Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Landsmeer

Drank en horecaverordening gemeente Landsmeer 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLandsmeer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingDrank en horecaverordening gemeente Landsmeer 2022
CiteertitelDrank- en Horecaverordening gemeente Landsmeer 2022
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Drank- en horecaverordening gemeente Landsmeer 2014.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-03-2022nieuwe regeling

17-02-2022

gmb-2022-86883

Tekst van de regeling

Intitulé

Drank en horecaverordening gemeente Landsmeer 2022

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1:1 Definities

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      openbare inrichting: een hotel, restaurant, pension, café, waterpijpcafé, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis of elke andere voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken en/of rookwaren en/of spijzen voor directe consumptie ter plaatse worden bereid of verstrekt.

    • b.

      terras: een buiten de in onderdeel a bedoelde besloten ruimte liggend deel waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie ter plaatse kunnen worden bereid of verstrekt, waaronder in ieder geval een terras, maakt voor de toepassing van deze afdeling deel uit van die besloten ruimte;

    • c.

      de wet: de Alcoholwet.

    • d.

      bezoeker: een ieder die zich in een inrichting bevindt, met uitzondering van:

      • -

        leidinggevende in de zin van de wet;

      • -

        personen die dienst doen in de inrichting;

      • -

        personen wier aanwezigheid in de inrichting wegens dringende reden noodzakelijk is;

    • e.

      horecabedrijf: een horecabedrijf als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a, van de wet;

    • f.

      paracommerciële inrichting: een inrichting waarin weliswaar bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende dranken worden verstrekt, maar dit doet als neven activiteit. De hoofdactiviteit ligt op een ander vlak, zoals activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard.

    • g.

      hoogdrempelige inrichting: een inrichting waarin rechtmatig het horecabedrijf wordt uitgeoefend en waar het café of restaurantbezoek op zichzelf staat en waar geen andere activiteiten plaatsvinden waaraan zelfstandige betekenis kan worden toegekend. Bovendien moeten de activiteiten in belangrijke mate zijn gericht op personen van achttien jaar en ouder;

    • h.

      laagdrempelige inrichting: een inrichting waarin rechtmatig het horecabedrijf wordt uitgeoefend die geen hoogdrempelige inrichting is;

    • i.

      B- en C-evenementen: zoals bedoeld in het Evenementenbeleid gemeente Landsmeer 2020.

  • 2.

    Voor de toepassing van deze verordening wordt onder de overige begrippen in deze verordening verstaan hetgeen de wet daaronder verstaat.

Artikel 1:2 Beslistermijn

  • 1.

    Het bevoegde bestuursorgaan beslist op een aanvraag voor een vergunning of ontheffing binnen acht weken na de datum van ontvangst van de aanvraag.

  • 2.

    Het bestuursorgaan kan de termijn voor ten hoogste acht weken verlengen.

Artikel 1:3 Voorschriften en beperkingen

  • 1.

    Aan een vergunning of ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden. Deze voorschriften en beperkingen strekken slechts tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

  • 2.

    Degene aan wie een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen.

Artikel 1:4 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing

Elke vergunning of ontheffing is zowel persoons- als locatiegebonden, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald.

Artikel 1:5 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing

De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd als:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning of ontheffing, intrekking of wijziging noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of ontheffing is vereist;

  • c.

    de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • d.

    van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen of gedurende een daarin gestelde termijn dan wel, bij het ontbreken van een gestelde termijn, binnen een redelijke termijn; of

  • e.

    de houder dit verzoekt.

Artikel 1:6 Termijnen

  • 1.

    De vergunning of ontheffing geldt voor onbepaalde tijd, tenzij bij de vergunning of ontheffing anders is bepaald of de aard van de vergunning of ontheffing zich daartegen verzet.

  • 2.

    De aard van de vergunning of ontheffing verzet zich in ieder geval tegen gelding voor onbepaalde tijd als het aantal vergunningen of ontheffingen is beperkt en het aantal mogelijke aanvragers het aantal beschikbare vergunningen of ontheffingen overtreft.

Artikel 1:7 Positieve fictieve beschikking bij niet tijdige beslissing

Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing op een vergunning of ontheffing voorvloeiend uit deze verordening.

HOOFDSTUK 2. EXPLOITATIE OPENBARE INRICHTING

Artikel 2:1 Exploitatievergunning

  • 1.

    Het is verboden een openbare inrichting te exploiteren zonder vergunning van de burgemeester.

  • 2.

    Geen vergunning is vereist voor een openbare inrichting die zich bevindt in een:

    • a.

      winkel als bedoeld in artikel 1 van de Winkeltijdenwet voor zover de activiteiten van de openbare inrichting een nevenactiviteit vormen van de winkelactiviteit;

    • b.

      zorginstelling;

    • c.

      museum; of

    • d.

      bedrijfskantine of – restaurant.

  • 3.

    De burgemeester verleent op verzoek of ambtshalve vrijstelling van het verbod genoemd in het eerste lid aan openbare inrichtingen die horecabedrijf zijn als bedoeld in artikel 1 van de Alcoholwet, als:

    • a.

      zich in de zes maanden voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze bepaling geen incidenten gepaard gaande met geweld, overlast op straat of drugsgebruik en -handel hebben voorgedaan in of bij de inrichting, dan wel

    • b.

      de inrichting zich nieuw in de gemeente vestigt en er zich geen weigeringsgronden voordoen als bedoeld in artikel 2:2.

  • 4.

    De vrijstelling wordt ingetrokken wanneer zich een incident heeft voorgedaan als bedoeld in het derde lid onder a.

  • 5.

    Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing op de vergunning bedoeld in het eerste lid en op de vrijstelling bedoeld in het vierde lid.

Artikel 2:2 Weigeringsgronden

  • 1.

    De vergunning kan in ieder geval worden geweigerd in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      de openbare veiligheid;

    • c.

      de volksgezondheid;

    • d.

      de bescherming van het milieu.

  • 2.

    De burgemeester weigert de vergunning als de exploitatie van de openbare inrichting in strijd is met een geldend bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de burgemeester de vergunning slechts geheel of gedeeltelijk weigeren als naar het oordeel van de burgemeester moet worden aangenomen dat de woon- of leefsituatie in de omgeving van de openbare inrichting of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed.

  • 4.

    Een vergunning of ontheffing kan ook worden geweigerd als de aanvraag daarvoor minder dan acht weken voor de beoogde datum van de beoogde activiteit is ingediend en daardoor een behoorlijke behandeling van de aanvraag niet mogelijk is.

Artikel 2:3 Sluitingstijd

  • 1.

    Het is de exploitant van een:

    • a.

      commerciële openbare inrichting verboden aldaar bezoekers toe te laten op maandag tot en met zondag tussen 02:00 uur en 06:00 uur;

    • b.

      paracommerciële openbare inrichting verboden aldaar bezoekers aanwezig te hebben op maandag tot en met zondag tussen 01:00 uur en 06:00 uur.

  • 2.

    De burgemeester kan in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving nadere regels stellen ten aanzien van de openingstijden van de terrassen.

  • 3.

    De burgemeester kan door middel van een vergunningvoorschrift andere sluitingstijden vaststellen voor een afzonderlijk openbare inrichting of een daartoe behorend terras

  • 4.

    De burgemeester kan in bijzondere gevallen ontheffing verlenen van de bepalingen in het eerste en tweede lid

  • 5.

    Het in het eerste en tweede lid bepaalde is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door op de Wet milieubeheer gebaseerde voorschriften.

Artikel 2:4 Afwijking sluitingstijd; tijdelijke sluiting

  • 1.

    De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid of in geval van bijzondere omstandigheden voor een of meer horecabedrijven tijdelijk andere dan de krachtens artikel 2:3 geldende sluitingstijden vaststellen of tijdelijk sluiting bevelen.

  • 2.

    Het in het eerste lid bepaalde is niet van toepassing op situaties waarin in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 13b van de Opiumwet.

Artikel 2:5 Verboden gedragingen

Het is verboden in een openbare inrichting:

  • a.

    de orde te verstoren;

  • b.

    zich te bevinden na sluitingstijd of gedurende de tijd dat de inrichting gesloten dient te zijn op grond van een besluit krachtens artikel 2:3, eerste lid, tenzij het aantoonbaar personeel betreft;

  • c.

    op het terras spijzen of dranken te verstrekken aan personen die geen gebruik maken van het terras.

Artikel 2:6 Handel binnen openbare inrichtingen

De exploitant van een openbare inrichting staat niet toe dat een handelaar, aangewezen bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, of een voor de exploitant handelend persoon in die inrichting enig voorwerp verwerft, verkoopt of op enige andere wijze overdraagt.

Artikel 2:7 Het college als bevoegd bestuursorgaan

Als een openbare inrichting geen voor het publiek openstaand gebouw of bijbehorend erf is in de zin van artikel 174 van de Gemeentewet, treedt het college bij de toepassing van de artikelen 2:3 tot en met 2:6 op als bevoegd bestuursorgaan.

HOOFDSTUK 3. BEPALINGEN VOOR PARACOMMERCIËLE INRICHTINGEN

Artikel 3:1 Schenktijden paracommerciële inrichtingen

  • 1.

    Het is een paracommerciële inrichting alleen toegestaan om alcoholhoudende drank te verstrekken één uur voor, tijdens en tot anderhalf uur na de hoofdactiviteit van de paracommerciële inrichting, mits die hoofdactiviteit behoort tot de statutaire doelstelling van de paracommerciële inrichting.

  • 2.

    Het is een paracommerciële inrichting in ieder geval verboden alcoholhoudende drank te verstrekken vóór 12:00 uur en na 00:00 uur.

  • 3.

    De burgemeester kan in bijzondere gevallen ontheffing verlenen van de bepalingen in de eerste en het tweede lid.

  • 4.

    Voor paracommerciële inrichtingen, die zich richten op activiteiten van sportieve, sociaal-culturele, maatschappelijke of recreatieve aard is het toegestaan om alcoholhoudende drank te verstrekken voor gebruik ter plaatse tijdens en tot een uur na:

    • a.

      bestuursvergaderingen;

    • b.

      ledenvergaderingen;

    • c.

      kaart-, dart-, dobbel-, en bordspelavonden voor leden en introducés;

    • d.

      kerstborrel voor leden, vrijwilligers, donateurs en sponsoren;

    • e.

      oudejaarsborrel voor leden, vrijwilligers, donateurs en sponsoren;

    • f.

      nieuwjaarsborrel voor leden, vrijwilligers, donateurs en sponsoren;

    • g.

      vergaderingen, wedstrijden, trainingen, repetities, uitvoeringen en cursussen voor leden van andere verenigingen of stichtingen.

  • 5.

    De paracommerciële inrichting stelt de burgemeester uiterlijk 30 dagen voorafgaand aan onderstaande activiteit in kennis met een door de burgemeester vastgestelde meldingsformulier:

    • a.

      jubileum van de paracommerciële inrichting (maximaal 1x per jaar);

    • b.

      jaarfeest voor leden, vrijwilligers, donateurs en sponsoren in verband met het begin van een nieuw seizoen of afsluiting van een lopend seizoen (maximaal 2x per jaar);

    • c.

      feest voor leden, vrijwilligers, donateurs en sponsoren in verband met een kampioenschap of promotie (maximaal 1x per jaar).

  • 6.

    De burgemeester kan binnen 10 dagen na ontvangst van de melding als bedoeld in het vijfde lid besluiten de activiteiten te verbieden, indien daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid of de volksgezondheid in gevaar komt.

Artikel 3:2 Privé-bijeenkomsten en bijeenkomsten derden

  • 1.

    Ter voorkoming van oneerlijke mededinging is het verboden:

    • a.

      om tijdens feesten van persoonlijke aard in een paracommerciële inrichting alcoholhoudende drank te verstrekken;

    • b.

      bijeenkomsten te houden van personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteit van de beherende paracommerciële inrichting zijn betrokken.

    • c.

      de mogelijkheid tot het houden van bijeenkomsten als bedoeld onder a. openlijk aan te prijzen.

  • 2.

    De burgemeester kan een paracommerciële inrichting met een maatschappelijke functie maximaal acht maal per kalenderjaar met het oog op bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard ontheffing verlenen van de in het eerste lid verboden bijeenkomsten.

  • 3.

    De burgemeester weigert de vergunning indien:

    • a.

      de paracommerciële inrichting niet (meer) beschikt over een geldige Drank- en Horecavergunning;

    • b.

      bij een eerdere ontheffing de voorschriften verbonden aan de ontheffing niet zijn nageleefd bij een eerdere bijzondere gelegenheid van tijdelijke aard;

    • c.

      de aanvraag minder dan 30 dagen voorafgaand aan de beoogde activiteit is ingediend.

HOOFDSTUK 4. OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 4:1 Tijdelijke verstrekkingsverbod gedurende bepaalde uren

Het is verboden gedurende een door de burgemeester aan te wijzen periode en/of evenement in de aan te wijzen uren bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende dranken te verstrekken.

Artikel 4:2 Aanvullende voorschriften

  • 1.

    De burgemeester kan voorschriften verbinden aan een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de wet. Deze voorschriften kunnen alleen worden gesteld:

    • a.

      ter bescherming van de volksgezondheid, of

    • b.

      in het belang van de openbare orde, of

    • c.

      ter bevordering van de naleving van artikel 20 van de wet.

  • 2.

    De burgemeester kan aanvullende voorschriften verbinden aan een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, van deze verordening als zich drie keer in één jaar incidenten hebben voorgedaan die gepaard zijn gegaan met geweld, overlast op straat, drugsgebruik en/of drugshandel in of nabij de inrichting.

Artikel 4:3 Tapontheffing (art. 35 Alcoholwet)

Bij B- en C-evenementen dienen de genoemde leidinggevenden te beschikken over een verklaring Sociale Hygiëne.

Artikel 4:4 Verboden drankgebruik

  • 1.

    Het is voor personen die de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt verboden op een openbare plaats, die deel uitmaakt van een door het college aangewezen gebied, alcoholhoudende drank te gebruiken of aangebroken flessen, blikjes en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich te hebben.

  • 2.

    Het bepaalde in het eerste lid geldt niet voor:

    • a.

      een terras dat behoort bij een horecabedrijf, als bedoeld in artikel 1 van de Alcoholwet;

    • b.

      de plaats, niet zijnde een horecabedrijf, als bedoeld onder a, waarvoor een ontheffing geldt krachtens artikel 35 van wet.

  • 3.

    Het is verboden op de weg die deel uit maakt van een door het college aangewezen gebied gedurende een in het aanwijzingsbesluit bepaalde periode drinkglazen of flessen bij zich te hebben, die kennelijk bestemd zijn voor het nuttigen van drank op de weg. Het bepaalde in het eerste lid is van overeenkomstige toepassing.

  • 4.

    Het college kan ontheffing verlenen van een krachtens het eerste en derde lid opgelegd verbod.

Artikel 4:5 Gevaarlijk drinkgerei en verpakkingen

  • 1.

    Een houder van een inrichting als bedoeld in artikel 1, aanhef, onder a, van deze verordening is verplicht zodanige maatregelen te nemen dat de bezoekers van de inrichting geen drinkgerei van glas, blik of glazen verpakkingen, bestemd voor het bewaren van dranken, buiten de inrichting of het daarbij behorende terras brengen.

  • 2.

    Het is verboden op de weg, die deel uitmaakt van een door de burgemeester aangewezen gebied, drinkgerei van glas of geopende glazen, blikken verpakkingen, kennelijk bestemd voor het bewaren van dranken, bij zich te hebben of met zich mee te voeren.

  • 3.

    Het bepaalde in het eerste lid geldt niet voor:

    • a.

      een terras waarvoor een vergunning geldt als bedoeld in artikel 2:1 van deze verordening of artikel 3 van de wet;

    • b.

      de plaats waarvoor een ontheffing geldt krachtens artikel 35 van de Alcoholwet.

  • 4.

    Het is een houder van een inrichting als bedoeld in artikel 1, aanhef, onder a, van deze verordening en degene die een winkelbedrijf of slijtersbedrijf uitoefent, welke inrichting, winkel of slijterij is gelegen aan een door de burgemeester aangewezen weg of weggedeelte, verboden dranken in door de burgemeester aangewezen verpakkingen, en/of drinkgerei van glas of blik te verstrekken gedurende een door de burgemeester aangewezen periode. De burgemeester wijst de wegen of weggedeeltes, verpakkingen en drinkgerei en de periode aan in het belang van de openbare orde en/of veiligheid indien en voor zover de genoemde belangen dit dringend noodzakelijk maken en ook in aantoonbaar verband staan tot deze aanwijzing.

Artikel 4:6 Speelautomaten

  • 1.

    In hoogdrempelige inrichtingen zijn drie speelautomaten toegestaan, waarvan maximaal twee kansspelautomaten.

  • 2.

    In laagdrempelige inrichtingen zijn drie speelautomaten toegestaan, met dien verstande dat kansspelautomaten in het geheel niet zijn toegestaan.

Artikel 4:7 Vangnetbepaling

In bijzondere gevallen kan de burgemeester van het bepaalde in deze verordening afwijken, indien strikte toepassing van het bepaalde voor één of meer belanghebbenden onevenredig zou zijn in verhouding tot de met deze verordening te dienen doelen en met de belangen ter waarborging waarvan deze verordening is opgesteld.

Artikel 4:8 Sanctie

Bij de handhaving van overtredingen van de Alcoholwet en deze verordening zal gebruik gemaakt worden van de in bijlage 1 bijgevoegde sanctiestrategie.

HOOFDSTUK 5. OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 5:1 Inwerkingtreding nieuwe en intrekking oude verordening

  • 1.

    De Drank- en horecaverordening gemeente Landsmeer 2014 wordt ingetrokken op de dag waarop deze verordening in werking treedt.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de 8ste dag na die waarop zij is bekend gemaakt.

Artikel 5:2 Overgangsrecht

Op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening vervallen voor paracommerciële inrichtingen:

  • a.

    de ontheffingen die tot dat tijdstip door het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester zijn verleend;

  • b.

    de tot dat tijdstip gehanteerde schenk- of taptijden.

Artikel 5:3 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de “Drank- en Horecaverordening gemeente Landsmeer 2022”.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 17 februari 2022.

de raad van Landsmeer,

de griffier

de burgemeester

BIJLAGE 1: SANCTIESTRATEGIE

 

De gemeente Landsmeer is verantwoordelijk voor de handhaving van de Alcoholwet.

De gemeente hanteert het uitgangspunt dat de ondernemers en de paracommercie hun eigen verantwoordelijkheid dragen. De verantwoordelijkheid strekt tot het kennen van de relevante wet- en regelgeving en de juiste naleving daarvan. De gemeente controleert jaarlijks of dit vertrouwen in de ondernemers/paracommercie terecht is.

 

Sanctiestrategie (gele kaart / rode kaart)

Is een inrichting in overtreding, dan ontvangt zij een waarschuwing (gele kaart). Indien de overtreding binnen de begunstigstermijn is opgeheven komt de gele kaart te vervallen.

 

Indien de overtreding niet binnen de begunstigingstermijn is opgeheven volgt een sanctie (rode kaart) conform onderstaande sanctiestrategie.

Een rode kaart blijft gelden voor een bepaalde termijn. Indien men zich niet aan de sanctie houdt of gedurende de geldigheid van de rode kaart wederom een overtreding begaat wordt er opgeschaald naar de volgende rode kaart. De eerste vier rode kaarten worden middels een last onder dwangsom gehandhaafd.

 

Horecagelegenheden

Kaart

Sanctie

Geldigheid

Hoogte dwangsom

Gele kaart

Waarschuwing en verzoek overtreding op te heffen

Begunstigings-

termijn

n.v.t.

1e rode kaart

één weekend (vrijdag en zaterdag) dicht om 22:00u

1 maand

€ 1.000,- per dag

2e rode kaart

één weekend dicht (vrijdag 22:00u t/m zondag 00:00u)

3 maanden

€ 2.000,- per dag

3e rode kaart

één maand (vier weekenden) dicht (vrijdag 22:00u t/m zondag 00:00u)

6 maanden

€ 3.000,- per dag

4e rode kaart

één maand (vier weken) dicht

12 maanden

€ 4.000,- per dag

5e rode kaart

Intrekking vergunning

 

Slijterij / alcoholverkoop voor elders dan ter plaatse

Kaart

Sanctie

Geldigheid

Hoogte dwangsom

Gele kaart

Waarschuwing en verzoek overtreding op te heffen

Begunstigings-

termijn

n.v.t.

1e rode kaart

één dag (zaterdag)

1 maand

€ 1.000,- per dag

2e rode kaart

twee dagen dicht (vrijdag en zaterdag)

3 maanden

€ 2.000,- per dag

3e rode kaart

één maand (twee dagen per week) dicht (vrijdag en zaterdag)

6 maanden

€ 3.000,- per dag

4e rode kaart

één maand (vier weken) dicht

12 maanden

€ 4.000,- per dag

5e rode kaart

Intrekking vergunning