Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
SED organisatie

Besluit van het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling SED organisatie houdende regels omtrent het directiestatuut (Directiestatuut SED organisatie)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSED organisatie
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingBesluit van het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling SED organisatie houdende regels omtrent het directiestatuut (Directiestatuut SED organisatie)
CiteertitelDirectiestatuut SED organisatie
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 33b, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-02-202201-01-2020Nieuwe regeling

16-02-2022

bgr-2022-237

854244

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling SED organisatie houdende regels omtrent het directiestatuut (Directiestatuut SED organisatie)

Het dagelijks bestuur van de SED organisatie

 

Gelet op artikel 33b eerste lid onder c Wet gemeenschappelijke regelingen

 

Overwegende dat de gemeenschappelijke regeling SED organisatie bepalingen bevat ten aanzien van taken en bevoegdheden van de directie die nader uitgewerkt dienen te worden

BESLUIT:

 

vast te stellen het

Directiestatuut SED organisatie

 

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 – Begripsbepaling

Voor de toepassing van dit statuut wordt verstaan onder:

a.

regeling:

de gemeenschappelijke regeling SED organisatie;

b.

SED organisatie:

het openbaar lichaam genoemd in artikel 2 van de regeling;

c.

algemeen bestuur, dagelijks bestuur en voorzitter:

de gelijknamige organen als bedoeld in de artikelen 10, 18 en 20 van de regeling;

d.

directie:

de directie van de SED organisatie als bedoeld in artikel 30 van de regeling.

Artikel 2 – Algemene bepaling

De directie is, binnen de door het dagelijks bestuur vastgestelde kaders, het hoogste ambtelijke orgaan in de organisatie.

Artikel 3 – Doel

  • 1.

    Het statuut geeft een invulling van de aan de directie opgedragen taken en verantwoordelijkheden, mede ten aanzien van de bevoegdheden die aan de directie worden toegekend in de mandaatregeling SED-directie, de budgethoudersregeling, de organisatieverordening en de reglementen van orde van vergadering van het algemeen en het dagelijks bestuur.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur kan, na overleg met de directie, nadere aanwijzingen en richtlijnen geven over de wijze waarop de opgedragen taken en bevoegdheden worden uitgevoerd.

Hoofdstuk II Samenstelling en verantwoordelijkheden

Artikel 4 – Samenstelling directie

  • 1.

    De directie bestaat uit een algemeen directeur en twee directeuren. De directie is een collegiaal functionerend orgaan.

  • 2.

    Iedere gemeentesecretaris uit de afzonderlijke gemeenten wordt benoemd als lid van de directie.

  • 3.

    De algemeen directeur wordt vanuit de directie benoemd door het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur wijst een eerste en tweede vervanger aan.

  • 4.

    De algemeen directeur is de voorzitter van de directie en eindverantwoordelijk voor de aan de directie opgedragen taken.

  • 5.

    De algemeen directeur vertegenwoordigt de directie en ondertekent de stukken die namens de directie uitgaan.

  • 6.

    De directie besluit zoveel mogelijk op basis van unanimiteit. Bij het ontbreken van unanimiteit beslist de algemeen directeur.

Artikel 5 – Vervanging

  • 1.

    Bij tijdelijke afwezigheid van de algemeen directeur wordt de directie vertegenwoordigd door haar daartoe door het dagelijks bestuur aangewezen plaatsvervanger.

  • 2.

    Bij tussentijds vertrek van de algemeen directeur, wordt de rol van algemeen directeur tijdelijk overgenomen door de eerste waarnemer, tot het moment dat de functie weer is ingevuld.

  • 3.

    In het geval er sprake is van langdurige afwezigheid van een van de directieleden wordt in overleg met het algemeen bestuur door het dagelijks bestuur vervanging georganiseerd.

Artikel 6 – Opdrachtgeverschap

  • 1.

    Het dagelijks bestuur is opdrachtgever van de directie.

  • 2.

    De opdrachtgever zal periodiek overleggen met de directie over de prestaties en resultaten van de directeuren in relatie tot de SED organisatie. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen reguliere voortgangsgesprekken en periodieke (minimaal eens per jaar) gesprekken die zich toespitsen op de prestaties van de individuele directieleden.

  • 3.

    Het is aan de opdrachtgever of de resultaatsgesprekken met de directie als geheel of de directeuren afzonderlijk worden gevoerd. Er wordt een beknopt verslag gemaakt van deze bespreking.

Artikel 7 – Algemene verantwoordelijkheden directie ten aanzien van het bestuur

  • 1.

    De directie staat het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur, de voorzitter en eventuele door hen ingestelde commissie(s) bij de uitoefening van hun taak terzijde.

  • 2.

    De directie woont de vergaderingen van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur bij als adviseur.

  • 3.

    De algemeen directeur ondertekent mede alle stukken die van het algemeen en dagelijks bestuur uitgaan.

Artikel 8 – Algemene verantwoordelijkheden directie ten aanzien van de organisatie

De directie is verantwoordelijk voor:

  • 1.

    de algehele dagelijkse leiding en aansturing van de organisatie in brede zin.

    Ter uitvoering daarvan draagt de directie zorg voor een efficiënte en effectieve inrichting van de SED aan de hand van de organisatieverordening;

  • 2.

    strategische beleidsontwikkeling;

  • 3.

    voorbereiding en uitvoering Planning & Control cyclus, inclusief een jaarlijks concernwerkplan;

  • 4.

    de organisatorische samenhang door kaderstelling en control op het gebied van bedrijfsvoering;

  • 5.

    het leggen van verbindingen en het onderhouden van werkrelaties met andere overheden, instellingen, verenigingen en bedrijven.

Artikel 9 – Uitwerking m.b.t. bedrijfsvoering

  • 1.

    De directie draagt in belangrijke mate bij aan de ontwikkeling van een evenwichtig beleid van de organisatie, zij volgt de ontwikkelingen elders en stimuleert medewerkers tot het meedenken over beleidsmatige veranderingen en vernieuwingen. De directie ziet er daarbij op toe dat deelbeleid goed inpasbaar is in het integrale beleid van de organisatie.

  • 2.

    De directie is verantwoordelijk voor een juiste voorbereiding en presentatie van bestuurlijke besluiten t.a.v. beleids- en overige zaken.

  • 3.

    Het is de verantwoordelijkheid van de directie om - daar waar dit niet expliciet is genoemd - een juiste afweging te maken of (beleids-)besluiten bestuurlijke vaststelling behoeven.

  • 4.

    De directie is gehouden bestuursbesluiten te doen uitvoeren in de geest van het bestuursstandpunt op grond waarvan het besluit is genomen.

Artikel 10 – Uitwerking m.b.t. personeel

  • 1.

    De directie is verantwoordelijk voor goed werkgeverschap en een goede werksfeer in de organisatie.

  • 2.

    De directie draagt zorg voor de ontwikkeling van het functioneren van de ambtelijke organisatie in brede zin.

  • 3.

    De directie bevordert, onverminderd de verantwoordelijkheden van de leidinggevenden, een goede samenwerking en samenhang tussen de verschillende domeinen en afdelingen.

  • 4.

    De directie is verantwoordelijk voor de uitvoering van het personeelsbeleid, het geldelijk beheer binnen de vastgestelde begroting en de bedrijfsvoering.

  • 5.

    De algemeen directeur vervult de functie van bestuurder in de zin van de Wet op de Ondernemingsraden en onderhoudt het contact met de Ondernemingsraad.

  • 6.

    De directie draagt een vertrouwenspersoon voor, ter vaststelling door het dagelijks bestuur.

  • 7.

    De directie is verantwoordelijk voor de voorbereiding en uitvoering van een klachtenregeling, ter vaststelling door het dagelijks bestuur.

Hoofdstuk III Slotbepalingen

Artikel 11 – Bestuursconvenant

Daar waar dit statuut strijdig is met het “Bestuurlijk convenant opdrachtgever – opdrachtnemer SED” prevaleert dit statuut.

Artikel 12 – Onvoorziene gevallen

Bij onderwerpen die in dit reglement niet zijn voorzien of bij interpretatiegeschillen beslist het dagelijks bestuur.

Artikel 13 – Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als ‘Directiestatuut SED organisatie’.

Artikel 14 – Inwerkingtreding

  • 1.

    Het Directiestatuut treedt in werking op de dag na die van bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2020.

  • 2.

    Het huidige Directiestatuut SED organisatie (2015) wordt gelijktijdig ingetrokken.

Aldus vastgesteld 16 februari 2022

De voorzitter,

R.Wortelboer

De algemeen directeur,

C.Minnaert