Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gennep

SUBSIDIEREGELING BEELDENDE KUNST- EN CULTUURHISTORIE IN DE OPENBARE RUIMTE

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGennep
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSUBSIDIEREGELING BEELDENDE KUNST- EN CULTUURHISTORIE IN DE OPENBARE RUIMTE
CiteertitelSubsidieregeling beeldende kunst en cultuurhistorie in de openbare ruimte gemeente Gennep
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

1. Het subsidieplafond van het fonds kunst en cultuurhistorie in de openbare ruimte bedraagt € 25.000,- per kalenderjaar

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-02-202215-07-2021Nieuwe regeling

15-06-2021

gmb-2022-57854

425671

Tekst van de regeling

Intitulé

SUBSIDIEREGELING BEELDENDE KUNST- EN CULTUURHISTORIE IN DE OPENBARE RUIMTE

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gennep,

 

  • Gelezen het voorstel van 3 mei 2021.

  • Overwegende dat het gewenst is om projecten en activiteiten te stimuleren die bijdragen aan:

    • -

      het vergroten van het aanbod kunst in de openbare ruimte;

    • -

      het zichtbaar en beleefbaar maken van cultuurhistorie.

  • Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Gennep;

    • -

      mede gelet op het kunst- en cultuurbeleid Gennep 2016 – 2020;

    • -

      mede gelet op het fonds kunst- en cultuur(historie) in de openbare ruimte.

 

besluit:

 

De subsidieregeling beeldende kunst- en cultuurhistorie in de openbare ruimte vast te stellen.

SUBSIDIEREGELING BEELDENDE KUNST- EN CULTUURHISTORIE IN DE OPENBARE RUIMTE

 

Artikel 1. Begrippen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    De adviescommissie: de door het college van burgemeester en wethouders ingestelde adviescommissie beeldende kunst en cultuurhistorie die het college adviseert over de toepassingen van beeldende kunst en cultuurhistorie in de openbare ruimte;

  • b.

    Subsidieverordening: de Algemene Subsidieverordening Gennep;

  • c.

    Beeldende kunst en cultuurhistorie in de openbare ruimte: de zichtbaar- en beleefbaarheid van kunst en cultuurhistorie in de gemeente Gennep.

 

Artikel 2. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

 

Artikel 3. Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    De initiatieven en projecten die in aanmerking komen voor subsidie dragen bij aan het aantrekkelijk maken van de gemeente Gennep en het versterken van de identiteit, de promotie en leefbaarheid van Gennep. De diversiteit en spreiding van locaties binnen de gemeentegrenzen, en dus over de kernen, zijn daarbij van belang.

  • 2.

    De doelstelling van de inzet van beeldende kunst en cultuurhistorie in de openbare ruimte is gericht op één of meerdere van de volgende specifieke doelen:

    • a.

      Verrijking en vernieuwing van het bestaande aanbod kunst en cultuurhistorie in de openbare ruimte;

    • b.

      Stimuleren van participatie: actieve deelname aan culturele en kunstzinnige activiteiten;

    • c.

      Stimuleren van het zichtbaar maken van kunst en cultuurhistorie in de openbare ruimte;

    • d.

      Behoud en het gebruik van kunst, cultuur, erfgoed en volkscultuur;

    • e.

      Het toevoegen van de vernieuwende artistieke waarde aan het bestaande.

       

Artikel 4. Doelgroep

Subsidie wordt verstrekt aan:

  • a.

    Natuurlijke personen en organisaties uit de gemeente Gennep;

  • b.

    Natuurlijke personen en organisaties van buiten de gemeente Gennep, voor culturele en kunstzinnige activiteiten, die aantoonbaar gericht zijn op de inwoners van Gennep.

 

Artikel 5. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de redelijk gemaakte kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar oordeel van burgemeester en wethouders noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een activiteit zoals bedoeld in artikel 3.

 

Artikel 6. Beoordeling

  • 1.

    De kunstuiting en (de relatie met) de beoogde locatie zullen worden beoordeeld op esthetiek, stijl, originaliteit, kwaliteit, duurzaamheid materiaalgebruik en onderhoud. De commissie beeldende kunst en cultuurhistorie adviseert het college over de kunstuiting.

  • 2.

    Daarnaast vindt er een technische planologische beoordeling plaats met betrekking tot verkeersaspecten, veiligheidsaspecten, wenselijkheid en plaatsingsmogelijkheden van de kunstuiting.

  • 3.

    De adviescommissie zal in de beoordeling tevens de onderstaande aspecten betrekken:

    • a.

      Het aantal kunstuitingen in de directe omgeving;

    • b.

      De kunstuiting is niet in strijd met de goede zeden;

    • c.

      De kunstuiting is niet in strijd met openbare orde en veiligheid;

    • d.

      De kunstuiting is geen reclame uiting;

    • e.

      De kunstuiting is duurzaam in ontwerp en beheer;

    • f.

      De kunstuiting is geen op zichzelf staand object, het dient de openbare ruimte te versterken en/of duidelijk symbool te staan voor specifieke locaties, bijzondere mensen of uitzonderlijke gebeurtenissen;

    • g.

      De kunstuiting is vandalismebestendig waardoor ongewenste graffiti of bekrassing eenvoudig te verhelpen is;

    • h.

      Er dient draagvlak te zijn voor het kunstobject in de naaste omgeving.

    • i.

      De kunstuiting dient een openbaar karakter te hebben, voor iedereen toegankelijk te zijn en geen doelgroepen uit te sluiten;

    • j.

      De kunstuiting nodigt uit tot communicatie met inwoners, bezoekers en samenwerkingspartners;

    • k.

      De kunstuiting dient inhoudelijk te getuigen van een doordachte verbeelding en technisch uitvoerbaar te zijn;

    • l.

      Het project waarvoor subsidie wordt aangevraagd staat in een redelijke verhouding tot de begroting en de gevraagde subsidie.

 

Artikel 7. Specifiek voor het plaatsen van kunstuitingen is van toepassing

  • 1.

    De aanleg, de constructie en de aanwezigheid van de kunstuiting mag geen schade opleveren aan de openbare ruimte en geen gevaar opleveren voor het veilig en doelmatig gebruik van de openbare ruimte;

  • 2.

    Een kunstuiting, gemeten vanaf het breedste punt, wordt niet geplaatst binnen 2 meter van de openbare weg;

  • 3.

    Plaatsing van de kunstuiting heeft geen invloed op ondergrondse leidingen en kabels. Een klicmelding hiervoor dient op kosten van de initiatiefnemer te worden uitgevoerd;

  • 4.

    De constructie van de kunstuiting dient nagelvast aan de ondergrond te worden bevestigd, zodat verplaatsen, omvallen of omduwen niet mogelijk is;

  • 5.

    De kunstuiting mag geen scherpe onderdelen bevatten die voorbijgangers kunnen verwonden;

  • 6.

    Er mogen geen losse onderdelen aan de kunstuiting zitten;

  • 7.

    Bereikbaarheid: de kunstuiting moet altijd goed bereikbaar zijn voor onderhoud en mag geen belemmering vormen voor beheer en onderhoud van openbaar groen en van omliggende objecten en/of andere voorzieningen. Ook mag het niet in de weg staan voor hulpverleningsdiensten zoals brandweer, ambulance en strooiwagens.

 

Artikel 8. Subsidieplafond

  • 1.

    Het subsidieplafond van het fonds kunst en cultuurhistorie in de openbare ruimte bedraagt € 25.000,- per kalenderjaar.

  • 2.

    De subsidie bedraagt maximaal het bedrag dat bepaald is als subsidieplafond per begrotingsjaar zoals opgenomen in het kunst en cultuurbeleid gemeente Gennep.

 

Artikel 9. Aanvraagprocedure

  • 1.

    De aanvraag om subsidie op grond van deze verordening dient schriftelijk te worden ingediend bij burgemeester en wethouders door middel van een daarvoor beschikbaar gesteld formulier 'aanvraagformulier beeldende kunst en cultuurhistorie in de openbare ruimte'.

  • 2.

    Het aanvraagformulier 'beeldende kunst en cultuurhistorie in de openbare ruimte' dient volledig ingevuld en voorzien van de benodigde documenten zoals weergegeven in het eerdergenoemde aanvraagformulier, minimaal 6 maanden voor de gewenste plaatsing te zijn ingediend bij het college van burgemeester en wethouders.

  • 3.

    Een aanvraag die niet voldoet aan alle hiervoor gestelde vereisten is onvolledig en zal niet in behandeling worden genomen.

 

Artikel 10. Aanhouding beslissing

  • 1.

    Het college houdt de beslissing op de aanvraag aan indien voor de activiteit een vergunning of ontheffing van de gemeente Gennep vereist is en daarvoor nog geen aanvraag is ingediend dan wel nog niet op een aanvraag daartoe is beslist.

  • 2.

    De aanhouding duurt totdat op een aanvraag voor de vereiste vergunning of ontheffing is beslist.

 

Artikel 11. Aanvullende weigeringsgronden

Een aanvraag kan geweigerd worden wanneer:

  • a.

    Voor de activiteit een vergunning of ontheffing vereist is en deze is geweigerd.

  • b.

    De aanvrager geen aantoonbare redelijke eigen bijdrage levert in de vorm van geld en/of vrijwilligerswerk/zelfwerkzaamheid.

  • c.

    de adviescommissie beeldende kunst en cultuurhistorie negatief adviseert over de aanvraag.

  • d.

    de initiatiefnemer al eerder subsidie heeft ontvangen vanuit het fonds kunst- en cultuur(historie) in de openbare ruimte.

 

Artikel 12. Onderhoud en verzekeringen

  • 1.

    Vanaf het moment van plaatsing draagt de initiatiefnemer gedurende 5 jaren de kosten van onderhoud en verzekering. Daarna kan in overleg het eigenaarschap worden overgedragen aan de gemeente Gennep;

  • 2.

    Onder onderhoud wordt in dit geval verstaan, onderhoud waarmee de kunstuiting in stand wordt gehouden, zoals het oorspronkelijk bedoeld is en conform het bij plaatsing afgesproken onderhoudsniveau;

  • 3.

    De initiatiefnemer kan het college schriftelijk verzoeken deze taken op zich te nemen. Het college is niet verplicht om deze taken op zich te nemen;

  • 4.

    Initiatiefnemer en gemeente kunnen overeenkomen de kunstuiting niet te verzekeren.

Artikel 13. Verplichtingen

Het college kan de subsidieontvanger in de beschikking tot verlening/vaststelling van de subsidie verplichten om de gemeente Gennep in promotiemateriaal te noemen als subsidiënt en/of het logo op te nemen.

 

Artikel 14. Adviescommissie beeldende kunst en vormgeving

 

Artikel 14.1 Samenstelling en benoeming
  • 1.

    De adviescommissie beeldende kunst en cultuurhistorie bestaat minimaal uit 3 leden. Het college benoemd de voorzitter.

  • 2.

    De leden worden door het college voor een termijn van ten hoogste 3 jaar benoemd. Zij kunnen eenmaal voor een aaneensluitende periode van 2 jaar worden herbenoemd.

  • 3.

    De leden hebben op persoonlijke titel zitting in de commissie. Zij zijn onafhankelijk van de instellingen, organisaties en andere aanvragers van wie zij verzoeken om initiatiefvoorstellen te beoordelen.

  • 4.

    De leden van de commissie zijn deskundig op een of meer terreinen van advisering van die commissie. Bij de samenstelling van de commissie wordt ernaar gestreefd dat de gezamenlijke deskundigheid van de leden zoveel mogelijk het gehele adviesterrein bestrijkt en daarbinnen zo evenwichtig mogelijk verdeeld is. De commissie wordt ook vertegenwoordigd door een deskundige van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit.

  • 5.

    De commissie kan zich ad-hoc laten bijstaan door externe deskundigen, indien naar het oordeel van de commissie de adviesaanvraag een specifieke deskundigheid vergt die niet of niet voldoende bij de leden van die commissie aanwezig is.

  • 6.

    De commissie wordt bijgestaan door een secretaris vanuit de ambtelijke organisatie. De secretaris heeft geen stemrecht bij de beoordeling van en advisering over subsidieaanvragen.

  • 7.

    De leden kunnen te allen tijde een ontslag op eigen verzoek indienen.

 

Artikel 14.2 Taken

  • 1.

    De adviescommissie beeldende kunst en cultuurhistorie is de belangrijkste externe adviseur inzake realisering van beeldende kunst in de openbare ruimte. De adviescommissie heeft tot taak het college te adviseren over initiatieven, voorstellen en schenkingen van derden voor het plaatsen en realiseren van kunstwerken in de openbare ruimte:

    • Over stijl, originaliteit, kwaliteit, duurzaamheid e.d. van het aangeboden kunstwerk;

    • Over het aanvaarden of weigeren van een door de derde partij aangeboden kunstwerk;

    • Over de mogelijke locaties voor de plaatsing van het aangeboden kunstwerk.

  • 2.

    In haar advies spreekt de commissie haar oordeel uit over de artistiek-inhoudelijke kwaliteit van voorgenoemde opdrachten, initiatieven, voorstellen of schenkingen.

 

Artikel 14.3 Werkwijze

  • 1.

    De adviescommissie beoordeelt de initiatieven die worden voorgelegd aan de hand van de beoordelingspunten zoals beschreven in Artikel 6.

  • 2.

    De commissie vergadert 3 keer per jaar. De ontvangen initiatieven kunnen tijdens deze vergaderingen besproken worden. De commissie kan tussentijds bij elkaar geroepen worden als dit noodzakelijk is.

  • 3.

    De leden beraadslagen gezamenlijk over haar advies aan burgemeester en wethouders. Het advies wordt vastgesteld bij meerderheid van stemmen, waarbij geldt dat daar de volledige commissie bij betrokken is, en dat ieder lid één stem heeft. Het advies wordt door de betrokken leden ondertekend.

  • 4.

    De commissie regelt zelf haar vergaderorde.

  • 5.

    Per aanvraag legt de commissie haar advies schriftelijk vast en zendt deze aan burgemeester en wethouders.

  • 6.

    De vergaderingen, vergaderstukken en het advies van de commissie zijn openbaar. De initiatiefnemers krijgen wel de mogelijkheid om het advies in te zien.

 

Artikel 14.4 Vergoeding

  • 1.

    De leden van een commissie ontvangen een vergoeding voor:

    • a.

      Het bijwonen (inclusief het voorbereiden – maximaal 1 uur) van de vergaderingen van de commissie;

    • b.

      De gemaakte reiskosten in verband met het bijwonen van vergaderingen van de commissie, op basis van de kosten voor openbaar vervoer.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders stellen telkens voor een periode van 2 jaar de vergoeding per vergadering vast.

 

Artikel 15. Slotbepalingen

Deze subsidieregeling treedt in werking op 15 juli 2021.

 

Artikel 16. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als ‘Subsidieregeling beeldende kunst en cultuurhistorie in de openbare ruimte gemeente Gennep'.

 

Aldus besloten in de vergadering van 15 juni 2021,

Het college van burgemeester en wethouders van Gennep,

De secretaris, Jacqueline Nijland

de burgemeester, Hans Teunissen