Verordening Parkeerwissel Súdwest-Fryslân 2022

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

• a.

  college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest-Fryslân;

• b.

  gemeente: de gemeente Súdwest-Fryslân;

• c.

  initiatiefnemer: natuurlijke persoon of rechtspersoon die een project wil realiseren;

• d.

  openbare parkeergelegenheid: plaats op de weg waar het is toegestaan een auto te parkeren.

• e.

  overeenkomst: overeenkomst bedoeld in artikel 2;

• f.

  parkeereis: het aantal parkeerplaatsen dat gerealiseerd moet worden voor een project op grond van de geldende parkeernormennota;

• g.

  parkeerwissel: voorziening waarin de gemeente de bijdragen beheert die zij ontvangt van een initiatiefnemer;

• h.

  project: een onherroepelijk plan tot bouw, verbouw of gebruikswijziging van een gebouw waarvoor een parkeereis geldt.

• i.

  weg: voor het openbaar verkeer openstaande weg of pad met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die weg behorende paden en bermen of zijkanten;

Artikel 2 Overeenkomst

• 1.

  De gemeente kan een overeenkomst aangaan met de initiatiefnemer waarbij de gemeente zich verbindt binnen een termijn van vijf jaar na de datum van ingebruikname van een project openbare parkeergelegenheid te realiseren om te voldoen aan de parkeereis die op het project van toepassing is.

• 2.

  De gemeente kan binnen vijf jaar na ingebruikname van een project de termijn van vijf jaar eenmalig tot ten hoogste tien jaar verlengen.

• 3.

  In de overeenkomst wordt bepaald voor welke datum de bijdrage van de initiatiefnemer aan de gemeente moet worden betaald.

•  

Artikel 3 Beheer van de Parkeerwissel

• 1.

  In de Parkeerwissel beheert de gemeente de bijdragen die zij ontvangt van een initiatiefnemer van wie de gemeente tegen betaling de verplichting overneemt om te kunnen voldoen aan de voor het project geldende parkeereis.

• 2.

  Het college is beheerder van de Parkeerwissel.

• 3.

  De inkomsten van de Parkeerwissel bestaan uit:

  • a.

    de bijdragen die de gemeente ontvangt van een initiatiefnemer in het kader van een overeenkomst;

  • b.

    andere inkomsten die bij collegebesluit uitdrukkelijk zijn of worden bestemd voor storting in de Parkeerwissel;

  • c.

    de rente-inkomsten over de in sub a en b genoemde inkomsten.

• 4.

  Het college kan uitgaven doen ten laste van de Parkeerwissel:

  • a.

    voor het nakomen van verplichtingen op grond van een overeenkomst;

  • b.

    voor de besteding van overige ontvangsten die in de Parkeerwissel zijn gestort.

• 5.

  Het college draagt zorg voor een zorgvuldig beheer van de in de Parkeerwissel gestorte gelden, en houdt daartoe een overzicht bij van alle toevoegingen en onttrekkingen aan de Parkeerwissel.

• 6.

  Het college legt jaarlijks via de reguliere beleidscyclus aan de gemeenteraad verantwoording af over de ontvangsten ten bate van en uitgaven ten laste van de Parkeerwissel.

Artikel 4 Toepassingsbereik Parkeerwissel

De Parkeerwissel is uitsluitend van toepassing indien sprake is van een project in de zin van deze verordening.

Artikel 5 Bijdrage Parkeerwissel

• 1.

  Per parkeerplaats die de gemeente ten behoeve van een project realiseert, betaalt de initiatiefnemer een bijdrage van:

  • a.

    € 3.000 voor een parkeerplaats die niet in de vorm van een bouwwerk wordt gerealiseerd;

  • b.

    € 17.500 voor een parkeerplaats in of op een bovengronds bouwwerk;

  • c.

    € 35.000 voor een parkeerplaats in een ondergronds bouwwerk.

• (bedragen volgens bouwkostenkompas)

• 2.

  De hoogte van de bijdrage is afhankelijk van de voor het project geldende parkeereis.

• 3.

  Het college kan per initiatiefnemer de hoogte van de bijdrage afstemmen op de verwachte werkelijke aanlegkosten.

• 4.

  De bedragen in lid 1 worden per 1 januari van ieder kalenderjaar aangepast op basis van het Consumentenprijsindexcijfer (over het gehele voorafgaande kalenderjaar), reeks alle gezinnen van het Centraal Bureau voor de Statistiek dan wel een daarvoor in de plaats komende reeks c.q. indexcijfer.

Artikel 6 Wijzigen of opheffen Parkeerwissel

• 1.

  Alleen de gemeenteraad kan besluiten tot het wijzigen of opheffen van de Parkeerwissel

• 2.

  Een wijziging van de Parkeerwissel heeft geen gevolgen voor overeenkomsten die voorafgaand aan de wijziging zijn aangegaan.

• 3.

  De gemeenteraad kan slechts besluiten tot opheffing van de Parkeerwissel indien er voor de gemeente geen verplichtingen meer voortvloeien uit de overeenkomsten.

• 4.

  Het batig saldo dat na opheffing overblijft, wordt overgeboekt naar de algemene middelen van de gemeente.

Artikel 7 Slotbepalingen

• 1.

  Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de dag waarop ze bekend is gemaakt.

• 2.

  Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Parkeerwissel Súdwest-Fryslân 2022.