Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Smallingerland

Verordening individuele studietoeslag gemeente Smallingerland 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSmallingerland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening individuele studietoeslag gemeente Smallingerland 2022
CiteertitelVerordening individuele studietoeslag gemeente Smallingerland 2022
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening individuele studietoeslag gemeente Smallingerland 2015.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 108, tweede lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet
  3. artikel 8, eerste lid, van de Participatiewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-03-202201-01-2022nieuwe regeling

15-02-2022

gmb-2022-86744

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening individuele studietoeslag gemeente Smallingerland 2022

De raad van de gemeente Smallingerland;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 december 2021;

 

gelet op artikel 108, tweede lid jo. artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet,

 

gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel c, van de Participatiewet;

 

Besluit:

 

vast te stellen de:

 

Verordening individuele studietoeslag gemeente Smallingerland 2022

Artikel 1  

Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      college: het college van burgemeester en wethouders van Smallingerland;

    • b.

      individuele studietoeslag: toeslag als bedoeld in artikel 36b, eerste lid, van de Participatiewet.

Artikel 2  

Indienen verzoek

Een verzoek als bedoeld in artikel 36b, eerste lid, van de Participatiewet, wordt ingediend middels een daartoe door het college vastgesteld formulier.

Artikel 3  

De voorwaarden

  • 1.

    De verzoeker dient aan de volgende voorwaarden te voldoen:

    • a.

      een persoon te zijn zoals bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a van de Participatiewet;

    • b.

      18 jaar of ouder te zijn en;

    • c.

      recht te hebben op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000 of recht heeft op een tegemoetkoming op grond van hoofdstuk 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten en;

    • d.

      door een structurele medische beperking tijdens de studie geen inkomsten uit arbeid kunnen verwerven.

  • 2.

    Stagevergoedingen worden niet aangemerkt als inkomsten uit arbeid. Een vergoeding vanwege een stage die wordt gevolgd in het kader van de opleiding wordt vrijgelaten tot een bedrag van € 180 per maand. Het meerdere wordt in mindering gebracht op de studietoeslag.

Artikel 4  

Eenmaal per periode verlening individuele studietoeslag

Een persoon kan slechts eenmaal binnen een periode van maximaal zes maanden in aanmerking komen voor een individuele studietoeslag. Bij de periode van toekenning wordt aangesloten bij de halfjaarlijkse inschrijf- en startmomenten die doorgaans gelden voor opleidingen. Studeert deze persoon na afloop van de toekenningsperiode nog steeds en voldoet hij aan de voorwaarden van artikel 36b, eerste lid, van de Participatiewet, dan kan hij opnieuw in aanmerking komen voor een individuele studietoeslag. waarbij het recht ingaat per de eerste van de maand waarin de aanvraag is ingediend.

Artikel 5  

Hoogte individuele studietoeslag

  • 1.

    Een individuele studietoeslag bedraagt per maand:

    • a.

      € 300,- voor personen van 21 jaar en ouder;

    • b.

      € 240,- voor personen van 20 jaar;

    • c.

      € 180,- voor personen van 19 jaar;

    • d.

      € 150,- voor personen van 18 jaar.

  • 2.

    De bedragen genoemd in het eerste lid worden jaarlijks geïndexeerd conform de ontwikkelingen van de consumentenprijsindex volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek. De bedragen worden naar boven afgerond op hele euro's.

Artikel 6  

Betaling individuele studietoeslag

Een individuele studietoeslag wordt per maand uitbetaald.

Artikel 7  

Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2022.

  • 2.

    De Verordening individuele studietoeslag gemeente Smallingerland 2015, vastgesteld in de vergadering van 9 december 2014, wordt ingetrokken op de dag van inwerkingtreding als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 8  

Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: "Verordening individuele studietoeslag gemeente Smallingerland 2022".

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 15 februari 2022.

De voorzitter,

De griffier,

ALGEMENE TOELICHTING

De Invoeringswet Participatiewet introduceert een studieregeling in de Participatiewet: de individuele studietoeslag. Hiermee krijgt het college de mogelijkheid mensen, van wie is vastgesteld dat ze niet in staat zijn het minimumloon te verdienen, een individuele studietoeslag te verstrekken als ze studeren. Het afronden van een studie versterkt de positie op de arbeidsmarkt. Een diploma is een bewijs tegenover werkgevers dat iemand gemotiveerd is en veel in zijn mars heeft.

Mensen met een arbeidshandicap hebben volgens de regering een extra steuntje in de rug nodig als het gaat om studeren. Voor hen is de drempel om te lenen een stuk hoger, omdat de kans op een baan later lager is. Een studieregeling stimuleert mensen om toch de stap te zetten om naar school te gaan of een studie te gaan volgen. Ook biedt het een financiële compensatie voor het feit dat het voor deze groep vaak moeilijk is om de studie te combineren met een bijbaan (TK 2013-2014, 33 161, nr. 125, p. 2).

De individuele studietoeslag moet worden aangemerkt als een vorm van bijzondere bijstand (artikel 5, onderdeel d, van de Participatiewet). De individuele studietoeslag is niet gerelateerd aan bepaalde kosten. Het is een inkomensondersteunende maatregel voor mensen van wie is vastgesteld dat ze niet in staat zijn het minimumloon te verdienen.

 

Verordeningsplicht

De Invoeringswet Participatiewet legt de gemeenteraad de verplichting op in een verordening regels vast te stellen over het verlenen van een individuele studietoeslag.

Deze verordeningsopdracht is neergelegd in artikel 8, eerste lid, onderdeel c, van de Participatiewet. De regels moeten in ieder geval betrekking hebben op de hoogte en de frequentie van de betaling van de individuele studietoeslag (artikel 8, derde lid, van de Participatiewet).

 

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

 

Artikel 1 - Begripsbepalingen

Dit artikel behoeft geen verdere toelichting

 

Artikel 2 - indienen verzoek

Het college kan aan deze personen, op een daartoe strekkend verzoek, een individuele studietoeslag verlenen (artikel 36b, eerste lid, van de Participatiewet). Een persoon dient op datum van de aanvraag aan de voorwaarden te voldoen zoals genoemd in artikel 36b, eerste lid, van de Participatiewet. Onder aanvraag wordt verstaan: een verzoek van een persoon, een besluit te nemen (artikel 1:3, derde lid, van de Awb). Een aanvraag dient in beginsel schriftelijk te worden ingediend (artikel 4:1 van de Awb).

Om onduidelijkheid te voorkomen omtrent de wijze waarop het verzoek als bedoeld in artikel 36b, eerste lid, van de Participatiewet moet worden ingediend, bepaalt artikel 1 van deze verordening dat het verzoek moet worden gedaan middels een door het college vastgesteld formulier. Een verzoek wordt dan gezien als een aanvraag zoals bedoeld in afdeling 4.1.1 van de Awb. Het gaat dan om een schriftelijke aanvraag (artikel 4:1 van de Awb) die wordt ondertekend door de aanvrager en ten minste de naam en het adres van de aanvrager bevat, de dagtekening en een aanduiding van de beschikking die wordt gevraagd (artikel 4:2, eerste lid, van de Awb). De aanvrager verschaft ook de gegevens en bescheiden die voor de beslissing op de aanvraag nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen (artikel 4:2, tweede lid, van de Awb). Een mondeling verzoek kan hiermee dus niet worden aangemerkt als een verzoek om individuele studietoeslag zoals bedoeld in artikel 36b van de Participatiewet.

 

Artikel 3 – Voorwaarden individuele studietoeslag

Artikel 36b, eerste lid, van de Participatiewet regelt in welke gevallen het college op verzoek van een persoon, gelet op diens individuele omstandigheden, een individuele studietoeslag kan verlenen. Dit is het geval indien een persoon op de datum van de aanvraag:

  • 18 jaar of ouder is;

  • recht heeft op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000 of recht heeft op een tegemoetkoming op grond van hoofdstuk 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

  • geen in aanmerking te nemen vermogen als bedoeld in artikel 34 van de Participatiewet heeft; en

  • door een structurele medische beperking tijdens de studie geen inkomsten uit arbeid kunnen verwerven.

Het recht op studiefinanciering bestaat, afhankelijk van iemands gekozen opleiding, leeftijd en inkomen. Of van dit recht gebruik gemaakt wordt is niet in de Participatiewet geregeld en is geen vereiste voor het ontvangen van een individuele studietoeslag op grond van de Participatiewet. Voor het recht op een individuele studietoeslag is het dan ook voldoende dat een persoon recht heeft op studiefinanciering of een tegemoetkoming.

De persoon zal - als aanvrager van de individuele studietoeslag - aannemelijk moeten maken dat hij recht op studiefinanciering of een tegemoetkoming heeft, bijvoorbeeld door een beschikking van DUO of door een bewijs van inschrijving bij een bepaalde opleiding te overleggen.

 

Artikel 4 - Eenmaal per periode individuele studietoeslag verlenen

Een studietoeslag wordt toegekend voor een periode van zes maanden. Hierbij wordt aangesloten bij de halfjaarlijkse inschrijf- en startmomenten die doorgaans gelden voor opleidingen. Studeert deze persoon na die zes maanden nog steeds en voldoet hij aan de voorwaarden van artikel 36b, eerste lid, van de Participatiewet, dan kan hij opnieuw in aanmerking komen voor een individuele studietoeslag.

 

Artikel 5 - Hoogte individuele studietoeslag

In artikel 5 van deze verordening is de hoogte van de individuele studietoeslag geregeld. Hierbij wordt de studietoeslag per persoon die voldoet aan de voorwaarden toegekend.

In artikel 5, tweede lid, van deze verordening, is een indexeringsbepaling opgenomen. Deze bepaling voorkomt dat de verordening telkens opnieuw moet worden vastgesteld, enkel voor indexatie van de bedragen.

 

Artikel 6 - Betaling van de individuele studietoeslag

Om recht te doen aan de functie van inkomensondersteuning, wordt de individuele studietoeslag in gelijke maandelijkse delen uitbetaald.

 

Artikel 7 - Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2022

 

Artikel 8 - Citeertitel

In dit artikel is de citeertitel van deze verordening neergelegd.