Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Achtkarspelen

Verordening Maatschappelijke participatie

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAchtkarspelen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Maatschappelijke participatie
CiteertitelVerordening Maatschappelijke Participatie
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening Topregeling.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 108 van de Gemeentewet
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-03-2022nieuwe regeling

27-01-2022

gmb-2022-54764

Z2021-04723

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Maatschappelijke participatie

de Raad van de gemeente Achtkarspelen;

 

 

gelet op het bepaalde in artikel 108 en artikel 149 van de Gemeentewet,

 

 

overwegende dat het wenselijk is door middel van het verstrekken van voorzieningen in natura mogelijkheden te scheppen voor deelname aan maatschappelijke activiteiten op het gebied van sport en cultuur voor volwassenen ouder dan 18 jaar en voor kinderen van 0 tot 18 jaar en voor deelname aan educatieve activiteiten aan kinderen van 4 tot 18 jaar die onderwijs of een beroepsopleiding volgen;

 

besluit

 

vast te stellen:

 

de verordening Maatschappelijke participatie

 

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Participatiewet;

  • b.

    het college: het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Achtkarspelen;

  • c.

    de gemeenteraad: de gemeenteraad van de gemeente Achtkarspelen;

  • d.

    de belanghebbende: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken (Algemene Wet Bestuursrecht) en welke in deze verordening ook wordt aangeduid met “hij” en “hem” en welke in de categorie aanduiding in artikel 2 nader is omschreven;

  • e.

    het kind: het kind van 0 tot 18 jaar dat opgroeit in een gezin met een laag inkomen;

  • f.

    de volwassene: de inwoner van 18 jaar en ouder, die een laag inkomen heeft en die voldoet aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming (in natura) van het Volwassenenfonds voor zichzelf en/of Samen voor alle kinderen voor zijn kinderen;

  • g.

    de maatschappelijke participatie: het zo mogelijk in groepsverband deelnemen aan activiteiten op het gebied van sport, cultuur of educatie, als bedoeld in de artikelen 3 en 4 van deze verordening met als doel eenzaamheid en sociale uitsluiting tegen te gaan en gezondheid te stimuleren;

  • h.

    Leergeld: de landelijke organisatie die met behulp van vrijwilligers binnen lokale vestigingen verstrekkingen in natura op het gebied van onderwijs en welzijn geeft ten behoeve van kinderen van 4 tot 18 jaar uit gezinnen met een laag inkomen met het doel kinderen te kunnen laten meedoen;

  • i.

    Jeugdfonds Sport en Cultuur: de landelijke organisatie die sport- en cultuurkansen geeft aan kinderen van 0 tot 18 jaar die leven in gezinnen waar niet voldoende geld aanwezig is om lid te worden van een sport- of cultuurvereniging. Voor deze kinderen betaalt het Jeugdfonds Sport en Cultuur de kosten van deelname;

  • j.

    Samen voor alle kinderen: het samenwerkingsverband tussen Leergeld, Jeugdfonds Sport en Cultuur, Stichting Jarige Job en Nationaal Fonds Kinderhulp;

  • k.

    Volwassenenfonds: de landelijke organisatie met de naam “Volwassenenfonds Sport en Cultuur” die sport- en cultuurkansen geeft aan volwassenen van 18 jaar en ouder die leven in gezinnen waar niet voldoende geld aanwezig is om lid te worden van een sport- of cultuurvereniging. Voor deze mensen betaalt het Volwassenenfonds de kosten van deelname.

Hoofdstuk 2. De categorieën en de subsidiëring

Artikel 2 Categorieën

Voor belanghebbenden ten behoeve van wie een tegemoetkoming voor deelname maatschappelijke participatie kan worden verleend geldt een categorie-aanduiding. De categorieën worden aangeduid als:

  • a.

    het kind van 0 tot 18 jaar.

  • b.

    de volwassene ouder dan 18 jaar.

Artikel 3 Subsidies en overeenkomst

  • 1.

    Het college verstrekt voor de uitvoering van “Samen voor alle kinderen” een jaarlijkse subsidie aan de fondsen Leergeld en Jeugdfonds Sport en Cultuur en verbindt aan iedere beschikking een opdrachtverstrekking met daarin bepalingen omtrent de taken en verplichtingen van “Samen voor alle kinderen”.

  • 2.

    Het college sluit met het “Volwassenenfonds” een overeenkomst af. In deze overeenkomst zijn bepalingen opgenomen op het gebied van:

    • -

      de aanvang en de duur van de overeenkomst;

    • -

      de taken en verplichtingen van het Volwassenenfonds;

    • -

      de taken en verplichtingen van de gemeente;

    • -

      de financiën benodigd voor verstrekkingen en servicekosten;

    • -

      persoonsgegevens;

    • -

      de uitvoering.

Hoofdstuk 3. Het kind van 0 tot 18 jaar

Artikel 4 Tegemoetkomingen via Samen voor alle kinderen (Leergeld en Jeugdfonds Sport en Cultuur)

  • 1.

    De verstrekking van voorzieningen in natura aan kinderen op het gebied van sport, cultuur, educatie en welzijn worden voor de gemeente uitgevoerd door “Samen voor alle kinderen”.

  • 2.

    “Samen voor alle kinderen” bepaalt in overleg met de gemeente het pakket aan verstrekkingen en maximale bedragen en hanteert eigen toegangscriteria.

  • 3.

    Voor de verstrekkingen op het gebied van sport en cultuur geldt een leeftijdsgrens van 0 tot 18 jaar.

  • 4.

    Voor de verstrekkingen op het gebied van educatie en welzijn geldt een leeftijdsgrens van 4 tot 18 jaar.

  • 5.

    Verstrekkingen in het kader van “Samen voor alle kinderen” kunnen door de ouder worden aangevraagd door middel van de website www.samenvoorallekinderen.nl.

Hoofdstuk 4. De volwassene ouder dan 18 jaar

Artikel 5 Tegemoetkomingen via het Volwassenenfonds

  • 1.

    De verstrekking van voorzieningen in natura aan volwassenen ouder dan 18 jaar op het gebied van sport en cultuur worden voor de gemeente uitgevoerd door het “Volwassenenfonds”.

  • 2.

    Het “Volwassenenfonds” bepaalt in overleg met de gemeente het pakket aan verstrekkingen en maximale bedragen en hanteert eigen toegangscriteria.

  • 3.

    Verstrekkingen in het kader van het “Volwassenenfonds” worden aangevraagd door tussenkomst van een intermediair.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 6 Uitvoering en bevoegdheid college

  • 1.

    De raad besteed op grond van de artikelen 10:3 en 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht de uitvoering van de gehele Regeling Maatschappelijke Participatie uit aan “Samen voor alle kinderen” en het “Volwassenenfonds”. De gezamenlijke organisaties zijn belast met de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.

  • 2.

    In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 7 Citeertitel

Deze Verordening kan worden aangehaald als: Verordening Maatschappelijke Participatie.

Artikel 8 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 maart 2022.

  • 2.

    De Verordening Topregeling, vastgesteld op 10 december 2015, wordt gelijktijdig ingetrokken.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de Raad van de gemeente Achtkarspelen op 27 januari 2022

De Raden voornoemd,

de Raadsgriffier,

dhr. Mr. G.J. Andringa

de Voorzitter,

dhr. Mr. O.F. Brouwer

Toelichting Verordening Maatschappelijke Participatie

 

Algemeen

 

Sinds januari 2012 bestaat een Maatschappelijke Participatieregeling als vervolg op de oorspronkelijke Lauwerspas. De regeling stelde in deze vorm personen van 18 jaar en ouder met een minimuminkomen en hun eventuele kinderen tot 4 jaar op aanvraag door middel van een jaarlijkse (gerichte) financiële bijdrage in staat om mee te kunnen doen aan activiteiten die liggen op het gebied van sport, cultuur, sociale activiteiten en educatie.

 

Schoolgaande kinderen van 4 tot 18 jaar worden sinds 2014 bediend door de in natura verstrekkingen van Leergeld. Per 2015 is dit uitgebreid met Jeugdsportfonds en Jeugdcultuurfonds. Hierdoor ontstond het “Kindpakket”. Met ingang van 2021 is dit kindpakket opgegaan in de landelijke organisatie “Samen voor alle kinderen”.

 

Anno 2021 blijkt dat het gebruik van de regeling door personen ouder dan 18 jaar steeds verder daalt. De corona-crisis is er in 2020 en 2021 natuurlijk de oorzaak van geweest dat mensen minder maatschappelijk konden participeren, maar ook zonder deze pandemie verdwijnt de regeling steeds verder naar de achtergrond. Dit is opmerkelijk, aangezien er nog steeds van moet worden uitgegaan dat veel inwoners een dergelijk steuntje in de rug wel degelijk goed zouden kunnen gebruiken.

 

Het vermoeden bestaat dat inwoners er moeite mee hebben om voor de relatief lage tegemoetkoming (ruim € 100 per jaar) een aanvraag bij de gemeente te moeten doen, of dat men eenvoudig “vergeten” is dat een dergelijk vorm van ondersteuning bestaat.

 

Overigens heeft de gemeente altijd voldaan aan de informatieplicht. Bovendien is het aanvraagproces voor deze regeling in onze gemeente al die tijd conform de uitqangspunten van de Administratieve Lastenverlichting ingericht, dus een aanvraag op basis van een verklaring van de belanghebbende dat deze aan de voorwaarden voldoet en zonder de inlevering van bewijsstukken. Desondanks vergt een vraaggerichte benadering van ook deze regeling Maatschappelijke Participatie om een aanvraagprocedure.

 

In ieder geval kan worden geconcludeerd dat met de huidige regeling niet meer het gewenste effect wordt bereikt.

 

In de afgelopen periode zien we daarentegen dat de verstrekkingen in het kader van Samen voor alle kinderen (het voormalige Kindpakket) een enorme vlucht hebben genomen. De deelnamegraad is in onze gemeente hoog te noemen. Dit komt mede door de inspanningen van de verschillende fondsen om de naamsbekendheid te vergroten. Tevens kan de laagdrempelige manier van aanvragen (buiten de gemeente om) als reden worden aangevoerd voor het hoge gebruik.

 

Met het vorenstaande in het achterhoofd is er aanleiding om voor personen van 18 jaar en ouder aan te sluiten bij het zeer recent opgezette “Volwassenenfonds”. Dit werkt op nagenoeg dezelfde wijze als “Samen voor alle kinderen” en de verwachting is dat het gebruik van de regeling hiermee zal toenemen.

 

Toelichting per artikel

 

Artikel 1

Ten aanzien van de begrippen die in de verordening worden gebruikt is waar mogelijk aansluiting gezocht bij wettelijke omschrijvingen. De omschrijvingen behoeven geen nadere toelichting.

 

Artikel 2

De categorie-indeling is gebaseerd op de doelgroepen die met deze verordening moeten worden bediend. Hier wordt het onderscheid gemaakt in kinderen van 0 tot 18 jaar en personen van 18 jaar en ouder.

 

Artikel 3

Dit artikel beschrijft op welke wijze de overeenkomst met de fondsen gestalte krijgt en hoe de subsidiëring is geregeld.

 

Artikel 4

In dit artikel zijn de tegemoetkomingen aan kinderen van 0-18 jaar omschreven. Binnen deze groep is weer een onderscheid te maken tussen kinderen van 0 tot 4 jaar en kinderen van 4 tot 18 jaar. De reden hiervoor is dat Leergeld (met verstrekkingen voor educatie en welzijn) strikt vasthoudt aan een ondergrens van 4 jaar. Voor activiteiten op het gebied van sport en cultuur, verzorgd door het Jeugdfonds Sport en Cultuur, komen de kinderen van 0 tot 18 jaar in aanmerking. Tevens is aangegeven hoe verstrekkingen kunnen worden aangevraagd.

 

Artikel 5

In dit artikel zijn de tegemoetkomingen aan volwassenen omschreven. Tevens is aangegeven hoe verstrekkingen kunnen worden aangevraagd.

 

Artikel 6

De feitelijke uitvoering van deze verordening ligt bij de samenwerkende fondsen “Samen voor alle kinderen” en het “Volwassenenfonds”. De verordening kent een hardheidsclausule op grond waarvan het college van de bepalingen van deze verordening kan afwijken als toepassing daarvan leidt tot onbillijkheden van zwaarwegende aard. In gevallen waarin de verordening niet voorziet neemt het college een besluit, waarbij zoveel mogelijk aansluiting wordt gezocht bij vergelijkbare situaties met inachtneming van de individuele omstandigheden van de ingezetene of het huishouden.

 

Artikel 7

Deze omschrijving behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 8

Deze omschrijving behoeft geen nadere toelichting.