Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | Landsverordening bescherming persoonsgegevens |
Citeertitel | Landsverordening bescherming persoonsgegevens |
Vastgesteld door | Minister van Justitie |
Onderwerp | |
Eigen onderwerp |
Geen
Artikel 5 van de Staatsregeling
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-07-2019 | artikel 2 | 14-06-2019 |
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
In deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
verwerking van persoonsgegevens: elke handeling of elk geheel van handelingen met betrekking tot persoonsgegevens, waaronder in ieder geval het verzamelen, vastleggen, ordenen, bewaren, bijwerken, wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiding of enige andere vorm van terbeschikkingstelling, samenbrengen, met elkaar in verband brengen, alsmede het afschermen, uitwissen of vernietigen van gegevens;
Voor zover noodzakelijk voor de goede uitvoering van de Landsverordening bestrijding witwassen en terrorismefinanciering, de Sanctielandsverordening, de Landsverordening Meldpunt Ongebruikelijke Transacties of de Landsverordening melding grensoverschrijdende geldtransporten is deze landsverordening niet van toepassing op verwerking van persoonsgegevens.
Deze landsverordening is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens door of ten behoeve van een verantwoordelijke die geen vestiging heeft in het land, waarbij gebruik wordt gemaakt van al dan niet geautomatiseerde middelen die zich in het land bevinden, tenzij deze middelen slechts worden gebruikt voor de doorvoer van persoonsgegevens.
Het is een verantwoordelijke als bedoeld in het tweede lid, verboden persoonsgegevens te verwerken, tenzij hij in het land een persoon of instantie aanwijst die namens hem handelt overeenkomstig de bepalingen van deze landsverordening. Voor de toepassing van deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen, wordt hij aangemerkt als de verantwoordelijke.
HOOFDSTUK 2.VOORWAARDEN VOOR DE RECHTMATIGHEID VAN DE VERWERKING VAN PERSOONSGEGEVENS
Paragraaf 1.De verwerking van persoonsgegevens in het algemeen
Persoonsgegevens worden in overeenstemming met de landsverordening en op behoorlijke en zorgvuldige wijze verwerkt.
Persoonsgegevens worden voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden verzameld.
Persoonsgegevens mogen slechts worden verwerkt indien:
de gegevensverwerking noodzakelijk is voor de behartiging van het gerechtvaardigde belang van de verantwoordelijke of van een derde aan wie de gegevens worden verstrekt, tenzij het belang of de fundamentele rechten en vrijheden van de betrokkene, in het bijzonder het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer, prevaleert.
Verdere verwerking van de gegevens voor historische, statistische of wetenschappelijke doeleinden, wordt niet als onverenigbaar beschouwd, indien de verantwoordelijke de nodige voorzieningen heeft getroffen ten einde te verzekeren dat de verdere verwerking uitsluitend geschiedt ten behoeve van deze specifieke doeleinden.
Persoonsgegevens mogen langer worden bewaard dan bepaald in het eerste lid voor zover ze voor historische, statistische of wetenschappelijke doeleinden worden bewaard, en de verantwoordelijke de nodige voorzieningen heeft getroffen ten einde te verzekeren dat de desbetreffende gegevens uitsluitend voor deze specifieke doeleinden worden gebruikt.
De personen, bedoeld in het eerste lid, voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift een geheimhoudingsplicht geldt, zijn verplicht tot geheimhouding van de persoonsgegevens waarvan zij kennis nemen, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hen tot mededeling verplicht of uit hun taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit. Artikel 2:232 van het Wetboek van Strafrecht is niet van toepassing.
De verantwoordelijke legt passende technische en organisatorische maatregelen ten uitvoer om persoonsgegevens te beveiligen tegen verlies of tegen enige vorm van onrechtmatige verwerking. Deze maatregelen garanderen, rekening houdend met de stand van de techniek en de kosten van de tenuitvoerlegging, een passend beveiligingsniveau, gelet op de risico’s die de verwerking en de aard van te beschermen gegevens met zich meebrengen. De maatregelen zijn er mede op gericht onnodige verzameling en verdere verwerking van persoonsgegevens te voorkomen.
Indien de verantwoordelijke persoonsgegevens te zijnen behoeve laat verwerken door een bewerker, draagt hij zorg dat deze voldoende waarborgen biedt ten aanzien van de technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen met betrekking tot de te verrichten verwerkingen. De verantwoordelijke ziet toe op de naleving van die maatregelen.
Paragraaf 2.De verwerking van bijzondere persoonsgegevens
De verwerking van persoonsgegevens betreffende iemands godsdienst of levensovertuiging, ras, politieke gezindheid, gezondheid, seksuele leven, alsmede persoonsgegevens betreffende het lidmaatschap van een vakvereniging is verboden behoudens het bepaalde in deze paragraaf. Hetzelfde geldt voor strafrechtelijke persoonsgegevens en persoonsgegevens over onrechtmatig of hinderlijk gedrag in verband met een opgelegd verbod naar aanleiding van dat gedrag.
Het verbod om persoonsgegevens betreffende iemands ras te verwerken, bedoeld in artikel 16, is niet van toepassing indien de verwerking geschiedt:
met het doel personen van een bepaalde etnische of culturele minderheidsgroep een bevoorrechte positie toe te kennen ten einde feitelijke nadelen verband houdende met de grond ras op te heffen of te verminderen en slechts indien:
de gegevens slechts betrekking hebben op het geboorteland van de betrokkene, van diens ouders of grootouders, dan wel op andere, bij landsverordening vastgestelde criteria, op grond waarvan op objectieve wijze vastgesteld kan worden of iemand tot een minderheidsgroep als bedoeld in de aanhef van onderdeel b behoort, en
Het verbod om persoonsgegevens betreffende iemands lidmaatschap van een vakbond te verwerken, bedoeld in artikel 16, is niet van toepassing indien de verwerking geschiedt door de desbetreffende vakbond of de vakcentrale waarvan die bond een onderdeel vormt, voor zover dat gelet op de doelstelling van de vakbond of centrale noodzakelijk is.
Het verbod om persoonsgegevens betreffende iemands gezondheid te verwerken, bedoeld in artikel 16, is niet van toepassing indien de verwerking geschiedt door:
In de gevallen, bedoeld in het eerste lid, worden de gegevens alleen verwerkt door personen die uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift, dan wet krachtens een overeenkomst tot geheimhouding zijn verplicht. Indien de verantwoordelijke gegevens persoonlijk verwerkt en op hem niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift een geheimhoudingsplicht rust, is hij verplicht tot geheimhouding van de gegevens, behoudens voor zover de landsverordening hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak voortvloeit dat de gegevens worden meegedeeld aan anderen die krachtens het eerste lid bevoegd zijn tot verwerking daarvan.
Het verbod om andere persoonsgegevens als bedoeld in artikel 16 te verwerken, is niet van toepassing voor zover dit noodzakelijk is in aanvulling op de verwerking van persoonsgegevens betreffende iemands gezondheid als bedoeld in het eerste lid, onder a, met het oog op een goede behandeling of verzorging van de betrokkene.
Het verbod om strafrechtelijke persoonsgegevens te verwerken, bedoeld in artikel 16, is niet van toepassing indien de verwerking geschiedt door organen die krachtens landsverordening zijn belast met de toepassing van het strafrecht, alsmede door verantwoordelijken die deze hebben verkregen bij of krachtens de Rijkswet politie van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba of de Landsverordening op de justitiële documentatie en de verklaringen omtrent het gedrag.
Onverminderd de artikelen 17 tot en met 22 is het verbod om persoonsgegevens als bedoeld in artikel 16, te verwerken niet van toepassing voor zover:
dit noodzakelijk is met het oog op een zwaarwegend algemeen belang, passende waarborgen worden geboden ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer en dit bij landsverordening wordt bepaald dan wel de commissie ontheffing heeft verleend. De commissie kan bij de verlening van ontheffing beperkingen en voorschriften opleggen.
HOOFDSTUK 3. INFORMATIEVERSTREKKING AAN DE BETROKKENE
Het eerste lid is evenmin van toepassing indien de vastlegging of de verstrekking bij of krachtens landsverordening is voorgeschreven. In dat geval dient de verantwoordelijke de betrokkene op diens verzoek te informeren over het wettelijk voorschrift dat tot de vastlegging of verstrekking van de hem betreffende gegevens heeft geleid.
HOOFDSTUK 4. RECHTEN VAN DE BETROKKENE
De betrokkene heeft het recht zich vrijelijk en met redelijke tussenpozen tot de verantwoordelijke te wenden met het verzoek hem mede te delen of hem betreffende persoonsgegevens worden verwerkt. De verantwoordelijke deelt de betrokkene schriftelijk binnen vier weken mee of hem betreffende persoonsgegevens worden verwerkt.
Indien zodanige gegevens worden verwerkt, bevat de mededeling een volledig overzicht daarvan in begrijpelijke vorm, een omschrijving van het doel of de doeleinden van de verwerking, de categorieën van gegevens waarop de verwerking betrekking heeft en de ontvangers of categorieën van ontvangers, alsmede de beschikbare informatie over de herkomst van de gegevens.
Voordat een verantwoordelijke een mededeling doet als bedoeld in het eerste lid, waartegen een derde naar verwachting bedenkingen zal hebben, stelt hij die derde in de gelegenheid zijn zienswijze naar voren te brengen indien de mededeling gegevens bevat die hem betreffen, tenzij dit onmogelijk blijkt of een onevenredige inspanning kost.
Degene aan wie overeenkomstig artikel 26 kennis is gegeven van hem betreffende persoonsgegevens, kan de verantwoordelijke verzoeken deze te verbeteren, aan te vullen, te verwijderen, of af te schermen indien deze feitelijk onjuist zijn, voor het doel of de doeleinden van de verwerking onvolledig of niet ter zake dienend zijn dan wel anderszins in strijd met een wettelijk voorschrift worden verwerkt. Het verzoek bevat de aan te brengen wijzigingen.
Indien de persoonsgegevens zijn vastgelegd op een gegevensdrager waarin geen wijzigingen kunnen worden aangebracht, dan treft hij de voorzieningen die nodig zijn om de gebruiker van de gegevens te informeren over de onmogelijkheid van verbetering, aanvulling, verwijdering of afscherming ondanks het feit dat er grond is voor aanpassing van de gegevens op grond van dit artikel.
De verzoeken, bedoeld in de artikelen 27 en 28, worden ten aanzien van minderjarigen die de leeftijd van zestien jaren nog niet hebben bereikt, en ten aanzien van onder curatele gestelden gedaan door hun wettelijke vertegenwoordigers. De betrokken mededeling geschiedt eveneens aan de wettelijke vertegenwoordigers.
De verantwoordelijke die naar aanleiding van een verzoek op grond van artikel 28 persoonsgegevens heeft verbeterd, aangevuld, verwijderd of afgeschermd, is verplicht om aan derden aan wie de gegevens daaraan voorafgaand zijn verstrekt, zo spoedig mogelijk kennis te geven van de verbetering, aanvulling, verwijdering of afscherming, tenzij dit onmogelijk blijkt of een onevenredige inspanning kost.
De verantwoordelijke kan voor het in behandeling nemen van een verzet een vergoeding van kosten verlangen, die niet hoger mag zijn dan een bij of krachtens landsbesluit, houdende algemene maatregelen, vast te stellen bedrag. De vergoeding wordt teruggegeven in geval het verzet gegrond wordt bevonden.
Indien gegevens worden verwerkt in verband met de totstandbrenging of de instandhouding van een directe relatie tussen de verantwoordelijke of een derde en de betrokkene met het oog op werving voor commerciële of charitatieve doelen, kan de betrokkene daartegen bij de verantwoordelijke te allen tijde kosteloos verzet aantekenen.
De verantwoordelijke die voornemens is persoonsgegevens aan derden te verstrekken of voor rekening van derden te gebruiken voor het in het eerste lid bedoelde doel, neemt passende maatregelen om de betrokkenen de mogelijkheden bekend te maken tot het doen van verzet. De bekendmaking vindt plaats via een of meer dag-, nieuws-, of huis-aanhuisbladen of op een andere geschikte wijze. Bij regelmatige verstrekking aan derden of gebruik voor rekening van derden vindt de bekendmaking ten minste eens per jaar plaats.
Niemand kan worden onderworpen aan een besluit waaraan voor hem rechtsgevolgen zijn verbonden of dat hem in aanmerkelijke mate treft, indien dat besluit alleen wordt genomen op grond van een geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens bestemd om een beeld te krijgen van bepaalde aspecten van zijn persoonlijkheid.
HOOFDSTUK 5. UITZONDERINGEN EN BEPERKINGEN
De verantwoordelijke kan de artikelen 9, eerste lid, 25, 26 en 27 buiten toepassing laten voor zover dit noodzakelijk is in het belang van:
Indien een verwerking plaatsvindt door instellingen of diensten voor wetenschappelijk onderzoek of statistiek, en de nodige voorzieningen zijn getroffen om te verzekeren dat de persoonsgegevens uitsluitend voor statistische en wetenschappelijke doeleinden kunnen worden gebruikt, kan de verantwoordelijke een mededeling als bedoeld in artikel 26 achterwege laten en weigeren aan een verzoek als bedoeld in artikel 27 te voldoen.
HOOFDSTUK 6. RECHTSBESCHERMING
Een beslissing op een verzoek als bedoeld in de artikelen 27, 28 en 30, tweede lid, alsmede beslissing naar aanleiding van de aantekening van verzet als bedoeld in de artikelen 32 en 33, gelden, voor zover deze zijn genomen door een bestuursorgaan, als een beschikking als bedoeld in artikel 3 van de Landsverordening administratieve rechtspraak.
Indien een beslissing als bedoeld in artikel 37 is genomen door een ander dan een bestuursorgaan, kan de belanghebbende zich tot het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten wenden met het schriftelijk verzoek, de verantwoordelijke te bevelen alsnog een verzoek als bedoeld in de artikelen 27, 28 of 30, tweede lid, toe of af te wijzen dan wel een verzet als bedoeld in de artikelen 32 of 31 al dan niet te honoreren.
Indien de verantwoordelijke of de bewerker handelt in strijd met het bij of krachtens deze landsverordening bepaalde en een ander daardoor schade lijdt of dreigt te lijden, kan de rechter hem op vordering van die ander zodanig gedrag verbieden en hem bevelen maatregelen te treffen tot herstel van de gevolgen van dat gedrag.
Een verwerking kan niet ten grondslag worden gelegd aan een vordering van een rechtspersoon die algemene of collectieve belangen behartigen, of een rechtspersoon als bedoeld in artikel 305a van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, voor zover degene die door deze verwerking wordt getroffen, daartegen bezwaar heeft.
Paragraaf 1. Inrichting en taak commissie toezicht bescherming persoonsgegevens
Aan de leden van de commissie wordt bij landsbesluit, op voordracht van de Minister, ontslag verleend:
Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden nadere regels gesteld over de vergoeding alsmede de overige rechten en plichten die betrekking hebben op de rechtspositie van de leden van de commissie.
De commissie beschikt te harer ondersteuning over een secretariaat, waarvan de ambtenaren door de Minister, gehoord de voorzitter, worden benoemd, geschorst of ontslagen.
De Minister kan de commissie om advies vragen over ontwerpen van landsverordening en ontwerpen van landsbesluiten, houdende algemene maatregelen van bestuur, die geheel of voor een belangrijk deel betrekking hebben op de verwerking van persoonsgegevens.
De commissie brengt haar voorlopige bevindingen ter kennis van de verantwoordelijke of de groep van verantwoordelijken die bij het onderzoek zijn betrokken en stelt hen in de gelegenheid hun zienswijze daarop te geven. Houden de voorlopige bevindingen verband met de uitvoering van enige landsverordening, dan brengt de commissie deze tevens ter kennis van de Minister die het aangaat.
In geval van een onderzoek, ingesteld op verzoek van de belanghebbende, doet de commissie aan de belanghebbende mededeling van haar bevindingen, tenzij zodanige mededeling onverenigbaar is met het doel van de gegevensverwerking of de aard van de persoonsgegevens, dan wel gewichtige belangen van anderen dan de verzoeker, de verantwoordelijke daaronder begrepen, daardoor onevenredig zouden worden geschaad. Indien de commissie mededeling van haar bevindingen achterwege laat, zendt zij de belanghebbende zodanig bericht als haar geraden voorkomt.
De commissie stelt jaarlijks vóór 1 september een verslag op van de werkzaamheden, het gevoerde beleid in het algemeen en de doelmatigheid en de doeltreffendheid van haar werkwijze in het bijzonder in het afgelopen kalenderjaar. Het verslag wordt aan de Minister toegezonden en algemeen verkrijgbaar gesteld.
Met het toezicht op de naleving, bedoeld in artikel 42, zijn belast de leden van de commissie en de ambtenaren van het secretariaat.
De commissie maakt van zijn bevoegdheden slechts gebruik voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak nodig is.
De in artikel 51 genoemde personen zijn bevoegd, met medeneming van de benodigde apparatuur, elke plaats te betreden, waaronder een woning zonder toestemming van de bewoner. De artikelen 155 tot en met 163 van het Wetboek van Strafvordering zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de machtiging, bedoeld in artikel 155 van het Wetboek van Strafvordering, wordt verleend door de commissie.
Paragraaf 3. Last onder bestuursdwang en last onder dwangsom
Het bestuursorgaan dat een last onder dwangsom heeft opgelegd, kan op verzoek van de overtreder de last opheffen, de looptijd ervan opschorten voor een bepaalde termijn of de dwangsom verminderen ingeval van blijvende of tijdelijke gehele of gedeeltelijk onmogelijkheid voor de overtreder om aan zijn verplichtingen te voldoen.
Bij gebreke van voldoening aan de last binnen de termijn, bedoeld in artikel 60, derde lid, kan de commissie het bedrag van de dwangsom, verhoogd met de op de invordering betrekking hebbende kosten, doen invorderen bij dwangbevel, tenzij ingevolge de Landsverordening administratieve rechtspraak bezwaar is gemaakt tegen oplegging van de last.
Tegen de oplegging van de last onder bestuursdwang als bedoeld in artikel 58, een beschikking tot vaststelling van de kosten van de bestuursdwang als bedoeld in artikel 59, en tegen de oplegging van een last onder dwangsom als bedoeld in artikel 60, staat beroep open ingevolge de Landsverordening administratieve rechtspraak, met inachtneming van artikel 28, tweede lid, van die Landsverordening.
HOOFDSTUK 8. GEGEVENSVERKEER MET ANDERE STATEN
Het passend karakter van het beschermingsniveau wordt beoordeeld gelet op de omstandigheden die op de doorgifte van gegevens of op een categorie gegevens doorgiften van invloed zijn. In het bijzonder wordt rekening gehouden met de aard van de gegevens, met het doeleinde of de doeleinden en met de duur van de voorgenomen verwerking of verwerkingen, het land van herkomst en het land van eindbestemming, de algemene en sectoriële rechtsregels die in het betrokken land gelden, alsmede de regels van het beroepsleven en de veiligheidsmaatregelen die in die landen worden nageleefd.
In afwijking van artikel 63 kan een doorgifte of een categorie van doorgiften van persoonsgegevens naar een land dat geen waarborgen biedt voor een passend beschermingsniveau, plaatsvinden indien:
de doorgifte geschiedt vanuit een register dat bij wettelijk voorschrift is ingesteld en dat door een ieder dan wel door iedere persoon die zich op een gerechtvaardigd belang kan beroepen, kan worden geraadpleegd, voor zover in het betrokken geval is voldaan aan de wettelijke voorwaarden voor raadpleging.
In afwijking van het eerste lid, kan de commissie een vergunning geven voor een doorgifte of een categorie doorgiften van persoonsgegevens naar een land dat geen waarborgen voor een passend beschermingsniveau biedt. Aan de vergunning worden de nadere voorschriften verbonden die nodig zijn om de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de fundamentele rechten en vrijheden van personen, alsmede de uitoefening van de daarmee verband houdende rechten te waarborgen.
De Minister zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze landsverordening aan de Staten een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze landsverordening in de praktijk.
Voor de aanpassing van de verwerking van bijzondere gegevens aan paragraaf 2 van hoofdstuk 2 geldt een termijn van drie jaren met dien verstande dat voor verwerkingen die al plaatsvonden en noodzakelijk zijn voor de uitvoering van overeenkomsten tot stand gekomen voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze landsverordening, niet opnieuw toestemming behoeft te worden gevraagd als bedoeld in artikel 23, eerste lid, onder a.
Memorie van toelichting Landsverordening Bescherming Persoonsgegevens
memorie van toelichting Landsverordening Bescherming Persoonsgegevens
Translation of the National ordinance personal data protection
translation of the National ordinance personal data protection
Translation of the Explanatory Memorandum of the National ordinace personal data protection
Translation of the Explanatory Memorandum of the National ordinance personal data protection