deze weerstand verminderd worden. Uit ervaringen bij andere gemeenten blijkt de weerstand na enkele maanden snel terug te lopen. Men raakt gewend aan de nieuwe situatie en gaat de voordelen inzien (minder vaak en met minder zware zakken naar de ondergrondse container). Eventueel kan overwogen worden om inwoners de keuze tussen een kleine (140 ltr.) en grote (240 ltr.) minicontainer te bieden. Uit ervaring bij andere gemeenten blijkt dat de meeste inwoners uiteindelijk toch over zal willen schakelen naar een grote container, gezien de hoeveelheid GFT dat vrijkomt. Daarbovenop blijkt deze keuzemogelijkheid voor veel extra administratieve handelingen en onduidelijkheid bij inwoners te zorgen.

 

6.3.5Kosten inrichten nieuwe inzamelroute

Om GFT gescheiden in te gaan zamelen, moet een nieuwe inzamelroute worden ingericht. Dat betekent dat er structureel meer kosten moeten worden gemaakt. Deze kosten worden niet geheel gedekt door de afname van de verwerkingskosten van het restafval. In de afgelopen jaren heeft de afwezigheid van de gescheiden GFT inzameling de hoogte van de afvalbeheerskosten in Uithoorn gedrukt, waarmee een lager dan gemiddeld tarief wordt geheven. Ook een goede introductie onder de inwoners van Uithoorn en De Kwakel is essentieel om weerstand te voorkomen. Afhankelijk van de gekozen fasering van de invoering van gescheiden GFT- inzameling (eerst laagbouw, later hoogbouw) kunnen deze kosten verdeeld worden over het jaar 2021, of gedeeltelijk eventueel in 2022 plaatsvinden.

 

Inzamel- en verwerkingskosten GFT

De inzameling van de aangeboden inzamelmiddelen voor GFT zal een extra kostenpost op de afvalstoffenbegroting opleveren, het wordt immers nu nog niet gedaan. Bij vergelijkbare gemeenten bedragen deze kosten circa € 16,- per huishouden (kosten voor 26 maal ledigen van de minicontainer). Recent heeft gemeente Ouder-Amstel een gescheiden inzameling voor GFT uitgerold. De kosten voor inzameling daar, liggen aanzienlijk hoger op € 27,84 per huishouden. In de scenario’s voor Uithoorn wordt met dit hoge tarief gerekend om tegenvallers te voorkomen. Rekening houdend met alle hiermee gepaard gaande ontwikkelingen en kosten (inzamel – en verwerkingskosten, toezicht, handhaving, ambtelijke ondersteuning, etc.) resulteert een gescheiden inzameling van GFT uiteindelijk in een stijging van de structurele afvalbeheerskosten van ongeveer € 30 per aansluiting. Deze stijging zal doorgevoerd moeten worden op de Afvalstoffenheffing.

 

Ondanks dat met de invoering van de gescheiden GFT-inzameling de kosten in eerste instantie zullen stijgen zorgt dit ervoor dat de kosten in de toekomst lager gehouden kunnen worden. Onder invloed van met name de verbrandingsbelasting en de visie van het Rijk ten aanzien van de vermindering van het restafval zullen de kosten voor verwerking van restafval in de toekomst alsmaar blijven stijgen. Gezien de omvang van het GFT in het restafval en het totale restafval in Uithoorn zal dit verstrekkende gevolgen hebben voor de kosten van afvalverwerking in de toekomst. In het figuur op de volgende pagina wordt dat inzichtelijk gemaakt.

 

Figuur 9: Inzicht in verwerkingskosten gemeente Uithoorn vanaf 2020

* Geschetst beeld gaat uit van lichte stijging van de verbrandingsbelasting richting 2022 en van het ‘’hoog tarief’’ voor de verwerking 9van GFT.

 

Investeringen

Om op de juiste wijze GFT gescheiden in te kunnen zamelen zijn inzamelmiddelen nodig. De kosten voor de aanschaf en uitzet van deze middelen zijn goed in beeld wat betreft de laagbouw. Wat betreft de hoogbouw zijn deze kosten afhankelijk van een aantal afwegingen die gemaakt moeten worden. In de uitwerking van de scenario’s wordt uitgegaan van een aantal verzamellocaties, vergelijkbaar aan die voor PMD en OPK en de realisatie van een nette cocon voor minicontainers. Al met al resulteert dit in een investering van circa € 430.000,-, waarbij de investering over de inzamelmiddelen in 15 jaar wordt afgeschreven. In lijn met dit afschrijvingstermijn bedragen de kapitaallasten van deze investering jaarlijks ongeveer € 3,- per huishouden.

 

6.3.6Aanvullende maatregelen ten behoeve van betere GFT-scheiding: aanrechtbakjes en compostbakken

Bij de invoering van de gescheiden inzameling van GFT in Uithoorn wordt een erg grote stap gezet, maar hiermee is nog lang niet al het GFT uit het restafval Ook bij gemeenten die reeds beschikken over een gescheiden inzameling van GFT bestaat vaak nog 25 tot 30% van het restafval uit GFT. Om de scheiding van GFT nog verder te verbeteren kan ook gedacht worden aan het verstrekken van keukenemmertjes. Inwoners krijgen hierbij een klein inzamelmiddel (5 of 7 liter) voor gebruik in de keuken. Met name in de hoogbouw zal het voor inwoners namelijk altijd extra moeite blijven om het GFT naar het aangewezen verzamelpunt te brengen. Die drempel kan hiermee verlaagd worden. Verder zal het in de komende jaren zo blijken dat er onbewust nog regelmatig GFT resten (en dan met name etensresten) bij het restafval verdwijnen. Een aanrechtbakje kan daarbij nu al helpen en kan op jaarbasis nog eens 5 tot 7 kg/inwoner extra GFT betekenen. De gemeente kan inwoners vrijblijvend de mogelijkheid geven om gebruik te maken van aanrechtbakjes. Ervaringen bij andere gemeenten tonen aan dat circa de helft van de inwoners hier gebruik van maakt. Aangeraden wordt om dit tegelijkertijd met de gescheiden inzameling aan huis vrijwillig aan te bieden. Hiermee kunnen inwoners maximaal gestimuleerd en gefaciliteerd worden om het GFT goed scheiden.

 

Ook andere methoden, zoals compostbakken of wormenhotels bieden mogelijkheden om GFT uit het restafval te krijgen. Uit het participatietraject bleek al dat enkele inwoners in Uithoorn en De Kwakel hier zelfs al gebruik van maken. Hoewel deze grondstoffen dan niet ingezameld worden in de gemeentelijke inzameling, worden ze wel op een circulaire wijze hergebruikt en wordt het restafval tegelijkertijd verminderd. De gemeente kan het gebruik hiervan, in de aanschaf, ondersteunen door daar jaarlijks een vast bedrag voor op te nemen waar inwoners gebruik van kunnen maken. Uit ervaringen bij andere gemeenten blijkt dat voornamelijk erg actieve inwoners betreft en dat dit aantal relatief beperkt is. Echter geeft het een goede service richting inwoners. Aangeraden wordt om dit eveneens op vrijwillige basis beschikbaar te stellen.

 

De kosten voor de inzet van aanrechtbakjes, naar schatting circa € 95.000,- wordt hierbij als separate investering gezien en is niet meegenomen in de scenarioberekeningen.

 

6.3.7Flankerende maatregelen fase 1

Communicatie en campagne(s)

Uit het participatietraject met inwoners is gebleken dat er een behoefte is aan een goede, constante en complete communicatie ten aanzien van afvalinzameling en grondstoffen. Het is voor inwoners lang niet altijd duidelijk welk afval/grondstof tot welke fractie behoort en waar de inzamelpunten zich allemaal bevinden. Hiervoor is structurele communicatie noodzakelijk. Verbeterde afvalscheiding vergt een gedragsverandering bij inwoners. Gedragsverandering is heel moeilijk te realiseren. Zeker als het een wens is van de overheid. Daarom is het zeer belangrijk om inwoners te overtuigen dat gedragsverandering noodzakelijk is. Zodat een vrijwillige gedragsverandering ontstaat. Afval inzamelen en het afval scheiden heeft alles met gedrag te maken. En gedragsverandering kan alleen bereikt worden mits hier structureel aandacht aan geschonken wordt. Het is ontzettend belangrijk om het belang van verbeterde afvalscheiding duidelijk te kunnen maken aan inwoners. Door inwoners te voorzien van heldere en complete scheidingsregels en ervoor te zorgen dat het voor inwoners in één oogopslag helder is waar alle inzamelpunten zich bevinden zal de gescheiden inzameling verbeteren. Hiervoor zal ook gekeken moeten worden naar nieuwe vormen van communicatie, de huidige kanalen bereiken blijkbaar niet alle inwoners. Een Afvalkrant is hiervoor een goede eerste stap. Dit beeld kan extra gestimuleerd worden middels een communicatiecampagne.

 

Een zinvolle start van een communicatiecampagne ten behoeve van afvalscheiding en grondstoffen kan de zogenaamde 100-100-100 proef zijn. Hierbij worden (100) vrijwilligers in de gemeente geworven die 100 dagen lang het restafval voor 100% proberen te scheiden. Vele gemeenten hebben deze proef inmiddels gedaan, zie https://www.100-100-100.nl/. De resultaten zijn indrukwekkend. Het lukt de deelnemers gemiddeld om 87% restafval beter te scheiden. Zij laten daarmee zien dat afval scheiden, zonder al te veel moeite, goed kan. Het mooie van de proef is de positieve uitstraling en de publiciteit die eromheen georganiseerd kan worden. De proef brengt het afval scheiden 100 dagen lang onder de aandacht van de gemeente, en onderdrukt de negatieve berichten die vaak opkomen bij een scherper afvalbeleid. Door het aanbieden van het concept van 100-100-100, blijft de eigen investering in geld zeer beperkt. Wel moet tijdens de uitvoering tijd gestoken worden in de communicatie, begeleiding en het beheer. Met de organisatie van de campagne neem je de wensen door voor het platform dat zij ervoor inrichten, en sluit je een servicecontract af.

 

Figuur 10: De 100-100-100 proef is een positieve start voor een communicatiecampagne, zie www-100-100-100.nl

 

Binnen de afdeling communicatie is naar inschatting ca. 8 uur/week capaciteit nodig voor het uitvoeren van structurele communicatie over afvalscheiding en het begeleiden van de invoering van de voorgenomen maatregelen. Binnen de huidige bezetting en mogelijkheden van de afdeling kan dit niet opgepakt worden. Hiervoor zal aanvullend budget vrijgemaakt moeten worden. Binnen de scenario berekeningen wordt om deze reden voorzien in aanvullend communicatiebudget. Op jaarbasis wordt hiervoor € 20.000,- uitgetrokken en eenmalig nog eens € 30.000,- om goed te kunnen communiceren over grote aanstaande wijzigingen in de wijze van inzamelen.

 

Het aansluiten bij een communicatiecampagne zoals het 100-100-100 concept, of vergelijkbare campagnes, valt buiten de reguliere werkzaamheden van de afdeling communicatie en daarvoor zal extra geld of capaciteit vrijgemaakt moeten worden. Dat maakt géén onderdeel uit van de maatregelen uit dit rapport en wordt ook niet binnen het pakket van maatregelen meegefinancierd.

 

Optimalisatie inzameling Glas

De hoeveelheid gescheiden ingezameld verpakkingenglas is in 2019 teruggelopen t.o.v. 2018. In 2018 werd 20,3 kg/inwoner gescheiden ingezameld, in 2019 bedroeg dit nog 18,6 kg/inwoner een afname van 1,7 kg/inwoner. Vergelijkbare gemeenten scoren gemiddeld gezien beter met circa 21 kg/inwoner. Op basis van de sorteeranalyse blijkt er nog zo’n 6 kg/inwoner glas in het restafval terecht te komen. Dat is landelijk gezien aan de hoge kant. Uit het participatietraject bleek tevens dat er vraag is naar extra inzamelpunten en duidelijkheid over waar deze inzamelpunten staan.

 

Binnen een beschikbaar gestelde subsidie vanuit NEDVANG is hierop in 2020 een voorschot genomen en zijn 3 ondergrondse containers voor glas in bestelling geplaatst. Deze worden op strategische locaties geplaatst, waarmee de totale beschikbare capaciteit in Uithoorn vergroot wordt. Samen met extra communicatie, waarvoor nu nog niet in voorzien is, heeft dit een positief effect op de hoeveelheid ingezameld glas.

 

Optie: Toegangscontrole

In de huidige situatie zijn de ondergrondse voorzieningen voor gf/restafval niet voorzien van toegangscontrole. Daarmee staat het voor iedereen (inwoner van Uithoorn, of niet) vrij om afval aan te bieden in de containers. Ook bedrijven kunnen op dit moment dus oneigenlijk gebruik maken van de voorzieningen.

 

Door deze voorzieningen te voorzien van toegangscontrole door middel van passen wordt afvaltoerisme en misbruik van de voorzieningen verminderd. Met een positief effect op het aanbod van restafval. Hiermee wordt op de korte termijn al snel een kleine winst (naar schatting een paar kilo per inwoner) geboekt. Binnen een systeem van tariefdifferentiatie (fase 2) is de investering in toegangscontrole noodzakelijk voor het genereren van de juiste belasting- en betalingsgegevens. Middels dit flankerend beleid kan hierop al voorgesorteerd worden. In de uitwerking van de scenario’s wordt hier vooralsnog niet vanuit gegaan.

 

6.3.8Effect op scheidingspercentage en restafval

Het gescheiden inzamelen van het GFT heeft een sterk effect op de hoeveelheid restafval en het scheidingspercentage. Zodra inwoners gebruik gaan maken van de geboden mogelijkheden zullen ze zien dat het restafval explosief afneemt en dat ze veel minder vaak dan nu het geval is naar de ondergrondse containers hoeven te lopen. Uitgaande van de uitrol van gescheiden inzameling in zowel de laag- als de hoogbouw worden de volgende effecten verwacht:

 

GFT: 70 kg/inw meer GFT-afval door gescheiden inzameling

OPK: 1 kg/inw meer OPK door meer communicatie

Glas: 1 kg/inw meer Glas door extra inzamelpunten en meer communicatie

PMD: 1 kg/inw meer PMD door extra communicatie

 

Restafval: Circa 70 tot 75 kg/inw minder restafval

 

De verwachting is dat de invoering van gescheiden inzameling van GFT zal leiden tot circa 75 kg/inw minder restafval, ten gunste van meer grondstoffen, zoals hierboven aangegeven. Hiermee wordt een scheidingspercentage van 66% tot 67% behaald. Een flinke verbetering ten opzichte van de 54,6% in de huidige situatie. Om deze wijze van inzameling mogelijk te maken wordt een investering van circa € 430.000,- gevraagd en nemen de structurele lasten toe met ongeveer € 30,- per huishouden per jaar.

6.4 Fase 2: Terugdringen hoeveelheid restafval met een prijsprikkel

De huidige wijze van tariefstelling in Uithoorn maakt gebruik van een tariefdifferentiatie op basis van de samenstelling van het huishouden. Er worden verschillende tarieven gehanteerd op basis van de grootte van een huishouden. Het verschil tussen deze tarieven is circa € 45,- per jaar (1-persoons huishoudens € 233,36 en meerpersoonshuishoudens € 278,50).

 

Om inwoners aan te zetten tot een betere scheiding, en daarmee een vermindering van het restafval, worden een aantal strengere vormen van tariefdifferentiatie overwogen. Idee achter iedere vorm van de differentiatie is het principe van de ‘’de vervuiler betaalt’’. Hoe minder restafval aangeboden wordt, hoe minder men betaalt. Hoe meer restafval aangeboden wordt des te meer de aanbieder daar (in verhouding) voor betaalt. Een tariefdifferentiatie is daarmee een middel om in te grijpen op het aanbod van restafval. Er worden geen tarieven of beperkingen voor andere fracties opgelegd, die moeten juist zoveel mogelijk gescheiden worden aangeleverd.

 

De introductie van een dergelijk gedifferentieerd tariefsysteem dient goed voorbereid te worden. Het op orde brengen van de registratiesystematiek, als ook de interne processen en systemen (denk bijvoorbeeld aan belastingen) dient zorgvuldig te gebeuren. Bovendien moet de hoogte van de tarieven, in welke vorm dan ook, goed doordacht en toekomstbestendig genomen worden. Tenslotte is het van belang om de basis op orde te hebben, voorafgaand aan de invoering van tariefdifferentiatie, zodat inwoners ook echt goed kunnen scheiden.

 

De mogelijkheden om grondstoffen goed gescheiden aan te kunnen bieden moeten voldoende zijn om inwoners ook daadwerkelijk in staat te stellen het gedrag te verbeteren. Wordt men namelijk niet gefaciliteerd om het afval beter te scheiden en hun voordeel te doen met tariefdifferentiatie, dan stimuleert dit niet tot betere scheiding en stimuleert het mogelijk zelfs dumpingen. Het bieden van het juiste en voldoende handelingsperspectief is daarmee essentieel voor de succesvolle invoering van tariefdifferentiatie. Met het oog dit handelingsperspectief is de gescheiden inzameling van GFT een onlosmakelijke eerste stap in de introductie van een tariefdifferentiatie. Zonder deze stap en het bijkomende handelingsperspectief zal een tariefdifferentiatie slecht beperkt effectief blijken.

 

6.4.1Kosten invoering tariefdifferentiatie

Investeringen

De invoering van tariefdifferentiatie vergt met name een investering in de huidige inzamelmiddelen en systeeminrichting. De benodigde investering om tariefdifferentiatie te integreren in alle systemen van gemeente Uithoorn bedraagt circa € 530.000,-, waarbij de investering over alle aanpassingen in de inzamelmiddelen en systemen in een termijn van 5 jaar wordt afgeschreven. Hierin zitten ook de kosten voor intensievere begeleiding, ambtelijke ondersteuning en additionele handhaving gedurende het eerste half jaar na de invoering. Dit resulteert in kapitaallasten van ongeveer € 9,00 per huishouden, per jaar (voor 5 jaar).

 

Structurele kosten

Verder levert een tariefdifferentiatie in de structurele kosten een directe besparing op in vermeden inzamel- en verwerkingskosten. De structurele lasten op de afvalstoffenbegroting zullen onder invloed van tariefdifferentiatie dan ook afnemen met circa € 7,- per huishouden. Binnen deze structurele kosten wordt onder andere ook voorzien in verdere ambtelijke ondersteuning vanaf 2024. Mocht dit niet nodig blijken dan zal de afname van de afvalbeheerskosten lager uitvallen. In dat geval is de invoering kostenneutraal.

6.4.2Invoering in Uithoorn: Tariefdifferentiatie op basis van frequentie van aanbieden

Passend bij de wijze van inzamelen in De Kwakel en Uithoorn wordt een tariefdifferentiatie variant op basis van frequentie van aanbieden geadviseerd. Binnen deze vorm van tariefdifferentiatie wordt het betalen van de afvalstoffenheffing op basis van de omvang van het huishouden losgelaten. In plaats daarvan gaat ingegrepen worden op het aantal keren, de frequentie, waarin men restafval aanbiedt. Daarmee kan het aanbod van restafval verder worden teruggebracht, zonder al te grote investeringen.

 

In de praktijk

Voor het grootste gedeelte van de inwoners van Uithoorn en De Kwakel houdt dat in dat er per keer dat zij gebruik maken van de ondergrondse container een registratie plaatsvindt. Hiermee wordt bijgehouden hoe vaak iedere pas gebruikt wordt. Op basis van dat gebruik wordt vervolgens afgerekend. Hiervoor moeten de ondergrondse containers in de gemeente uitgerust moeten worden met een zogenaamd toegangscontrolesysteem. Het effect van een dergelijke maatregel op het aanbiedgedrag van restafval is bij vergelijkbare gemeenten goed. Men denkt beter na wat bij het restafval gegooid wordt, aangezien men hier anders meer voor gaat betalen. Verder zal het aantal stortingen door bedrijven en niet-inwoners van Uithoorn hiermee sterk verminderd worden (volgend uit toegangscontrole). Tenslotte zorgt dit ervoor dat inwoners vooral volle zakken aan zullen bieden, hiermee worden de inzamelmiddelen volop benut en worden bij het inzamelen voornamelijk volle containers geleegd. De grootste effecten van een dergelijke maatregel zullen merkbaar zijn voor PMD (veel volume) en GFT-afval (veel in volume en gewicht).

 

Tariefstelling

De tariefstelling, horend bij een dergelijke differentiatie op frequentie kan op verschillende manieren worden vormgegeven, bijvoorbeeld met:

  • -

    Een vast ledigingstarief.

    Inwoners betalen per aanbieding een vast tarief. Dat bedrag wordt bepaald op basis van een realistisch aanbiedgedrag. Bijvoorbeeld uitgaande van 1x 60 liter per week. Maakt men 52 keer (gelijk aan 1x week) gebruik van de container dan betaalt men grofweg hetzelfde bedrag als nu. Maakt men vaker gebruik dan betaalt men meer, en bij minder gebruik nemen de kosten in verhouding ook af.

  • -

    Een progressief tarief.

    Inwoners betalen in verhouding per lediging steeds meer, naarmate ze vaker gebruik maken van de container. Bijvoorbeeld per 10 aanbiedingen neemt het tarief toe. Dus voor 1-10 aanbiedingen betaalt men € 1,- per aanbieding. Bij 11-20 aanbiedingen betaalt men € 1,50 per aanbieding, etc.

Voor de inwoners van de lintbebouwing heeft dit eveneens gevolgen. Uitgangspunt hierbij kan zijn dat een aanbod van 1x2 weken om en nabij de status-quo handhaaft en dat men bij minder frequent aanbieden geld kan besparen. Deze maatregel kan op termijn simpel gecombineerd worden met het verlagen van de inzamelfrequentie van deze minicontainers naar 1x per 3 of 1x per 4 weken. Hiermee wordt ook meteen bespaard op de inzamelkosten voor de lintbebouwing, alhoewel deze besparing gering is.

 

Gezien het startpunt van de gemeente Uithoorn en de ontwikkelingen volgend uit fase 1 wordt voorgesteld om rekening te houden met een laag variabel tarief bij de invoering. Dit heeft twee voordelen:

  • 1.

    Inwoners krijgen de gelegenheid om te wennen aan de nieuwe systematiek. Waarbij men niet onmiddellijk hard gestraft wordt bij veelvuldig aanbieden, maar wel de meerwaarde inziet van het verminderen van het aanbod. En,

  • 2.

    Gemeente Uithoorn behoudt hiermee de mogelijkheid om op een later moment het tarief aan te passen bij de situatie op dat moment. Mocht na enige tijd blijken dat deze prikkel onvoldoende effect sorteert om te komen tot de gewenste resultaten, dan is de mogelijkheid tot verhogen van het variabel tarief nog mogelijk. Hiermee behoudt men beleidsmatig richting de toekomst meer flexibiliteit.

Invoering en vaststellen tarieven

Het is noodzakelijk, met het oog op de voorbereidingen en gestelde doelen, om de keuze voor deze vorm van tariefdifferentiatie op dit moment al te maken. Gezien alle onzekerheden die momenteel spelen is het echter onmogelijk om al te spreken over de hoogte van de bijbehorende tarieven. Ook de effecten van de gescheiden GFT-inzameling en de overige fracties spelen een belangrijke rol in het bepalen van deze tarieven. Zodra het besluit genomen is om over te gaan tot deze wijze van tariefdifferentiatie kan de prijsstelling nader uitgewerkt worden. Hierbij dienen de volgende uitgangspunten/overwegingen meegewogen te worden: vrijstellingen voor gezinnen met lage inkomens, compensatie voor inwoners met incontinentiemateriaal, dumpingen, etc. Na de gewenningsperiode voor het gescheiden inzamelen van het GFT (zomer 2022) kunnen de tarieven bepaald worden. In januari 2023 kan vervolgens gestart worden met tariefdifferentiatie. De lijn van een dalende hoeveelheid restafval en stijgend scheidingspercentage, volgens uit fase 1, wordt dan doorgezet.

 

6.4.3Draagvlak tariefdifferentiatie

Wat betreft draagvlak voor een prijsprikkel op restafval zijn de meningen van inwoners vrijwel gelijk verdeeld, zo blijkt uit het participatietraject. Inwoners die niet direct voor een tarief op het aanbieden van restafval zijn, uitten voornamelijk zorgen en bezwaren over een te verwachten toename van zwerfafval en afvaldumpingen. Zij zijn dus vooral bang voor de effecten die dit systeem met zich meebrengt, niet zozeer tegen het systeem zelf. Voor deze verwachte effecten vanuit de samenleving moet voldoende aandacht zijn, als voor dit systeem wordt gekozen.

 

6.4.4Effect van tariefdifferentiatie op scheidingspercentage en restafval

Het invoeren van een betalingssysteem voor het restafval heeft effect op het aanbod en de inzameling van restafval en de verschillende grondstoffen. Zodra inwoners moeten betalen voor hun restafval zullen zij de grondstof stromen zo goed mogelijk gescheiden aan willen bieden om daarmee de hoeveelheid restafval te verminderen. Hiermee worden de uiteindelijke kosten voor de afvalinzameling voor sommige inwoners lager dan nu. Het effect op de gescheiden inzameling van de verschillende grondstoffen is bij invoering al direct merkbaar. Op basis van ervaringen bij andere gemeenten kan het volgende verwacht worden:

 

GFT: 20 tot 25 kg/inw meer GFT-afval en minder restafval voor de gehele gemeente.

OPK: 10 kg/inw meer OPK en minder restafval voor de gehele gemeente.

Glas: 3 kg/inw meer Glas en minder restafval voor de gehele gemeente.

PMD: 6 kg/inw meer PMD, en minder restafval voor de gehele gemeente.

Textiel: 1 kg/inw meer textiel (een bescheiden effect)

 

De verwachting is dat de invoering van tariefdifferentiatie direct zal leiden tot circa 45 kg/inw minder restafval, ten gunste van meer grondstoffen, zoals hierboven aangegeven. Daarbovenop komt nog een algehele daling van de totaal hoeveelheid aangeboden restafval. Binnen een jaar na invoering van tariefdifferentiatie blijkt bij andere gemeenten het totaal aangeboden restafval nog verder te dalen, resulterend in een totale afname van circa 65 kg/inw van het restafval in fase 2. Dit omdat inwoners actiever gaan proberen het ontstaan van restafval te voorkomen (bijvoorbeeld circulaire producten aanschaffen). Deze ontwikkeling gaat gepaard met een investering van circa € 530.000,- en een structurele lastenverlaging van circa € 7,- per huishouden, per jaar. Met de invoering van tariefdifferentiatie kan de dalende lijn (wat betreft het aanbod van restafval) behaald in fase 1 doorgezet worden. Dit is een essentiële tweede stap op weg naar de gestelde doelen voor 2025 en daarna.

 

6.4.5Beperking negatieve effecten door handhaving en extra communicatie

Inwoners vrezen de effecten van tariefdifferentiatie op afvaldump en zwerfafval. De gemeenten dient zelf te waken over behoud van de kwaliteit van de grondstoffen, en dus te voorkomen dat restafval bij de grondstoffen beland. Hiervoor dient de gemeente zeker op het moment van invoering en mogelijk nog enkele jaren daarna te handhaven op deze aspecten en in te grijpen waar nodig. Middels communicatie kunnen de ongewenste voorbeelden en handhaving daarop ook zichtbaar worden gemaakt. Om de invoering van tariefdifferentiatie soepel te laten verlopen is in de berekeningen rekening gehouden met de aanvullende inzet van een beleidsmedewerker en aanvullende handhaving. Hiermee kunnen inwoners geholpen worden bij vragen en kan snel geschakeld worden om eventuele acties spoedig op te pakken. Dit is niet haalbaar binnen de huidige beschikbare capaciteit. De kosten zijn in de berekeningen meegenomen. Middels dit aanvullende budget en een geïntensiveerde inzet van de reeds begrootte mogelijkheden kan voorzien worden in een adequate en intensievere handhaving op dumpingen en zwerfafval.

 

6.4.6Flankerende maatregelen fase 2

Communicatie

Verbeterde afvalscheiding vergt een gedragsverandering bij inwoners. En gedragsverandering kan alleen

bereikt worden mits hier structureel aandacht aan geschonken wordt. In het kader van de in te voeren prijsprikkel is het essentieel om gebruik te maken van communicatieve uitingen. Inwoners moeten helder hebben wat voor handelingsperspectief ze hebben. Door informatie te verschaffen over de optimalisatie van afvalscheiding en duidelijk aan te geven waar de verschillende inzamelmiddelen staan wordt het voor inwoners eenvoudiger om grondstoffen beter te scheiden. Hiervoor kan opnieuw gebruikt gemaakt worden van een Afvalkrant. Net als de communicatie bij de invoering van gescheiden GFT-inzameling vergt dit capaciteit binnen de afdeling en dient hiervoor budget beschikbaar te worden gesteld. Hiervoor wordt eenmalig een bedrag van €30.000,- gereserveerd en wordt jaarlijks nog eens €20.000,- uitgetrokken voor structurele communicatie.

 

Optimalisatie inzameling Textiel

De hoeveelheid gescheiden ingezameld textiel is in 2019 gestegen ten opzichte van 2018. 3,5 om 3,2 kg/inwoner. Hiermee is de trend van de afgelopen jaren voortgezet, waarin jaarlijks steeds meer textiel ingezameld wordt. Ten opzichte van vergelijkbare gemeenten blijft Uithoorn echter nog wel achter, in deze gemeenten wordt gemiddeld 5,1 kg/inwoner gescheiden textiel ingezameld. Ook hier blijkt dat inwoners aangeven dat meer inzamelpunten gewenst zijn. Met de realisatie van meer inzamelpunten kan hiermee een kleine winst geboekt worden van circa 1 tot 1,5 kg/inwoner.

 

Optie: Invoering BEST-tas en stimulans Kringloopactiviteiten

Ook de promotie van Stichting Ceres en het verstrekken van een zogenaamde BEST-tas kan bijdragen aan een betere scheiding van textiel. De BEST-Tas is een initiatief waarbij men twee keer per jaar Boeken, Elektronica, Speelgoed en Textiel aan kan bieden. De resultaten bij andere gemeenten tonen aan dat hiermee jaarlijks circa 6 kg/inwoner extra gescheiden ingezameld kan worden, waarvan circa 40% textiel is. Hiermee kan jaarlijks ruim 2 kg/inwoners extra textiel ingezameld worden. Dit betreft een optie die aangewend zou kunnen worden, mochten de resultaten achter blijven, hierin wordt vooralsnog niet voorzien.

 

Optimalisatie inzameling PMD

De afgelopen jaren is flink ingezet op een verbetering van de gescheiden inzameling van PMD. In 2019 zijn hiervoor de laatste verzamelvoorzieningen bij de hoogbouw gerealiseerd en is de hoeveelheid ingezameld PMD verder gestegen van 20,1 kg/inwoner in 2018 tot 22,5 kg/inwoner in 2019. Hiermee doet Uithoorn het zelfs al iets beter dan vergelijkbare gemeenten uit de benchmark (gem. 21 kg/inwoner). Verdere investering in de inzamelmiddelen voor deze fractie is dan ook niet noodzakelijk. Wel kan door middel van extra communicatie het inzamelresultaat nog verder verbeterd worden. Uit het participatietraject is al gebleken dat met name kennis over wat er binnen deze fractie aangeboden kan worden kan leidden tot een betere scheiding en meer aanbod.

 

De flankerende maatregel die hierboven beschreven zijn (met uitzondering van de communicatie rondom tariefdifferentiatie) kunnen eventueel ook al gedurende fase 1 ingevoerd worden.

6.5 Samenvatting en conclusie van de voorgestelde maatregelen

In dit hoofdstuk zijn de maatregelen voor het nieuwe grondstoffenbeleid besproken en doorgerekend. Samenvattend kan de volgende tabel worden opgesteld van het complete voorstel. Hieraan wordt opnieuw gerefereerd aan de eerder geïntroduceerde afvaldriehoek (balans tussen Milieurendement – Service en Kosten).

 

In de onderstaande figuren worden de effecten van de twee beschreven fasen, als ook van de te nemen flankerende maatregelen aan de hand van de afvaldriehoek inzichtelijk gemaakt. Hiermee wordt het totale effect van de te nemen maatregelen inzichtelijk. Op financieel vlak is gerekend met de minst gunstige scenario’s voor gemeente Uithoorn om tegenvallers te voorkomen.

 

Figuur 11: Voorstel voor de te nemen maatregelen (effect t.o.v. geen maatregelen)

Maatregel

Effect Milieurendement

Effect Kosten

Effect Service

Scheidings%

Restafval

Huidige situatie

54,6%

234 kg/inw

X

X

Fase 1: Invoeren gescheiden inzameling GFT*

+12%

= 67%

- 70 tot75 kg/inw

= 160 kg/inw.

+ 31 €/jaar

+ € 430.000,-

-/+

Fase 2: Invoeren tariefdifferentiatie**

+13%

= 80%

- 65 kg/inw

= 95 kg/inw

- 7 €/jaar

+ € 530.000,-

-

Totaal***

+ 25%

= 80% scheiding

- 139kg/inw

= 95 kg/inw.

+ 24 €/jaar

+ € 960.000,-

-/+

* Dit betreft de realisatie van gescheiden inzameling in laag- en hoogbouw, met uitvoering van flankerende maatregelen.

** Dit betreft invoering van tariefdifferentiatie onder de beschreven omstandigheden, met handelingsperspectief voor inwoners.

*** Dit betreft het effect van de maatregelen na uitvoering en verloop van de gewenningsperiode. Binnen huidige planning betreft dit de situatie 2023-2024.

 

Figuur 12: Gefaseerde ontwikkeling Grondstoffenbeleid Uithoorn 2020-2025

 

 

Uit de tabel en het overzicht volgt dat de maatregelen zullen leiden tot circa 80% scheidingsrendement en 95 kg/inw restafval. Om de doelstelling in 2023 (75% scheidingspercentage) te halen zijn de inwoners van Uithoorn aan zet. Het gedrag van inwoners is onvoorspelbaar, maar met de voorgestelde communicatieve maatregelen en de eventuele inzet van een afvalcoach mag ervan worden uitgegaan dat er een voldoende positief effect zal zijn.

Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van Uithoorn van 28 januari 2021, nr. P 5

de griffier,

dhr. mr. J.H. van Leeuwen

de voorzitter,

dhr. P.J. Heiliegers

Bijlage 1. Het landelijke beleid

 

Nederlands afvalbeleid

De Europese afvalwetgeving is geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving in de vorm van de Wet milieubeheer (Wm) en het Landelijk afvalbeheerplan (LAP3). De Wet milieubeheer verplicht de gemeenten zorg te dragen voor afvalinzameling en -verwijdering voor huishoudens. Deze zorgplicht kent zijn oorsprong in het beschermen van de volksgezondheid.

 

Gemeenten hebben de plicht om het huishoudelijk restafval en het (gescheiden aangeboden) GFT-afval bij elk perceel in te zamelen. Ook zijn zij verplicht papier en karton, kunststof verpakkingsafval, glas, textiel, klein chemisch afval, elektr(on)ische apparaten en asbesthoudend afval, gescheiden in te zamelen. Voor grof huishoudelijk afval geldt een plicht tot inzameling bij elk perceel en dient de gemeente te beschikken over een afvalbrengpunt. Al deze verplichtingen zijn vastgelegd in de Wet milieubeheer.

 

LAP 3

Hoe we in Nederland met ons afval omgaan wordt vastgelegd in het Landelijk Afvalbeheerplan (LAP). LAP3, het derde Landelijk Afvalbeheerplan, heeft een looptijd van 2017 tot en met 2029. Overheden zijn wettelijk verplicht om bij al hun besluiten die het afvalbeheer raken, rekening te houden met het LAP. In LAP3 is de verwachting vastgelegd dat de hoeveelheid huishoudelijk restafval zal afnemen tot gemiddeld 30 kg/inwoner in 2025.

 

De Rijksoverheid heeft in het programma ‘Nederland Circulair in 2050’ uitgesproken dat in 2050 grondstoffen efficiënt worden ingezet en hergebruikt, zonder schadelijke emissies naar het milieu. LAP3 vervult een functie als instrument bij de transitie naar een circulaire economie. Het LAP bestaat uit een algemeen beleidskader en uit sectorplannen waarin het beleid is uitgewerkt voor verschillende afvalstromen.

 

VANG-HHA10

Om de doelen van het programma ‘Nederland Circulair in 2050’ te halen, moet het huishoudelijk afval beter worden gescheiden. De ambitie is om afval zoveel als mogelijk te voorkomen en dat wat toch wordt aangeleverd zo goed mogelijk te scheiden: minstens 75% afvalscheiding in 2020 en uiteindelijk nauwelijks tot geen restafval meer richting 2050. In het uitvoeringsprogramma VANG huishoudelijk afval is verder uitgewerkt hoe deze doelstelling wordt bereikt. Dit programma bestaat uit een breed scala aan activiteiten waarop wordt ingezet. Zowel preventie, als afvalscheiding en recycling krijgen de aandacht.

 

Fiscale vergroening

In het regeerakkoord is de ambitie uitgesproken om de vergroening van het belastingstelsel te versterken. De verhoging van de afvalstoffenbelasting is een van deze milieubelastingen. In het belastingplan voor 2019 heeft de regering besloten om per 1 januari 2019 de afvalstoffenbelasting fors te verhogen van €13,21 naar €32,12 per ton. Deze heffing wordt geheven op al het afval dat in Nederland is ontstaan en dat in Nederland of in het buitenland gestort of verbrand wordt. Op deze manier wil het kabinet dat Nederland meer grondstoffen gaat hergebruiken en minder afval gaat verbranden.

 

Producentenverantwoordelijkheden

Producentenverantwoordelijkheid heeft, aanvullend op de inzamelplicht van gemeenten, invloed op terugnameplicht van producten in het eindstadium van een product. Daardoor hebben producenten ook invloed op de invulling van het gemeentelijk beleid, met name ten aanzien van de inzameling van deze producten. De belangrijkste afspraken zijn die rondom verpakkingsmaterialen en elektrische apparaten. Het bedrijfsleven financiert de inzameling hiervan.

 

Raamovereenkomst Verpakkingen

In de raamovereenkomst Verpakkingen II (looptijd 2013-2022) staan belangrijke afspraken over de inzameling en het hergebruik van verpakkingsmaterialen en de aanpak van zwerfafval. Het verpakkende bedrijfsleven heeft de verantwoordelijkheid voor het ontwerp en de productie van verpakkingen, alsook voor het halen van de recycling doelstellingen voor deze verpakkingen. De gemeenten hebben vanaf 2015 de regie over de inzameling en verwerking voor de verpakkingen gekregen. Het verpakkende bedrijfsleven, vertegenwoordigd door het Afvalfonds Verpakkingen, vergoedt de kosten die gemeenten hiervoor maken. In 2017 heeft een tussenevaluatie van de raamovereenkomst plaatsgevonden. Hierin wordt geconcludeerd dat in de resterende periode van de looptijd van de overeenkomst het verpakkende bedrijfsleven meer moet inzetten op de recyclebaarheid en duurzaamheid van de verpakkingen. Ook zal er meer gedaan moeten worden om de marktvraag voor recycling van kunststoffen te stimuleren. De Europese doelstellingen worden wel gehaald, maar de nationale doelstelling van 90% hergebruik nog niet. Afgelopen maanden werden binnen het Platform Ketenoptimalisatie (PKO) nieuwe afspraken uitgewerkt om de inzameling en recycling van verpakkingen in Nederland te verbeteren. Vanuit het PKO is gekeken naar hoe de samenstelling van het ingezameld materiaal PMD verbeterd kan worden, hoe de sortering ter voorbereiding op recycling beter kan, hoe de afwikkeling van 2017,2018, en 2019 gaat plaatsvinden en naar een nieuwe vergoedingensystematiek vanaf 2020. Op 29 november jl. werd het gehele pakket aan voorstellen voor een nieuwe Raamovereenkomst Verpakkingen voorgelegd tijdens de ledenvergadering van de VNG waarna deze werd goedgekeurd en vastgelegd in ‘De Ketenovereenkomst Verpakkingen 2020-2029’. Dit pakket aan afspraken biedt gemeenten de keuze uit een drietal opties:

 

  • 1.

    Een gemeente draagt zorg voor de inzameling en draagt het materiaal over aan het Afvalfonds Verpakkingen. De gemeente krijgt een inzamelvergoeding van € 261,-/ton en het Afvalfonds regelt de post- collection (incl. sortering) en vermarkting. Dit doen zij via het vehikel VPKT (Verpakkingsketen BV). Gemeentes geven de regie volledig uit handen en hebben geen invloed en geen zicht meer op wat er met het ingezameld materiaal gebeurd.

  • 2.

    Een gemeente houdt de regie op de inzameling, post-collection (incl. sortering) en vermarkting, maar draagt de uitvoering van de post-collection (incl. sortering) en vermarkting over aan een (bestaand of nieuw op te richten) gemeentelijk samenwerkingsverband/organisatie (bijvoorbeeld Midwaste/RKN). Deze regiehouder heeft afspraken met het Afvalfonds Verpakkingen. De gemeenten ontvangen enkel nog een inzamelvergoeding van € 261,-/ton over het bruto geaccepteerde tonnage bij de overslag. Gemeente behoudt regie en zicht op post-collection (incl. sortering) en vermarkting.

  • 3.

    Een gemeente behoudt de huidige ketenregierol (volledige regie en verantwoordelijkheid) tot maximaal het einde van de Raamovereenkomst (2023) en wordt door haar contractpartners geïnformeerd over de verwerking en het verwerkingsproces van het ingezamelde materiaal.

Figuur 2.1 laat tevens overzichtelijk zien hoe de nieuwe afrekenmethodiek is vormgegeven.

 

Figuur 2. 1 Nieuwe afrekenmethodiek PKO

 

Elektrische en elektronische apparaten

De “Regeling voor afgedankte elektronica en elektrische apparatuur” (AEEA) stimuleert hergebruik, recycling en nuttige toepassing van AEEA. Bedrijven die elektr(on)ische apparatuur als eerste in Nederland in de handel brengen krijgen te maken met producentenverantwoordelijkheid. Zij zijn (mede) verantwoordelijk voor het afvalbeheer van de elektrische en elektronische apparaten die afgedankt worden. Zo zijn ze verantwoordelijk voor het behalen van minimum inzamelpercentages ten opzichte van het op de markt gebrachte gewicht aan apparaten, de inzameling en verwerking. Producenten kunnen dit in een collectief laten verzorgen of dit zelfstandig uitvoeren.

Bijlage 2. Grondstoffenbeleid Uithoorn 2014-2020

 

Het streven, opgenomen in het Grondstoffenbeleidsplan was een bronscheiding van minimaal 53% in 2020 te behalen. Meer dan de helft. In het grondstoffenbeleidsplan sprak men in gemeente Uithoorn voor het eerst niet meer over afvalbeleid, maar over Grondstoffenbeleid. De belangrijkste elementen vanuit het Grondstoffenbeleid Uithoorn 2014-2020 waren als volgt:

 

Uitgangspunt beleid

‘’We zamelen grondstoffen in en proberen het restafval te reduceren. Dit kan niet zonder medewerking van onze inwoners.’’

 

Financiële prikkels

Aangezien de gemeenteraad niet gekozen heeft voor tariefdifferentiatie, vallen financiële prikkels als stimulans af.

 

Service: Omgekeerde inzameling en optimalisatie

Omgekeerde inzameling wil zeggen: de grondstoffen worden opgehaald bij de huishoudens en het restafval moeten zij zelf wegbrengen.

 

De beoogde optimalisaties, zoals uitgewerkt in het Grondstoffenbeleidsplan 2014-2020, laten zich als volgt samenvatten:

  • 1.

    Laagbouw: grondstoffen aan huis inzamelen en gf/restafval laten wegbrengen. Hiertoe plaatsen we zone gewijs ondergrondse verzamelcontainers voor gf/restafval. Zoveel mogelijk op natuurlijke momenten.

  • 2.

    Laagbouw: we vervangen de deksels van de vrijgekomen gf/restcontainers ten behoeve van kunststofinzameling. In andere zones kan men alvast op vrijwillige basis een extra minicontainer voor kunststof aanvragen.

  • 3.

    Laagbouw: In recente nieuwbouwlocaties waar al ondergrondse containers in gebruik zijn, wordt een grijze container met oranje deksel geplaatst voor de inzameling aan huis van kunststof verpakkingen.

  • 4.

    Laagbouw: twee takkendagen per jaar: in het voorjaar en in het najaar en uitbreiding van het aantal tuingroendepots.

  • 5.

    Hoogbouw: we plaatsen ondergrondse verzamelcontainers voor kunststof bij grootschalige hoogbouw.

  • 6.

    Overig: een ondergrondse verzamelcontainer voor kunststof bij vier winkelcentra.

  • 7.

    Overig: uitbreiding van het aantal textielcontainers.

  • 8.

    Overig: We moedigen verenigingen en/of scholen aan hun clubkas aan te vullen met opbrengsten voor het inzamelen van elektrische apparatuur (e-waste) en frituurvet.

  • 9.

    Het optimaliseren van de communicatie over het apart inzamelen van grondstoffen.

Bijlage 3. Uitkomsten enquête

 

Hieronder worden de uitkomsten van de enquête in beeld gebracht.

Vraag

19 maart (122)

EINDE (224)

V1. Gereageerd n.a.v.de brief van de wethouder

90 %

98,2 %

V2. Woonachtig in woonwijk / lint en buiten

91,5 % / 8,5 %

V3. Watvoor type woning:

- Flat / appartement

15,20 %

- Rijtjeshuis

48,21 %

- Hoekwoning of 2-onder-1-kap

26,79 %

- Vrijstaande woning

9,82 %

V4. Aan huis heeftmen:

- Grote tuin

37,05 %

- Kleine tuin

49,11 %

- Geen tuin / balkon

7,59 %

- Anders namelijk

6,25 %

V5. Het huishouden bestaatuit:

- 1 persoon

17,41 %

- 2 personen

47,77 %

- 3 of meer personen

34,82 %

V6. Leeftijd van de respondent:

- Tot 25 jaar

0,45 %

- 25 tot 44 jaar

18,30 %

- 45 tot 64 jaar

45,54 %

- 65 jaarof ouder

35,71 %

V7. Belang om landelijke doelstellingen te halen

70 %

70,98 % Wel

8,04 % Niet

20,54 % neutraal

V8. Schaalverdeling afvalscheiding (1 tot 5)

4,31 % Nietactief (1)

8,13 % Nietecht Actief (2)

33,01 %% Neutraal (3)

35,89 % Actief(4)

18,66 % (5)

3,56 Gemiddeld

V9. Lukt niet altijdafval goed te scheiden, omdat:

- niet goed genoeg bekend welke afvalsoorten

14,35 %

gescheiden aangeboden moeten worden

- te ver gelopen moetenworden met het gescheiden

afval

11,66 %

- niet goed weet waar gescheiden afval heen moet

4,04 %

- weinig ruimteom afval gescheiden te bewaren in

huis

- N.v.t.er wordt al goed gescheiden

12,11 %

- N.v.t.men wil en gaat het niet goed scheiden

68,61 %

- Anders, namelijk…

0,00 %

9,42 %

- scheidingsregels

- openingstijden scheiding

- geen GFT mogelijkheden

- wanbeleid, gebrek aan handhaving

 

V10. Maximaal aantal minicontainers aan huis:

- 0

9,46 %

- 1

2,25 %

- 2

38,74 %

- 3

27,03 %

- 4

6,31 %

- Geen voorkeur

4,95 %

- N.v.t. Hoogbouw

11,26 %

V11. GFT beter scheiden door:

- Aan huis met mc

38 %

36,61 %

- Verzamelcontainers

30 %

30,80 %

- Keukenbakjes

-

24,55 %

- Actievestimulans composteren

-

13,39 %

  • -

    N.v.t. gaat men niet doen

  • -

    Geen voorkeur

10 %

14,29 %

5,80 %

- Anders

12,05 %

- niet doen, verledengeen succes, geeft zooi

- verzamelpunten

V12. PMD beter scheiden als:

- Beter weetwat er wel en nietbij PMD mag

23,77 %

- Beter weetwaar de containers voor PMD staan

3,14 %

- PMD aan huis ingezameld worden met zakken

2,69 %

- Er extra containers komen bij winkelcentra

2,69 %

- Er extra containers komen bij flats/appartementen

5,38 %

- N.v.t. het wordt al goed gescheiden

- Geen voorkeur

69,51 %

- Anders, namelijk…

3,14 %

5,38 %

- ondergronds of mc

V13. OPK beter scheiden als:

- Beter weet wat er wel en niet bij OPK mag

9,82 %

- Vaker ingezameld wordt

9,38 %

- Er containers voor OPK komenbij winkelcentra

3,57 %

- Er meer containers komen bij flats/appartementen

4,46 %

- N.v.t. het wordt al goed gescheiden

- Geen voorkeur

81,70 %

- Anders, namelijk…

2,23 %

6,25 %

- meer containers OC

V14. Om aan huis te scheiden wil men graag de

volgende minicontainers aan huis:

- VoorOPK

58 %

59,46 %

- Voor PMD

54 %

56,76 %

- VoorGFT

39 %

40,54 %

- N.v.t. wordt gebruik gemaakt van verzamelcontainers

14,41 %

- Geenvoorkeur

9,46 %

- Voor een andere stroom, namelijk…

7,21 %

- KCA,rest, grof

V15. Glas beter scheiden als:

- Beter weet wat er wel en niet in de glasbak mag

4,46 %

- Beter bekend is waar de glasbakken staan

- Er containers bijkomen bij winkelcentra

6,70 %

- Er bij flats/appartementen containers geplaatst

4,91 %

worden

7,14 %

 

  • -

    Glasbakken vaker geleegd worden

  • -

    Glasbakken beter schoon gehouden worden

  • -

    N.v.t. het wordt al goed gescheiden

  • -

    Geen voorkeur

  • -

    Ander, namelijk….

2,23 %

2,68 %

84,38 %

0,89 %

5,36 %

- meer inde wijk

V16. Textiel beter scheiden als:

  • -

    Beter weet wat erwel en niet bij mag

  • -

    Beter bekend is waar de bakken staan

  • -

    Er containers bijkomen bij winkelcentra

  • -

    Er bij flats/appartementen containers geplaatst worden

  • -

    Containers vaker geleegdworden

  • -

    Containers beter schoon gehouden worden

  • -

    Textiel ook aan huis wordt opgehaald

  • -

    N.v.t. het wordt al goed gescheiden

  • -

    Geen voorkeur

  • -

    Anders, namelijk…

 

8,93 %

17,41 %

11,61 %

6,25 %

2,23 %

0,45 %

9,38 %

66,96 %

2,68 %

2, 68 %

- dichterbij en meer

V17. Welkenieuwe manier van inzameling restafval spreekt hetmeeste aan:

  • -

    Loopafstand vergroten voor containers restafval

  • -

    Een mc aan huis die 1x 3 weken geleegd wordt

  • -

    Een mc aan huis die 1x4 weken geleegdwordt

  • -

    MC voor restafval kleinermaken, in plaatsvan 240 liter, 140 ltr

  • -

    Geen wijzigingen

  • -

    Geen voorkeur

  • -

    Anders, namelijk…

 

 

12,50 %

 

10,27 %

2,68 %

6,25 %

 

69,64 %

4,02 %

9,82 %

  • -

    in zomer vaker legen

  • -

    bijplaatsingen

  • -

    toegangscontrole pas

  • -

    rekening houdenoudere mensen

  • -

    nascheiden

V18. Stelling vervuiler betaald:

  • -

    Eens

  • -

    Oneens

  • -

    Geen voorkeur

 

50 %

40 %

10 %

 

46,19 %

39,91 %

13,90 %

V19. Stelling invoertariefstelling:

  • -

    Eens

  • -

    Oneens

  • -

    Geen voorkeur

 

30 %

50 %

20 %

 

34,38 %

51,79 %

13,84 %

V20. Tevredenheid regelinggrofvuil:

  • -

    Goed zoals het nu is

  • -

    Meer inzamelronden per jaar,ondanks betalen

  • -

    Geen voorkeur

  • -

    Anders, namelijk…

 

90 %

 

90,46 %

5,45 %

5,00 %

0,45 %

- kostenhiervoor laag mogelijken meer info

V21. Tevredenheid regelingKCA:

  • -

    Goed zoals het nu is

  • -

    Meer inzamelronden per jaar,ondanks betalen

  • -

    Geen voorkeur

  • -

    Anders, namelijk…

 

90 %

 

91,03 %

4,48 %

4,48 %

0,45 %

 

 

- meer info

 

V22. Met regelmaat geïnformeerd worden:

  • -

    Ja

  • -

    Nee

  • -

    Geen voorkeur

 

 

55,00 %

29,55 %

15,45 %

V23. Het liefstevia:

  • -

    Gemeentelijke website

  • -

    Gemeente paginain lokale krant

  • -

    Facebook

  • -

    Twitter

  • -

    YouTube

  • -

    Instagram

  • -

    Jaarlijkse afvalkalender aan huis

  • -

    Anders, namelijk…

 

58 %

 

50,45 %

48,65 %

9,46 %

1,80 %

1,35 %

2,70 %

60,81 %

5,41 %

- E-mail notificatie

V24. Open opmerkingen inwoners*

73 stuks:

  • -

    slechte ervaringen met GFT in verleden

  • -

    meer voorzieningen

  • -

    meer informatie

  • -

    betere controle

  • -

    angst voor toename zwerfafval en dumpingen bij tariefdifferentiatie

  • -

    heffing aanpassen

  • -

    afzien maximale hoeveelheid op depot

  • -

    openingstijden depotaanpassen/uitbreiden

  • -

    goed zoalshet nu is

  • -

    nascheiding

  • -

    GFT gescheiden inzamelen is de oplossing

  • -

    zorgen voor grote gezinnen

  • -

    plastic voorkomen

  • -

    meer groendepots

  • -

    BOA’s zijn niet aanwezig of effectief

  • -

    luiers?

* Vanwege de leesbaarheid van deze bijlage is de complete beantwoording van vraag 24 samengevat in het bovenstaande. Het complete overzicht van reacties is waar nodig separaat toe te sturen.

 

Aantal respondenten

Het aantal respondenten bedroeg op 19 maart 122 en op 30 maart 211. Uiteindelijk medio april is het eindtotaal van 224 bereikt. Dit betreft de digitaal ingevulde enquêtes. Op basis van een representatieve steekproef zijn 1.250 inwoners aangeschreven. Op 23 maart is aan de steekproef adressen nog een ‘herinnering’ gezonden. Indien anderen dan de adressen uit de aselecte steekproef mee wilden doen aan het onderzoek, dan dienden ze de enquête via het KCC aan te vragen. Dit waren ‘hardcopy’ vragenlijsten. De uitkomsten van deze vragenlijsten zijn nog niet verwerkt in bovenstaande korte uitwerking.

 

Conclusie tussen- en eindevaluatie

Op basis van de gegevens, zoals gefilterd uit het bewonersonderzoek is er geen sprake van grote wijzigingen wat betreft de tussentijdse analyse en de analyse na sluiting van de enquête. Het betreft vooral kleinere verschuivingen, die niets afdoen aan de uiteindelijke conclusies van het onderzoek. Uitkomsten sluiten overigens ook aan bij de verwachtingen.

 

Gezien het feit dat er sprake is van relatief stabiele uitkomsten in de analyse (zowel tussen, als eind) raden we aan met deze resultaten te gaan werken, nu deze nog zuiver zijn. Hierin zit voor zover mogelijk een reactie van de steekproef van de inwoners. Openstelling geeft een (te) groot risico op vervuiling van de gegevens.

Bijlage 4. Scenario berekeningen

 

Fase 1: Gescheiden inzameling GFT

 

 

 

Samenvatting GFT apart inzamelen

Kosten, excl.btw

Investeringskosten

 /jaar

€/huishouden/jaar

Eenmalige kosten(kapitaallasten)

430.440

36.743

2,90

Structurele kosten,incl. onderhoud en onvoorzien

425.940

33,40

Totaal kosten/opbrengst

425.940

33,40

Milieu

ton/jaar

kg/inw/jaar

Verwachte afnamerestafval

-2.079

-71

Kg restafval per inwoner

nu 234

163

Verwacht totaalscheidingspercentage

nu 55%

66%

 

Fase 2: Tariefdifferentiatie

 

 

 

Samenvatting Diftar

Kosten, excl.btw

Investeringskosten

 /jaar

€/huishouden/jaar

Eenmalige kosten(kapitaallasten)

532.235

113.548

8,90

Structurele kosten,incl. onderhoud en onvoorzien

-85.052

-6,70

Totaal kosten/opbrengst

28.496

2,20

Milieu

ton/jaar

kg/inw/jaar

Verwachte afnamerestafval

-2.031

-69

Kg restafval per inwoner

nu 163

94

Verwacht totaalscheidingspercentage

nu 66%

80%

 


1

Van Afval Naar Grondstof, doelstellingen van opgesteld door de rijksoverheid.

2

Een nascheidingslijn is in staat om bepaalde grondstoffen uit het doorgevoerde restafval terug te winnen. Teruggewonnen grondstoffen betreft voornamelijk PMD.

3

Uithoorn krijgt geen vergoeding voor Textiel, dat is sinds jaar en dag voor het charitatieve doel. Volgens de overeenkomst krijgt Uithoorn nog tot april 2024 een vergoeding voor het onderhoud aan de containers. Dat zou wel eens kunnen vervallen.

4

Metropoolregio Amsterdam: Internationale topregio met hoge leefkwaliteit. Agenda voor een toekomstbestendige en evenwichtige metropool 2020-2024

5

Het gemiddeld gewogen afvalstoffentarief wordt berekend op basis van de typering huishoudens en de alle bijkomende tariefstellingen, gedeeld door het totaal aan huishoudens (gewogen voor de verdeling hoog- en laagbouw).

6

Bij 375 respondenten is het betrouwbaarheidsniveau 95%. Op basis van circa 13.000 aansluitingen.

7

De gedetailleerde uitwerking van de enquêteresultaten is opgenomen als bijlage 3.

8

Dit betreft een ontwikkeling die los staat van autonomie prijsstijgingen, die wel te verwachten zijn. Een dergelijke tariefstelling zal dan dempend op eventuele stijgingen werken.

9

Dit betreft louter een inzicht in het verloop van de verwerkingskosten van restafval en GFT. De kosten voor de inzameling van beide fracties valt buiten dit overzicht. De extra inzamelkosten voor gescheiden GFT worden vooralsnog niet terugverdiend met de afname van de totale verwerkingskosten.

10

VANG-HHA staat voor: Van Afval Naar Grondstof, huishoudelijk afval. Dit is het uitvoeringsprogramma van het overheidsbeleid op het gebied van afvalpreventie en stimulering van de circulaire economie. Zie http://www.vang-hha.nl/