Organisatie | Molenlanden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit 2022 gemeente Molenlanden |
Citeertitel | Verordening gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit 2022 Molenlanden |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | ruimte en infrastructuur |
Geen
artikel 149 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-02-2022 | vervangt verordening 2019 | 22-02-2022 |
Artikel 2. Taak en werkzaamheden
De adviescommissie heeft als taak de raad en het college te adviseren bij de uitoefening van hun taken en bevoegdheden op grond van de Wet met het oog op het bereiken en in stand houden van een goede omgevingskwaliteit en al hetgeen daarmee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn. Waaronder het geven van voorlichting over de doelstelling van een goede omgevingskwaliteit en over de werkzaamheden van de adviescommissie.
1 ̊. een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een monument;
2 ̊. een omgevingsplanactiviteit die betrekking heeft op een voor beschermd gemeentelijk monument of een gemeentelijk monument;
3 ̊. een omgevingsplanactiviteit die betrekking heeft op behoud en herstel van de cultuurhistorische waarden van een gebied en/of de bebouwing;
4 ̊. een omgevingsplanactiviteit in geval de adviescommissie in het omgevingsplan als adviseur is aangewezen (bijv. archeologie);
5 ̊. een tijdelijk deel van het omgevingsplan of zoals bedoeld in artikel 22.29 eerste lid, aanhef en onder b, van het tijdelijk deel van het omgevingsplan, zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet;
6 ̊. een andere activiteit in geval het college een advies nodig achten met het oog op het bereiken en in stand houden van een goede omgevingskwaliteit.
adviseert de adviescommissie op verzoek van het college over het door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aanwijzen van een onroerende zaak als rijksmonument ingevolge artikel 3.1, tweede lid, van de Erfgoedwet of over het aan een locatie geven van de functie-aanduiding gemeentelijk monument op grond van artikel 4.2, eerste lid, van de wet;
adviseert de adviescommissie op verzoek van het college in een geval van een verkenning als bedoeld in artikel 5.48, tweede lid, van de wet en in andere gevallen waarin het college een advies nodig acht in verband met een verkenning van een mogelijk bestaande of toekomstige opgave in de fysieke leefomgeving;
adviseert de adviescommissie op verzoek van het college over het geven van beschikkingen op grond van regels in verordeningen op grond van artikel 149 van de Gemeentewet die een eis ten aanzien van de omgevingskwaliteit bevatten. Onder meer regels over reclame in de openbare ruimte, voorwerpen op of aan de weg, standplaatsvergunning, exploitatievergunning horecabedrijven en ligplaatsvergunning.
Artikel 3. Verplichte advisering
Het college wint advies van de adviescommissie in omtrent een te nemen beslissing als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder a, onderdelen 1 ̊ tot en met 3 ̊, en onder b.
De adviescommissie bestaat uit tenminste 3 leden, de voorzitter daaronder begrepen. Voor de leden worden door Dorp, Stad en Land plaatsvervangers aangewezen die hen bij afwezigheid kunnen vervangen. De leden en hun plaatsvervangers zijn personen die werkzaam zijn voor Dorp, Stad en Land en die onafhankelijk zijn van de gemeente Molenlanden.
De door Dorp, Stad en Land voorgedragen leden worden benoemd op persoonlijke titel op grond van de professionele deskundigheid die nodig is voor de advisering, alsmede op grond van maatschappelijke kennis en ervaring. De door Dorp, Stad en Land aangewezen plaatsvervangers hebben vergelijkbare deskundigheid, alsmede maatschappelijke kennis en ervaring.
De adviescommissie brengt advies uit binnen een termijn van twee weken, tenzij het college heeft aangegeven binnen welke termijn een advies wordt verwacht.
Artikel 8. Beraadslaging en standpuntbepaling
De vergaderingen waarin een of meer adviezen over aanvragen om omgevingsvergunning door of namens de adviescommissie worden vastgesteld zijn openbaar. De agenda voor de vergadering van de adviescommissie wordt op een geschikte wijze bekendgemaakt. Indien het college – al dan niet op verzoek van de aanvrager – een verzoek doet tot niet-openbare behandeling, dan dient het college daaraan klemmende redenen op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur ten grondslag te leggen. De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen, de beoordeling als de adviezen. De openbaarheid geldt niet voor informeel vooroverleg of bij de beleidsgerichte, opgavegerichte of ontwerpgerichte advisering.
De aanvrager van de omgevingsvergunning of zijn gemachtigde heeft de mogelijkheid tot toelichting van de aanvraag ten overstaan van de adviescommissie. Een belanghebbende heeft alleen in toelichtende zin spreekrecht in de door de adviescommissie gehouden openbare vergadering. Tijdens de beraadslagingen is er geen spreekrecht.
Leden die als opdrachtgever, ontwerper of anderszins betrokken zijn bij de uitvoering van een activiteit waarvoor een aanvraag is gedaan waarover de adviescommissie adviseert, onthouden zich van medewerking aan het desbetreffende advies en zijn tijdens de behandeling van en de besluitvorming over het advies niet in de vergadering aanwezig.
Artikel 9. Afdoening onder verantwoordelijkheid van de adviescommissie
De adviescommissie kan onverminderd het bepaalde in artikel 17.9, eerste lid, van de wet de advisering over een aanvraag om een omgevingsvergunning of over de voorbereiding van een andere beschikking onder verantwoordelijkheid van de adviescommissie overlaten aan een of meer daartoe aangewezen leden of een subcommissie.
De expertise van de lokale historische- en geschiedkundige verenigingen en de archeologische werkgemeenschap zal in het belang van de cultuurhistorie in nader te definiëren gevallen ingeroepen worden. Hiertoe kunnen de afzonderlijke Geschiedkundige- en Historische verenigingen een lokaal lid en een plaatsvervanger aanwijzen.
Artikel 11. Verwerking van het advies
Het college kan eenmaal per activiteit een second opinion inwinnen bij een gemeentelijke adviescommissie van een andere gemeente. Een second opinion wordt pas gevraagd nadat de adviescommissie de mogelijkheid tot heroverweging van het advies heeft gekregen. Zij stellen de adviescommissie van het voornemen tot het plaatsen van die opdracht op de hoogte. De adviescommissie neemt een second opinion voor kennisgeving aan.
Artikel 13. Relatie met andere adviseurs
Bij het aanstellen van een supervisor, een kwaliteitsteam of (een) andere adviseur(s) op het gebied van de omgevingskwaliteit, niet zijnde een lid of een adviseur van de adviescommissie draagt het college zorg voor een goede afstemming tussen de werkzaamheden van deze adviseur en de adviescommissie.
De leden van de adviescommissie en de adviseurs als bedoeld in artikel 10, tweede en derde lid, die op voordracht van Dorp, Stad en Land zijn benoemd of door de adviescommissie zijn gevraagd ontvangen voor hun werkzaamheden een vergoeding op grond van de tarieven zoals jaarlijks afgesproken met Dorp, Stad en Land. Bij de door de gemeente voorgestelde of gevraagde leden of adviseurs bepaalt de gemeente de vergoeding.
Artikel 16. Onvoorzien baarheid
In alle gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, alsmede bij gerezen geschillen, beslist het college, na de adviescommissie te hebben gehoord.
Als voor de inwerkingtreding van de Wet een aanvraag om een besluit is ingediend, blijft het oude recht, met betrekking tot de commissies op het gebied van welstand en monumentenzorg van kracht, met dien verstande dat de Adviescommissie omgevingskwaliteit Molenlanden wordt geacht de in artikel 8 van de Woningwet, dan wel de in artikel 9.1, eerste lid, onder a, van de Erfgoedwet in samenhang met artikel 15 van de Monumentenwet 1988 bedoelde commissie te zijn.