Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Brielle

Beleidsnotitie Standplaatsen 2013 Gemeente Brielle

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBrielle
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsnotitie Standplaatsen 2013 Gemeente Brielle
CiteertitelBeleidsnotitie Standplaatsen 2013 Gemeente Brielle
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-02-2022nieuwe regeling

09-04-2013

Huis aan huis blad, 9 april 2013

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsnotitie Standplaatsen 2013 Gemeente Brielle

 

1. Inleiding

 

Algemeen

 

Het te koop aanbieden van goederen als vis, snacks, bloemen, loempia’s en kerstbomen vanaf een vaste standplaats in de openbare ruimte, is in de meeste gemeenten in Nederland een niet meer weg te denken activiteit. Standplaatsen verlevendigen de stad, verschaffen werkgelegenheid en dragen bij aan de aantrekkelijkheid van de openbare ruimte.

 

Zonder al te hoge investeringen en zware verplichtingen kan aan het college van B&W een vergunning worden gevraagd voor het innemen van een standplaats in de openbare ruimte. Het college van B&W stelt de voorwaarden voor deze vorm van ambulante handel. Wanneer de gevraagde locatie aan alle criteria voldoet stelt het college deze locatie tegen vergoeding beschikbaar. De gemeentelijke tussenkomst is noodzakelijk, omdat een standplaats ook overlast of onveilig verkeersgedrag kan veroorzaken of het straatbeeld juist kan ontsieren.

 

De mogelijkheden die gemeenten hebben om in het kader van de ambulante handel sturend op te treden en ongewenste ontwikkelingen tegen te gaan zijn beperkt. De wettelijke bepalingen en de jurisprudentie zijn bepalend voor de wijze waarop met de ambulante handel moet worden omgegaan. Voor het voeren van een stimulerend en/of beperkend beleid is het nodig vooraf beleidsregels vast te stellen en publiceren.

 

Begrip standplaats

 

Onder het begrip standplaats wordt verstaan: een op of aan de openbare weg of openbaar water, direct voor het publiek toegankelijke in de open lucht gelegen plaats, waar goederen worden aangeboden, verkocht of verstrekt dan wel diensten worden aangeboden.

 

Brielle kent 3 soorten standplaatsen: de jaarstandplaats, de seizoenstandplaats en de tijdelijke standplaats.

 

Standplaatsen op de weekmarkt of tijdens een evenement blijven buiten het bereik van deze nota. Ook het ‘venten’ ofwel de uitoefening van kleinhandel, waarbij de goederen aan willekeurige voorbijgangers worden aangeboden dan wel het huis aan huis aanbieden van goederen, valt niet onder deze nota. De nota is tot slot ook niet van toepassing op niet-

 

commerciële standplaatsen, zoals standplaatsen ingenomen door ideële instellingen of politieke partijen.

 

Aanleiding

 

De gemeente Brielle heeft de laatste jaren te maken met een toenemend aantal aanvragen voor een standplaats. Deze groei kan worden verklaard doordat door de economische recessie werkzoekenden vaker de wens hebben om standplaatshouder te worden. Een standplaats kent namelijk lage startkosten.

 

Het huidige standplaatsenbeleid is in 1984 door het college vastgesteld, en gewijzigd in 1989.

 

Doel

 

Het doel van deze nota is een zo volledig mogelijke beschrijving te geven van het toetsingskader voor de beoordeling van aanvragen van standplaatsvergunningen binnen de gemeente Brielle, ter uitwerking van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV).

Bestuurlijke vaststelling van deze beleidsregels en publicatie daarvan bieden rechtszekerheid en vereenvoudigen de vergunningverlening en handhaving.

 

De nota standplaatsenbeleid zal leiden tot:

 

  • transparantie voor de aanvrager met betrekking tot de typen standplaatsen, de beschikbare locaties hiervan en de eisen waaraan hij of zij dient te voldoen;

  • korte doorlooptijden omdat de beoordeling van de standplaatslocaties al in een eerder stadium heeft plaatsgevonden;

  • duidelijke kaders waarbinnen de vergunningverlening plaatsvindt en de regelgeving gehandhaafd wordt.

2. Uitgangspunten beleid

 

Bij het tot stand komen van dit beleid heeft een aantal andere beleidsnota’s een belangrijke rol gespeeld. Verder is gekeken naar het beleid in omliggende gemeenten en gemeenten van vergelijkbare omvang en de algemene ontwikkelingen met betrekking tot standplaatsen.

 

Nota 1984 en conceptnota 1996 Standplaatsenbeleid

 

Op 17 december 1984 zijn door het college criteria vastgesteld aan de hand waarvan verzoeken om vent- en standplaatsvergunningen worden beoordeeld. Dit beleid is in 1986, 1987 en 1989 gewijzigd. In 1996 is een conceptnota gemaakt, welke nooit officieel is vastgesteld en bekend gemaakt.

 

Het beleid is vrij terughoudend en de bestaande permanente standplaatsvergunningen zijn als maximum beschouwd, hetgeen betekent dat nieuwe aanvragen niet meer gehonoreerd worden. Nieuwe aanvragen kunnen pas worden toegekend als een standplaatshouder geen gebruik meer maakt van zijn vergunning in een specifieke branche. In de praktijk zijn nog wel eens vergunningen verleend. Het beleid is dus incidenteel toegepast. Er is gewerkt met een wachtlijst, maar deze is niet actueel.

 

Op dit moment zijn er feitelijk 5 permanente standplaatsvergunningen verleend (Turfkade 2x, Ruggeplein 1x, Dijckpotingen 2x).

 

Algemene ontwikkelingen

 

De volgende uitgangspunten worden voorgesteld:

 

  • a)

    Een standplaats is alleen toegestaan bij een winkelgebied, een bedrijventerrein of recreatiegebied.

  • b)

    Er worden per (winkel)gebied vaste locaties aangewezen waar standplaatsen zijn toegestaan. De locaties worden op een plattegrond aangegeven die als bijlage bij de nota wordt gevoegd.

  • c)

    Er wordt een maximum aantal standplaatslocaties bepaald.

  • d)

    Er vindt geen onderverdeling naar branches plaats.

  • e)

    Een jaarstandplaats geldt voor maximaal 3 dagen per week per ondernemer en heeft een maximale geldigheid van 1 jaar.

  • f)

    Een standplaats voor een seizoen geldt voor maximaal 7 dagen per week per ondernemer en heeft een maximale geldigheid van 3 maanden.

  • g)

    Een tijdelijke standplaats is mogelijk voor 1 dag per 6 weken.

  • h)

    Een standplaats mag op tijdstippen worden ingenomen conform de tijden van de Winkeltijdenwet.

  • i)

    Er mogen geen standplaatsen worden ingenomen op de aangewezen markt- en evenemententerreinen tijdens de dagen van de weekmarkt of een evenement.

  • j)

    Indien bij een herstructureringsgebied een standplaatslocatie betrokken is zal deze standplaats, indien mogelijk, meegenomen worden bij de nieuwe inrichting van het gebied.

  • k)

    Indien een bestaande standplaatsvergunning niet past in het beleid zal per geval door middel van een overgangsregeling naar een passende oplossing gezocht worden.

3. Juridisch kader

 

Publiekrechtelijke en privaatrechtelijke regelingen

 

Op het innemen van standplaatsen zijn meer publiekrechtelijke en privaatrechtelijke regelingen van toepassing. Indien er bijvoorbeeld sprake is van gebruik van andermans eigendom, is toestemming van de eigenaar van de grond noodzakelijk.

 

De meest voorkomende regelingen die op standplaatsen van toepassing zijn, zijn:

 

Algemene Plaatselijke Verordening (APV)

 

Het innemen van een standplaats wordt geregeld via een bepaling in de APV, waarin een verbod is opgenomen tot het aanbieden van goederen vanaf een vaste plaats in de openbare ruimte zonder vergunning van burgemeester en wethouders. De weigeringsgronden zijn eveneens opgenomen in de APV.

 

Algemene wet Bestuursrecht

 

De Algemene wet Bestuursrecht (Awb) geeft de wettelijke kaders met betrekking tot het bestuursrecht weer. De Awb is daardoor van toepassing op het traject van de standplaatsvergunning, zoals het aanvragen en afgeven van de vergunning en de mogelijke bezwaar- en beroepsprocedure.

 

Winkeltijdenwet

 

De Winkeltijdenwet regelt een aantal zaken met betrekking tot de openingstijden van winkels en het leveren van goederen aan particulieren. De bepalingen uit de Winkeltijdenwet gelden ook voor de verkoop van goederen vanaf een standplaats.

 

Drank- en Horecawet

 

Op basis van de Drank- en Horecawet is het verboden om middels een standplaats alcohol te verstrekken. Indien een aanvraag voor een dergelijke standplaats wordt ontvangen of indien bij controle blijkt dat een vergunninghouder alcohol verstrekt, dan worden er maatregelen genomen op basis van de Drank- en Horecawet.

 

Wet ruimtelijke ordening

 

In de APV is aangegeven dat een vergunning voor het innemen van een standplaats geweigerd wordt vanwege strijd met een geldend bestemmingsplan. (Het bestemmingsplan moet zich dan expliciet tegen een standplaats voor ambulante handel verzetten)

 

Warenwet

 

Op het drijven van handel in waren zoals bedoeld in artiekel 1 van de Warenwet (eetwaren, waaronder tevens worden begrepen kauwpreparaten, andere dan van tabak, en drinkwaren, evenals andere roerende zaken) zijn de bepalingen uit de warenwet van toepassing. De Warenwet stelt regels met betrekking tot de goede hoedanigheid en aanduiding van waren. Daarnaast stelt de Warenwet regels met betrekking tot de hygiëne en degelijkheid van producten. De voorschriften die uit de Warenwet voortvloeien gelden naast de voorschriften die door het college gesteld kunnen worden op basis van een standplaatsvergunning.

 

Wet Milieubeheer

 

In de Wet milieubeheer wordt een regeling getroffen ten aanzien van inrichtingen die hinder of overlast kunnen veroorzaken voor de omgeving. Deze bepalingen gelden ook voor een standplaatshouder, voor zover zijn verkoopplek als ‘inrichting’ kan worden aangemerkt. Van belang is dan de regelgeving die geldt voor friet- en viskramen, die voor wat betreft de inrichting aan bepaalde voorwaarden moeten voldoen. De voorschriften die uit de Wet milieubeheer voortvloeien gelden naast de voorschriften die door het college gesteld kunnen worden op basis van een standplaatsvergunning.

 

Handelsregisterwet 1996

 

Op basis van de handelsregisterwet 1996 dient een onderneming ingeschreven te zijn bij de Kamer van Koophandel. Zonder de benodigde inschrijving is het niet mogelijk om goederen dan wel diensten aan te bieden.

 

Wet op de Bedrijfsorganisaties

 

Conform deze wet dient iedere ondernemer in de detailhandel te zijn aangesloten bij het Hoofdbedrijfschap detailhandel. Dit geldt ook voor de houder van een standplaatsvergunning.

 

Europese Dienstenrichtlijn

 

De Europese Dienstenrichtlijn is van toepassing op het aanbieden van diensten. Dit kan van toepassing zijn bij het innemen van standplaatsen.

 

Weigeringsgronden APV

 

De standplaatsvergunning is geregeld in artikel 5.17 e.v. van de Algemene Plaatselijke Verordening 2012 (APV). In hoofdstuk 1 (Algemene Bepalingen), artikel 1.8 van de APV staat dat een vergunning, dus ook de standplaatsvergunning, kan worden geweigerd in het belang van de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid en de bescherming van het milieu.

 

Daarnaast gelden op grond van artikel 5.18 van de APV voor een standplaatsvergunning nog de volgende specifieke weigeringsgronden:

 

  • indien in strijd met een geldend bestemmingsplan;

  • indien de standplaats hetzij op zichzelf hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan eisen van redelijke welstand;

  • indien als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel van de gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning voor een standplaats voor het verkopen van goederen een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt.

Criteria

 

De weigeringsgronden op basis van de APV hebben geleid tot de volgende aanvullende criteria voor het bepalen van de locaties waarvoor een standplaatsvergunning wordt verleend.

De criteria zijn:

 

► Openbare orde

 

Brandveiligheid -> Kramen moeten op een afstand van minimaal 1 meter van puien en luifels van panden geplaatst worden. Voor bak- en braadkramen dient dit een afstand van 5 meter te zijn.

 

Sociale veiligheid -> In het belang van de sociale veiligheid dient de openbare ruimte zoveel mogelijk open en controleerbaar zijn. Er zijn derhalve geen standplaatsen toegestaan op de aangewezen markt- of evenemententerreinen tijdens de weekmarkt of een evenement.

 

► Het voorkomen of beperken van overlast

 

De verkoop van kerstbomen moet zoveel mogelijk plaats vinden aan de rand van een (winkel)gebied. Voor standplaatshouders die voorzieningen als elektra en water nodig hebben moeten deze op een dusdanige manier beschikbaar zijn dat ze geen overlast veroorzaken.

 

► De bescherming van het milieu

 

In het kader van de Wet milieubeheer mag in de directe nabijheid van woonbebouwing of andere zogenaamde gevoelige gebouwen, zoals een medisch centrum, niet gefrituurd, gebakken of gebraden worden. Verder moeten standplaatshouders zorgen voor afvoer van hun afval en wanneer van toepassing zorgen voor de vetafscheiding van het afvalwater.

 

► De bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving

 

Deze weigeringsgrond wordt gehanteerd indien door een standplaats het straatbeeld en haar omgeving ernstig verstoord worden. De situering moet verder passen binnen het ruimtelijk stedenbouwkundig concept van de omgeving. Hier spelen bijvoorbeeld zichtlijnen en het openbare karakter van een plein een rol. Er mogen verder geen vlaggen, kabels, leidingen of reclameborden worden bevestigd aan bomen en struiken.

 

► Verkeersvrijheid of- veiligheid

 

Standplaatsen mogen een vlotte voetgangersdoorstroom niet beletten. Een standplaats mag geen verkeer- of parkeerhinder tot gevolg hebben bijvoorbeeld wanneer zij het zicht op naderend verkeer ontnemen of op plaatsen met een hoge parkeerdruk. Er mag geen concentratie van standplaatsen plaatsvinden. Verder wordt bepaald dat het bij de standplaats niet mogelijk is om een terras te plaatsen. Wel is het toegestaan om als de standplaats in gebruik is maximaal 1 stoel bij te plaatsen. Bij de bepaling van de locaties is bovendien rekening gehouden met de toegankelijkheid voor hulpverleningsdiensten in geval van calamiteiten.

 

► Entree winkelgebied

 

Standplaatsen kunnen een belangrijke rol vervullen bij de entree van een (winkel)gebied. Het is gewenst dat standplaatsen bij de entrees en in de looproute van en naar het (winkel)gebied staan.

4. Soorten standplaatsen

 

Jaarstandplaats

 

Een vergunning voor een jaarstandplaats geldt voor maximaal 3 dagen per week per ondernemer per locatie en heeft een maximale geldigheid van 1 jaar. Voor het innemen van een jaarstandplaats gelden vaste locaties. Deze zijn opgenomen in bijlage 1. De locaties voor een jaarstandplaats kunnen door verschillende vergunninghouders gedurende maximaal 3 dagen in de week bezet worden. Dit betekent bijvoorbeeld dat 1 locatie op maandag, dinsdag en woensdag kan worden ingenomen door een standplaatshouder met vis en op donderdag, vrijdag en zaterdag door een standplaatshouder met bloemen. De vergunning kan iedere dag van het jaar ingaan. De einddatum van de vergunning is altijd 31 december van het betreffende jaar.

 

Seizoenstandplaats

 

Een vergunning voor een seizoenstandplaats geldt voor maximaal 7 dagen per week per ondernemer per locatie en heeft een maximale geldigheid van 3 maanden per jaar. Een vergunning voor een seizoenstandplaats geldt alleen voor producten die gebonden zijn aan een bepaalde periode, zoals de verkoop van ijs, haring, oliebollen of kerstbomen. Een vergunning voor een seizoenstandplaats ten behoeve van zomerse seizoensproducten kan jaarlijks eenmalig met dezelfde periode verlengd worden.

 

De vergunning kan iedere dag van het jaar ingaan.

 

Voor het innemen van een seizoenstandplaats gelden ook vaste locaties. Deze zijn in bijlage 1 opgenomen. Voor de verkoop van kerstbomen zijn aparte locaties aangewezen. Deze worden in bijlage 2 en de bijbehorende plattegronden aangegeven. Bloemen- en planthandelaren die het gehele jaar door een winkel of standplaats drijven kunnen jaarlijks een vergunning aanvragen voor extra uitstalruimte ten behoeve van kerstboomverkoop en vallen daarom niet onder het standplaatsenbeleid. Deze verkooppunten zijn wel opgenomen in bijlage 2.

 

Tijdelijke standplaats

 

Een tijdelijke standplaats is bedoeld voor één dag, maximaal 1 keer per 6 weken. Er wordt, binnen dit beleid, één specifieke locatie voor tijdelijke standplaatsen aangewezen.

Hiernaast kan, indien een standplaatslocatie voor een jaar of seizoen niet vergund is, deze ook door een tijdelijke standplaats worden ingenomen.

 

Voor alle standplaatsen geldt dat deze op tijdstippen mogen worden ingenomen conform de tijden van de Winkeltijdenwet. Deze tijden zijn tussen 6.00 uur ’s morgens en 22.00 uur ’s avonds en op koopzondagen tussen 12.00 en 17.00.

5. Vergunningaanvraag

 

Aanvraagformulier

 

Voor het indienen van een aanvraag dient het formulier “Aanvraag standplaatsvergunning” te worden gebruikt. Het formulier kan worden aangevraagd bij bureau Bestuursondersteuning en -advisering of worden gedownload van de website www.brielle.nl. Met het ingevulde aanvraagformulier moeten verder worden ingeleverd:

 

  • -

    een kopie van een geldig legitimatiebewijs van de standplaatshouder;

  • -

    één of meer foto’s van de kraam of kar;

  • -

    de afmetingen van de kraam of kar;

  • -

    een kopie van het registratiebewijs van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel (de ‘marktpas’);

  • -

    bewijs van toestemming van de eigenaar indien de standplaats wordt ingenomen op particulier terrein.

Bij het beoordelen van de aanvraag zal verder door de gemeente een check worden gemaakt op de inschrijving bij de Kamer van Koophandel.

 

Aanvrager

 

De vergunning is persoonsgebonden en niet overdraagbaar om handel in vergunningen te voorkomen. Overschrijven van een vergunning op naam van een familielid of persoon die werkzaam is in het bedrijf, is dus niet mogelijk.

 

Beslistermijn

 

Op een aanvraag voor een standplaatsvergunning wordt uiterlijk 8 weken na de dag waarop een complete aanvraag ontvangen is beslist. Bij het behandelen van de aanvraag adviseren zo nodig de betrokken afdelingen van de gemeente en indien noodzakelijk de politie en/of de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond.

 

Tegen het weigeren van de standplaatsvergunning kan bezwaar worden gemaakt. Gedurende de tijd dat op de aanvraag geen beslissing genomen is, mag de gevraagde standplaats niet worden ingenomen.

 

Wachtlijst

 

In het geval een standplaatsvergunning niet kan worden afgegeven, omdat bijvoorbeeld de locatie vol is, vindt op uitdrukkelijk verzoek van de aanvrager plaatsing op de wachtlijst plaats. Toewijzing gebeurt op volgorde van binnenkomst. Er is één gezamenlijke wachtlijst voor alle standplaatslocaties.

 

Kosten

 

Leges

 

Voor het afgeven van een standplaatsvergunning zijn leges verschuldigd. De leges worden jaarlijks geïndexeerd en vastgesteld in de legesverordening.

 

Precario

 

Indien een standplaats wordt ingenomen op gemeentegrond dan wordt daarvoor precariobelasting in rekening gebracht. De hoogte van de precariobelasting is onder andere afhankelijk van de ingenomen oppervlakte en het aantal dagen dat de standplaats wordt ingenomen. De precariotarieven worden jaarlijks geïndexeerd en vastgesteld in de precarioverordening.

6. Wijzigen, verlengen, beëindigen en intrekken van de vergunning

 

Wijzigen van de vergunning

 

Een aanvraag om wijziging van de standplaatsvergunning wordt beschouwd als een aanvraag voor een nieuwe vergunning. Op dezelfde manier als hiervoor omschreven (zie hoofdstuk 5) kan een aanvraag ingediend worden om een vergunning te wijzigen, bijvoorbeeld omdat men andere producten wil gaan verkopen of de verkooptijden wil veranderen. Gedurende de tijd dat de aanvraag in behandeling is, mogen de aangevraagde wijzigingen niet worden aangebracht dan wel worden uitgevoerd. Op de gewijzigde aanvraag wordt binnen 8 weken beslist.

 

Verlengen van de vergunning

 

Minimaal 8 weken voor het verlopen van de standplaatsvergunning dient een aanvraag om een verlenging bij het college van burgemeester en wethouders te worden gedaan.

Wanneer de vergunninghouder niet tijdig een verlenging aanvraagt verloopt de vergunning en kan de standplaats aan een andere aanvrager worden toegewezen.

 

(Voortijdig) beëindigen van de vergunning

 

Wanneer men de vergunning voortijdig wil beëindigen dient men dit schriftelijk te doen bij het college van burgemeester en wethouders. Reeds betaalde leges of precario worden niet terugbetaald. Wanneer de standplaatsvergunning eindigt en men de vergunning niet wenst te verlengen hoeft men niets te doen. De vergunning eindigt dan automatisch.

 

Als binnen een herstructureringsgebied een standplaatslocatie komt te vervallen dan eindigt de vergunning op de dag dat op de betreffende locatie de (voorbereidende) werkzaamheden worden gestart.

 

Intrekken van de vergunning

 

Wanneer de vergunninghouder gedurende 6 weken niet of niet regelmatig gebruik maakt van de vergunning zal deze worden ingetrokken. Reeds betaalde leges en precario zullen niet worden terugbetaald.

7. Maximumstelsel

 

Maximum

 

Het college van B&W kiest voor een maximum aantal locaties. Het college gaat wat betreft het verzorgingsniveau uit van tenminste 1 permanente standplaatslocatie per (winkel)gebied en/of 1 seizoensgebonden standplaatslocatie per (winkel)gebied.

 

Kerstboomlocaties zijn alleen bedoeld voor de verkoop van kerstbomen.

 

Bij het bepalen van de locaties is ook gekeken naar de fysieke mogelijkheden binnen de gebieden. Per locatie is een maximum aantal m2’s toegestaan.

 

In rechterlijke uitspraken wordt wel een verband gelegd tussen het maximum aantal te verlenen vergunningen en het aantal inwoners van de gemeente. Een eenduidige normering is er niet maar grofweg wordt uitgegaan van 1 (permanente) vergunning op elke 1500 inwoners. In Brielle zou dat op circa 10-11 vergunningen uitkomen.

 

Wanneer uitgegaan wordt van 2 vergunningen per locatie kunnen er 5 locaties worden aangewezen.

 

De (winkel)gebieden

 

Binnenstad Brielle

 

De binnenstad van Brielle is het hoofdwinkelcentrum. Op maandag vindt hier een weekmarkt plaats. Op deze dag kan geen standplaats worden ingenomen.

 

De visboer op de Turfkade, naast de brug, heeft een semi-permanente kiosk. Hij ontvangt jaarlijks een standplaatsvergunning. Deze standplaatsvergunning voldoet niet aan het nieuwe beleid. Voor deze vergunninghouder geldt een overgangsregeling.

 

Naast deze standplaats, kan 1 permanente standplaatslocatie aangewezen worden, alsmede 2 seizoensgebonden locaties. Van de permanente standplaatslocatie wordt reeds 1 dag per week gebruik gemaakt door een kaasboer.

 

Op dit moment wordt er jaarlijks één seizoensgebonden standplaatsvergunning verleend ten behoeve van een ijscocar. Deze standplaatsvergunning voldoet, bij verlenging van de maximale periode aan het nieuwe beleid. Een nieuwe aanvraag wordt dan ook beoordeeld op basis van het nieuwe beleid.

 

Thoelaverweg

 

Op 9 maart 2004 heeft de monumentencommissie geadviseerd geen standplaatsen toe te staan op het eerste parkeerterrein aan de Thoelaverweg, behorende bij de Jumbo.

Uitgangspunt van de planbeoordeling van de ondergrondse supermarkt is dat het terrein, met uitzondering van de supermarktbebouwing, leeg blijft. Standplaatsen passen niet in dit uitgangspunt, dit geldt voor zowel permanente als seizoensgebonden standplaatsen. Het college heeft dit advies overgenomen en staat meerdere functies, anders dan de supermarkt en parkeren, niet toe.

 

Voor het tweede parkeerterrein aan de Thoelaverweg, het zogeheten evenemententerrein, worden met grote regelmaat vergunningen verleend ten behoeve van evenementen en snuffelmarkten en dergelijke. Hierdoor is deze locatie niet geschikt voor een permanente of seizoensgebonden standplaats. Wel is dit parkeerterrein geschikt voor tijdelijke standplaatsen.

Tot op heden wordt hiervan gebruik gemaakt door een autoglasreparateur.

 

Op dit tweede parkeerterrein kan 1 tijdelijke standplaatslocatie aangewezen worden.

 

Rugge

 

Op dit winkelcentrum kan 1 permanente standplaatslocatie aangewezen worden, alsmede 1 seizoensgebonden locatie. Van de permanente standplaatslocatie wordt reeds 1 maal gebruik gemaakt (CZ Zorgverzekeringen).

 

Reede

 

Op dit winkelcentrum is het fysiek lastig om een permanente standplaatslocatie te creëren. Wel kan 1 seizoensgebonden locatie aangewezen worden.

 

Zwartewaal

 

Op donderdag vindt in Zwartewaal de weekmarkt plaats. Op deze dag kan geen standplaats worden ingenomen.

Er kan in Zwartewaal 1 permanente standplaatslocatie aangewezen worden, alsmede 1 seizoensgebonden locatie.

Tot op heden wordt hier geen gebruik van gemaakt.

 

Vierpolders

 

De woensdag is in het verleden aangewezen als marktdag in Vierpolders. Tot op heden is hier geen markt tot stand gekomen, wel wordt op woensdag 1 standplaats ingenomen (visboer), alsmede op vrijdag- en zaterdag (patatkraam). Het voorstel is om 1 permanente standplaatslocatie aan te wijzen, alsmede 1 seizoensgebonden locatie.

Indien er meerdere aanvragen volgen voor de woensdag in Vierpolders kan bezien worden of hier voor de woensdag niet een markt ingesteld kan worden, conform de marktverordening.

 

’t Woud

 

Het bedrijventerrein ’t Woud zou een geschikte locatie kunnen zijn voor een standplaats, echter het winkelcentrum Reede ligt nabij. Om die reden wordt afgezien van het hier aanwijzen van zowel een permanente als seizoensgebonden standplaatslocatie.

 

Wel kan ’t Woud als 1 kerstboomlocatie worden vastgesteld.

 

Seggelant

 

Het bedrijventerrein Seggelant is een geschikte locatie voor 1 permanente standplaats. Alsmede 1 seizoensgebonden standplaats.

 

Tevens kan Seggelant aangewezen worden als 1 kerstboomlocatie.

 

Plas van Heenvliet

 

Op dit moment is de plas van Heenvliet nog in ontwikkeling. Deze locatie zou wel geschikt kunnen zijn voor 1 seizoensgebonden standplaats.

 

 

Het totale aantal locaties dat in aanmerking komt voor een vergunning voor een permanente standplaats bedraagt 5 locaties.

 

Het totale aantal locaties dat in aanmerking komt voor een vergunning voor een seizoensgebonden standplaats bedraagt 8 locaties.

Het totale aantal locaties voor een tijdelijke standplaatsvergunning bedraagt 1 + alle vrije permanente, alsmede seizoensgebonden locaties.

 

Het totale aantal kerstboomlocaties is 2.

 

Een overzicht met alle locaties per (winkel)gebied is opgenomen in bijlage 1. Een overzicht met de locaties ten behoeve van kerstbomenverkoop is opgenomen in bijlage 2.

8. Handhaving

 

De handhaving en controle van de standplaatsvergunningen geschiedt door de Buitengewoon opsporingsambtenaren van bureau Bestuursondersteuning en -advisering. De vergunning dient op de standplaats aanwezig te zijn en op verzoek van bevoegd gezag te worden getoond.

 

Er wordt toezicht en controle uitgeoefend op de vergunningvoorwaarden van de verleende standplaatsvergunning. Hieronder vallen onder andere de locatie, de ingenomen oppervlakte, de aanwezigheid van de vergunninghouder of diens gemachtigde, de gehanteerde openingstijden en eventuele vervuiling. Daarnaast zal door de brandweer extra gecontroleerd worden op brandveiligheid. Indien de vergunning niet getoond kan worden omdat (nog) geen vergunning is verleend, zal het bevoegd gezag de standplaatshouder opdragen zijn activiteiten per direct te staken.

 

Indien aan de standplaatshouder wel een vergunning is verleend maar men op een andere manier zich niet houdt aan de wet, regelgeving of de vergunningvoorschriften zal er, afhankelijk van de overtreding, handhavend worden opgetreden. Hierbij kan een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang worden opgelegd indien de situatie voor herstel vatbaar is.

 

Indien blijkt dat er zwaarwegende redenen zijn welke redelijkerwijs niet gerepareerd kunnen worden bestaat de mogelijkheid om na 2 schriftelijke waarschuwingen de standplaatsvergunning door het college van B&W in te trekken.

 

Er wordt minimaal twee keer per jaar aangekondigd of onaangekondigd gecontroleerd op naleving van de voorschriften. Van de controle wordt een kort verslag opgesteld.

9. Overgangssituatie

 

Standplaatsen zijn bedoeld voor de ambulante handel. Dat wil zeggen dat een standplaatshouder overdag zijn goederen vanaf een locatie verkoopt en aan het eind van de dag de locatie weer verlaat. In Brielle wordt dit begrip al ruimer geïnterpreteerd en geldt dat standplaatshouders met een jaarvergunning maximaal 3 dagen per week mogen blijven staan.

 

Toch is de situatie ontstaan dat 1 standplaatshouder (visboer, Turfkade) jarenlang met zijn verkoopwagen op dezelfde locatie staat en deze locatie aan het eind van de dag of week niet verlaat. Deze verkoopwagen kan worden beschouwd als “vaste” verkoopwagen omdat het vanwege de omvang van de wagen of vanwege het feit dat de wagen door voorzieningen als riolering en elektra met de locatie is verbonden, ondoenlijk is om de wagen na 3 dagen te verplaatsen. Hiertegen is nooit opgetreden. Hierdoor is bij deze standplaatshouder een bepaald vertrouwen gewekt. Omdat het nieuwe beleid voor deze standplaatshouder consequenties heeft is voor hem gekozen voor een overgangsregeling.

 

Op de seizoenstandplaatsen, die slechts een bepaalde periode in het jaar een standplaats innemen, is de overgangsregeling niet van toepassing. Op alle aanvragen om een seizoensplaats die na het moment van inwerkingtreding van het nieuwe beleid worden ingediend, is het nieuwe beleid van toepassing.

 

Het college hanteert de volgende richtlijnen:

 

-

 

voor de standplaatshouder die 5 jaar of langer een standplaatsvergunning voor de locatie Turfkade-hoek Julianabrug, heeft gekregen, geldt niet het nieuwe beleid.

 

-

 

De hierboven genoemde vergunning is persoonsgebonden, maar wel overdraagbaar aan de zoon van de eigenaar. Overschrijven van de vergunning op naam van een ander familielid of persoon die werkzaam is in het bedrijf, is dus niet mogelijk.

-

10. Inwerkingtreding

 

De beleidsregels treden in werking op de dag na publicatie.

Bijlage 1: Lijst met standplaatslocaties per (winkel)gebied

 

Aantal

(winkel)gebied

Locatie

Max.

afmeting

Soort

standplaats

Toelichting

1

Binnenstad

Turfkade

34

m2

Permanent

Tbv Visboer, Niet op

maandag

2

Binnenstad

Kaaistraat /

Lijnbaan

48

m2

Permanent

Niet op

maandag

3

Binnenstad

Scharloo

24

m2

Seizoen

Niet op maandag

4

Binnenstad

Markt

18

m2

Seizoen

5

Binnenstad

Thoelaverweg

42

m2

Tijdelijke

6

Rugge

Ruggeplein

30

m2

Permanent

7

Rugge

Ruggeplein

30

m2

Seizoen

8

Reede

Reede WC

18

m2

Seizoen

9

Zwartewaal

Wilhelminaplein

16

m2

Permanent

Niet op

donderdag

10

Zwartewaal

Wilhelminaplein

16

m2

Seizoen

Niet op

donderdag

11

Vierpolders

Dijckpotingen –

parkeerplaats

24

m2

Permanent

12

Vierpolders

Dijckpotingen

16

24

m2

Seizoen

13

Bedrijventerrein

Seggelant

Nabij

Parkeerterrein

32

m2

Permanent

14

Bedrijventerrein

Seggelant

Nabij

parkeerterrein

32

m2

Seizoen

15

Plas van

Heenvliet

Kanaaldijk

Westzijde

60

m2

Seizoen

 

Bijlage 2: overzicht kerstbomenverkoop, inclusief bloemen- en plantenverkooppunten

 

Verkoop

Gebied

Locatie

Max. afmeting

Toelichting

Kerstbomen

Bedrijventerrein ’tWoud

Parkeerplaats

100 m²

Niet gebonden aan vast verkooppunt bloemen en/of

planten

Kerstbomen

Bedrijventerrein Seggelant

T.o. Formido

100 m2

Niet gebonden aan vast verkooppunt bloemen en/of

planten

Bloemen en

platen

Binnenstad

Brielle

Voorstraat35

Conform

uitstallingenbeleid

Verkoop vanuit

winkel

Bloemen en planten

Binnenstad Brielle

Turfkade10-11

Conform uitstallingenbeleid

Verkoop vanuit winkel

Bloemen en

planten

Binnenstad

Brielle

Vischstraat4

Conform

uitstallingenbeleid

Verkoop vanuit

winkel

Bloemen en planten

Reede

Reede 38

Conform uitstallingenbeleid

Verkoop vanuit winkel

Bloemen en

platen

Rugge

Ruggeplein28

Conform

uitstallingenbeleid

Verkoop vanuit

winkel

Bloemen en planten

Thoelaverweg

Thoelaverweg 1

Eigen terrein – slechts uitstalling

kerstbomen

Verkoop vanuit supermarkt

Bloemen en planten

Binnenstad

Slagveld2-3

Eigen terrein –

slechts uitstalling kerstbomen

Verkoop vanuit supermarkt

Bloemen en

planten

Buitengebied

Kloosterweg20

Eigen terrein

Tuincentrum

 

Bijlage 3: Kosten / baten standplaatsen

 

Kosten, noodzakelijke aanpassingen, eenmalig

Scharloo

verplaatsen straatmeubilair

€ 2.000,--

Thoelaverweg

Verharding

€ 2.500,--

Rugge

Verharding

€ 3.000,--

Reede

Vervanging palen

€ 1.500,--

Zwartewaal

Verharding

€ 1.600,--

Dijckpotingen

Verharding

€ 1.600,--

Vroonstraat

Verharding

€ 1.200,--

Seggelant

Verharding

€ 3.200,--

Plas van H.

Verharding

€ 3.000,--

Totaal

€ 19.600,--

 

Baten, uitgaande van 50% (5% tijdelijke plaats/ kerstbomen) bezettingsgraad, per jaar

Binnenstad, Scharloo

24 m2

216 x 0,70 x24 x 50%

€ 1.814,40

Binnenstad, Lijnbaan

48 m2

216 x 0,70 x48 x 50%

€ 3.628,80

Binnenstad, Turfkade

34 m2

216 x 0,70x 34 x 100% (viskraam)

€ 5.140,80

Binnenstad Markt

18 m2

216 x 0,70 x18 x 50%

€ 1.360,80

Thoelaverweg

42 m2

216 x 0,55 x42 x 5%

€ 249,48

Rugge 1

30 m2

216 x 0,55 x30 x 50%

€ 1.782,00

Rugge 2

30 m2

216 x 0,55 x30 x 50%

€ 1.782,00

Reede

18 m2

216 x 0,55 x18 x 50%

€ 1.069,20

Zw, Wilhelminalaan

16 m2

216 x 0,45 x16 x 50%

€ 777,60

Zw, Wilhelminalaan

16 m2

216 x 0,45 x16 x 50%

€ 777,60

Vp, Dijckpotingen

24 m2

216 x 0,45 x24 x 50%

€ 1.166,40

Vp, Vroonstraat

24 m2

216 x 0,45 x24 x 50%

€ 1.166,40

Seggelant 1

32 m2

216 x 0,45 x32 x 50%

€ 1.555,20

Seggelant 2

32 m2

216 x 0,45 x32 x 50%

€ 1.555,20

Plas van Heenvliet

60 m2

216 x 0,45 x60 x 5%

€ 291,60

’t Woud,kerstbomen

100 m2

216 x 0,45 x 100 x 5%

€ 486,00

Seggelant, kerstbomen

100 m2

216 x 0,45 x 100 x 5%

€ 486,00

Totaal

 

 

€ 25.089,48

 

Precario standplaats

Binnenstad 0,70 per m2 / dag

Overige wijken Brielle 0,55 per m2 / dag

Overige plaatsen 0,45 per m2 / dag

 

Factoren bij dag(en) per week

 

1 dag

2 dagen

3 dagen

4 dagen

5 of

Week

1

2

3

4

5

Maand

4

8

12

16

18

Kwartaal

12

24

36

48

54

Jaar

48

96

144

192

216