Organisatie | SED organisatie |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Besluit van het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling SED organisatie houdende regels omtrent het directiestatuut (Directiestatuut SED organisatie) |
Citeertitel | Directiestatuut SED organisatie |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 33b, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-02-2022 | 01-01-2020 | Nieuwe regeling | 16-02-2022 | 854244 |
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
De directie is, binnen de door het dagelijks bestuur vastgestelde kaders, het hoogste ambtelijke orgaan in de organisatie.
Het statuut geeft een invulling van de aan de directie opgedragen taken en verantwoordelijkheden, mede ten aanzien van de bevoegdheden die aan de directie worden toegekend in de mandaatregeling SED-directie, de budgethoudersregeling, de organisatieverordening en de reglementen van orde van vergadering van het algemeen en het dagelijks bestuur.
Hoofdstuk II Samenstelling en verantwoordelijkheden
Artikel 6 – Opdrachtgeverschap
De opdrachtgever zal periodiek overleggen met de directie over de prestaties en resultaten van de directeuren in relatie tot de SED organisatie. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen reguliere voortgangsgesprekken en periodieke (minimaal eens per jaar) gesprekken die zich toespitsen op de prestaties van de individuele directieleden.
Artikel 8 – Algemene verantwoordelijkheden directie ten aanzien van de organisatie
De directie is verantwoordelijk voor:
Artikel 9 – Uitwerking m.b.t. bedrijfsvoering
De directie draagt in belangrijke mate bij aan de ontwikkeling van een evenwichtig beleid van de organisatie, zij volgt de ontwikkelingen elders en stimuleert medewerkers tot het meedenken over beleidsmatige veranderingen en vernieuwingen. De directie ziet er daarbij op toe dat deelbeleid goed inpasbaar is in het integrale beleid van de organisatie.
Artikel 11 – Bestuursconvenant
Daar waar dit statuut strijdig is met het “Bestuurlijk convenant opdrachtgever – opdrachtnemer SED” prevaleert dit statuut.