De raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 december 2021;
gelet op artikel 47 van de Participatiewet, artikel 2.1.3 lid 3 Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en artikel 2.10 Jeugdwet;
besluit:
vast te stellen: de Verordening Adviesraad Sociaal Domein Bodegraven-Reeuwijk.
Uitgangspunten
In deze verordening is vastgelegd hoe de gemeente Bodegraven-Reeuwijk de inspraak en vertegenwoordiging van inwoners met een kwetsbaarheid bij de besluitvorming en de uitvoering van het gemeentelijk beleid verankert. Het beleid dat de gemeente maakt en uitvoert is bedoeld voor de inwoners. Met de ervaringen van de inwoners kan de gemeente haar beleid als het nodig is aanpassen en verbeteren.
Uitgangspunten hierbij zijn:
- •
de gemeente en de inwoners zijn zo gelijkwaardig mogelijke partners;
- •
inwoners in kwetsbare posities doen volwaardig mee in de samenleving (inclusieve samenleving);
- •
de gemeente gaat zorgvuldig om met haar inwoners.
In deze verordening is vastgelegd dat inwoners van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk worden vertegenwoordigd door de Adviesraad Sociaal Domein en op welke manier dat gebeurt.
Artikel 1. Begrippen
- 1.
Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Jeugdwet, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Algemene wet bestuursrecht.
- 2.
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
Adviesraad: het onafhankelijke adviesorgaan voor de domeinen in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk, waarin inwoners met een kwetsbaarheid vertegenwoordigd zijn;
- b.
Kwetsbare inwoner(s): een inwoner, of groep van inwoners, die gebruikmaakt van een of meer voorzieningen op grond van een of meer van de wetten uit het sociaal domein, dan wel valt binnen de doelgroep van deze wetten;
- c.
College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk;
- d.
Gemeenteraad: de gemeenteraad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk;
- e.
Integraal gemeentelijk beleid sociaal domein: de samenhangende wijze waarop de gemeente de uitvoering van de Participatiewet, de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 vormgeeft;
- f.
Inwoner: een persoon die in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk woont en hier staat ingeschreven in de basisregistratie personen (BRP).
Artikel 2. Doel en functie van de Adviesraad
- 1.
De Adviesraad is een onafhankelijke, praktijkgerichte adviespartner voor het college en de gemeenteraad;
- 2.
De Adviesraad adviseert op alle terreinen die van invloed zijn op inwoners met een kwetsbaarheid;
- 3.
De Adviesraad is vooraf betrokken bij ontwikkelingen die invloed hebben op de leefbaarheid van kwetsbare inwoners;
- 4.
Het doel van de Adviesraad is het bevorderen van de betrokkenheid van kwetsbare inwoners bij de besluitvorming, uitvoering en evaluatie van het gemeentelijk beleid en daarmee het bewaken en vergroten van de kwaliteit van de dienstverlening van de gemeente;
- 5.
De Adviesraad vertegenwoordigt de kwetsbare inwoners en komt op voor hun belangen;
- 6.
De Adviesraad:
- a.
geeft een reflectie op het ontwikkelde of nog te ontwikkelen beleid;
- b.
signaleert leemten en knelpunten in beleid en uitvoering;
- c.
volgt en evalueert de uitvoering en adviseert over bijstelling van beleid;
- d.
draagt ideeën en suggesties aan voor beleid, transformatie en sociale vernieuwing;
- e.
is partner van de gemeente in de ontwikkeling van beleidsvoorstellen of projecten.
Artikel 3 Taken en bevoegdheden van de Adviesraad
- 1.
De Adviesraad maakt ervaringen, meningen en inzichten van kwetsbare inwoners kenbaar aan het college en gemeenteraad. De Adviesraad geeft gevraagd en ongevraagd apolitiek advies vanuit het perspectief en in het belang van kwetsbare inwoners.
- 2.
De Adviesraad toetst het beleid en de uitvoering van taken en projecten voor kwetsbare inwoners aan hun ervaringen en vertaalt deze ervaringen naar concrete adviezen.
- 3.
De Adviesraad kan op 3 niveaus adviseren: beleidsmatig, strategisch/tactisch en uitvoerend. De Adviesraad richt zich daarvoor met name op concrete onderwerpen die bij kwetsbare inwoners en hun vertegenwoordigers leven.
- 4.
De Adviesraad richt zich op de collectieve belangenbehartiging van kwetsbare inwoners. De raad bespreekt geen klachten, bezwaarschriften of andere onderwerpen die over individuele inwoners gaan. Waar de Adviesraad individuele vragen en individuele belangen behandelt, staat dit in relatie tot het bredere belang van meerdere inwoners of groepen van inwoners.
- 5.
De Adviesraad stelt in een huishoudelijk reglement nadere regels vast over het functioneren en de werkwijze van de raad.
Artikel 4 Samenstelling van de Adviesraad
- 1.
De Adviesraad bestaat uit minimaal 5 en 9 maximaal leden. Dit zijn inwoners van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk die dicht bij cliënten in het sociaal domein staan. Zij hebben ervaringskennis en -deskundigheid omdat zij:
- a.
een uitkering van de gemeente ontvangen of hebben ontvangen;
- b.
een beperking en ervaring hebben met Wmo-hulp van de gemeente;
- c.
als jeugdige of ouder(s) ervaring hebben met gemeentelijke jeugdhulp; of
- d.
zich sterk betrokken voelen bij één van deze groepen, bijvoorbeeld als partner, mantelzorger, ouder of kind, of door werkervaring of opleiding.
- 2.
De voorkeur van een Adviesraad is divers van samenstelling als het gaat om leeftijd en achtergrond en kent een evenwichtige man-vrouwverhouding.
- 3.
De leden hebben binding met één of meer werkvelden in het sociaal domein. Deze werkvelden zijn zo evenredig mogelijk verdeeld.
- 4.
Het dagelijks bestuur van de Adviesraad bestaat uit een onafhankelijk voorzitter, een secretaris en een penningmeester. Voor deze functies legt de Adviesraad een korte functie- en taakomschrijving vast in het huishoudelijk reglement.
- 5.
De Adviesraad kent een goede balans tussen continuïteit en nieuwe aanwas van leden. Leden kunnen maximaal 2 aaneengesloten periodes van 5 jaar lid zijn van de Adviesraad. Er is een rooster voor gefaseerd aftreden van de leden.
- 6.
Het college benoemt op voordracht van de Adviesraad nieuwe leden in hun functie.
- a.
Wanneer een lid tussentijds wil aftreden geldt een opzegtermijn van 2 maanden.
- b.
De Adviesraad kan de gemeente verzoeken een lid te ontslaan als de inbreng van dit lid bij voortduring onvoldoende is of als verstorend wordt aangemerkt.
- 7.
Het lidmaatschap van de Adviesraad is niet verenigbaar met functies binnen de gemeenteraad, binnen het college of als ambtenaar van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk, of met een functie bij een commerciële zorgaanbieder die (indirect) wordt ingehuurd door de gemeente Bodegraven-Reeuwijk.
Artikel 5 Samenwerking met de gemeente
- 1.
De Adviesraad wordt door zowel het college als door Ferm Werk vroegtijdig, dat wil zeggen vooraf en bij conceptversies van beleidsstukken, betrokken bij de beleidsvorming.
- 2.
Het college streeft ernaar om adviesvragen zo concreet mogelijk te formuleren. Adviesvragen worden schriftelijk en met een bijbehorende planning aan de Adviesraad verstrekt. Het college biedt de Adviesraad voldoende inhoudelijke informatie om tot een advies te kunnen komen.
- 3.
De Adviesraad krijgt minimaal 6 weken tijd om haar advies te leveren, tenzij met het college anders is overeengekomen. Het college geeft na het advies ontvangen te hebben binnen 6 weken in een schriftelijke reactie aan wat zij met het advies doet of gedaan heeft.
- 4.
Het college zorgt dat de inbreng van de Adviesraad aansluit bij de beleidscyclus en termijnagenda van de gemeente. De Adviesraad is gesprekspartner op meerdere niveaus: bij ambtelijke overleggen, overleg met het college en - indien nodig - met de gemeenteraad. De adviezen zijn onderdeel van het besluitvormingsproces.
- 5.
Het dagelijks bestuur van de Adviesraad heeft regelmatig overleg met de contactambtenaar. Dit bevordert continuïteit, voortgang en afstemming over de onderwerpen die spelen. Ook heeft de Adviesraad minimaal 2 keer per jaar overleg met één of meer wethouder(s), en vaker als dat gewenst en nodig is.
- 6.
De leden van de Adviesraad behandelen informatie van het college en andere bronnen vertrouwelijk, voor zover hierom wordt verzocht of dit uit de aard van het onderwerp volgt.
Artikel 6 Werkwijze en functioneren van de Adviesraad
- 1.
De Adviesraad vergadert 8 tot 10 keer per jaar.
- 2.
De vergaderingen zijn openbaar, tenzij de voorzitter oordeelt dat de vergadering achter gesloten deuren moet plaatsvinden of een van de leden hierom verzoekt.
- 3.
Van de leden wordt een beschikbaarheid gevraagd van 2 dagdelen per week, en van de leden van het dagelijks bestuur 4 dagdelen per week.
- 4.
De Adviesraad werkt met verschillende expertise- en themagroepen. Adviezen worden inhoudelijk voorbereid in deze expertise- en themagroepen. De invulling van deze expertise- en themagroepen is vastgelegd in het huishoudelijk reglement.
- 5.
Het dagelijks bestuur evalueert het functioneren van de Adviesraad met de leden. De eerste evaluatie vindt plaats een jaar na het aantreden van de nieuwe Adviesraad en daarna eens in de 2 à 3 jaar. Hierin worden de ervaringen van de gemeente (ambtelijk en college) meegenomen.
- 6.
De Adviesraad schrijft jaarlijks voor 1 april een inhoudelijk en financieel jaarverslag waarin de werkzaamheden en resultaten van het afgelopen jaar worden vermeld.
Artikel 7 Ondersteuning door de gemeente
- 1.
Het college faciliteert de Adviesraad zodanig dat die haar werk goed kan doen en op autonome wijze in kan vullen. Dit betekent dat de Adviesraad voldoende (financiële) middelen en capaciteit krijgt om de taken uit te voeren.
- 2.
De Adviesraad is in hoge mate in staat en verantwoordelijk om de taken zelfstandig uit te voeren. Bij voorkomende werkzaamheden kan de raad een beroep doen op professionele ondersteuning die het college in overleg ‘in natura’ of via een budget beschikbaar stelt. De ondersteuning wordt ingezet om continuïteit te waarborgen, het dagelijks bestuur te ontlasten, de organisatiekracht te versterken en de deskundigheid van de Adviesraad te vergroten.
- 3.
De leden van de Adviesraad ontvangen een onkostenvergoeding van € 800 per jaar, de leden van het dagelijks bestuur ontvangen een onkostenvergoeding van € 1.800 per jaar. Voor deze laatste vergoeding wordt het maximumbedrag voor onbelaste kostenvergoeding van vrijwilligerswerk (art. 2 lid 6 Wet op de loonbelasting 1964) gevolgd.
Artikel 8 Slotbepalingen
- 1.
Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening Adviesraad Sociaal Domein Bodegraven-Reeuwijk’.
- 2.
Deze verordening treedt in werking op 1-1-2022, onder gelijktijdige intrekking van Verordening Wmo-raad Bodegraven-Reeuwijk 2018.
- 3.
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet besluit de gemeente in overleg met de Adviesraad.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk, gehouden op 26 januari 2022.
De griffier,
drs. J.H. Rijs, MMC