Organisatie | Fijnder |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Beleidsregels individuele inkomenstoeslag Fijnder 2022 en volgende jaren |
Citeertitel | Beleidsregels individuele inkomenstoeslag Fijnder 2022 en volgende jaren |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Individuele inkomenstoeslag |
Geen
artikel 36 van de Participatiewet
Gemeenschappelijke Regeling Fijnder, art. 4 eerste lid
Delegatiebesluit Gemeenschappelijke Regeling Fijnder
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2022 | Nieuwe regeling | 27-01-2022 |
Het Dagelijks Bestuur van Fijnder;
artikel 4, eerste lid van de Gemeenschappelijke Regeling van Fijnder en het delegatiebesluit Gemeenschappelijke Regeling Fijnder, waarin het bestuur de zelfstandige bevoegdheid voor de uitvoering van bovengenoemde taken gedelegeerd heeft gekregen van zijn deelnemende gemeenten Berkelland, Oost Gelre en Winterswijk;
Beleidsregels individuele inkomenstoeslag Fijnder 2022 en volgende jaren
Artikel 2 Inspanningen voor inkomensverbetering
Van de betrokken persoon die inkomsten uit arbeid ontvangt onder de inkomensgrens voor de individuele inkomenstoeslag en die bewust kiest voor een deeltijdbaan, maar wel de mogelijkheid heeft om zijn inkomen te verbeteren, wordt verwacht dat hij zijn inkomenssituatie kan verbeteren. Hierdoor heeft hij geen recht op individuele inkomenstoeslag.
Artikel 3 Vaststelling hoogte inkomen
Als de betrokken persoon 36 maanden of langer voorafgaand aan de peildatum heeft geleefd van een uitkering op grond van de wet, hoeft hij geen bewijsstukken aan te leveren. Het inkomen kan worden bepaald op grond van de gegevens van de betrokken persoon die aanwezig zijn bij Fijnder.
In andere gevallen moet het inkomen van de betrokken persoon tijdens de gehele referteperiode worden bepaald op de manier die ook geldt voor algemene bijstand. Hoe dit wordt gedaan is vastgesteld in de wet en de beleidsregels bijzondere bijstand.
Hierop is de volgende uitzondering mogelijk:
Als aan de betrokken persoon in de voorgaande jaren een individuele inkomenstoeslag is gegeven, hoeft de betrokken persoon alleen bewijsstukken van inkomsten en vermogen aan te leveren van het jaar voorafgaande aan de peildatum.
Artikel 6 Gehuwden/gezamenlijke huishouding
Het uitgangspunt is, dat het recht op individuele inkomenstoeslag voor gehuwden of samenwonenden gezamenlijk is. Als betrokken personen op de peildatum, de datum waarop de periode van 36 maanden afloopt, voor de wet als gehuwd/gezamenlijke huishouding worden beoordeeld, moeten beide betrokken personen voldoen aan de voorwaarden van artikel 36 van de wet.
Als één van beide gehuwden niet voldoet aan de hierboven genoemde voorwaarden, hebben beiden geen recht op individuele inkomenstoeslag. Het kan voorkomen dat een betrokken persoon in de referteperiode van 36 maanden één of meerdere partners heeft gehad. Dan wordt bepaald wat de totale inkomsten over genoemde periode zijn geweest, dus inclusief eventuele inkomsten van de ex-partner(s).
Artikel 8 Citeertitel en inwerkingtreding
Deze beleidsregels worden aangehaald als: ‘Beleidsregels individuele inkomenstoeslag Fijnder 2022 en volgende jaren’. Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2022. Vanaf dat moment vervallen de eerder vastgestelde ‘Beleidsregels individuele inkomenstoeslag Sociale Dienst Oost Achterhoek 2021’.