Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Almelo

Beleidsregel premie (deeltijd)werkaanvaarding Participatiewet

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlmelo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel premie (deeltijd)werkaanvaarding Participatiewet
CiteertitelBeleidsregel premie (deeltijd)werkaanvaarding Participatiewet
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 7 van de Participatiewet
  3. artikel 31, tweede lid, van de Participatiewet
  4. Artikel 17 van de Re-integratieverordening Participatiewet gemeente Almelo 2015
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-02-202222-02-2024Nieuw besluit

15-02-2022

gmb-2022-74370

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel premie (deeltijd)werkaanvaarding Participatiewet

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almelo;

 

gelet op titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 7 van de Participatiewet, artikel 31 lid 2 aanhef en onder j van de Participatiewet en artikel 17 van de Re-integratieverordening Participatiewet gemeente Almelo 2015;

 

 

besluit:

 

vast te stellen de Beleidsregel premie (deeltijd)werkaanvaarding Participatiewet

 

 

Artikel 1 Premie

Het college kan op aanvraag aan een uitkeringsgerechtigde van 27 jaar of ouder die voor ten minste zes maanden algemeen geaccepteerde arbeid aanvaardt en behoudt, eenmalig een premie toekennen, mits die uitkeringsgerechtigde voorafgaand aan de arbeidsinschakeling ten minste 36 maanden aaneengesloten algemene bijstand heeft ontvangen.

 

Artikel 2 Hoogte premie

De premie bedraagt € 1.200, - als een uitkeringsgerechtigde door de arbeidsinschakeling niet langer recht heeft op algemene bijstand.

 

Artikel 3 Uitbetaling premie

Uitbetaling van de premie vindt voor 25 procent van het in artikel 2 genoemde bedrag zo spoedig mogelijk na toekenning plaats en voor de overige 75 procent in de zevende maand na arbeidsinschakeling.

 

Artikel 4 Uitbetaling eerste deel

De premie bedraagt € 300, - als een uitkeringsgerechtigde door de arbeidsinschakeling met een omvang van ten minste 16 uur per week, voor een deel van de van toepassing zijnde norm recht heeft op algemene bijstand. De premie wordt zo spoedig mogelijk na toekenning in een keer uitbetaald.

 

Artikel 5 Uitbetaling tweede deel

Indien een uitkeringsgerechtigde als bedoeld in artikel 4 op een later moment door toename van het aantal arbeidsuren geen recht meer heeft op algemene bijstand, kan het restant van het premiebedrag als bedoeld in artikel 2 ten bedrage van € 900, - worden toegekend. De premie wordt zo spoedig mogelijk na toekenning in een keer uitbetaald, maar niet eerder dan in de zevende maand na arbeidsinschakeling.

 

Artikel 6 Moment aanvragen

Een aanvraag voor een premie kan tot maximaal drie maanden na arbeidsinschakeling of urentoename als bedoeld in artikel 5 lid worden ingediend.

 

Artikel 7 Geen recht op premie

Er bestaat geen recht op een premie als de arbeidsinschakeling niet tijdig aan het college is gemeld.

 

Artikel 8 Beschut werk en loonkostensubsidie

Een uitkeringsgerechtigde die in het kader van artikel 10b of 10d van de Participatiewet is ingeschakeld in de arbeid kan in aanmerking komen voor een premie als bedoeld in artikel 1.

 

Artikel 9 Uitzendwerk

Een uitkeringsgerechtigde die via de uitzendbranche is ingeschakeld in de arbeid kan in aanmerking komen voor een premie als bedoeld in het artikel 1, als blijkt dat die uitkeringsgerechtigde ten minste zes maanden aaneengesloten werkzaam is geweest en de aanvraag uiterlijk in de zevende maand na arbeidsinschakeling is ingediend. In afwijking van het artikel 3 wordt de premie in een keer uitbetaald.

 

Artikel 10 Hardheidsclausule

Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor een premie dan kan het college, gelet op alle omstandigheden, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregel alsnog in aanmerking komt.

 

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking en kent een werkingsduur van 2 jaar.

 

Artikel 12 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel premie (deeltijd)werkaanvaarding Participatiewet.

 

 

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almelo op 15-02-2022

de burgemeester,

A.J. Gerritsen

de secretaris,

F.W. van Ardenne

Toelichting

 

Oorspronkelijk was het idee om de premie in zetten om daarmee een structurele vorm van inkomensvrijlating, die halfjaarlijks wordt uitgekeerd, te creëren. Een werkwijze welke in diverse gemeenten wordt toegepast en welke ons ook door het bureau Optimalistic (ingeschakeld via Divosa) werd geadviseerd. Echter de staatsecretaris van SZW gaf in juli 2021 aan dat een dergelijke structurele inzet van een premie niet de bedoeling is en er voor de uitkeringsgerechtigde negatieve fiscale effecten zijn te verwachten.

 

In deze beleidsregel is er daarom geen sprake van een structureel karakter. Deze beleidsregel kent daarnaast een looptijd welke vooralsnog begrensd is tot 2 jaar. Enerzijds omdat het effect van de beleidsregel niet op voorhand goed valt in te schatten. De twee jaar zullen daarom gebruikt moeten worden om het effect op de bijstandsverstrekking te monitoren. Anderzijds omdat de door de raad vastgestelde re-integratieverordening op het eerste gezicht niet de ruimte biedt om als college premies te gaan verstrekken. Die ruimte is er echter wel als het gaat om een experiment van tijdelijke aard. Artikel 17 van de verordening voorziet hierin.

 

Het zoeken naar werk is in principe voor iedere uitkeringsgerechtigde een verplichting, maar aangezien het vinden van werk moeilijker wordt naarmate men langer is aangewezen op een uitkering, is voorzien in een (uitstroom)premie bij een ononderbroken uitkeringsduur van minimaal drie jaar.

 

Het verstrekken van een premie is alleen mogelijk als een uitkeringsgerechtigde uitstroomt die algemene bijstand ontvangt. In de Participatiewet is namelijk geregeld dat jaarlijks een een- of tweemalige premie kan worden verstrekt aan personen van 27 jaar of ouder die niet in mindering wordt gebracht op de uitkering (artikel 31, tweede lid, onderdeel j en vijfde lid van de Participatiewet).

 

De premie wordt in twee gedeelten uitbetaald omdat in een aantal gevallen een uitkeringsgerechtigde binnen zes maanden zal terugvallen in de uitkering (artikel 3). Om een uitkeringsgerechtigde die uitstroomt een steuntje in de rug te geven bij de financiële rompslomp die de overgang van uitkering naar inkomen uit werk met zich meebrengt, is ervoor gekozen aan het begin van de arbeidsinschakeling alvast een deel van de premie uit te betalen.

 

Aangezien een premie om fiscale redenen maar twee keer per kalenderjaar mag worden toegekend en uitbetaald, dient hiermee rekening te worden gehouden als een uitkeringsgerechtigde binnen een kalenderjaar uitkeringsonafhankelijk wordt door meer uren te gaan werken.

 

Hoofddoel van de (uitstroom)premie is, dat een uitkeringsgerechtigde door de arbeidsinschakeling duurzaam onafhankelijk wordt van de uitkering. Aangezien een dergelijke arbeidsovereenkomst lang niet altijd (direct) tot de mogelijkheden behoort, is ook in een premie voorzien wanneer een uitkeringsgerechtigde maar voor een beperkt aantal uren aan het werk gaat en daardoor nog voor een deel van het inkomen afhankelijk is van een uitkering. Naast deze premie bestaat recht op inkomstenvrijlating die kan oplopen tot in totaal € 1.344, - over 6 maanden (bedrag per 1 januari 2022 volgens artikel 31, tweede lid, onderdeel n van de Participatiewet). Als stimulans om meer uren te gaan werken wordt de uitstroompremie verhoogd op het moment dat alsnog uitkeringsonafhankelijkheid wordt bereikt (artikel 4 en 5).

 

Met het gestelde in artikel 7 wordt voorkomen dat verzwegen werkzaamheden leiden tot premieverstrekking.

 

In artikel 8 is geregeld dat een uitkeringsgerechtigde die werkzaamheden gaat verrichten in een beschutte omgeving of met behulp van een loonkostensubsidie, in aanmerking kan komen voor een (uitstroom)premie.

 

Een premie is ook mogelijk als een uitkeringsgerechtigde in de uitzendbranche werkzaam is. In dat geval moet achteraf worden aangetoond dat ten minste zes maanden onafgebroken is gewerkt. In de uitzendbranche wordt immers doorgaans gewerkt met kortdurende contracten.

 

Om een zo groot mogelijk effect te bereiken is naast het uitkeren van premies begeleiding en nazorg van uitkeringsgerechtigden noodzakelijk, waar het gaat om de administratieve en financiële effecten van het aanvaarden van werk.