| Organisatie | Amsterdam |
|---|---|
| Organisatietype | Gemeente |
| Officiële naam regeling | Beleidsregels wijzigen en verlenen ligplaatsvergunningen voor bedrijfsvaartuigen |
| Citeertitel | Beleidsregels wijzigen en verlenen ligplaatsvergunningen voor bedrijfsvaartuigen |
| Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
| Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
| Eigen onderwerp |
Geen
Verordening op het binnenwater 2010
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 05-03-2022 | nieuwe regeling | 01-02-2022 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze beleidsregels worden de begripsomschrijvingen uit de Verordening op het binnenwater 2010 gebruikt. Voor het overige wordt verstaan onder:
Artikel 2 Wijzigen bestaande ligplaatsvergunningen
Oude ligplaatsvergunningen voor bepaalde, dan wel onbepaalde tijd voor bedrijfsvaartuigen met een exploitatievergunning voor bepaalde tijd worden gewijzigd in ligplaatsvergunningen voor bedrijfsvaartuigen voor bepaalde tijd, met een einddatum die aansluit bij de looptijd van de exploitatievergunning.
Artikel 3 Wijzigen ligplaatsvergunningen bij vervanging van een bedrijfsvaartuig
Bij wijziging van een exploitatievergunning, ten behoeve van de tijdelijke of permanente vervanging van een bedrijfsvaartuig, wordt de oude ligplaatsvergunning voor dat bedrijfsvaartuig gewijzigd in een ligplaatsvergunning voor bepaalde tijd met een einddatum die aansluit bij de looptijd van de exploitatievergunning.
In afwijking van het eerste lid, wordt bij de tijdelijke of permanente vervanging van een bedrijfsvaartuig door een bedrijfsvaartuig met een exploitatievergunning met een langere looptijd dan de looptijd van de exploitatievergunning van het te vervangen bedrijfsvaartuig, de oude ligplaatsvergunning voor dat bedrijfsvaartuig gewijzigd in een ligplaatsvergunning voor bepaalde tijd met een einddatum die aansluit bij de looptijd van de exploitatievergunning van het te vervangen bedrijfsvaartuig.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 1 februari 2022.
De voorzitter
Femke Halsema
De gemeentesecretaris
Peter Teesink
Deze beleidsregels zijn van toepassing op het omzetten van bestaande en het verlenen van nieuwe ligplaatsvergunningen voor bedrijfsvaartuigen. De regels hebben vooral betrekking op het omzetten van ligplaatsvergunningen voor passagiersvaartuigen, omdat de exploitatievergunningen voor vervoer van personen recent zijn gewijzigd in vergunningen voor bepaalde tijd, op grond van de Beleidsregels omzetting vergunning passagiersvaart.
Op grond van artikel 2.3.6, eerste lid, van de verordening is het verboden zonder of in afwijking van een vergunning met een bedrijfsvaartuig een ligplaats in te nemen. Op grond van artikel 2.3.6, vierde lid, jo. 2.3.1, vierde lid van de verordening kan een ligplaatsvergunning alleen worden verleend, indien de overige vergunningen of ontheffingen zijn of worden verleend.
Om te voorkomen dat de situatie ontstaat dat de looptijd van een ligplaatsvergunning voor passagiersvaartuigen afwijkt van de looptijd van de exploitatievergunning, wordt iedere ligplaatsvergunning die is verleend voor bepaalde, dan wel onbepaalde tijd en waarvan de exploitatievergunning voor vervoer van personen afloopt op 1 maart 2024, 1 maart 2026, 1 maart 2028 of 1 maart 2030, gewijzigd naar een ligplaatsvergunning met een looptijd die aansluit bij de looptijd van de exploitatievergunning.
Bij wijziging van een exploitatievergunning, ten behoeve van de tijdelijke of permanente vervanging van een vaartuig, wordt de ligplaatsvergunning gewijzigd in een ligplaatsvergunning voor bepaalde tijd met een einddatum die aansluit bij de looptijd van de exploitatievergunning. Indien sprake is van vervanging van een vaartuig waarbij voor het vervangende vaartuig een exploitatievergunning is verleend met een langere looptijd dan de exploitatievergunning die is afgegeven voor het vaartuig dat wordt vervangen, wordt niet aangesloten bij de looptijd van de exploitatievergunning van het vervangende vaartuig, maar bij de looptijd van de exploitatievergunning van het vaartuig dat wordt vervangen. Hiermee wordt voorkomen dat een langere claim kan worden gelegd op bepaalde ligplaatsen. Uiteindelijk moeten alle reders aanspraak kunnen maken op een ligplaatsvergunning.
Het beleid voor de toewijzing van ligplaatsvergunningen moet nog worden vastgesteld door het college in het uitwerkingsplan ligplaatsen passagiersvaart. Na bespreking van dit uitwerkingsplan in de raadscommissie zullen beleidsregels worden vastgesteld door het college. Om die reden neemt het college nieuwe aanvragen voor ligplaatsvergunningen niet in behandeling, totdat de regels voor de toewijzing van ligplaatsvergunningen in werking zijn getreden. Een aanvraag voor een ligplaatsvergunning, waarbij sprake is van een nieuwe eigenaar van een bedrijfsvaartuig waarvoor reeds een ligplaatsvergunning is verleend, wordt wel in behandeling genomen.
Nieuwe aanvragen voor ligplaatsvergunningen voor passagiersvaartuigen met een exploitatievergunning per 1 maart 2024 of later neemt het college nu niet in behandeling. Weliswaar is voor deze bedrijfsvaartuigen een exploitatievergunning verleend, maar deze geldt pas per 1 maart 2024 of later. Een redelijke uitleg van de bepalingen in de verordening brengt met zich mee dat sprake moet zijn van een vergunning die op dit moment geldig is of binnenkort geldig wordt. Niet pas over enkele jaren. Het college neemt dergelijke aanvragen niet in behandeling, totdat de regels voor de toewijzing van ligplaatsvergunningen in werking zijn getreden. In het uitwerkingsplan ligplaatsen passagiersvaart komt een voorstel te staan wanneer en onder welke voorwaarden aanvragen kunnen worden ingediend voor eventuele ligplaatsvergunningen voor passagiersvaartuigen die dan beschikbaar komen.