Organisatie | Alphen aan den Rijn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Erfgoedverordening Alphen aan den Rijn 2021 |
Citeertitel | Erfgoedverordening Alphen aan den Rijn 2021 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | artikel 6, 14 | 15-12-2022 | 2990025 | ||
05-02-2022 | 01-01-2024 | Nieuwe regeling | 28-01-2022 |
In deze verordening en de daarop berustende voorschriften wordt, tenzij anders is bepaald, verstaan onder:
a. Een gemeentelijk (archeologisch) monument dat is ingeschreven in het gemeentelijk erfgoedregister of
b. een cultuurhistorische waardevolle bouwwerk die in het bestemmingsplan en/of beheersverordening Cultuurhistorie is bestemd tot ‘Waarde - Cultuurhistorie - Bouwwerken - Monumentaal';
2. minister: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
3. gemeentelijke adviescommissie: onafhankelijke adviescommissie, deskundig op het gebied van de monumentenzorg;
4. Gemeentelijk Erfgoedregister: een lijst van zaken en terreinen die bij collegebesluit de status van gemeentelijk monument hebben gekregen, of erkend zijn als immaterieel erfgoed.
5. omgevingsvergunning: omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Artikel 2. Gemeentelijk erfgoedregister
1. Burgemeester en wethouders houden een door eenieder te raadplegen gemeentelijk register bij van krachtens deze verordening onherroepelijk aangewezen cultureel erfgoed (gemeentelijk erfgoedregister).
2. Het gemeentelijk erfgoedregister bevat gegevens over de inschrijving en ter identificatie van het aangewezen gemeentelijk cultureel erfgoed.
Hoofdstuk 2 Monument als bedoeld in artikel 1, lid 1 onder a Verordening
Artikel 3. Aanwijzing als gemeentelijk monument
1. Burgemeester en wethouders kunnen besluiten een monument of archeologisch monument dat van bijzonder belang is voor de gemeente vanwege zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische waarde aan te wijzen als gemeentelijk monument.
2. Dit artikel is niet van toepassing op:
b. monumenten en archeologische monumenten die zijn aangewezen op grond van een provinciale erfgoedverordening als bedoeld in 3.17, eerste lid, van de Erfgoedwet.
Artikel 4. Voornemen tot aanwijzing
1. Een voornemen om toepassing te geven aan artikel 3 wordt door burgemeester en wethouders schriftelijk bekendgemaakt aan alle zakelijk gerechtigden op de onroerende zaak die vermeld staan in de openbare registers, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Kadasterwet.
2. Voordat een kerkelijk monument wordt aangewezen, voeren burgemeester en wethouders overleg over het voornemen met de eigenaar.
1. De bescherming van paragraaf 2 is van overeenkomstige toepassing op het (archeologisch) monument ten aanzien waarvan een voornemen als bedoeld in artikel 5 is bekendgemaakt.
2. De voorbescherming, bedoeld in het eerste lid, vervalt op het moment van
inschrijving van de aanwijzing in het gemeentelijk erfgoedregister of op het moment waarop het aanwijzingsbesluit wordt herroepen of door de bestuursrechter wordt vernietigd.
Artikel 7. Beslistermijn en inhoud aanwijzingsbesluit
1. Op een aanvraag om aanwijzing dient te worden besloten binnen 26 weken na ontvangst van de aanvraag.
2. De aanwijzing bevat in ieder geval de plaatselijke aanduiding van het gemeentelijke monument, de datum van aanwijzing, de kadastrale aanduiding en een beschrijving van het gemeentelijke monument.
Artikel 8. Bekendmaking aanwijzingsbesluit aan rechthebbenden en inschrijving
1. De aanwijzing wordt schriftelijk bekendgemaakt aan alle zakelijk gerechtigden op de onroerende zaak of terrein die vermeld staan in de openbare registers, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Kadasterwet.
2. Zodra een aanwijzing onherroepelijk is geworden wordt deze onverwijld opgenomen in het gemeentelijk erfgoedregister.
Artikel 9. Wijziging gemeentelijk erfgoedregister, vervallen aanwijzing monument
1. Burgemeester en wethouders kunnen ten aanzien van gemeentelijke monumenten en voorlopige gemeentelijke monumenten ambtshalve wijzigingen aanbrengen in het gemeentelijk erfgoedregister.
2. Als de wijziging ziet op het schrappen uit het register is paragraaf 1 van overeenkomstige toepassing, tenzij het monument of het archeologisch monument waarop de aanwijzing betrekking heeft als zodanig is tenietgegaan.
3. Een aanwijzing vervalt met ingang van de dag waarop het monument of het archeologisch monument waarop de aanwijzing betrekking heeft is ingeschreven in het rijksmonumentenregister of een provinciaal erfgoedregister als bedoeld in artikel 3.17, derde lid, van de Erfgoedwet. Het vervallen van de aanwijzing wordt onverwijld bijgehouden in het gemeentelijk erfgoedregister.
§ 2. Bescherming gemeentelijk monument
Artikel 10. Instandhoudingsplicht gemeentelijk monument
Het is verboden een gemeentelijk monument te beschadigen of te vernielen, of daaraan onderhoud te onthouden dat voor de instandhouding daarvan noodzakelijk is.
Artikel 11. Omgevingsvergunning gemeentelijk monument
1. Het is verboden zonder omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders een gemeentelijk monument:
a. te slopen, te verstoren, te verplaatsen of in enig opzicht te wijzigen, of
b. te herstellen, te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht.
2. Het eerste lid is niet van toepassing op:
a. de uitvoering van normaal onderhoud, voor zover detaillering, profilering, vormgeving, materiaalsoort en kleur van het monument niet wijzigen, en voor zover de aanleg van een tuin, park of andere aanleg, niet wijzigt, of
b. inpandige veranderingen van het gemeentelijke monument, als bedoeld in artikel 1, onder 1, sub a van deze verordening, voor zover het een onderdeel daarvan betreft dat vanuit het oogpunt van monumentenzorg zonder betekenis is.
3. Burgemeester en wethouders kunnen in het belang van de monumentenzorg nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van werkzaamheden aan een gemeentelijk monument. Deze regels kunnen mede inhouden een vrijstelling van het verbod, bedoeld in het eerste lid.
Artikel 12. Intrekken van de omgevingsvergunning
De omgevingsvergunning, bedoeld in artikel 11, eerste lid, kan door burgemeester en wethouders worden ingetrokken:
1. als de verlening berust op onjuiste of onvolledige gegevens en de juiste of volledige gegevens tot een ander besluit zou hebben geleid;
2. voor zover veranderde omstandigheden of feiten met betrekking tot de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is verleend, zich in overwegende mate tegen voortzetting of ongewijzigde voortzetting van die activiteit verzetten.
1. De vergunning kan slechts worden verleend als het belang van de monumentenzorg en het bepaalde in het bestemmingsplan of beheersverordening Cultuurhistorie zich daartegen niet verzet.
2. Een omgevingsvergunning voor een kerkelijk monument wordt niet verleend zonder overeenstemming met de eigenaar.
Hoofdstuk 4 Erkenning gemeentelijk immaterieel erfgoed
Artikel 16 Erkenning als gemeentelijk immaterieel erfgoed
1. Burgemeester en wethouders kunnen ambtshalve besluiten een immaterieel erfgoed dat van bijzondere cultuurhistorische of wetenschappelijke betekenis of uitzonderlijke schoonheid is en dat bovendien door (een groep binnen) de gemeenschap als onmisbaar wordt beschouwd, te erkennen als gemeentelijk immaterieel erfgoed.
2. Burgemeester en wethouders vragen over het voornemen van een erkenning als bedoeld in het eerste lid advies aan de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in artikel 1, onder 3 van deze verordening.
Degene die handelt in strijd met artikel 10 of het bepaalde krachtens artikel 11, derde lid, van deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of een hechtenis van ten hoogste drie maanden.
1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast personen die daartoe zijn aangewezen door besluiten van het college dan wel de burgemeester.
2. Burgemeester en wethouders kunnen daarnaast andere personen met dit toezicht belasten.
Artikel 19. Intrekken oude verordening
De Erfgoedverordening Alphen aan den Rijn 2018 wordt ingetrokken.
1. Een krachtens Erfgoedverordening Alphen aan den Rijn 2018 aangewezen en geregistreerd gemeentelijke monument, als bedoeld in artikel 1, onder 1, sub a van deze verordening, worden geacht aangewezen en geregistreerd te zijn overeenkomstig de bepalingen van deze verordening.
2. Aanvragen om vergunningen die zijn ingediend voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze verordening worden afgehandeld met inachtneming van de Erfgoedverordening Alphen aan den Rijn 2018.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van Gemeente Alphen aan den Rijn op 28 januari 2022,
De voorzitter, de griffier.