Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Horst aan de Maas

Mandaatbesluit Gemeenschappelijke Regeling Kredietbank Limburg

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHorst aan de Maas
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMandaatbesluit Gemeenschappelijke Regeling Kredietbank Limburg
CiteertitelMandaatbesluit Gemeenschappelijke Regeling Kredietbank Limburg
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is geldig totdat het wordt ingetrokken of de Gemeenschappelijke Regeling Kredietbank Limburg wordt opgeheven.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht
  3. Wet gemeentelijke schuldhulpverlening
  4. Besluit gemeentelijke schuldhulpverlening
  5. Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Horst aan de Maas
  6. Faillissementswet
  7. Gemeenschappelijke Regeling voor Sociale Kredietverlening en Schuldhulpverlening in Limburg
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-02-2022nieuwe regeling

31-01-2022

gmb-2022-82440

Tekst van de regeling

Intitulé

Mandaatbesluit Gemeenschappelijke Regeling Kredietbank Limburg

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Horst aan de Maas;

 

gelet op:

  • -

    de Algemene wet bestuursrecht in bijzonder afdeling 10.1.1 (artikel 10:4 Awb mandatering aan een niet-ondergeschikte);

  • -

    de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

  • -

    het Besluit gemeentelijke schuldhulpverlening;

  • -

    de Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Horst aan de Maas;

  • -

    de Faillissementswet;

  • -

    de Gemeenschappelijke Regeling voor Sociale Kredietverlening en Schuldhulpverlening in Limburg (hierna: GR KBL);

overwegende dat:

  • -

    het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Horst aan de Maas verantwoordelijk is voor schuldhulpverlening en daarmee de uitvoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, het Besluit gemeentelijke schuldhulpverlening en de Faillissementswet;

  • -

    het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Horst aan de Maas de uitvoering van schuldhulpverlening op grond van artikel 3a Wet gemeentelijke schuldhulpverlening door derden kan laten verrichten en de vaststelling van de rechten en plichten van de inwoner en de daarvoor noodzakelijke beoordeling van zijn omstandigheden kan mandateren aan een organisatie of instelling, die zich blijkens haar doelstelling of werkzaamheden richt op schuldhulpverlening;

  • -

    het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Horst aan de Maas op grond van artikel 285 Faillissementswet de bevoegdheid tot het indienen van verzoeken tot toelating tot de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) en het afgeven van verklaringen kan manteren aan een gemeentelijke kredietbank als bedoeld in de Wet financieel toezicht;

besluit:

 

vast te stellen het:

 

Mandaatbesluit Gemeenschappelijke Regeling Kredietbank Limburg

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    besluit: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling, zoals bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, van de Awb;

  • c.

    bestuursorgaan: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1:1, eerste lid, van de Awb;

  • d.

    Bgs: Besluit gemeentelijke schuldhulpverlening;

  • e.

    Fw: Faillissementswet;

  • f.

    inwoner: ingezetene die op grond van de Wet basisregistratie personen bij de gemeente Horst aan de Maas is ingeschreven;

  • g.

    KBL: Kredietbank Limburg;

  • h.

    machtiging: de bevoegdheid die een bestuursorgaan verleent om in zijn naam handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;

  • i.

    mandaat: de bevoegdheid om, conform artikel 10:1 Awb, in naam van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Horst aan de Maas besluiten te nemen in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht binnen de reikwijdte van dit mandaatbesluit. Onder mandaat wordt in dit mandaatbesluit mede verstaan volmacht en machtiging;

  • j.

    mandaatbesluit: het onderhavige “Mandaatbesluit Gemeenschappelijke Regeling Kredietbank Limburg” zoals vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Horst aan de Maas;

  • k.

    ondermandaat: het verlenen van het mandaat door de gemandateerde aan een ander;

  • l.

    volmacht: de bevoegdheid die een bestuursorgaan verleent om in zijn naam privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

  • m.

    Wgs: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

Artikel 2 Mandaat

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Horst aan de Maas mandateert aan het Dagelijks Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Kredietbank Limburg de bevoegdheden voortvloeiend uit de Wgs, het Bgs en de Fw, waaronder mede wordt begrepen het verlenen van volmacht of machtiging. Het betreft de volgende handelingen:

    • Het verzamelen en uitwisselen van persoonsgegevens ten behoeve van het besluit over de toegang tot en het plan van aanpak schuldhulpverlening op grond van artikel 8 t/m 8d Wgs;

    • Het verrichten van noodzakelijke registraties, waaronder BKR;

    • Het opleggen van verplichtingen die samenhangen met de goede uitvoering van de aangeboden schuldhulpverlening;

    • Het beëindigen van de schuldhulpverlening indien de inwoner niet voldoet aan de opgelegde voorwaarden en/of de verplichtingen die voortvloeien uit de wet en/of gemeentelijke verordeningen en beleidsregels;

    • Het verrichten van alle handelingen die noodzakelijk zijn voor een juiste uitvoering van de schuldhulpverlening van de betrokken inwoner;

    • Het indienen van een verzoekschrift tot toepassing van een afkoelingsperiode of tussentijdse beëindiging hiervan bij de daartoe bevoegde rechtbank (artikel 5 lid 1 Wgs jo. artikel 8 Bgs) en het college te vertegenwoordigen bij de zitting waarop de rechtbank zal beslissen op het verzoek;

    • Het afgeven van een verklaring zoals bedoeld in artikel 285 lid 1 onder f Fw, ten behoeve van de aanvraag voor de Wet schuldsanering Natuurlijke Personen;

    • Het treffen van een buitengerechtelijke schuldregeling zoals bedoeld in artikel 288 lid 2 onder b Fw;

    • De afhandeling van ingebrekestellingen op grond van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen en anderszins;

    • Het uitvoeren van alle op de Wgs, het Bgs en de Fw gebaseerde nadere regelgeving, verordeningen en beleidsregels, voor zover enig wettelijk voorschrift hier zich niet tegen verzet;

    • Het zorgdragen voor een deugdelijke verslaglegging en motivering van de in het kader van dit mandaat genomen besluiten;

    • Het periodiek rapporteren aan het college van burgemeester en wethouders over de gerealiseerde dienstverlening;

    • Het overeenkomstig de van toepassing zijnde wet- en regelgeving archiveren van alle documenten (schriftelijk of digitaal) die betrekking hebben op de in het kader van dit (onder) mandaat uitgeoefende bevoegdheden;

    • De naleving van de verplichtingen uit de AVG en de andere van toepassing zijnde wettelijke regelingenbetreffende de verwerking van persoonsgegevens voor zover betrekking hebben op voornoemde werkzaamheden.

    • De afhandeling van klachten als bedoeld in hoofdstuk 9 Awb tegen gedragingen in het kader van de uitoefening van de in de voorgaande leden bedoelde taken en bevoegdheden.

  • 2.

    Het mandaat omvat niet het in rechte vertegenwoordigen van het college in bezwaar en beroepsprocedures. Het dagelijks bestuur van KBL zal inwoners in geval van bezwaar of beroep attenderen op de gemeentelijke procedure.

Artikel 3 Ondermandaat

  • 1.

    Het dagelijks bestuur van de KBL kan in het kader van de uitvoering van dit mandaatbesluit een ondermandaat verlenen, voor zover enig wettelijk voorschrift zich hier niet tegen verzet.

  • 2.

    In geval van ondermandaat is hetgeen in dit mandaatbesluit is bepaald van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4 De ondertekening van besluiten (afdoenings- en ondertekeningsmandaat)

  • 1.

    Een krachtens mandaat genomen besluit dient te vermelden dat het besluit namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Horst aan de Maas is genomen.

  • 2.

    Een besluit dat in (onder)mandaat is genomen namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Horst aan de Maas dient als volgt te worden ondertekend:

     

  • Mandaat

  • Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Horst aan de Maas,

  • (functie gemandateerde)

  •  

  • Ondermandaat:

  • Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Horst aan de Maas,

  • (functie gemandateerde),

  • Namens deze

  • (functie ondergemandateerde),

  • (handtekening ondergemandateerde)

  • (naam)

Artikel 5 Inwerkingtreding en termijn

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking en is geldig totdat het wordt ingetrokken of de Gemeenschappelijke Regeling Kredietbank Limburg wordt opgeheven.

Artikel 6 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit Gemeenschappelijke Regeling Kredietbank Limburg.

Aldus besloten op 31 januari 2022.

Burgemeester en wethouders van Horst aan de Maas,

De burgemeester,

drs. R.F.I. Palmen

De secretaris,

mr. L.M.C. Beckers

Instemming verkregen mandaten d.d. 03-02-2022

Dagelijks bestuur van de Kredietbank Limburg,

De voorzitter,

De secretaris,