Organisatie | Meerssen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Participatie- & Inspraakverordening Gemeente Meerssen 2022 |
Citeertitel | Participatie- & Inspraakverordening Gemeente Meerssen 2022 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Inspraakverordening gemeente Meerssen 2004 en de Verordening Burgerinitiatief 2005.
artikel 150 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-02-2022 | nieuwe regeling | 09-02-2022 |
HOOFDSTUK 1 - BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
Artikel 1 - Begripsomschrijvingen
De verordening verstaat onder:
burgerinitiatief: een voorstel van een initiatiefgerechtigde (verzoeker) om een onderwerp op de agenda van de vergadering van de raad te plaatsen, dat een plan, een idee of een verbetering van een bestaande situatie behelst, waarvan een groot deel of de hele bevolking van de gemeente Meerssen kan profiteren;
HOOFDSTUK 2 - ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 2 - Reikwijdte verordening
Deze verordening is van toepassing op de agendering, voorbereiding, totstandkoming en evaluatie van gemeentelijk beleid.
Artikel 3 - Afbakening participatie en inspraak
Bij het toepassen van participatie vormen de ambities uit de nota Burgerparticipatie- & Burgerkracht Gemeente Meerssen 2022 het uitgangspunt.
Artikel 8 - Evaluatie van het participatieproces
Om het burgerparticipatiebeleid op effectiviteit te kunnen monitoren, wordt elk participatietraject standaard geëvalueerd. Over de wijze waarop uitvoering is gegeven aan het participatiebeleid wordt jaarlijks in de jaarrekening verslag gedaan aan de gemeenteraad.
Artikel 9 - Onderwerp van inspraak
Dit hoofdstuk is van toepassing op beleidsvoornemens waarvoor niet reeds een wettelijke uniforme openbare voorbereidingsprocedure geldt, waarmee ingezetenen en belanghebbenden betrokken worden bij de voorbereiding van beleid.
Artikel 11 - Inspraakprocedure
Inspraak wordt altijd verleend als de wet daartoe verplicht. In deze gevallen is de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. De termijn voor het naar voren brengen van zienswijzen en het uitbrengen van adviezen als bedoeld in afdeling 3.3 Awb bedraagt zes weken, tenzij bij wettelijk voorschrift een langere termijn is bepaald. De termijn vangt aan met ingang van de dag waarop het ontwerp ter inzage is gelegd en daarvan kennis is gegeven.
Elk bestuursorgaan besluit gemotiveerd ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden en conform de gestelde uitgangspunten in de nota Burgerparticipatie & Burgerkracht 2022 of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid. Het bestuursorgaan kan dan een andere inspraakprocedure vaststellen.
HOOFDSTUK 5 – BURGERINITIATIEF
Artikel 14 – Nadere definiëring burgerinitiatieven ter agendering door de raad
Dit hoofdstuk is van toepassing op burgerinitiatieven als bedoeld in artikel 1, sub i. Burgerinitiatieven die ten goede komen aan de leefbaarheid of het welzijn in de eigen buurt, wijk of dorp kunnen het college om ondersteuning vragen conform de uitgangspunten in de nota Burgerparticipatie & Burgerkracht 2022.
Artikel 16 - Wie mag een initiatief indienen
Initiatiefgerechtigd zijn degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad van Meerssen, alsmede ingezetenen van de gemeente Meerssen van 16 jaar en ouder, die met uitzondering van hun leeftijd voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden van de gemeenteraad.
Een burgerinitiatief dat een voorstel voor de directe eigen woonomgeving betreft en voldoet aan de criteria die worden gesteld in de nota Burgerparticipatie & Burgerkracht 2022, wordt niet aangemerkt als burgerinitiatief conform artikel 14 van deze verordening. Dergelijke verzoeken worden ter verdere behandeling doorgeleid naar het college.
Op voorstel van het presidium besluit de raad in de eerstvolgende vergadering na de datum van indiening van het verzoek, of het burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de raad wordt geplaatst. Hiervoor geldt dat het verzoek minimaal twee weken voor de vergadering moet zijn ingediend.
De griffier nodigt de verzoeker schriftelijk uit voor de raadsadviesvergadering voorafgaande aan de vergadering van de raad waarin het burgerinitiatiefvoorstel is geagendeerd. De verzoeker heeft tijdens deze raadsadviesvergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatief mondeling nader toe te lichten. De verzoeker krijgt de gelegenheid te reageren op de reacties en vragen van de raadsleden en burgerleden.
Aldus besloten door de gemeenteraad van Meerssen in zijn openbare vergadering van 9 februari 2022.
De raadsgriffier
mr. Y.R.G. Dreessen
De voorzitter
M.A.H. Clermonts-Aretz
Toelichting Participatie- en inspraakverordening 2022
Participatie is het in een vroeg stadium en op interactieve wijze betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de totstandkoming en/of evaluatie van beleid met als doel zeggenschap, eigenaarschap en betrokkenheid in de gemeente Meerssen te vergroten.
Participatie heeft een tweeledig doel. Enerzijds wordt aan ingezetenen en belanghebbenden de mogelijkheid geboden om mee te denken bij de ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van gemeentelijk beleid en grote plannen en projecten. Anderzijds biedt participatie aan bestuursorganen de gelegenheid om plannen in samenspraak met de inwoners te verbeteren en daardoor het draagvlak te vergroten.
Inspraak vindt plaats in de afrondende fase van de beleidsontwikkeling of planvorming, voordat het college of de gemeenteraad een besluit neemt. Inspraak vindt plaats als de wet daartoe verplicht, of op initiatief van een bestuursorgaan. Het gemeentebestuur past daarvoor de regels toe zoals die gesteld zijn in deze verordening.
Inspraak heeft een tweeledig doel. Enerzijds wordt aan ingezetenen en belanghebbenden de mogelijkheid geboden om hun zienswijzen over beleidsvoornemens kenbaar te maken. Anderzijds is inspraak voor bestuursorganen een belangrijk hulpmiddel bij de noodzakelijke belangenafweging.
Afbakening participatie ten opzichte van inspraak
Afhankelijk van bestuurlijk en maatschappelijke gevoeligheden en in het geval van complexe dossiers kan het bestuursorgaan ervoor kiezen om na een doorlopen participatieproces ook een niet-wettelijk verplicht inspraakproces te houden voor een finale belangenafweging als sluitstuk van het proces. In die gevallen is hoofdstuk 4 van deze verordening van toepassing.
Participatie vindt bij voorkeur plaats in een zo vroeg mogelijk stadium van de beleidsontwikkeling of planvorming. Het palet aan toe te passen mogelijkheden bij participatie is veel breder dan alleen de openbare voorbereidingsprocedure. Het gemeentebestuur streeft er passend binnen de mogelijkheden van de gemeentelijke organisatie naar om daarvoor de uitgangspunten en gedragsregels toe te passen zoals verwoord in denota Burgerparticipatie & Burgerkracht 2022.
Vanwege het algemeen verbindend karakter is deze verordening uitsluitend van toepassing op de agendering, ontwikkeling en evaluatie van gemeentelijk beleid en grote plannen en projecten. Het is minder wenselijk om ook participatie bij kleinere (uitvoerings-) plannen te 'juridiseren', bijvoorbeeld bij de inrichting van een speelplek. De uitgangspunten in denota Burgerparticipatie & Burgerkracht 2022 blijven in deze gevallen van toepassing.
De verordening definieert dit als volgt: "De wijze waarop inspraak gestalte wordt gegeven." De verantwoordelijkheid voor het maken van een inspraakverordening ligt ingevolge artikel 150 van de Gemeentewet bij de gemeenteraad. Artikel 11, lid 1 van de verordening geeft als hoofdregel dat de in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure van toepassing is. Artikel 11, lid 2 geeft wel de ruimte om maatwerk mogelijk te maken.
Het begrip beleidsvoornemen is gedefinieerd als het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid. Het gaat dus niet om de vaststelling van concrete besluiten of maatregelen, maar om de vorming van het beleid waarop deze kunnen worden gebaseerd.
In artikel 3, lid 2 is bepaald dat inspraak altijd wordt verleend indien een wettelijk voorschrift daartoe verplicht. Wettelijke verplichtingen tot het bieden van inspraak bestaan thans onder meer bij:
Deze regelingen bepalen dat burgemeester en wethouders bij de voorbereiding van het plan de ingezetenen en belanghebbenden betrekken, op de wijze voorzien in de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet vastgestelde verordening (d.w.z. deze verordening).
In artikel 3, lid 3 is bepaald dat elk bestuursorgaan ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden besluit of inspraak wordt verleend bij een beleidsvoorbereiding. Het begrip bestuursorgaan is gedefinieerd in artikel 1:1, lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en omvat in dit geval de gemeenteraad, het college van b&w en de burgemeester.
Het besluit om al dan niet inspraak te verlenen, is een besluit in de zin van de Awb. Hiertegen kan bezwaar worden gemaakt.
In artikel 3, lid 4 is opgenomen dat de ambities zoals verwoord in de nota Burgerparticipatie & Burgerkracht 2022 het uitgangspunt vormen.
In artikel 3, lid 6 is opgenomen wanneer geen inspraak wordt verleend en geen participatie wordt toegepast. Dat geen inspraak en/of participatie wordt verleend wil niet zeggen dat er helemaal geen participatie (informatieverstrekking) wordt toegepast.
Artikel 9 - Onderwerp van inspraak
Uit dit artikel volgt dat de verordening niet van toepassing is op de gevallen dat de wet zelf al een openbare voorbereidingsprocedure regelt waarmee ingezetenen en belanghebbenden betrokken worden bij de voorbereiding van beleid.
Artikel 10 - Inspraakgerechtigden
De omschrijving van inspraakgerechtigden stemt overeen met de tekst van artikel 150 van de Gemeentewet. De uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht is in beginsel alleen van toepassing op belanghebbenden.
Maar volgens artikel 3.15, lid 2 kan bij wettelijk voorschrift worden bepaald dat ook aan anderen de gelegenheid moet worden geboden hun zienswijze naar voren te brengen.
Artikel 11 - Inspraakprocedure
Dit artikel heeft de strekking om te regelen dat inspraak in beginsel wordt verleend via toepassing van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure. Ter uniformering en deregulering is in het eerste lid afdeling 3.4 van de Awb van toepassing verklaard op de inspraak. De inspraakreacties hebben de juridische status van een zienswijze als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht. Voor burgers is door deze omschrijving meer helderheid over de juridisch formele beïnvloedingsmomenten.
In artikel 3:10 tot en met 3:18 Awb is de uniforme openbare inspraakprocedure te vinden.
Na terinzagelegging en bekendmaking van het beleidsvoornemen kunnen belanghebbenden gedurende zes weken schriftelijk of mondeling hun inspraakreactie naar voren brengen.
Een wettelijke regeling kan een afwijking van de in de Algemene wet bestuursrecht geregelde voorbereidingsprocedure voorschrijven (bijv. een langere termijn). Door een algemene verwijzing in het eerste lid worden dergelijke afwijkingen van overeenkomstige toepassing verklaard.
In het derde lid is een waarborg opgenomen, om te voorkomen dat vanwege vakantie belanghebbenden en ingezetenen onvoldoende gelegenheid hebben om te reageren.
Volgens artikel 11, lid 2 van de verordening kan het bestuursorgaan voor een of meer beleidsvoornemens een andere inspraakprocedure vaststellen.
In dit geval is niet gekozen voor verwijzing naar afdeling 3.4 Awb. In artikel 3:17 Awb wordt namelijk slechts bepaald dat een verslag wordt gemaakt van hetgeen tijdens de inspraakprocedure mondeling naar voren is gebracht.
Onder het in het eerste lid, onderdeel a genoemde verslag van de gevolgde inspraakprocedure wordt verstaan: Hoe is de procedure feitelijk verlopen? Is afdeling 3.4 Awb toegepast? Heeft het bestuursorgaan een andere inspraakprocedure vastgesteld? Wanneer is het beleidsvoornemen ter inzage gelegd enz.?
Onderdeel b. betekent dat de eindrapportage een volledig overzicht dient te bevatten van zowel de mondelinge als de schriftelijke inspraakreacties. De schriftelijke inspraakreacties kunnen aan het verslag worden gehecht. In het verslag kan worden volstaan met een korte zakelijke weergave van de naar voren gebrachte opvattingen en vermelding van de personen die hun opvatting naar voren hebben gebracht.
Onder c. wordt als het sluitstuk van inspraak voorgeschreven dat het bestuursorgaan aangeeft wat met de inspraakreacties wordt gedaan.
In het tweede lid is bepaald dat het bestuursorgaan het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar maakt. Als het aantal insprekers omvangrijk is, kan worden gekozen voor het volstaan met een algemene bekendmaking en publicatie van het verslag op de gemeentelijke website. Voor mensen zonder internet is een papieren verslag verkrijgbaar. Het is aan te bevelen om tijdens de inspraakavond al duidelijkheid omtrent de communicatie te verschaffen.
Bijlage: Indieningsformulier Burgerinitiatief ter agendering door de gemeenteraad (artikel 14 Participatie- & Inspraakverordening Gemeente Meerssen 2022)
I N D I E N I N G S F O R M U L I E R
Aan de Gemeenteraad van Meerssen
Ter attentie van de raadsgriffier
Verzoek om plaatsing van een burgerinitiatief op de agenda van de raad
Belangrijk: het burgerinitiatief moet van belang zijn voor (in principe) de hele gemeente. Houd er rekening mee dat regelgeving van toepassing kan zijn. Neem daarom bij het ontstaan van een idee voor een burgerinitiatief altijd eerst even contact op met de gemeente. U kunt daarvoor contact opnemen met het gemeentelijke Klant Contact Centrum via telefoonnummer 14 043. E-mail: info@meerssen.
Stap 1. Omschrijf het burgerinitiatief (project) en het belang voor de gemeenschap.
Stap 2. Toon aan dat er voldoende draagvlak is.
Een burgerinitiatief dient door minimaal 25 initiatiefgerechtigde inwoners (uit oogpunt van representativiteit verspreid over de verschillende woonkernen van de gemeente Meersen) te worden gesteund.
waarop initiatiefgerechtigde inwoners hun naam, adres en contactgegevens hebben ingevuld.
Initiatiefgerechtigd zijn degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad van Meerssen, alsmede ingezetenen van de gemeente Meerssen van 16 jaar en ouder, die met uitzondering van hun leeftijd voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden van de gemeenteraad.Het voorgestelde burgerinitiatief dient bovenaan het handtekeningenformulier in dezelfde bewoordingen te zijn opgesteld als op dit indieningsformulier.
Stap 3. Financiën: uitgaven en inkomsten.
Geef hier een gespecificeerd overzicht van inkomsten en uitgaven:
Voorbeelden van uitgaven: materialen voor activiteiten, kosten om een gebied of gebouw op te knappen, ontwerpkosten, kosten voor promotie en communicatiemateriaal, onderzoekskosten, huur en vervoerskosten, kosten voor eten en drinken, kosten voor vergunningen, verzekering, of notaris, onkostenvergoeding voor sprekers, artiesten, consultants, coördinatie van het project. Voorbeelden van inkomsten: sponsorgelden (door particulieren, bedrijven of instellingsfondsen), ledenbijdrage, gratis inzet van professionele diensten, etc.
De samenvatting van de begroting met inkomsten en uitgaven leidt tot het bedrag (tekort) dat aan de gemeenteraad wordt gevraagd.
Stap 4. Dien het initiatief in.
Initiatiefnemers moeten hun plan of idee ondertekenen met vermelding van hun naam, postadres, telefoonnummer en e-mailadres. Wijs een contactpersoon aan als er meerdere initiatiefnemers zijn.
De griffie stuurt de initiatiefnemer (of als er meerdere zijn: de contactpersoon) een bericht van ontvangst met informatie over de verdere procedure (zie artikel 19 van de Participatie- & Inspraakverordening Gemeente Meerssen 2022 op www.overheid.nl).
Gemeente Meerssen gaat vertrouwelijk en zorgvuldig om met de gevraagde gegevens. Lees voor meer informatie onze privacyverklaring op www.meerssen.nl.