Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Wijk bij Duurstede

Verordening participatie en uitdaagrecht Wijk bij Duurstede 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWijk bij Duurstede
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening participatie en uitdaagrecht Wijk bij Duurstede 2022
CiteertitelVerordening participatie en uitdaagrecht Wijk bij Duurstede 2022
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Algemene Inspraakverordening gemeente Wijk bij Duurstede 1997.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 149 van de Gemeentewet
  2. artikel 150 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-03-2022nieuwe regeling

25-01-2022

gmb-2022-60187

2022-066

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening participatie en uitdaagrecht Wijk bij Duurstede 2022

De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

d.d. 11 januari 2022, nr. 293542

 

 

  • -

    gelet op

    • -

      Gemeentewet, art 149 en 150

    • -

      Omgevingswet

    • -

      Wet versterking participatie op decentraal niveau

  • -

    overwegende dat:

    • -

      het van belang is lokale democratische processen door participatie van inwoners te verrijken, de samenwerking tussen gemeente en inwoners te versterken en helderheid te geven over de invulling van de participatieprocedure;

    • -

      dat participatie wordt toegepast wanneer het redelijkerwijze is te verwachten dat er belanghebbenden zijn bij het betreffende beleid of besluit, ofwel wanneer redelijkerwijs te verwachten is dat betrokken bewoners of experts over relevante ervaringskennis of inzichten beschikken die bruikbaar zijn bij de ontwikkeling van het beleid of besluit.

besluit:

  • 1.

    De Participatievisie Wijk bij Duurstede 2022 vast te stellen

  • 2.

    De Verordening participatie en uitdaagrecht Wijk bij Duurstede 2022 vast te stellen

     

Verordening participatie en uitdaagrecht Wijk bij Duurstede 2022

 

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    beleidsvoornemen: voornemen van een bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid;

  • -

    participatie: het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van beleid, projecten en programma’s;

  • -

    uitdaagrecht: recht van ingezetenen en lokale maatschappelijke partijen om een verzoek bij het bevoegde bestuursorgaan in te dienen om de feitelijke uitvoering van een gemeentelijke taak over te nemen, als zij denken deze taak aantoonbaar beter en goedkoper uit te kunnen voeren.

Paragraaf 2. Participatie

Artikel 2. Onderwerp van participatie

  • 1.

    Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of participatie wordt toegepast.

  • 2.

    Participatie wordt altijd toegepast als de wet daartoe verplicht.

  • 3.

    Er is geen participatie mogelijk:

    • a.

      ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;

    • b.

      als participatie bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;

    • c.

      als sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

    • d.

      inzake de vaststelling van de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

    • e.

      als de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat participatie niet kan worden afgewacht;

    • f.

      als het belang van participatie niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving.

Artikel 3. Procedure participatie

  • 1.

    Het bestuursorgaan stelt bij de start van elk beleidstraject of project vast op welke manier participatie wordt toegepast en maakt dit besluit bekend op de voor die participatieprocedure geschikte wijze.

  • 2.

    Als participatie wordt toegepast, neemt het bestuursorgaan over in ieder geval de volgende onderwerpen een besluit, en legt dit vast in een participatienotitie:

    • a.

      doel van participatie;

    • b.

      beïnvloedingsruimte van participatie;

    • c.

      kaders voor participatie;

    • d.

      wijze waarop het bestuursorgaan over deze kaders vooraf communiceert;

    • e.

      wijze waarop en tijdvak waarin ingezetenen en andere belanghebbenden hun inbreng kunnen leveren;

    • f.

      wijze waarop democratische waarden in de participatieprocedure worden gewaarborgd;

    • g.

      begroting van de kosten voor participatie.

  • 3.

    Indien omstandigheden het noodzakelijk maken om de kaders bedoeld in het tweede lid onder c. of de inrichting van het proces aan te passen, informeert het bestuursorgaan de deelnemers hierover zo snel mogelijk.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen voor specifieke beleidsterreinen nadere regels vaststellen.

Artikel 4. Eindverslag participatie

  • 1.

    Ter afronding van de participatie maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.

  • 2.

    Het eindverslag bevat in ieder geval:

    • a.

      een overzicht van de gevolgde participatieprocedure;

    • b.

      een weergave van de zienswijzen die tijdens de participatieprocedure mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;

    • c.

      een reactie op deze zienswijzen, waarbij wordt aangegeven welke punten al dan niet worden overgenomen.

  • 3.

    Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de meest geëigende wijze openbaar.

     

Paragraaf 3. Uitdaagrecht

Artikel 5. Onderwerp van uitdaagrecht

  • 1.

    Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen gemeentelijke taken of hierop het uitdaagrecht wordt toegepast.

  • 2.

    Het bestuursorgaan wijst ingezetenen en lokale maatschappelijke partijen actief op het van toepassing zijn van het uitdaagrecht.

  • 3.

    Overname van de uitvoering van de volgende taken is niet mogelijk:

    • a.

      als het een lopend uitvoeringstraject of ondergeschikte herzieningen daarvan betreft;

    • b.

      als het uitdaagrecht bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;

    • c.

      als sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

    • d.

      inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

    • e.

      als de opdrachtwaarde boven de Europese drempelwaarde voor aanbestedingen uitkomt;

    • f.

      als de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat het benutten van het uitdaagrecht niet kan worden afgewacht;

    • g.

      als het belang van het uitdaagrecht niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving.

Artikel 6. Procedure uitdaagrecht

  • 1.

    Een verzoek met betrekking tot het uitdaagrecht wordt bij het bestuursorgaan ingediend en omvat in ieder geval de volgende onderdelen:

    • a.

      omschrijving van de gemeentelijke taak die de verzoeker wil overnemen;

    • b.

      een feitelijke onderbouwing van waarom en hoe de verzoeker deze taak beter en goedkoper kan uitvoeren met een ;

    • c.

      feitelijke onderbouwing van de betrokkenheid, kennis of ervaring van de verzoeker;

    • d.

      aantoonbare indicatie van het draagvlak onder belanghebbende ingezetenen;

    • e.

      indicatie van de kosten die aan de uitvoering van de taak verbonden zijn;

    • f.

      omschrijving van de manier waarop de verzoeker met de gemeente wil samenwerken of ondersteuning nodig heeft;

    • g.

      inzicht in hoe de kwaliteit en de uitvoering van de taak op de langere termijn kan worden gewaarborgd.

  • 2.

    Het bestuursorgaan beslist binnen 10 weken op het verzoek

  • 3.

    Een contactpersoon van de gemeente begeleidt de verzoekers tijdens het hele proces.

  • 4.

    Het bestuursorgaan maakt met de verzoekers afspraken over het proces, het resultaat, het budget en de looptijd

     

Paragraaf 4. Slotbepalingen

Artikel 7. Evaluatie en monitoring

  • 1.

    De uitvoering van deze verordening wordt eenmaal per twee jaar geëvalueerd. Het college van burgemeester en wethouders zenden hiertoe elke twee jaar na de inwerkingtreding van deze verordening aan de raad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de verordening in de praktijk.

  • 2.

    Ten behoeve van de evaluatie verzamelen burgemeester en wethouders systematisch informatie over:

    • a.

      Het aantal participatie – en uitdaagprocessen per beleidsdomein;

    • b.

      Een indicatie van de bestede én eventueel uitgespaarde uren en financiën per proces;

    • c.

      De effecten en resultaten van de doorlopen participatie- en uitdaagprocessen, in termen van draagvlak, succes, doorlooptijd, kwaliteit, ervaringen van de deelnemers;

Artikel 8 Overgangsbepaling

De op de datum van inwerkingtreding lopende inspraak- of participatieprocedures worden voortgezet overeenkomstig de eerdere besluiten die over die procedures zijn opgenomen.

Artikel 9. Intrekking oude regeling

De Algemene Inspraakverordening gemeente Wijk bij Duurstede 1997 wordt ingetrokken.

Artikel 10. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 maart 2022.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening participatie en uitdaagrecht Wijk bij Duurstede 2022.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 25 januari 2022

De raad voornoemd,

griffier,

voorzitter,