Organisatie | Berkelland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene plaatselijke verordening 2010-1 |
Citeertitel | Algemene plaatselijke verordening 2010-1 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet art. 149
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2010 | 15-12-2014 | Nieuwe regeling | 14-09-2010 Berkelbericht 21 september 2010 | Raadsvergadering 14 september 2010, nummer 7 ; Raadsvergadering 17 mei 2011 (aanpassing artikel 4:15) | |
01-10-2010 | 27-10-2011 | Nieuwe regeling | 14-09-2010 Berkelbericht 21 september 2010 | Raadsvergadering 14 september 2010, nummer 7 |
Raadsvergadering : 14 september 2010
De raad van de gemeente Berkelland;
gelezen het voorstel van het college burgemeester en wethouders van 3 augustus 2010;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;
gezien het advies van de commissie Bestuurlijk Domein en Dienstverlening;
overwegende dat het aanbeveling verdient regels te stellen ter handhaving van de openbare orde;
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij:
Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:
De vergunning of ontheffing kan door het bevoegd gezag of het bevoegde bestuursorgaan worden geweigerd in het belang van:
Artikel 1:9 positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen
Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is van toepassing voor de volgende artikelen in deze verordening:
Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden
Iedereen, die op de weg aanwezig is bij enig voorval waardoor er ongeregeldheden ontstaan of dreigen te ontstaan, of bij een tot toeloop van publiek aanleiding gevende gebeurtenis waardoor er ongeregeldheden ontstaan of dreigen te ontstaan, dan wel zich bevindt in of aanwezig is bij een samenscholing, is verplicht op bevel van een ambtenaar van politie zijn weg te vervolgen of zich in de door hem aangewezen richting te verwijderen.
Artikel 2:6 Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen (niet opgenomen)
Artikel 2:11 (Omgevings)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg
Artikel 2:16 Openen straatkolken e.d.
Het is verboden een straatkolk, rioolput, brandkraan of een andere afsluiting die behoort tot een openbare nutsvoorziening, te openen, onzichtbaar te maken of af te dekken.
Artikel 2:27 Begripsbepalingen horeca
horecabedrijf: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt. Onder een horecabedrijf wordt in ieder geval verstaan: een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis. Onder horecabedrijf wordt tevens verstaan een bij dit bedrijf behorend terras en andere aanhorigheden.
Artikel 2:34 Het college als bevoegd bestuursorgaan
Als een horecabedrijf geen inrichting is in de zin van artikel 174 van de Gemeentewet, treedt het college op als bevoegd bestuursorgaan voor de toepassing van artikel 2:28 tot en met 2:31
Artikel 2:35 Begripsbepaling toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf (niet opgenomen)
Artikel 2:39 Speelgelegenheden
speelgelegenheden waar de mogelijkheid wordt geboden om het kleine kansspel als bedoeld in artikel 7c van de Wet op de kansspelen te beoefenen, of te spelen op speelautomaten als bedoeld in artikel 30 van de Wet op de kansspelen , of de handeling als bedoeld in artikel 1, onder a, van de Wet op de kansspelen te verrichten.
Artikel 2:50 Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten
Het is verboden zich zonder redelijk doel op een voor anderen hinderlijke wijze op te houden in of op een voor het publiek toegankelijk portaal, telefooncel, wachtlokaal voor een openbaar vervoermiddel, parkeergarage, rijwielstalling of een andere soortgelijke, voor het publiek toegankelijke ruimte dan wel deze te verontreinigen of te bezigen voor een ander doel dan waarvoor de desbetreffende ruimte is bestemd.
Artikel 2:58 Verontreiniging door honden
De eigenaar of houder van een hond is verplicht, als de hond zich in de openbare ruimte bevindt, ervoor te zorgen een deugdelijk hulpmiddel, dat als zodanig is bestemd voor het verwijderen van uitwerpselen, bij zich te dragen. Op de eerste vordering van de ambtenaar, belast met de zorg voor de naleving van één of meer bepalingen van deze verordening, moet de eigenaar of houder dit tonen.
Artikel 2:72 Ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk tijdens de verkoopdagen (niet opgenomen)
Artikel 2:74 Drugshandel op straat
Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden op of aan de weg post te vatten of zich daar heen en weer te bewegen en zich op of aan wegen in of op een voertuig te bevinden of daarmee heen en weer of rond te rijden, met het kennelijke doel om middelen als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, al dan niet tegen betaling af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen.
Artikel 2:76 Veiligheidsrisicogebieden
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 151b van de Gemeentewet bij verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens, dan wel bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, een gebied, met inbegrip van de daarin gelegen voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven, aanwijzen als veiligheidsrisicogebied.
HOOFDSTUK 4. BESCHERMING VAN HET MILIEU EN HET NATUURSCHOON EN ZORG VOOR HET UITERLIJK AANZIEN VAN DE GEMEENTE
Artikel 4:3 Kennisgeving incidentele festiviteiten
Het is een inrichting toegestaan maximaal 12 incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit niet van toepassing zijn. De houder van de inrichting moet minstens twee weken voor de festiviteit het college daarvan in kennis stellen.
Het is een inrichting toegestaan om tijdens maximaal 4 incidentele festiviteiten per kalenderjaar de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 4.113 lid 1 van het Besluit niet van toepassing is. De houder van de inrichting moet ten minste twee weken voor de festiviteit het college daarvan in kennis stellen.
Artikel 4:8 Natuurlijke behoefte doen
Het is verboden binnen de bebouwde kom op een openbare plaats zijn natuurlijke behoefte te doen buiten daarvoor bestemde plaatsen.
Artikel 4:9 Toestand van sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen (niet opgenomen)
Artikel 4:10 tot en met artikel 4:12: Het bewaren van houtopstanden
Artikel 4:13 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen enz.
Het is verboden op een door het college aangewezen plaats buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, in de openlucht en buiten de weg gelegen in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:
Artikel 4:15 Ontsierende, hinderlijke of gevaarlijke reclames e.d. (geldt vanaf 1 juni 2011)
a. als wordt voldaan aan de door het college vastgestelde uitvoeringsregels;
b. voor lichtreclames binnen de bebouwde kom en voor reclameuitingen (inclusief lichtreclame) aan/op onroerende zaken van horecabedrijven, tankstations, landelijke ketens en bedrijven langs doorgaande wegen, waarvoor een omgevingsvergunning voor deactiviteit reclame is afgegeven.
Een vergunning als bedoeld in het tweede lid onder b kan worden geweigerd:
a. als de reclame op zichzelf of in verband met zijn omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand.
b. in het belang van de verkeersveiligheid.
c. in het belang van de voorkoming of beperking van overlast door gebruikers van een in de nabijheid gelegen onroerende zaak.
Artikel 4:17 Begripsbepaling kampeermiddel
Onder kampeermiddel wordt verstaan: een onderkomen of voertuig waarvoor geen bouwvergunning in de zin van artikel 40 van de Woningwet is vereist, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
HOOFDSTUK 5. ANDERE ONDERWERPEN BETREFFENDE DE HUISHOUDING DER GEMEENTE
Artikel 5:4 Defecte voertuigen
Het is verboden een voertuig waarmee als gevolg van andere dan eenvoudig te verhelpen gebreken niet kan of mag worden gereden, langer dan op drie achtereenvolgende dagen op de weg te parkeren.
Artikel 5:12 Overlast van fiets of bromfiets
Het college kan op de weg gelegen plaatsen aanwijzen waar het in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, of ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, verboden is fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan.
Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen
1.Het is organisaties die vermeld staan op het landelijke collecterooster van het Centraal Bureau Fondsenwerving of organisaties die niet zijn gevestigd in de gemeente verboden zonder vergunning van het college een openbare inzameling van geld of goederen te houden of daartoe een intekenlijst aan te bieden.
2.Het is organisaties die zijn gevestigd in de gemeente verboden een openbare inzameling van geld of goederen te houden of daartoe een intekenlijst aan te bieden zonder daarvan melding te doen bij het college.
3.Gelet op hetgeen bepaald is in het eerste en tweede lid kan het college nadere regels stellen.
4.De inzameling als bedoeld in het tweede lid kan worden gehouden als wordt voldaan aan de in de nadere regels opgenomen criteria.
5.Onder een inzameling van geld of goederen wordt ook verstaan: het bij het aanbieden van goederen, waartoe ook worden gerekend geschreven of gedrukte stukken, dan wel bij het aanbieden van diensten aanvaarden van geld of goederen, als daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.
6.Hetgeen in het eerste en tweede lid bepaald is, geldt niet voor een inzameling die in besloten kring wordt gehouden.
Artikel 5:19 Toestemming rechthebbende
Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan dat daarop zonder vergunning van het college standplaats wordt of is ingenomen.
Het is verboden op enig terrein, geen weg zijnde, met een motorvoertuig als bedoeld in artikel 1, onderdeel z, en een bromfiets als bedoeld in artikel 1, onder m van het Voertuigreglement een wedstrijd of ter voorbereiding van een wedstrijd, een training- of proefrit te houden of te doen houden dan wel daaraan deel te nemen, dan wel een motorvoertuig of een bromfiets met het kennelijke doel daartoe aanwezig te hebben.
Artikel 5:33 Beperking verkeer in natuurgebieden
Het is verboden binnen voor publiek toegankelijke natuurgebieden, parken, plantsoenen of voor recreatief gebruik beschikbare terreinen te rijden of zich te bevinden met een motorvoertuig als bedoeld in artikel 1, onder z, Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, een bromfiets als bedoeld in artikel 1, onder m van het Voertuigreglement of met een fiets of een paard.
HOOFDSTUK 6. STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde en de op grond van artikel 1:4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.
Artikel 6:3 Binnentreden woningen
Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften die strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.
Ingevolge artikel 139 van de Gemeentewet wordt dit besluit bekendgemaakt in “Berkelbericht” die wekelijks als bijlage verschijnt van Achterhoek Nieuws. Deze verordening ligt (kosteloos) ter inzage op het gemeentehuis te Borculo, afdeling Gemeentewinkel.
Ingevolge artikel 143 wordt deze verordening toegezonden aan het parket van de rechtbank Zutphen, Postbus 205, 7200 AE Zutphen, Politie Noord en Oost Gelderland, afdeling CVB, Postbus 618, 7300 AP Apeldoorn en aan de verschillende politieposten binnen de gemeente Berkelland.
Alleen de artikelen die echt zijn opgenomen in de nieuwe Apv zijn omgezet naar
1. Het bevoegde bestuursorgaan neemt binnen acht weken een beslissing op de aanvraag.
2. Voor bepaalde vergunningen en ontheffingen kan de beslissing uitgesteld worden. Het college van burgemeester en wethouders beslist voor welke aanvragen dat geldt. De beslissing kan maximaal een jaar uitgesteld worden.
3. Als er beslist moet worden op een aanvraag om een omgevingsvergunning dan geldt de termijn uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Artikel 1:3 Termijn indiening aanvraag
1. Een aanvraag hoeft niet behandeld te worden als hij minder dan drie weken voor de datum van de activiteit wordt ingediend.
2. Voor bepaalde vergunningen of ontheffingen kan de termijn van drie weken worden verlengd tot maximaal twaalf weken. De burgemeester of het college van burgemeester en wethouders geeft aan welke vergunningen of ontheffingen dit zijn.
Artikel 1:4 Voorschriften en beperkingen
1. Aan een vergunning of ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden. Deze voorschriften en beperkingen hebben alleen te maken met de activiteit waarvoor de vergunning of ontheffing nodig is.
2. Degene die een vergunning of ontheffing heeft gekregen moet de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen nakomen.
Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing is persoonlijk, behalve als in deze verordening staat dat het niet zo is of als dat uit de vergunning blijkt.
Artikel 1:6 Intrekking, wijziging of weigering van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken, gewijzigd of geweigerd:
Artikel 1:9 Positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen
Een vergunning voor de organisatie van een snuffelmarkt is automatisch verleend als er niet binnen acht weken een beslissing wordt genomen.
Artikel 1:10 Positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen
Een vergunning wordt niet automatisch verleend na acht weken als het gaat om de volgende artikelen in deze verordening:
Artikel 2:3 Betoging op een openbare plaats
4.De burgemeester kan de termijn verkorten en ook een mondelinge kennisgeving in behandeling nemen.
Artikel 2:10 Het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg
1. Het is verboden om de openbare weg anders te gebruiken dan waarvoor deze is bedoeld.
2. Het college of de burgemeester kan ontheffing verlenen van dit verbod.
3. Het verbod geldt niet voor evenementen (artikel 2:24) of standplaatsen (artikel 5:17)
Artikel 2:11 (Omgevings)vergunning voor het aanleggen of veranderen van een (uit)weg
1. Het is verboden om zonder vergunning van het bevoegd gezag een (uit)weg aan te leggen of te veranderen.
2. Een vergunning kan worden geweigerd:
- in het belang van de bruikbaarheid, veilig- en doelmatigheid van de (uit)weg;
Artikel 2:16 Openen straatkolken e.d.
Het is verboden om een straatkolk, rioolput, brandkraan of een andere afsluiting van een openbare nutsvoorziening, te openen of af te dekken.
Artikel 2:21 Voorzieningen voor verkeer en verlichting
Een rechthebbende moet toelaten dat op of aan zijn bouwwerk borden of voorzieningen voor het verkeer of de openbare verlichting worden aangebracht, onderhouden of verwijderd.
Artikel 2:24 Wat wordt bedoeld met evenement
Evenement : elke voor het publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van:
Het is verboden om zonder vergunning van de burgemeester een evenement te houden. De burgemeester kan regels opstellen wanneer dit verbod niet geldt of wanneer een melding genoeg is.
Artikel 2:27 Wat wordt bedoeld met horeca
a. Horecabedrijf: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of daarmee vergelijkbaar overnacht kan worden of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor direct gebruik worden bereid of verstrekt.
Een horecabedrijf is in ieder geval: een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis. Daarbij hoort ook het terras en andere ruimtes.
b. terras: een ruimte bij een horecabedrijf waar mensen kunnen staan of zitten en waar mensen tegen betaling dranken of eten meteen kunnen opdrinken of opeten.
Artikel 2:29 Sluitingstijd horecabedrijven
1. Een horecabedrijf moet tussen 02.00 uur en 06.00 uur gesloten zijn.
Artikel 2:30 Afwijking sluitingstijd; tijdelijke sluiting
1.De burgemeester kan afwijken van de sluitingstijden door:
-tijdelijk andere sluitingstijden vast te stellen voor een of meer horecabedrijven;
2.Sluiting kan alleen in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid of in geval van bijzondere omstandigheden.
Artikel 2:34 Het college als bevoegd bestuursorgaan
Als een horecabedrijf besloten is, is het college het bevoegd bestuursorgaan.
Artikel 2:39 Speelgelegenheden en speelautomaten
1.Speelgelegenheid: een openbare plek waar (bijna) bedrijfsmatig de kans wordt gegeven om een spel te spelen waarbij geld of in geld inwisselbare voorwerpen kunnen worden gewonnen of verloren.
1. Speelautomaat: een toestel, ingericht als een spel. De speler kan het spel laten beginnen door een mechanisch, elektrisch of elektronisch proces. Het resultaat kan leiden tot de indirecte of directe uitkering van prijzen of premies waaronder het recht om gratis verder te spelen.
Hoogdrempelig: een horecabedrijf waar het café en restaurantbezoek het belangrijkste zijn en geen andere zelfstandige activiteiten plaatsvinden. Deze activiteiten zijn voornamelijk voor personen van 18 jaar en ouder.
Laagdrempelig: het is geen hoogdrempelig horecabedrijf of een bedrijf waarvan de ondernemer zich moet laten inschrijven bij het Bedrijfschap Horeca.
Artikel 2:42 Plakken en kladden
1. Het is verboden zonder toestemming van de rechthebbende op een openbare plaats te krassen, kladden of te plakken. Dit geldt ook voor het gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf de openbare plaats te zien is .
2. Het college kan aanplakborden aanwijzen voor het aanbrengen van meningsuitingen en bekendmakingen.
Artikel 2:43 Vervoer plakgereedschap e.d.
Het is verboden om aanplakbiljetten, plak- of verfgereedschap bij zich te hebben als ze waarschijnlijk bedoeld zijn om illegaal te plakken of te verven.
Artikel 2:44 Vervoer inbrekerswerktuigen
Het is verboden om werktuigen te vervoeren of bij zich te hebben als ze waarschijnlijk bedoeld zijn om in te breken.
Artikel 2:47 Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen
a. op een openbare plaats te klimmen op een beeld, monument, overkapping, constructie, openbare toiletgelegenheid, voertuig, hekheining of andere afsluiting, verkeersmeubilair en daarvoor niet bestemd straatmeubilair;
b. zich op een openbare plaats zodanig te gedragen dat weggebruikers of bewoners van nabij de weg gelegen woningen daar overlast of hinder van ondervinden.
Artikel 2:48 Verboden drankgebruik
1. Het is verboden om in het openbaar binnen de bebouwde kom alcoholhoudende drank te gebruiken of bij zich te hebben met het duidelijke doel dit ter plaatse op te drinken. Dit geldt ook voor gebieden die door het college zijn aangewezen.
Artikel 2:49 Verboden gedrag bij of in gebouwen
1. Het is verboden zonder reden:
- in een portiek of poort aanwezig te zijn;
- tegen een raamkozijn of een drempel van een gebouw te zitten of te liggen;
- in een gemeenschappelijke ruimte aanwezig te zijn als je daar niet hoort.
Artikel 2:50 Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten
Het is verboden om in ruimten die voor het publiek toegankelijk zijn:
Artikel 2:57 Loslopende honden
1. In de bebouwde kom moeten honden op de openbare weg aangelijnd zijn.
1. Iedereen die een hond uitlaat binnen de bebouwde kom in de openbare ruimte moet:
- de poep van die hond meteen opruimen;
- een opruimmiddel (zoals een schep of een zakje) bij zich hebben.
2. Dit geldt ook voor voetpaden, kinderspeelplaatsen, zandbakken of speelweiden buiten de bebouwde kom.
Artikel 2:59 Gevaarlijke honden
1. Als een hond zich hinderlijk of gevaarlijk gedraagt kan het college eisen dat:
- de hond kort aangelijnd wordt;
2. Het is dan verboden om die hond los en/of zonder muilkorf te laten lopen op een openbare plaats of buiten het eigen terrein.
Artikel 2:60 Houden van hinderlijke of schadelijke dieren
1. Om overlast en schade aan de gezondheid te voorkomen kan het college:
- gebieden aanwijzen waar het verboden is om hinderlijke of schadelijke dieren te houden;
1. Carbidschieten is het in een bus of opslagvat verbranden van acetyleengas. Deze verbranding leidt tot een ontploffing. Dit gas ontstaat door een reactie tussen calciumacetylide (carbid) en water.
2. Het is verboden om met carbid te schieten.
3. Het verbod geldt niet op 31 december tussen 10.00 uur en 1 januari 02.00 uur als:
Artikel 2:74 Drugshandel op straat
Het is verboden om zich op of aan de weg of in een auto te bevinden met de bedoeling om drugs aan te bieden of te ontvangen. Het is ook verboden daarbij te bemiddelen of te helpen.
Artikel 2:76 Veiligheidsrisicogebieden
De burgemeester kan een gebied aanwijzen als veiligheidsrisicogebied, inclusief alle openbaar toegankelijke gebouwen en erven. Hij kan het gebied aanwijzen als er sprake is van verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens. Hij kan ook een gebied aanwijzen als hij denkt dat de orde verstoord zal worden.
Artikel 2:77 Cameratoezicht op openbare plaatsen
De burgemeester kan besluiten om vaste camera’s te plaatsen om toezicht te houden op een openbare plaats.
Bij de artikelen 4:1 tot en met 4:6 wordt bedoeld met:
f.geluidsgevoelige terreinen: terreinen die op grond van artikel 1 van de Wet geluidhinder worden aangemerkt als geluidsgevoelige terreinen met uitzondering van terreinen behorende bij het betreffende bedrijf;
f.Artikel 4:3 Kennisgeving incidentele festiviteiten
f.Artikel 4:6 Overige geluidhinder
f.Artikel 4:8 Natuurlijke behoefte doen
f.Het is verboden binnen de bebouwde kom op een openbare plaats te
f.plassen of te poepen behalve op de daarvoor bestemde plaatsen.
f.Artikel 4:13 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen enz.
f.Artikel 4:15 Ontsierende, hinderlijke of gevaarlijke reclames e.d.
f.Artikel 4:17 Wat is een kampeermiddel
f.Met kampeermiddel wordt bedoeld:een onderdak of voertuig waarvoor geen bouwvergunning nodig is en dat gebruikt wordt of kan worden gebruikt om in te slapen, zoals een tent, caravan of kampeerauto.
f.Artikel 4:18 Kamperen buiten kampeerterreinen
f.Hoofdstuk 5. Andere onderwerpen betreffende de huishouding der gemeente
f.Artikel 5:1 Wat wordt bedoeld met voertuigen en parkeren
f.Artikel 5:2 Parkeren van voertuigen van een autobedrijf
f.Artikel 5:4 Parkeren van kapotte voertuigen, voertuigwrakken, kampeermiddelen e.d.
f.Artikel 5:6 Kampeermiddelen e.a.
f.Artikel 5:7 Parkeren van reclamevoertuigen
f.Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen
f.Artikel 5:11 Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen
f.Artikel 5:12 Overlast van fiets of bromfiets
f.Het college kan plaatsen aanwijzen waar het verboden is om fietsen of bromfietsen te laten staan.
f.Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen
f.Artikel 5:17 Wat wordt bedoeld met standplaats
f.Met standplaats wordt bedoeld: het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen en diensten vanaf een vaste plaats. Deze vaste standplaats is op een openbaar terrein in de buitenlucht. Daarbij wordt gebruik gemaakt van bijvoorbeeld een kraam, een wagen of een tafel. Met standplaats wordt niet bedoeld een vaste plaats op een markt of een jaarmarkt ingesteld door burgemeester en wethouders.
f.Artikel 5:18 Standplaatsvergunning
f.Artikel 5:19 Toestemming rechthebbende
f.De eigenaar, verhuurder of gebruiker van een perceel mag niet toestaan dat daarop zonder vergunning van het college standplaats wordt of is ingenomen.
f.Artikel 5:22 Wat wordt bedoeld met snuffelmarkt/rommelmarkt
f.Artikel 5:23 Organiseren van een snuffel-/rommelmarkt
f.Het is verboden om zonder vergunning van de burgemeester een snuffel-/rommelmarkt te organiseren.
f.Artikel 5:33 Beperking verkeer in natuurgebieden
Op overtreding van de artikelen in deze verordening staat een gevangenisstraf van maximaal drie maanden of een geldboete van maximaal € 3.700,--. Hetzelfde geldt voor overtreding van de voorschriften en beperkingen die gegeven zijn op grond van artikel 1:4.
Toezicht op de naleving van deze verordening gebeurt door toezichthouders. Deze toezichthouders zijn door het college of de burgemeester aangewezen.
Artikel 6:3 Binnentreden woningen
De toezichthouders uit artikel 6:2 en de politie zijn bevoegd om een woning binnen te gaan zonder toestemming van de bewoner. Dit geldt alleen wanneer het gaat om de handhaving van voorschriften uit deze verordening. En alleen wanneer het gaat om handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen.
Artikel 6:4 Inwerkingtreding nieuwe en intrekking oude verordening
1. De Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Berkelland, vastgesteld bij raadsbesluit van 26 januari 2010 wordt ingetrokken.
Burgemeester en wethouders van Berkelland;
gelet op het bepaalde in artikel 2:48 van de Algemene plaatselijke verordening 2010 (APV) en het alcoholmatigingsbeleid van de gemeente Berkelland;
in het verleden is gebleken dat zich in de gemeente overlastsituaties en baldadigheid voordeden als gevolg van (overmatig) alcoholgebruik op de weg;
dat de politie niet altijd een instrument heeft om hier tegen op te treden omdat de overlast en baldadigheid niet altijd gepaard gaat met openbare dronkenschap;
de APV hiertoe in artikel 2.4.8 de mogelijkheid biedt;
mede in het kader van het alcoholmatigingsbeleid het wenselijk om het verbod in te stellen voor de hele gemeente;
het openbaar ministerie heeft uitgezocht of dit juridisch mogelijk is;
conclusie is dat er geen jurisprudentie is waarin staat dat dit niet kan;
gemeenten die het hele grondgebied aanwijzen hebben de steun van justitie bij de handhaving hiervan;
andere gemeenten in district Achterhoek een zelfde aanwijzingsbesluit hanteren en uniformiteit wenselijk is;
1) dat het verboden is op weg of gedeelten van wegen binnen gemeente Berkelland alcoholhoudende drank te nuttigen of aangebroken flessen, blikjes en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich te hebben;
2) Het aanwijzingsbesluit op basis van artikel 2.4.8 APV van 23 januari 2007 in te trekken.
Burgemeester en wethouders van Berkelland,
Burgemeester en wethouders van Berkelland;
gelet op het bepaalde in artikel 5:8 van de Algemene plaatselijke verordening 2010 (APV);
het naar het oordeel van het college schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente wanneer voertuigen met een hoogte van meer dan 2,4 meter en/of een lengte van meer dan 6 meter op wegen of gedeelten van wegen binnen de bebouwde kommen van de gemeente Berkelland en de 30 km zone Van Ouwenaller Vereniging Rekken en op de Industrieweg nabij Beltrum worden geparkeerd;
dat de huidige situatie regelmatig overlast veroorzaakt;
dat er regelmatig klachten van burgers worden ingediend bij de gemeente of de politie over het parkeren van eerdergenoemde voertuigen;
dat het aanbeveling verdient het parkeren van eerdergenoemde voertuigen binnen de bebouwde kommen en soortgelijke gebieden te verbieden;
dat er enkele straten zijn binnen de gemeente, die wel geschikt zijn voor het parkeren van grote voertuigen;
in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, het voorkomen van parkeerexcessen en de verkeersveiligheid;
1) Dat het verboden is voertuigen met een hoogte van meer dan 2,4 meter en/of een lengte van meer dan 6 meter te parkeren op wegen of gedeelten van wegen binnen de bebouwde kommen van de gemeente Berkelland en de 30 km zone Van Ouwenaller Vereniging Rekken en op de Industrieweg nabij Beltrum;
2) te bepalen dat de aanwijzing in het eerste lid niet geldt voor:
Neede: Koopmansweg en Energieweg
Eibergen: Soetersveldweg (oostzijde) en Steinkampsweg (zuidzijde)
Ruurlo: Nijverheidsstraat vanaf de Krashof tot huisnummer 7, Spoorstraat vanaf de Ventersteeg tot aan de Bleumkeskamp, Spoorstraat vanaf de Golsweg tot huisnummer 72.
Borculo: de Oude Needseweg, vanaf huisnummer 25 in oostelijke richting
a) voertuigen die worden gebruikt bij de uitvoering van openbare werken en bij de uitvoering van bouwwerkzaamheden, voor zover ze in de onmiddellijke nabijheid vanhet werk worden geparkeerd;
b) grote voertuigen waarvoor van gemeentewege standplaatsvergunning is verleend;
c) grote voertuigen van kermis- en circusexploitanten op de door de gemeente aangegeven plaatsen en tijden;
3) het aanwijzingsbesluiten op basis van artikel 5.1.7 APV van 23 januari 2007 en 27 mei 2008 in te trekken;
Burgemeester en wethouders van Berkelland,
Burgemeester en wethouders van Berkelland;
gelet op het bepaalde in artikel 5.1.5 van de Algemene plaatselijke verordening 2010 (APV);
het naar het oordeel van het college schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente wanneer een kampeerwagen, caravan, magazijnwagen, aanhanger, keetwagen of ander dergelijk voertuig dat voor de recreatie dan wel anderszins uitsluitend of ook voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebezigd langer dan drie achtereenvolgende dagen op wegen of gedeelten van wegen binnen de bebouwde kommen van de gemeente Berkelland worden geparkeerd;
er regelmatig klachten van burgers worden ingediend bij de gemeente of de politie over het parkeren van eerdergenoemde voertuigen;
het aanbeveling verdient het parkeren van eerder bedoelde voertuigen binnen de bebouwde kommen en soortgelijke gebieden te verbieden;
in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente;
1) dat het verboden is een kampeerwagen, caravan, magazijnwagen, aanhanger, keetwagen of ander dergelijk voertuig dat voor de recreatie dan wel anderszins uitsluitend of ook dan voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebezigd langer dan drie achtereenvolgende dagen te parkeren op wegen of gedeelten van wegen binnen de bebouwde kommen van de gemeente Berkelland en de 30 km zone Van Ouwenaller Vereniging Rekken en op de Industrieweg nabij Beltrum;
2) te bepalen dat dit verbod niet van toepassing is op wagens van kermis- en circusexploitanten op de door de gemeente aangegeven plaatsen en tijden;
3) het aanwijzingsbesluit op basis van artikel 5.1.5 APV van 23 januari 2007 in te trekken;
Burgemeester en wethouders van Berkelland,
Burgemeester en wethouders van Berkelland;
gelet op het bepaalde in artikel 5:12 van de Algemene plaatselijke verordening 2010 (APV);
er meermalen is geconstateerd dat op het trottoir aan de Burgemeester Wilhelmweg ter hoogte van restaurant Belle Fleur, fietsen gestald staan, waardoor overlast en hinder ontstaat voor de doorgang;
er een fietsenstalling is aan de overzijde van de straat, waar voldoende stallingsplek is;
in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente en ter voorkoming van overlast ;
1) te bepalen dat het verboden is op het trottoir aan de Burgemeester Wilhelmweg ter hoogte van restaurant Belle Fleur, in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente en ter voorkoming van overlast, fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten te plaatsen of laten staan.
2) het aanwijzingsbesluit op basis van artikel 5.1.11 APV van 4 maart 2008 in te trekken.
Burgemeester en wethouders van Berkelland,
Burgemeester en wethouders van Berkelland;
gelet op het bepaalde in de artikelen 5:34 van de Algemene plaatselijke verordening 2010 (APV);
De navolgende nadere regels vast te stellen voor paasvuren en het verbranden van snoeihout waardoor het verbod als bedoeld in artikel 5:34, eerste lid niet geldt.
Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
snoeihout: alle takken en bladeren die van bomen en struiken worden gehaald in het kader van duurzaam onderhoud en takken en bladeren die overblijven na het rooien van bomen en struiken. Stammen en takken met een doorsnede van meer dan 25 cm., stobben en stronken vallen niet onder het begrip “snoeihout”;
g: particulier paasvuur: een paasvuur, dat niet is georganiseerd voor een groot publiek, maar voor familie, vrienden of kennissen.
Het hout voor het paasvuur mag alleen bestaan uit snoeihout. Dit snoeihout mag zowel afkomstig zijn van snoei- en rooiwerkzaamheden in het kader van landschappelijk onderhoud, als van andere snoeiwerkzaamheden. Het snoeihout mag dus ook afkomstig zijn van bijvoorbeeld particuliere erven en uit particuliere tuinen. Het snoeihout mag niet afkomstig zijn van bedrijven die bedrijfsmatig (grof) tuinafval inzamelen.
Het snoeihout voor de openbare paasvuren mag ook bestaan uit stammen en takken met een doorsnede van meer dan 25 cm.
Als het paasvuur een omvang heeft van 25 m3 of meer, moet een afstand van minimaal 100 meter worden aangehouden tussen het paasvuur en brandbare objecten (bijvoorbeeld gebouwen of beplanting/bos/natuurgebieden). Heeft het paasvuur een omvang van minder dan 25 m3dan moet een afstand van minimaal 50 meter worden aangehouden.
In bijzondere gevallen mogen deze afstanden met toestemming van de brandweer kleiner zijn.
als voldaan wordt aan de volgende voorschriften:
Op de dag van verbranding moet de organisator van het vuur via www.vnog.nl (internet) controleren of er in het kader van een eventuele “code droog”-situatie verbrand mag worden. Als er sprake is van een code droog (oranje of rode kleur op de indicator) mag er niet verbrand worden. Na het opheffen van de code droog mag er weer verbrand worden.
Het hout voor een particulier paasvuur mag alleen bestaan uit snoeihout. Dit snoeihout mag zowel afkomstig zijn van snoei- en rooiwerkzaamheden in het kader van landschappelijk onderhoud, als van andere snoeiwerkzaamheden. Het snoeihout mag dus ook afkomstig zijn van bijvoorbeeld particuliere erven en uit particuliere tuinen.
Als de brandstapel een omvang heeft van 25 m3 of meer, moet een afstand van minimaal 100 meter worden aangehouden tussen de brandstapel en brandbare objecten (bijvoorbeeld gebouwen of beplanting/bos/natuurgebieden). Heeft de brandstapel een omvang van minder dan 25 m3dan moet een afstand van minimaal 50 meter worden aangehouden. In bijzondere gevallen mogen deze afstanden met toestemming van de brandweer kleiner zijn.
Burgemeester en wethouders van Berkelland,
De burgemeester van Berkelland;
gelet op de behoefte bij de horeca om ook in het winterseizoen een terras in te richten tot 18.00 uur;
gelet op een positief advies van de politie en dorpswachten om in het winterseizoen een terras in te richten;
gelet op artikel 2:27 en artikel 2:10, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening;
Het terrassenseizoen uit te breiden van 1 november tot 1 april, waarbij de terrassen om 18.00 uur gesloten moeten zijn.
3.Alle horecaondernemers een brief te sturen waarin de wijziging kenbaar wordt gemaakt en de wijziging publiceren in Berkelbericht.
De burgemeester van Berkelland,
Het op het terras aanwezige meubilair, alsmede andere voorwerpen (afvalbakken, parasols, parasolhouders enz.) dienen zodanig te worden geplaatst, dat voor het bereiken van de toegangsdeur(en) tot de zaak een vrije doorgang aanwezig zal zijn; de breedte van deze vrije doorgang moet tenminste dezelfde afmeting hebben als de volledige breedte van de toegangsdeur(en). Daarnaast mag de toegang of ontsluiting van belendende percelen niet belemmerd worden.
Gelet op de (brand)veiligheid is het noodzakelijk dat de toegangsdeuren tot de zaak vrij toegankelijk blijven. Daarnaast dient te worden voorkomen dat directe hinder ontstaat doordat de toegang of ontsluiting van het in nabijheid gelegen onroerend goed onmogelijk wordt gemaakt door de plaatsing van terrasmeubels.
2.Obstakelvrije zone op en boven de weg
De voor de rijbaan bestemde gedeelten van de openbare weg dienen volledig obstakelvrij te zijn, terwijl de vrije doorrijhoogte minimaal 4,5 bedraagt. De absolute minimum-norm voor vrije ruimte op de voor voetgangers bestemde gedeelten van de openbare weg bedraagt 1,5 meter, terwijl hierboven minimaal 2,20 vrij moet blijven.
Het spreekt voor zich dat het vanuit oogpunt van verkeersveiligheid nooit de bedoeling kan zijn dat het terras geplaatst wordt op de voor de rijbaan bestemde gedeelten van de openbare weg. Daarnaast dient boven dit gedeelte minimaal 4,5 meter vrije ruimte te bestaan, gebaseerd op de normen voor de maximale hoogte van vrachtverkeer, die 4 meter bedragen.
Voor wat betreft het waarborgen van voldoende vrije ruimte op de voor de voetgangers bestemde gedeelten van de openbare weg, zodat uitwijken naar de rijbaan en verkeersonveiligheid kan worden voorkomen, heeft de gemeente volledige beleidsvrijheid. Uit de richtlijnen van het ministerie van Verkeer en Waterstaat en uit jurisprudentie zijn echter normen te destilleren die als richtsnoer gelden. Daarnaast beveelt het ‘handboek verkeersvoorzieningen voor mensen met een handicap’ als profiel van vrije ruimte aan:
Gelet hierop wordt de absolute minimum norm op 1,5 meter gesteld. Boven dit gedeelte dient minimaal 2,20 meter vrije ruimte te bestaan teneinde te voorkomen dat men het hoofd stoot.
De vergunninghouder dient zich te houden aan de geluidsnormen die gelden in het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen. Het is in dit kader verboden een geluidsapparaat in werking te hebben op het terras.
Terrassen brengen een bepaald geluidsniveau met zich mee. Teneinde te voorkomen dat dit ontaardt in overlast gelden de voorschriften van het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen.
De standaardvoorschriften bevatten gedetailleerde maximale geluidsniveaus voor de in de inrichting aanwezige installaties en geluidsapparatuur gedurende bepaalde uren, gemeten in aanpandige woningen en op de gevel van woningen in de nabijheid, te weten:
Tussen 07.00 en 19.00 uur: 35 – 50 dB(A)
Tussen 19.00 en 23.00 uur: 30 – 45 dB (A)
Tussen 23.00 en 07.00 uur: 25 – 40 dB (A)
Het in een bepaalde gemeente gehanteerde aantal decibel is afhankelijk van het referentieniveau van het ter plaatse heersende omgevingsgeluid, maar kan bovenstaande waarden in beginsel niet te boven gaan. De piekwaarden die worden bereikt mogen niet hoger zijn dan 20 dB(A) boven bovenstaande grenzen. Deze maximale piekwaarden gelden overdag niet voor het laden en lossen en voor het komen en gaan van bezoekers. Voor het geluidsniveau wordt tevens buiten beschouwing gelaten het stemgeluid van bezoekers van een terras, tenzij dit terras op een binnenterrein is gesitueerd. Overigens kan de gemeente in individuele gevallen afwijken van bovenstaande geluidsniveaus, behalve ten aanzien van het geluidsniveau binnen woningen van derden.
4.Meubilair binnen uitstalstrook
Het terras moet ingericht zijn binnen de grenzen van de op de tekening aangegeven uitstalstrook.
Bij de vergunningaanvraag dient een tekening te worden ingediend. De afdeling beschikkingen beoordeelt of de afmetingen voldoen aan de bepalingen in beleidsregel 2.
De burgemeester is bevoegd aan het terras een maximum-oppervlakte te verbinden.
Deze situatie kan zich bijv. voordoen op plaatsen waar de voor voetgangers bestemde gedeelten van de openbare weg heel royaal zijn of op het voor parkeren bestemde gedeelten van de openbare weg.
Het terrassenseizoen bestaat uit twee periodes:
Na sluitingstijd dient het terrasmeubilair op zijn minst opgestapeld te worden en voorzien te zijn van ketting met slot, ter voorkoming van vandalisme.
9.Schoonhouden terras en omgeving
De vergunninghouder dient het terras en de omgeving te allen tijde schoon te houden.
10.Voorkomen schade of overlast
De vergunninghouder dient de redelijkerwijs mogelijke maatregelen te nemen teneinde te voorkomen, dat de gemeente dan wel derden ten gevolge van het gebruik van de vergunning schade lijden of overlast ondervinden.
De vergunninghouder is verplicht de eventuele schade, die door het gebruik van de vergunning wordt toegebracht, te vergoeden;
De burgemeester is te allen tijde bevoegd om – wanneer het gebruik van het terras daartoe aanleiding geeft – aanvullende voorwaarden te stellen.
Het niet voldoen c.q. overtreden van de gestelde voorwaarden leidt in alle gevallen tot intrekking van de vergunning.
14.Opvolgen aanwijzingen politie en/of gemeente
Aanwijzingen van de politie en/of gemeente ter naleving van de aan deze vergunning verbonden voorschriften en/of ter bescherming van de openbare orde en veiligheid dienen te worden opgevolgd.
Vastgesteld door benw op 11 augustus 2009.
Op 28 april 2008 is het standplaatsenbeleid vastgesteld. In dit beleid is bepaald dat er in de grote kernen maximaal twee standplaatsvergunningen per dag worden verleend en in de kleine kernen een.
Enkele standplaatshouders hebben gevraagd dit aantal in Haarlo uit te breiden op donderdagmiddag. Ook Haarlo’s Belang heeft gevraagd het aantal standplaatsvergunningen uit te breiden.
Om dit mogelijk te maken moet het standplaatsenbeleid worden gewijzigd.
Alternatieven / keuze / overwegingen
Omdat er plannen waren voor een vestiging van een supermarkt in Haarlo zijn de verzoeken op een laag pitje gezet. Na overleg met mevrouw E. Dijkman heeft Haarlo’s Belang gevraagd het aantal standplaatsvergunningen uit te breiden met twee op donderdagmiddag.
In Beltrum en Rekken worden al jaren op donderdagmorgen vijf standplaatsvergunningen verleend (minimarkt).
Als de minimarkt in Haarlo goed loopt is het mogelijk dat ook door andere kleine kernen gevraagd wordt meer standplaatsvergunningen te verlenen.
Ons voorstel is het beleid voor alle kleine kernen gelijk te stellen en per kleine kern op maximaal één halve dag per week vijf standplaatsvergunningen te verlenen.
Op andere dagen wordt maximaal één standplaatsvergunning verleend.
Omdat het terrein in Haarlo geen eigendom is van de gemeente vragen we de eigenaar hotel-restaurant Prinsen ons schriftelijk mee te delen geen bezwaar te hebben tegen het verlenen van standplaatsvergunningen.
Op het terrein in Haarlo is geen stroomvoorziening. De standplaatshouders moeten daar, in overleg met de heer Prinsen, zelf voor zorgen.
Geen. Omdat de standplaatsen niet op gemeentegrond staan wordt er geen huur in rekening gebracht.
In Berkelbericht zal aan de wijziging aandacht worden besteed.
Het standplaatsenbeleid wijzigen.
In de kleine kernen op één halve dag per week maximaal vijf standplaatsvergunningen verlenen.
Uitwerking van Wil tot Verschil
De standplaatsenvergunningen worden per 1 januari 2009 voor vijf jaar verleend.