Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Voerendaal

Verordening Tegemoetkoming Sociaal Medische Indicatie Kinderopvang gemeente Voerendaal 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVoerendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Tegemoetkoming Sociaal Medische Indicatie Kinderopvang gemeente Voerendaal 2022
CiteertitelVerordening Tegemoetkoming Sociaal Medische Indicatie Kinderopvang Voerendaal 2022
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpZorg

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 1.1 van de Wet kinderopvang

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-02-2022nieuwe regeling

10-02-2022

gmb-2022-68918

Zaaknr. 221479

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Tegemoetkoming Sociaal Medische Indicatie Kinderopvang gemeente Voerendaal 2022

De raad van de gemeente Voerendaal;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 januari 2022;

 

gelet op het bepaalde in de Wet kinderopvang en artikel 149 van de Gemeentewet;

 

gezien het advies van de commissie Samenleving;

 

overwegende dat met het vaststellen van de verordening de juridische basis is vastgelegd voor het beoordelen en toetsen van aanvragen tegemoetkoming Sociaal Medische Indicatie kinderopvang;

 

besluit vast te stellen de Verordening Tegemoetkoming Sociaal Medische Indicatie Kinderopvang gemeente Voerendaal 2022.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    AWBZ: Algemene wet bijzondere ziektekosten;

  • b.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • c.

    de wet: de Wet Kinderopvang (Wko);

  • d.

    kinderopvang: de kinderopvang van kinderen woonachtig in de gemeente Voerendaal als bedoeld in de Wko;

  • e.

    ouder: ouder en/of verzorgende;

  • f.

    Sociaal Medische Indicatie (SMI): noodzakelijke indicatie om in aanmerking te kunnen komen voor een tegemoetkoming in kosten voor noodzakelijke kinderopvang:

    • als gevolg van lichamelijke, zintuiglijke, verstandelijke en/of psychische beperkingen van de ouder of

    • om een dreigende ernstige ontwikkelingsachterstand van het kind op te heffen, te voorkomen of te verminderen door sociale medische problematiek in de thuissituatie;

  • g.

    tegemoetkoming: bijdrage in de kosten van kinderopvang op basis van sociaal-medische gronden;

  • h.

    voorliggende voorziening: elke mogelijkheid om in kinderopvang te voorzien waarvan door de aanvragende ouder en/of verzorgende gebruik kan worden gemaakt, waaronder een andere financiële tegemoetkoming zoals onder andere via de aanvullende ziektekostenverzekering, een voorziening op grond van de Wko of de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo), VVE of adequate kinderopvang in de informele sfeer;

  • i.

    VVE: voor- en vroegschoolse educatie voor peuters en kleuters met een taal- of onderwijsachterstand voordat ze aan groep 3 beginnen;

  • j.

    verslag: een schriftelijk verslag waarin de onderzoeksgegevens, doelen en afspraken zijn vastgelegd, erop gericht om toe te werken naar een structurele oplossing voor het gezin;

  • k.

    Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.

Artikel 2 Gemeentelijke doelgroep SMI

Tot de doelgroep SMI behoren:

  • 1.

    de in de gemeente Voerendaal woonachtige ouder met een aantoonbare lichamelijke, zintuiglijke, verstandelijke en/of psychische beperking voor wie is vastgesteld dat een of meer van deze beperkingen kinderopvang noodzakelijk maakt (ontlasten van de ouder en/of verzorgende) en er geen mogelijkheden zijn om opvang te regelen in het netwerk van de ouder en/of

  • 2.

    de in de gemeente Voerendaal woonachtige ouder voor wie is vastgesteld dat in het belang van een goede en gezonde ontwikkeling van betreffend kind kinderopvang noodzakelijk is (kinderen voor wie door de thuissituatie ernstige ontwikkelingsachterstand dreigt) en voor wie geen voorliggende voorziening beschikbaar is.

Artikel 3 Melding hulpvraag, (voor)onderzoek en aanvraag

  • 1.

    Een melding hulpvraag kan door of namens de ouder bij het college worden gemeld.

  • 2.

    Het college bevestigt de ontvangst van een melding schriftelijk.

  • 3.

    Het college verzamelt alle voor de beoordeling van de melding van belang zijnde en toegankelijke gegevens over de ouder en/of het kind en zijn situatie en maakt zo spoedig mogelijk indien nodig een afspraak voor een gesprek.

  • 4.

    Van het gesprek wordt een verslag gemaakt.

  • 5.

    Indien een gezin ook ondersteuning vanuit bijvoorbeeld de Jeugdwet of de Wmo ontvangt, wordt het verslag een onderdeel van een integraal plan met daarin alle gemaakte doelen en afspraken.

  • 6.

    Het door de ouder(s) ondertekende verslag dient als aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van de SMI-kinderopvang.

  • 7.

    Een aanvraag bevat in elk geval:

    • a.

      een ondertekend verslag;

    • b.

      een offerte of contract van de kinderopvangorganisatie of het gastouderbureau dat de kinderopvang gaat verzorgen, waarin in ieder geval wordt aangegeven:

      • het aantal te leveren uren / dagdelen kinderopvang per kind,

      • de kostprijs per uur en

      • de aanvangsdatum en einddatum van de kinderopvang;

    • c.

      een op de ouder(s) betrekking hebbende inkomensverklaring van de Belastingdienst van het voorgaande jaar;

    • d.

      overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag voor een tegemoetkoming SMI-kinderopvang.

  • 8.

    De voorziening voor kinderopvang, zoals genoemd in het zevende lid onder b, moet gevestigd zijn in de gemeente Voerendaal tenzij het om sociaal-medische redenen noodzakelijk is, ter beoordeling door het college, om gebruik te maken van een voorziening buiten de gemeente Voerendaal.

  • 9.

    Het college beoordeelt binnen acht weken na ontvangst van de melding of SMI-kinderopvang noodzakelijk is, in welke omvang, vanaf wanneer en voor welke duur en bepaalt de hoogte van de tegemoetkoming in de kostprijs per uur van de kinderopvang.

  • 10.

    Er wordt geen tegemoetkoming SMI-kinderopvang verstrekt voor opvang die is ingekocht en/of verzilverd in de periode voordat de aanvraag is ingediend.

Artikel 4 Voorwaarden SMI-kinderopvang

  • 1.

    Om voor een tegemoetkoming in aanmerking te komen moet worden voldaan aan minimaal één van de volgende voorwaarden:

    • a.

      de betrokken ouder behoort tot de categorie personen met een lichamelijke, zintuiglijke, verstandelijke of psychische beperking en voor wie is komen vast te staan dat één of meer van deze beperkingen kinderopvang noodzakelijk maken;

    • b.

      het college stelt vast dat:

      • kinderopvang in het belang van een goede en gezonde ontwikkeling van het betreffende kind noodzakelijk is;

      • de veiligheid van het kind in het geding is;

      • er sprake is van een crisissituatie, waardoor de ouder (of het netwerk) tijdelijk niet in staat is/zijn de verzorging op zich te nemen;

    • c.

      de medische of sociale noodzaak voor kinderopvang blijkt uit andere stukken van een huisarts of andere instelling voor zover die een sociaal of medisch oordeel kunnen vormen over de ouder en/of het betreffende kind.

  • 2.

    Het college kan ter beoordeling van het gestelde in het eerste lid advies inwinnen bij een externe deskundige.

Artikel 5 Weigeringsgronden

Het college weigert de tegemoetkoming in SMI-kinderopvang in ieder geval indien:

  • 1.

    de ouder niet behoort tot de doelgroep in artikel 2 of niet wordt voldaan aan de voorwaarden gesteld in artikel 4;

  • 2.

    de ouder op eigen kracht, met gebruikelijke hulp of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk de hulpvraag kan wegnemen;

  • 3.

    de ouder niet instemt met het opstellen van een plan van aanpak waarmee de gezinsomstandigheden dusdanig kunnen verbeteren om beroep op SMI overbodig te maken;

  • 4.

    de ouder gebruik kan maken van een voorliggende voorziening;

  • 5.

    de ouder niet de inlichtingen verstrekt of medewerking verleent, als bedoeld in artikel 10, eerste lid;

  • 6.

    de ouder reeds een tegemoetkoming kinderopvang ontvangt of kan aanvragen op grond van de Wet kinderopvang of gebruik kan maken van de reguliere peuteropvang waarvoor een inkomensafhankelijke ouderbijdrage verschuldigd is;

  • 7.

    de kinderopvangorganisatie of het gastouderbureau, die de kinderopvang gaat verzorgen, wordt geëxploiteerd zonder toestemming van het college, als bedoeld in artikel 1.46 van de wet en niet is opgenomen in het Landelijk register kinderopvang, als bedoeld in artikel 1.47b van de wet;

  • 8.

    de opvang plaatsvindt door een gastouder zonder tussenkomst van een gastouderbureau dat is opgenomen in het Landelijk register kinderopvang als bedoeld in artikel 1.47b van de wet.

Artikel 6 Omvang en hoogte van de tegemoetkoming

  • 1.

    Met inachtneming van het bepaalde in het tweede lid kent het college een inkomensafhankelijke tegemoetkoming SMI-kinderopvang toe op basis van:

    • a.

      het in het verslag bepaalde noodzakelijke aantal uren of dagdelen opvang per maand,

    • b.

      vermenigvuldigd met de kostprijs per uur, opgenomen in de offerte/contract zoals bedoeld in artikel 3, zevende lid onder b,

    • c.

      vermenigvuldigd met het op het inkomen gebaseerde toepasselijke percentage kinderopvangtoeslag, gehanteerd door de belastingdienst in de vigerende kinderopvangtoeslagtabel.

  • 2.

    Bij de bepaling van de omvang en hoogte van de tegemoetkoming SMI-kinderopvang wordt het aantal uren opvang per maand en de kostprijs per uur gemaximeerd tot het voor de betreffende opvang maximaal te vergoeden uurtarief en het maximaal aantal uren opvang per maand zoals gehanteerd in de landelijke regeling kinderopvangtoeslag van de belastingdienst.

Artikel 7 Duur van de tegemoetkoming

  • 1.

    De tegemoetkoming SMI-kinderopvang wordt toegekend voor zo lang als nodig is, maar maximaal voor een periode van 12 maanden.

  • 2.

    Personen, bedoeld in artikel 2, kunnen indien nodig een nieuwe melding hulpvraag als bedoeld in artikel 3 indienen. De beoordeling van de melding vindt plaats overeenkomstig artikel 3.

Artikel 8 Betaling

  • 1.

    De uit te betalen tegemoetkoming is gebaseerd op het aantal werkelijk in rekening gebrachte uren kinderopvang, passend binnen de omvang en duur van de toegekende kinderopvang.

  • 2.

    De betaling van de tegemoetkoming SMI-kinderopvang vindt maandelijks plaats na indiending van de factuur door de kinderopvangorganisatie of het gastouderbureau, al dan niet via de ouder. Op de factuur zijn zowel de kosten als de geleverde uren kinderopvang zichtbaar.

  • 3.

    De tegemoetkoming wordt rechtstreeks uitbetaald aan de kinderopvangorganisatie of het gastouderbureau in de vorm van een tegemoetkoming SMI-kinderopvang. Ouders worden hierover geïnformeerd.

  • 4.

    Het resterende factuurbedrag wordt door ouders zelf betaald aan de kinderopvangorganisatie of het gastouderbureau.

Artikel 9 Verplichtingen ouder

  • 1.

    De ouder stelt de gemeente uit eigen beweging op de hoogte van tussentijdse wijzigingen die voor de aanspraak op en de hoogte van de tegemoetkoming van belang zijn.

  • 2.

    De ouder is verplicht om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is om het recht op de tegemoetkoming te kunnen vaststellen.

  • 3.

    De ouder doet al het mogelijke om de periode, waarin noodzakelijke kinderopvang moet worden afgenomen, zo kort mogelijk te laten zijn.

  • 4.

    De ouder doet al het mogelijke om het aantal uren waarvoor noodzakelijke kinderopvang moet worden afgenomen, zo beperkt mogelijk te laten zijn.

Artikel 10 Herzien en intrekken van beschikking

Het college kan een beschikking tegemoetkoming SMI-kinderopvang herzien dan wel intrekken als het college vaststelt dat:

  • 1.

    de cliënt onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beslissing zou hebben geleid;

  • 2.

    de cliënt niet langer op de tegemoetkoming SMI-kinderopvang is aangewezen;

  • 3.

    de tegemoetkoming SMI-kinderopvang niet meer toereikend is te achten;

  • 4.

    het kind niet langer verblijft bij de ouder aan wie de tegemoetkoming SMI-kinderopvang is verstrekt.

Artikel 11 Nadere regels en hardheidsclausule

  • 1.

    Het college kan nadere regels stellen over de uitvoering van deze verordening.

  • 2.

    Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening Tegemoetkoming Sociaal Medische Indicatie Kinderopvang Voerendaal 2022’.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking in het elektronisch Gemeenteblad.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van de gemeenteraad d.d. 10 februari 2022.

De griffier De voorzitter

F. Meijerink W. Houben

Toelichting algemeen

Ouders kunnen voor kinderopvang gebruik maken van de reguliere kinderopvangtoeslag. Er zijn gezinnen of alleenstaande ouders die, omdat ze niet werkzaam zijn, geen of beperkt recht hebben op kinderopvangtoeslag, maar waar dit om sociaal-medische redenen wel noodzakelijk is. Bijvoorbeeld als één van de ouders werkt, terwijl de andere ouder om sociale of gezondheidsredenen (tijdelijk) niet in staat is om voor de kinderen te zorgen. Het doel van deze verordening is 1) het ontlasten van de ouder en/of verzorgende voor wie als gevolg van een lichamelijke, zintuiglijke, verstandelijke of psychische beperking kinderopvang noodzakelijk is en/of 2) het ondersteunen van kinderen die als gevolg van de thuissituatie een ontwikkelingsachterstand dreigen op te lopen. Op grond van de Verordening Tegemoetkoming Sociaal Medische Indicatie Kinderopvang Voerendaal 2022 kan ouders een financiële tegemoetkoming worden verstrekt om een tijdelijke oplossing voor kinderopvang mogelijk te maken en toe te kunnen werken naar een structurele oplossing voor de gezinssituatie.