Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Wierden

Treasurystatuut 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWierden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingTreasurystatuut 2022
Citeertiteltreasurystatuut 2022
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 212, eerste lid, van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-202201-01-2022wijziging

01-02-2022

gmb-2022-55762

Tekst van de regeling

Intitulé

Treasurystatuut 2022

 

De raad van de gemeente Wierden

 

gelet op de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido); besluit vast te stellen het Treasurystatuut 2022 gemeente Wierden

 

Artikel 1. Begrippenkader

 

In dit statuut wordt verstaan onder:

 

• Derivaten: Financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde. De onderliggende waarden kunnen financiële producten, zoals leningen of obligaties zijn. Derivaten worden onder andere gebruikt om renterisico’s te sturen en financieringskosten te minimaliseren.

 

• Financiering: Het aantrekken van benodigde financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar. Deze middelen kunnen bestaan uit zowel het benutten van eigen vermogen als het aantrekken van vreemd vermogen.

 

• Geldstromenbeheer: Al die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten over te boeken zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer).

 

• Intern liquiditeitsrisico: De risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitsplanning en meerjaren investeringsplanning waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen.

 

• Kasgeldlening: Opname of uitzetting van geldmiddelen voor korte termijn (van één dag tot één jaar).

 

• Kasgeldlimiet: Het maximum van de kortlopende financieringsbehoefte op basis van de Wet Fido ter grootte van een vastgesteld percentage van het begrotingstotaal (totale lasten van de begroting) van de gemeente bij aanvang van het jaar.

 

• Koersrisico: Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen.

 

• Kredietrisico: De risico's op de waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie (faillissement) of deficit (kastekort).

 

• Liquiditeitenbeheer: Het aantrekken en uitzetten van middelen voor een periode kleiner of gelijk aan één jaar.

 

• Liquiditeitenplanning: Een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven (geldstromen) van de gemeente ingedeeld per tijdseenheid.

 

• Publieke taak: De taak van de gemeente tot het dienen van het openbare belang, zoals gedefinieerd in de taakomschrijving van de gemeente in de gemeentewet.

 

• Renterisico: Het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de gemeente door rentewijzigingen.

 

• Renterisiconorm: Een bij de aanvang van enig jaar op basis van de Wet Fido gefixeerd percentage van het begrotingstotaal van de gemeente (de jaarlijkse verplichte aflossingen en de renteherzieningen mogen niet meer bedragen dan het gefixeerde rentepercentage van het begrotingstotaal).

 

• Rentetypische looptijd: Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de voorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare, constante rentevergoeding.

 

• Rentevisie: Toekomstverwachting over de renteontwikkeling.

 

• Saldobeheer: Het beheer van de dagelijkse saldi op de rekeningen.

 

• Schatkistbankieren: Het, door decentrale overheden, aanhouden van overtollige middelen in de schatkist bij het ministerie van Financiën. De middelen, die een decentrale overheid in de schatkist aanhoudt, blijven beschikbaar voor de uitoefening van hun publieke taak.

 

• Treasuryfunctie: De treasuryfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De treasuryfunctie bestaat uit vier deelfuncties: risicobeheer, gemeentefinanciering, kasbeheer en debiteuren- en crediteurenbeheer.

 

• Uitzetting: Het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities. Kortlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode tot één jaar en langlopende uitzettingen op een periode van één jaar of langer.

 

• Wet Fido: De Wet Financiering decentrale overheden.

 

Artikel 2. Doelstellingen van de treasuryfunctie

 

De treasuryfunctie van de gemeente dient tot:

1. Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities.

2. Het beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente-)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s.

3. Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

4. Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet Fido respectievelijk de limieten en richtlijnen van dit treasurystatuut.

 

Artikel 3. Uitgangspunten risicobeheer

 

Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:

1. De gemeente mag leningen uitzetten en garanties verstrekken uitsluitend uit hoofde van de publieke taak, waarbij vooraf advies wordt ingewonnen over de financiële positie en de kredietwaardigheid van de betreffende partij. Tevens worden bij het verstrekken van leningen en garanties uit hoofde van de publieke taak zekerheden geëist.

2. De gemeente mag leningen of garanties uit hoofde van de publieke taak uitsluitend verstrekken aan door de Gemeenteraad goedgekeurde derde partijen.

3. De gemeente kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen een prudent (voorzichtig en bedachtzaam) karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd middels de richtlijnen en limieten van dit treasurystatuut en de wet Fido.

4. Het gebruik van derivaten is niet toegestaan in verband met de complexiteit van deze producten en het hoge risico wat daarmee gepaard gaat.

5. Beleggingen in onroerend goed is uit het oogpunt van het te lopen risico niet toegestaan.

6. Beleggingen in aandelen, opties en vreemde valuta zijn niet toegestaan, met uitzondering van de aankoop van aandelen in het kader van de publieke taak.

 

 

Artikel 4. Renterisicobeheer

 

1. De kasgeldlimiet wordt in principe niet overschreden conform de Wet Fido.

2. De renterisiconorm wordt in principe niet overschreden conform de Wet Fido.

3. Op grond van de Wet Fido kan alleen ontheffing van de grenzen voor de kasgeldlimiet en de renterisiconorm worden verleend door de toezichthouder van Gedeputeerde Staten.

4. Nieuwe leningen/uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de Liquiditeitenplanning.

5. De rentetypische looptijd en het renteniveau van de betreffende lening/uitzetting wordt zo veel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand en de rentevisie.

6. Binnen de kaders gesteld onder lid 4 en lid 5, streeft de gemeente naar spreiding in de rentetypische l ooptijden van leningen en uitzettingen zodat een gelijkmatige renterisicospreiding binnen de gehele leningportefeuille ontstaat.

 

 

Artikel 5. Koersrisicobeheer

 

1. De gemeente beperkt de koersrisico’s op uitzettingen uit hoofde van treasury, door daarbij uitsluitend producten te hanteren die conform de Wet Fido zijn toegestaan.

2. Tevens beperkt de gemeente de koersrisico’s door conform artikel 7 de looptijd van de uitzettingen af te stemmen op de liquiditeitenplanning.

 

 

Artikel 6. Kredietrisicobeheer

 

Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van treasury gelden de volgende uitgangspunten:

1. Uitzettingen van middelen vinden, boven het drempelbedrag op grond van de wet Fido, uitsluitend plaats bij de Nederlandse staat (schatkistbankieren) of bij medeoverheden.

 

Artikel 7. Intern liquiditeitsrisicobeheer

 

De gemeente beperkt haar interne liquiditeitsrisico’s door haar treasuryactiviteiten te baseren op een recente liquiditeitenprognose.

 

 

Artikel 8. Valutarisicobeheer

 

Valutarisico’s worden in de gemeente uitgesloten door uitsluitend leningen te verstrekken, aan te gaan of te garanderen in de euro.

 

 

Artikel 9. Financiering

 

Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van langer dan één jaar gelden de volgende uitgangspunten:

1. Financieringen worden enkel aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak.

2. Financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) te gebruiken om het renteresultaat te optimaliseren.

3. Toegestane instrumenten bij het aantrekken van financieringen zijn onderhandse leningen.

4. De gemeente vraagt, voor het aantrekken van financieringen met een looptijd langer dan één jaar, offertes op bij minimaal 2 instellingen, waaronder de huisbankier, alvorens een financiering wordt aangetrokken. Deze offertes worden door de gemeente schriftelijk vastgelegd.

 

 

Artikel 10. Uitzettingen

 

Voor het uitzetten van financiële middelen, gelden de volgende richtlijnen :

1. Overtollige middelen, boven het drempelbedrag op grond van de wet Fido, worden uitsluitend uitgezet bij de Nederlandse staat (schatkistbankieren via het Ministerie van Financiën) of in de vorm van leningen bij medeoverheden.

 

 

Artikel 11. Relatiebeheer

 

De gemeente beoogt het realiseren van gunstige c.q. marktconforme condities voor af te nemen financiële diensten. Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten:

1. Bankrelaties dienen wat betreft hun kredietwaardigheid minimaal een AA-rating te hebben. Deze rating moet zijn verkregen van één van de erkende ratingbureaus: Moody’s, Standard & Poor’s of Fitch.

2. Financiële instellingen dienen statutair binnen het EER-gebied (Europese Economische Ruimte) te zijn gevestigd. Bovendien dienen zij onder toezicht te vallen van de ECB (Europese Centrale Bank) en/of de DNB (De Nederlandsche Bank) en de Verzekeringskamer.

3. Tussenpersonen dienen geregistreerd te staan bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en daarvan een vergunning als makelaar te hebben ontvangen.

 

Artikel 12. Geldstromen- en liquiditeitenbeheer

 

Teneinde de kosten van het geldstromenbeheer te minimaliseren wordt:

1. Het liquiditeitsgebruik wordt zo veel mogelijk beperkt door de geldstromen op gemeenteniveau op elkaar en de liquiditeitenplanning af te stemmen. Hierbij wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen.

2. Voor het betalingsverkeer wordt zoveel mogelijk elektronisch gebruik gemaakt van het hoofd- en nevenrekeningstelsel van de huisbankier. Bestaande rekeningen bij andere banken worden zo min mogelijk gebruikt en de rekening courant saldi worden laag gehouden.

3. Indien er een liquiditeitsbehoefte ontstaat worden hiervoor kortlopende middelen aangetrokken (kasgeldlening). Hierbij worden de bepalingen betreffende de kasgeldlimiet in acht genomen.

 

 

Artikel 13. Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle

 

In het kader van de treasuryfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne controle:

1. De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de treasuryactiviteiten zijn in artikel 14 en 15 vastgelegd.

2. Bevoegdheden zijn via mandaat nader schriftelijk vastgelegd

3. Bij de uit te voeren treasuryactiviteiten is functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarden:

a. iedere transactie wordt door minimaal twee functionarissen geautoriseerd.

b. de uitvoering en de controle geschieden door afzonderlijke functionarissen.

c. de uitvoering en de registratie in de financiële administratie geschiedt door afzonderlijke functionarissen.

4. Tegenpartijen wordt opdracht gegeven de bevestigingen van iedere transactie te versturen naar de financiële administratie.

5. Een transactie wordt geregistreerd door de functionaris die de transactie heeft afgesloten en wordt periodiek gecontroleerd door een functionaris die belast is met de interne controle.

 

Artikel 14. Verantwoordelijkheden en taken

 

De verantwoordelijkheden en taken met betrekking tot de treasuryfunctie van de gemeente staan in onderstaande tabel gedefinieerd.

 

Functie

Verantwoordelijkheden en taken

 

Gemeenteraad

• Het vaststellen van het treasurystatuut.

• Het vaststellen van de paragraaf Financiering in de begroting en de jaarrekening.

• Het houden van toezicht op het treasurybeleid en de uitvoering hiervan.

 

College van B&W

• Het uitvoeren van het treasurybeleid binnen de kaders van het treasurystatuut.

• Het achteraf bekrachtigen van de afgesloten transacties.

• Het rapporteren aan de gemeenteraad over de uitvoering van het treasurybeleid via de paragraaf financiering in de begroting, de jaarrekening en de bestuursrapportage.

 

Afdelingshoofd Bedrijfsvoering

• Het opzetten van administratieve richtlijnen op het gebied van treasury.

• Het bewaken van de kwaliteit van de treasuryprocessen.

• Het controleren van de volledigheid en betrouwbaarheid van de informatievoorziening van de treasuryfunctie en zo nodig hierover rapporteren aan het college van B&W.

 

Medewerker beleidsuitvoering financiële administratie

• Het uitvoeren van de aan hem/haar gemandateerde treasurytaken conform het treasurystatuut.

• Het zorgdragen voor juiste verantwoording van de uitvoering van de door hem/haar gemandateerde treasurytaken.

 

Afdelingshoofden en budgethouders

• Het zorgdragen voor het tijdig aanleveren van betrouwbare operationele informatie over toekomstige geldstromen aan het team Financiële administratie.

• Het fiatteren van betalingen ten laste van hun budgetten.

 

 

Functie

Verantwoordelijkheden en taken

 

Medewerkers bedrijfsvoering belast met de

financiële administratie

• Het uitvoeren van de taken met betrekking tot de volgende deelfuncties: het liquiditeitsrisicobeheer, gemeentefinanciering (financiering, uitzetting en relatiebeheer) en kasbeheer. Deze activiteiten moeten conform dit treasurystatuut worden uitgevoerd.

• Het opstellen van de rentevisie.

• Het aantrekken en uitzetten van gelden in het kader van het saldo- en liquiditeitenbeheer.

• Het beheren van de geldstromen.

• Het onderhouden van contacten met banken, geldmakelaars en overige financiële instellingen.

• Het afsluiten van financiële contracten voortvloeiend uit bovenstaande deelfuncties

• Het schriftelijk vastleggen van de treasurytransacties.

• Het juist en volledig administreren van de bezittingen, schulden, rechten, verplichtingen, inkomsten, uitgaven, ontvangsten en betalingen in de verplichtingen- en financiële administratie.

 

Medewerkers bedrijfsvoering belast met de kassiersfunctie

• Het overboeken van saldi tussen de bankrekeningen.

• Het afhandelen van het contante en girale betalingsverkeer.

• Het aanleveren van tijdige, volledige en betrouwbare gegevens aan de gemeentelijke administratie.

 

Medewerkers interne controle

• Het voeren van de interne controle op de uitgevoerde treasurytransacties en het hierover rapporteren.

 

De externe accountant

• Het in het kader van haar reguliere controletaak adviseren en controleren omtrent de feitelijke naleving van het treasurystatuut.

 

Artikel 15 Bevoegdheden

 

In onderstaande tabel staan bevoegdheden met betrekking tot treasuryactiviteiten weergegeven alsmede de daarbij benodigde fiattering.

 

Bevoegd functionaris (1e handtekening)

Autorisatie door (2e handtekening)

 

Saldo-, liquiditeiten- en geldstromenbeheer

 

Afromen gemeentelijke liquide middelen naar de bij de Staat aangehouden rekening in verband met schatkistbankieren

n.v.t.

Gebeurt automatisch op basis van een afgesloten overeenkomst met de huisbankier en vanuit de verplichting Wet Fido.

n.v.t.

Gebeurt automatisch op basis van een afgesloten overeenkomst met de huisbankier en vanuit de verplichting Wet Fido.

 

Het overboeken van een tegoed aangehouden bij de Staat in verband met schatkistbankieren naar de gemeentelijke bankrekening.

Medewerkers bedrijfsvoering belast met de kassiersfunctie

Medewerker beleidsuitvoering en medewerker bedrijfsvoering 1 financiële administratie Adviseur financieel beleid

 

Het uitzetten van overtollige middelen in de vorm van leningen bij medeoverheden

Medewerker beleidsuitvoering financiële administratie

Afdelingshoofd Bedrijfsvoering

 

Het aantrekken van middelen via kasgeldlening

Medewerker beleidsuitvoering en medewerker bedrijfsvoering 1 financiële administratie

Afdelingshoofd Bedrijfsvoering

 

Betalingsopdrachten voorbereiden en versturen

Medewerkers bedrijfsvoering belast met de kassiersfunctie

Medewerker beleidsuitvoering en medewerker bedrijfsvoering 1 financiële administratie Adviseur financieel beleid

 

 

Bevoegd functionaris (1e handtekening)

Autorisatie door (2e handtekening)

 

Bankrelatiebeheer

 

Bankrekeningen openen/sluiten/wijzigen

Medewerker beleidsuitvoering en medewerker bedrijfsvoering 1 financiële administratie

College van B&W

 

Bankcondities en tarieven afspreken

Medewerker beleidsuitvoering financiële administratie

Afdelingshoofd Bedrijfsvoering

 

Financiering en uitzetting

 

Het vaststellen van kredietfaciliteiten

Medewerker beleidsuitvoering financiële administratie

Afdelingshoofd Bedrijfsvoering

 

Het aantrekken van middelen via onderhandse leningen zoals vastgelegd in dit treasurystatuut

Medewerker beleidsuitvoering financiële administratie

Afdelingshoofd Bedrijfsvoering

 

Het verstrekken van leningen aan derden uit hoofde van de publieke taak.

Afdelingshoofd Bedrijfsvoering

College van B&W indien eerder goedgekeurd Gemeenteraad conform artikel 3 lid. 2

 

Het garanderen van middelen uit hoofde van de publieke taak

Afdelingshoofd Bedrijfsvoering

College van B&W indien eerder goedgekeurd Gemeenteraad conform artikel 3 lid. 2

 

Artikel 16. Informatievoorziening

 

Met betrekking tot de treasuryactiviteiten dient tenminste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie te worden verstrekt door de betreffende functionarissen:

 

Informatie

Frequentie

Informatie- verstrekker

Informatie- ontvanger

 

Treasuryactiviteiten in paragraaf Financiering van de programmabegroting

Jaarlijks

Adviseur financieel beleid

Gemeenteraad

 

Evaluatie treasuryactiviteiten in paragraaf Financiering van de jaarrekening

Jaarlijks

Medewerker beleidsuitvoering financiële administratie

Gemeenteraad

 

Informatie aan derden (toezichthouder en CBS) zoals genoemd in artikel 8 Wet Fido

Periodiek

Medewerker beleidsuitvoering financiële administratie

Derden

 

Informatie over aangetrokken langlopende geldleningen

Binnen 14 dagen na besluit

Afdelingshoofd Bedrijfsvoering

College van B&W en Gemeenteraad via bestuursrapportage

 

 

Artikel 17. Inwerkingtreding en citeertitel

Dit Treasurystatuut treedt in werking na vaststelling door de gemeenteraad in haar vergadering van 1 februari 2022 en vervangt het ‘Treasurystatuut gemeente Wierden 2010’.

 

Dit statuut kan worden aangehaald als “Treasurystatuut gemeente Wierden 2022”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Wierden op 1 februari 2022