Organisatie | Purmerend |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels schuldhulpverlening Purmerend 2022 |
Citeertitel | Beleidsregels schuldhulpverlening Purmerend 2022 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Maatschappelijke zorg en welzijn |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-02-2022 | Nieuwe beleidsregels | 18-01-2022 | 1561825 |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Purmerend,
gelet op de Algemene wet bestuursrecht (1:3 4e lid, 4:81 1e lid, 4:83), de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en het ‘beleidsplan integrale Schuldhulpverlening 2021 – 2025’;
overwegende dat met het ‘beleidsplan integrale schuldhulpverlening 2021-2025’ de gemeenteraad de kaders, uitgangspunten, de doelgroepen en de uitvoering van het beleid heeft vastgelegd;
De navolgende ‘Beleidsregels schuldhulpverlening Purmerend 2022’ vast te stellen.
Vroegsignalering wordt ingezet om problematische schulden te voorkomen. Voor een goede prioritering wordt gekeken naar de urgentie van een bepaald signaal of combinatie van signalen.
Bij het opvolgen van signalen neemt het college het volgende in overweging:
De wijze waarop opvolging plaatsvindt is als volgt:
Het aanbod in schuldhulpverlening is maatwerk en varieert van een preventief aanbod (bij niet problematische schulden) tot aan een schuldhulpverleningstraject (bij problematische schulden). De nazorg maakt ook onderdeel uit van de schuldhulpverlening.
De vorm waarin het college schuldhulpverlening aanbiedt, is van meerdere factoren afhankelijk en kan dus per situatie verschillen. Maatwerk is het uitgangspunt. De factoren die een rol kunnen spelen zijn onder andere:
Het college kan voorwaarden stellen bij het doen van een aanbod aan cliënt. Voorwaarden die in ieder geval gesteld kunnen worden zijn:
indien de cliënt niet de beschikking heeft over een betaalrekening op eigen naam en zonder debetstand bij een reguliere bank, kan het college cliënt de verplichting opleggen om een basisbankrekening te openen als voorwaarde voor de inzet van stabilisatie, budgetbeheer, betalingsregelingen en/of een schuldregeling.
Client doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op schuldhulpverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het schuldhulpverleningstraject.
Cliënt is verplicht om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is gedurende de aanvraagperiode en tijdens het schuldhulpverleningstraject. De medewerking bestaat onder andere uit:
Indien cliënt niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 6 en 7 van de wet, de voorwaarden uit de beschikking en bijbehorend plan van aanpak, kan het college besluiten om schuldhulpverlening (tijdelijk) te weigeren of te beëindigen.
Indien minder dan 2 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend, door cliënt een traject schuldregeling (geheel of gedeeltelijk) is doorlopen (minnelijk en/of wettelijk), kan een aanvraag schuldhulpverlening worden geweigerd voor een periode van maximaal 6 maanden, met uitzondering van het geven van informatie, advies en/of een doorverwijzing.
Voor het besluit tot weigering of beëindiging, wordt aan de cliënt schriftelijk en eenmalig een redelijke hersteltermijn geboden om alsnog, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken.
Een traject van schuldhulpverlening stopt van rechtswege bij het overlijden van de cliënt. Beëindiging vindt altijd plaats op basis van een beschikking van het college.
Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels en de wet, kan het college besluiten tot beëindiging van de schuldhulpverlening indien: